Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo
Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo
Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Richtlijn</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>opmaken</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
Harmonisch Park- en Groenbeheer<br />
Harmonisch<br />
Park- en Groenbeheer<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
Grontmij<br />
i.s.m.<br />
Bas Smets<br />
Econnection
Vlaanderen is <strong>een</strong> stad. Je hoort <strong>het</strong> meer<br />
en meer mensen zeggen. En <strong>van</strong>uit de<br />
lucht bekeken lijkt <strong>het</strong> in elk geval te<br />
kloppen.<br />
Vanop de grond is Vlaanderen eerder <strong>een</strong><br />
lappendeken <strong>van</strong> steden. De ruimte tussen<br />
steden en gem<strong>een</strong>ten is beperkt en<br />
bezaaid met behoeften <strong>van</strong> allerlei aard:<br />
landbouw, industrie, woon- en natuurgebied.<br />
Het is dus heel belangrijk dat we die steden<br />
en gem<strong>een</strong>ten leefbaar houden. Groen is<br />
daarbij <strong>van</strong> levensbelang. Dat heeft de<br />
Vlaamse overheid goed begrepen. In haar<br />
ambitieus plan Vlaanderen in Actie (ViA)<br />
staat dat minstens de helft <strong>van</strong> de <strong>stedelijk</strong>e<br />
of kleinstedeljke gebieden tegen 2020 <strong>een</strong><br />
stadsbos moet hebben of er één heeft<br />
opgestart.<br />
Niet elke stad of –laat staan- gem<strong>een</strong>te kan<br />
<strong>het</strong> zo ambitieus aanpakken. Dat is ook niet<br />
erg, soms kunnen kleine ingrepen, <strong>een</strong><br />
groot verschil maken. Als <strong>het</strong> maar<br />
gestructureerd en doordacht gebeurd. En<br />
daarbij kan deze richtlijn helpen.<br />
Groen speelt op verschillende vlakken <strong>een</strong><br />
belangrijke rol in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong>- en<br />
buitengebied. Op sociaal vlak is de groene<br />
ruimte <strong>een</strong> omgeving waar de mens kan<br />
verblijven, uitrusten, bewegen, spelen<br />
en/of andere mensen ontmoeten. Groen<br />
wordt ook erkend als essentieel beeldbepalend<br />
element in straten en op pleinen.<br />
Daarnaast heeft groen in meer of mindere<br />
mate <strong>een</strong> ecologische waarde. Zo vormt<br />
groen niet enkel <strong>een</strong> biotoop <strong>van</strong> fauna en<br />
flora maar kan groen ook <strong>een</strong> rol spelen in<br />
de reductie <strong>van</strong> fijn stof, in <strong>het</strong> bufferen <strong>van</strong><br />
geluid of storende zichten, in de<br />
klimaatregeling <strong>van</strong> de binnensteden en in<br />
integraal waterbeleid.<br />
Toch staat dat groen in de bebouwde<br />
omgeving onder grote druk <strong>van</strong> sterkere<br />
sectoren zoals huisvesting, industrie, …<br />
Bovendien heeft <strong>het</strong> zwaar te lijden onder<br />
<strong>een</strong> aantal rand<strong>voor</strong>waarden zoals<br />
vervuiling, verharding, …<br />
Het belang <strong>van</strong> <strong>een</strong> samenhangende, goed<br />
functionerende groenstructuur kan dus<br />
nauwelijks onderschat worden.<br />
Ruimtelijke kwaliteit en beleving worden<br />
steeds belangrijker.<br />
Maar er moet ook aandacht uitgaan naar<br />
<strong>een</strong> optimale verdeling <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
groenareaal. Maatschappelijk gezien is<br />
<strong>het</strong> immers <strong>van</strong> belang dat iedere burger<br />
toegang heeft tot groen, ook mensen<br />
zonder tuin. Voor veel steden en<br />
gem<strong>een</strong>ten is hier <strong>een</strong> uitdaging<br />
weggelegd.<br />
Met de richtlijn opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> wenst <strong>het</strong> ANB tips te geven<br />
om deze uitdaging aan te gaan. De<br />
richtlijn laat toe om gestructureerd aan de<br />
slag te gaan en de dialoog tussen de<br />
verschil-lende diensten te bevorderen.<br />
Het ANB hoopt hiermee de kwaliteit <strong>van</strong><br />
de publieke ruimte <strong>een</strong> duw in de rug te<br />
geven.<br />
Marl<strong>een</strong> Evenepoel<br />
Administrateur-generaal<br />
Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos<br />
Augustus 2009<br />
VOORWOORD
1# INLEIDING<br />
WAAROM EEN STEDELIJK GROENPLAN<br />
OPZET VAN DE HANDLEIDING<br />
TOEPASSINGSGEBIED, LEESWIJZER EN COLOFON<br />
2# DOELSTELLINGEN EN OPGAVEN VAN EEN STEDELIJK<br />
GROENPLAN<br />
WAT IS ‘GROEN’<br />
HOE HET STRUCTUREEL GROEN BINNEN DE GEMEENTE BEPALEN<br />
GROEN = GROEN + BLAUW + GEEL<br />
RELATIE MET FUNCTIENIVEAUS UIT DE LANGETERMIJNPLANNING<br />
GROENVOORZIENING<br />
WAT IS EEN STEDELIJK GROENPLAN<br />
RELATIE VAN HET STEDELIJK GROENPLAN MET ANDERE PLANNEN<br />
DOELSTELLINGEN VAN EEN STEDELIJK GROENPLAN, WAARDEN VAN GROEN EN<br />
TIJDSHORIZON<br />
3# STAPPENPLAN VOOR DE OPMAAK VAN EEN STEDELIJK<br />
GROENPLAN<br />
4# STAP 1: AFBAKENING STUDIEGEBIED<br />
BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />
WERKWIJZE<br />
5# STAP 2: ANALYSE<br />
BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />
2A BESTAANDE GROENSTRUCTUUR: BESCHRIJVING EN GEWENSTE<br />
OUTPUT<br />
WERKWIJZE INVENTARISATIE VAN GROEN<br />
WERKWIJZE WAARDERING VAN GROEN<br />
1<br />
3<br />
5<br />
6<br />
7<br />
9<br />
11<br />
11<br />
13<br />
15<br />
17<br />
19<br />
21<br />
25<br />
27<br />
29<br />
31<br />
33<br />
35<br />
37<br />
47<br />
INHOUD<br />
WERKWIJZE ANALYSE VAN BESTAANDE RUIMTELIJKE TYPOLOGIEËN EN<br />
STRUCTUREN<br />
2B PLANNINGS- EN BELEIDSCONTEXT: BESCHRIJVING EN GEWENSTE<br />
OUTPUT<br />
WERKWIJZE<br />
2C: GROENBEHOEFTE: BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />
WERKWIJZE<br />
2D: EVALUATIE EN PLANOPGAVE: BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />
WERKWIJZE<br />
6# STAP 3: VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />
WERKWIJZE ALGEMENE UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN<br />
WERKWIJZE PLEKSPECIFIEKE UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN<br />
WERKWIJZE ONTWIKKELEN VAN STRATEGIEËN VOOR DE REALISATIE VAN DE<br />
GROENSTRUCTUUR<br />
FICHES VOOR TYPOLOGIEËN<br />
7# STAP 4: ACTIEPLAN<br />
BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />
WERKWIJZE<br />
8# ADDENDUM: PROCES VAN EEN STEDELIJK GROENPLAN<br />
9# BRONNEN<br />
Bas Smets Econnection JULI 09<br />
000<br />
55<br />
65<br />
67<br />
73<br />
75<br />
85<br />
87<br />
89<br />
91<br />
93<br />
95<br />
101<br />
115<br />
125<br />
127<br />
129<br />
135<br />
147
1<br />
INLEIDING
Waarom <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> ?<br />
Ambities <strong>voor</strong> <strong>een</strong> groene gem<strong>een</strong>te<br />
Groen wint de laatste jaren aan belang in<br />
Vlaanderen als beleidsthema. Groen heeft<br />
steeds in min of meerdere mate <strong>een</strong><br />
natuurlijke en ecologische waar-de: niet<br />
all<strong>een</strong> vormt groen de biotoop <strong>van</strong> fauna en<br />
flora, groen speelt ook <strong>een</strong> rol in de reductie<br />
<strong>van</strong> fijn stof, in <strong>het</strong> bufferen <strong>van</strong> geluid of<br />
storende zichten, in de klimaat-regeling<br />
1<br />
<strong>van</strong> binnensteden , in integraal waterbeleid<br />
enzo<strong>voor</strong>t. Groen wordt ook erkend als<br />
essentieel beeldvormend element in onze<br />
straten of pleinen en groen vervult <strong>een</strong> rol in<br />
de vrijetijdsbe-steding <strong>van</strong> vele mensen<br />
(fietsen, wandelen, spelen ,...). Groen<br />
wordt hier beschouwd in de meest brede<br />
zin, dus ook waterlopen, agrarische<br />
gebieden,... kunnen tot de groenstructuur<br />
worden gerekend (zie ook blz 11).<br />
Het belang <strong>van</strong> <strong>een</strong> samenhangende, goed<br />
functionerende groenstructuur kan dus<br />
nauwelijks geminimaliseerd worden:<br />
economisch kan de groenstructuur <strong>een</strong> rol<br />
spelen in <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> <strong>een</strong> aantrek-kelijk<br />
vestigingsklimaat <strong>voor</strong> bedrijven, inwoners,<br />
maar kan <strong>het</strong> ook toeristen en recreanten<br />
aantrekken. Op <strong>het</strong> sociaal vlak is de<br />
groene ruimte <strong>een</strong> omgeving waar de mens<br />
kan verblijven, uitrusten, bewegen, spelen<br />
en/of andere mensen ontmoeten, maar ook<br />
<strong>een</strong> ruimte die ons beschermt tegen<br />
overstromingen (denk bij<strong>voor</strong>beeld aan<br />
Bas Smets Econnection<br />
overstromingsgebieden). En op ecologisch<br />
en natuurlijk vlak heeft de groenstructuur<br />
<strong>een</strong> bufferende en biotoopvormende<br />
functie.<br />
Ruimtelijke kwaliteit en de beleving <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
groen worden daarbij steeds belangrijker.<br />
Groen wordt daarom meer en meer in zijn<br />
ruimtelijke context en samenhang<br />
bekeken: <strong>het</strong> onderling verbinden <strong>van</strong><br />
groengebieden, <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> de<br />
bereikbaarheid <strong>van</strong> groene parken of<br />
groene verbindingen met <strong>het</strong> platteland<br />
<strong>van</strong>uit de woonomgevingen, water als<br />
element <strong>van</strong> de groenstructuur doorh<strong>een</strong><br />
open én bebouwde ruimte kan <strong>een</strong><br />
meerwaarde <strong>voor</strong> de inwoners en/of natuur<br />
betekenen. Daarbij moet de aandacht ook<br />
uitgaan naar <strong>een</strong> optimale (rechtvaar-dige)<br />
verdeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenare-aal.<br />
Maatschappelijk gezien is <strong>het</strong> immers<br />
noodzakelijk dat elke mens toegang heeft<br />
tot groen, ook mensen zonder tuin. Voor<br />
sommige gem<strong>een</strong>ten is hier <strong>een</strong> uitdaging<br />
weggelegd.<br />
Tezelfdertijd staan ons <strong>een</strong> aantal nieuwe<br />
uitdagingen te wachten op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong><br />
natuur- en milieubeleid: de reductie <strong>van</strong><br />
onkruidbestrijdingsmiddelen, de ver-dere<br />
aandacht <strong>voor</strong> integraal waterbeleid en de<br />
in opmaak zijnde deelbekkenbeheerplannen,<br />
de EU-luchtkwaliteitsnormen<br />
1 We verwijzen hier<strong>voor</strong> naar <strong>het</strong><br />
zogenaamde ‘hitte-eilandeffect’, of ‘urban<br />
heat island effect’ (UHI). Dit effect komt<br />
overal ter wereld <strong>voor</strong> en wordt door de<br />
klimaatveranderingen op veel plaatsen in<br />
de toekomst ook sterker.<br />
Temperatuurverschillen tussen de<br />
(binnen)stad en landelijke omgevingen<br />
kunnen oplopen <strong>van</strong> 3° C tot 10° C. Die<br />
bandbreedte verschilt naargelang de<br />
energieprestaties <strong>van</strong> gebouwen, maar<br />
<strong>voor</strong> de openbare ruimte geldt <strong>het</strong>zelfde:<br />
als veel warmte overdag wordt<br />
opgeslagen in verhardingen - en niet<br />
wordt omgezet in energie zoals<br />
vegetaties of water dat doen - is de<br />
verhardingsgraad <strong>een</strong> maat <strong>voor</strong> de hitteuitstraling<br />
‘s nachts. Groen en water<br />
kunnen dus in aanzienlijke mate<br />
bijdragen tot <strong>een</strong> gezonde<br />
klimaatregeling in de bebouwde<br />
omgeving.<br />
INLEIDING<br />
JULI 09<br />
003<br />
1
(2011), de EU-kaderrichtlijn Water (2015),<br />
...<br />
Om deze uitdagingen nu en in de toekomst<br />
te kunnen aangaan, is <strong>het</strong> gewenst dat<br />
lokale besturen nadenken over <strong>een</strong><br />
optimale groenstructuur in hun gem<strong>een</strong>te.<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> vormt hier bij uitstek<br />
<strong>het</strong> hulpmiddel <strong>voor</strong>.<br />
004 JULI 09<br />
Bas Smets Econnection
Voor lokale besturen // Deze leidraad wil<br />
lokale besturen in Vlaanderen bijstaan bij<br />
de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />
Stappenplan // Aan de hand <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
stappenplan wordt iedere fase in <strong>het</strong><br />
proces <strong>van</strong> de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> belicht, en wordt ook <strong>een</strong> inzicht<br />
geboden op de praktische realisatie en<br />
implementatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Opzet <strong>van</strong> de handleiding Een pragmatische leidraad<br />
Bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
moet men steeds verschillende fasen<br />
doorlopen. Om dit proces te begeleiden<br />
werd <strong>een</strong> leidraad of handleiding ontwikkeld.<br />
Het betreft <strong>een</strong> objectiverende<br />
methode om de bestaande groenstructuur<br />
te analyseren, de groenbehoefte te<br />
bepalen en <strong>een</strong> onderbouwde visie te<br />
ontwikkelen op de toekomstige groenstructuur<br />
in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te.<br />
Hoewel in Vlaanderen <strong>het</strong> instrument<br />
'<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>' nog niet systematisch<br />
toegepast wordt, is dit g<strong>een</strong> nieuw concept.<br />
Ook in onze buurlanden wordt <strong>het</strong> instrument<br />
gebruikt. Om tot <strong>een</strong> pragmatische<br />
handleiding te komen, werd de methodiek<br />
<strong>voor</strong> ruimtelijke plannen <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />
in Vlaanderen vergeleken met<br />
<strong>groenplan</strong>nen zoals die in <strong>het</strong> buitenland<br />
worden toegepast (<strong>voor</strong>namelijk in de ons<br />
om-ringende landen).<br />
Voor <strong>een</strong> overzicht<br />
<strong>van</strong> <strong>voor</strong>beelden, zie blz 149-150.<br />
Deze informatie wordt zoveel mogelijk<br />
vertaald naar <strong>een</strong> <strong>een</strong>duidige leidraad <strong>voor</strong><br />
lokale besturen in Vlaanderen. De<br />
handleiding probeert de link te maken met<br />
bestaande <strong>voor</strong>beeldplannen en projecten.<br />
Als 'rode' (groene?) draad doorh<strong>een</strong> de<br />
handleiding wordt de case <strong>van</strong> Dendermonde<br />
gehanteerd.<br />
INLEIDING<br />
De handleiding is opgebouwd volgens de<br />
verschillende onderdelen (chronologische<br />
fasen) die doorlopen worden bij de opmaak<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />
Voor elke fase wordt aangegeven welke<br />
stappen ondernomen moeten worden, en<br />
worden ook bijkomende tips, aanwijzingen<br />
<strong>voor</strong> <strong>een</strong> meer ambitieuze aanpak en<br />
<strong>voor</strong>beelden gegeven.<br />
Deze handleiding maakt <strong>het</strong> dus mogelijk<br />
om via <strong>een</strong> heldere, haalbare en duidelijke<br />
methodiek <strong>een</strong> visie op de groenstructuur<br />
in elke gem<strong>een</strong>te in Vlaanderen uit te<br />
bouwen, <strong>van</strong> bij de start tot aan de vertaling<br />
<strong>van</strong> deze visie in concrete acties.<br />
JULI 09<br />
005<br />
1
Toepassingsgebied<br />
De handleiding legt de focus volledig op <strong>het</strong><br />
lokale niveau. We streven na dat de<br />
leidraad zowel <strong>voor</strong> de grotere steden als<br />
<strong>voor</strong> de meer landelijke gem<strong>een</strong>ten in<br />
Vlaanderen gebruikt kan worden.<br />
De hoofdopzet <strong>van</strong> de methodiek blijft in<br />
landelijke kernen gelijkaardig als in grotere<br />
steden. Het kan echter wel zijn dat binnen<br />
de gem<strong>een</strong>te specifieke klemtonen of<br />
problemen meer leven dan andere. Dit zal<br />
ook <strong>een</strong> andere klemtoon of invalshoek<br />
betekenen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>,<br />
echter zonder dat de minimaal noodzakelijk<br />
te nemen stappen wijzigen. Die eigen<br />
klemtonen kunnen gelegd worden, ze zijn<br />
duidelijk onderscheiden weergegeven als<br />
tips of aanwijzingen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> ambitieuze<br />
aanpak in de leidraad. Ook de praktijk<strong>voor</strong>beelden<br />
kunnen inspiratie bieden.<br />
Leeswijzer Colofon<br />
Opbouw / Deze handleiding is opgebouwd<br />
volgens <strong>een</strong> stappenplan, dat is<br />
weergegeven op bladzijde 22 en 23. De<br />
verschillende<br />
stappenplan.<br />
hoofdstukken volgen dit<br />
Rechter- en linkerbladzijden / Voor elke<br />
stap in <strong>het</strong> stappenplan wordt toege-licht<br />
welke methodes en instrumenten kunnen<br />
gebruikt worden bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>. De toelichting <strong>van</strong> te<br />
nemen stappen, methoden en instrumenten<br />
wordt op de rechterbladzijden<br />
weergegeven, de verduidelijkende schema’s,<br />
figuren en praktijk<strong>voor</strong>beelden worden<br />
op de linkerbladzijden weergegeven.<br />
Case Dendermonde / Als rode draad<br />
doorh<strong>een</strong> de handleiding wordt de case<br />
Dendermonde aangehaald. Dit is duidelijk<br />
weergegeven op de ‘groene’ bladzijden<br />
met de aanduiding ‘case Dendermonde’.<br />
De <strong>voor</strong>beelduitwerking <strong>voor</strong> Dendermonde<br />
maakt als apart addendum ook deel uit<br />
<strong>van</strong> deze handleiding. Dit document bevat<br />
<strong>een</strong> meer uitgebreide uitwerking <strong>van</strong> deze<br />
case, in deze ‘handleiding’ komen slechts<br />
delen <strong>van</strong> deze <strong>voor</strong>beelduitwerking terug.<br />
Concept <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> -<br />
Handleiding bij de opmaak <strong>van</strong><br />
<strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nen <strong>voor</strong> lokale<br />
besturen<br />
Opdrachtgever:<br />
Agenschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos<br />
Inhoud, redactie en lay-out:<br />
Grontmij<br />
(Guy Bourdet, An Vanhulle, Rebecca<br />
Devlaeminck, David Verhoestraete, Sofie Depauw, Rik<br />
Houthaeve en Johan Huybrechts)<br />
met inhoudelijke medewerking <strong>van</strong><br />
Bureau Bas Smets (Bas Smets, Dries Rodet)<br />
Econnection (Paul Durinck, Bert Meskens)<br />
en <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de stuurgroep:<br />
Veerle<br />
Heyens en Nele Hardies (ANB), Tarcy Verstraeten, Chris<br />
Delens en Wendy Janssens (Stad Dendermonde), Wim<br />
Verheyden (Stad Antwerpen), Antonia Geerts (stad Aalst),<br />
Fons Van Dam (Stad Mechelen), Geert Heyneman (Stad<br />
Gent), Geert Lakiere (Stad Kortrijk) en Patricia Ryelandt<br />
(gem<strong>een</strong>te Ingelmunster).<br />
Datum: april 2009<br />
Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos<br />
Koning Albert II-laan 20 bus 8<br />
B-1000 Brussel<br />
anb@vlaanderen.be<br />
www.natuurenbos.be<br />
Grontmij Gent<br />
Meersstraat 138A<br />
B-9000 Gent<br />
gent@grontmij.be<br />
www.grontmij.be<br />
006 JULI 09<br />
Bas Smets Econnection
2<br />
DOELSTELLINGEN EN OPGAVEN<br />
Stedelijk <strong>groenplan</strong>
(waardevolle) beplanting<br />
langs wegen, dreven<br />
boulevards, entrees <strong>van</strong> de<br />
stad<br />
rivier- en beekvalleien<br />
parken<br />
restgronden (infrastructuur,<br />
industrie,...)<br />
stads(rand)bossen en<br />
rand<strong>stedelijk</strong>e natuur<br />
bermen en gazons langs<br />
woonstraten en woonblokken<br />
pastorietuin<br />
wijkspeeltuintje, plantsoenen<br />
Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan <strong>een</strong> visie bevatten<br />
over <strong>een</strong> vrij ruim gamma aan groentypes.<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> elementen <strong>van</strong> de<br />
‘hoofdgroenstructuur’ zijn hier weergegeven.<br />
008 JULI 09<br />
Bas Smets Econnection
Wat is ‘groen’?<br />
De hoofdgroenstructuur en <strong>het</strong><br />
structureel groen<br />
Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> zal in de eerste<br />
plaats <strong>een</strong> visie ontwikkelen op de<br />
zogenaamde ‘hoofdgroenstructuur’.<br />
De hoofdgroenstructuur kan <strong>een</strong> uitgebreid<br />
gamma aan groen en natuur<br />
omvatten, gaande <strong>van</strong> cultureel groen tot<br />
1<br />
meer spontane natuur .<br />
De hoofdgroenstructuur zal in de eerste<br />
2<br />
plaats “ de openbare, open ruimten”<br />
bevatten. Hiertoe behoren zowel bij<strong>voor</strong>beeld<br />
parken en laanbomen.<br />
Vanuit de invalshoek <strong>van</strong> de beleving kan<br />
de hoofdgroenstructuur ook omschreven<br />
worden als “alle groene ruimten die door de<br />
inwoners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te of stad<br />
gepercipieerd worden als open en groene<br />
3<br />
ruimte” . Hoewel <strong>het</strong> <strong>voor</strong>werp <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> in de eerste plaats <strong>het</strong><br />
groen in eigendom en beheer <strong>van</strong> de<br />
gem<strong>een</strong>te is, blijkt uit deze definitie dat in<br />
<strong>het</strong> geval groen in eigendom <strong>van</strong> derden<br />
<strong>een</strong> belangrijke rol speelt in <strong>het</strong> ruimtelijk<br />
beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te, ook dit groen<br />
behandeld dient te worden in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong>.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Vanuit <strong>een</strong> gebruiksinvalshoek kan de<br />
hoofdgroenstructuur omschreven worden<br />
als alle groene ruimten waar de inwoners<br />
<strong>van</strong> de stad of gem<strong>een</strong>te kunnen<br />
recreëren, elkaar kunnen ontmoeten en<br />
waar ruimte, rust en contact met de natuur<br />
ervaren kunnen worden.<br />
Samenvattend kunnen we al <strong>het</strong> ‘groen’ in<br />
<strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te indelen in twee grote typen:<br />
<strong>het</strong> ‘structurele’ groen, dat <strong>een</strong><br />
belangrijke functie heeft op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong><br />
landschap en beeld, cultuurhistorie,<br />
4<br />
ecologie en gebruik. Dit groen vormt de<br />
hoofdgroenstructuur aangezien <strong>het</strong> de<br />
stad of gem<strong>een</strong>te mee structureert. Het<br />
vormt als <strong>het</strong> ware <strong>een</strong> groen raamwerk<br />
<strong>het</strong> overige groen: tussen <strong>het</strong> groene<br />
raamwerk komen groene invullingen op<br />
wijkniveau <strong>voor</strong>. Dit zeer lokale groen<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld wijkgroen), heeft slechts op<br />
beperktere schaal <strong>een</strong> functie en<br />
betekenis <strong>voor</strong> de onmiddellijke<br />
omgeving. Dit groen behoort tot de<br />
detailgroenstructuur.<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> focust zich dan<br />
ook in hoofdzaak op <strong>het</strong> ‘structurele’<br />
groen. Desgewenst kan de gem<strong>een</strong>te ook<br />
ingaan op <strong>het</strong> detailgroen (in functie <strong>van</strong><br />
5<br />
lokale klemtonen of problemen ).<br />
DOELSTELLINGEN<br />
& OPGAVEN<br />
1 Bron: HEYN, M & HERMY, M. (2001):<br />
Lange termijnvisie gebiedsgericht<br />
natuurbehoud in <strong>stedelijk</strong>e en<br />
ver<strong>stedelijk</strong>te omgeving. Tussentijds<br />
rapport. In: Lange termijnvisie op <strong>het</strong><br />
gebiedsgericht natuurbehoud in<br />
Vlaanderen. MINA/113:9902. K.U.Leuven<br />
in opdracht <strong>van</strong> AMINAL.<br />
2 Bron: DIENST GROEN, STUDIEGROEP<br />
MENS EN RUIMTE VZW &<br />
VERENIGING VOOR OPENBAAR<br />
GROEN VZW in opdracht <strong>van</strong> AMINAL<br />
(1993): Lange Termijnplanning<br />
Groen<strong>voor</strong>ziening. Onderzoek in<br />
opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />
Natuurbehoud en -ontwikkeling.<br />
3 Bron: NULENS, G. (2004):<br />
Belevingswaardenonderzoek naar groen<br />
in <strong>stedelijk</strong> gebied. Exploratieve<br />
literatuurstudie en toepassing in de<br />
ruimtelijke planning. Scriptie ingediend tot<br />
<strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> de academische graad<br />
<strong>van</strong> gediplomeerde in de aanvullende<br />
studies GAS-Ruimtelijke Planning.<br />
4 Ecologie wordt hier beschouwd in de<br />
meest brede zin, dus ook<br />
milieubufferende aspecten<br />
(luchtkwaliteit,...), integraal waterbeleid of<br />
de invloed <strong>van</strong> groen op <strong>het</strong> stadsklimaat<br />
(concept <strong>van</strong> de ‘hitte-eilanden’). Zie ook<br />
blz. 03.<br />
5 Zo kan <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang zijn in te gaan op<br />
<strong>het</strong> belang <strong>van</strong> bomen op parkings<br />
(schaduwwerking, tegengaan <strong>van</strong><br />
hittevorming, beeldkwaliteit) en/of <strong>het</strong><br />
verspreid <strong>voor</strong>zien <strong>van</strong> losse bomen over<br />
<strong>het</strong> grondgebied (in functie <strong>van</strong><br />
luchtkwaliteit) en kan <strong>het</strong><br />
groenstructuurplan hier minimumnormen<br />
<strong>voor</strong> bevatten.<br />
JULI 09<br />
009<br />
?
In <strong>het</strong> Groenplan <strong>voor</strong> de stad Arnhem maakt men<br />
onderscheid tussen <strong>het</strong> structureel groen en <strong>het</strong> 'flexibel<br />
groen'.<br />
Het flexibel groen behoort tot de detailgroenstructuur. Bij dit<br />
groen is sprake <strong>van</strong> meer flexibiliteit in de te kiezen<br />
inrichting en beheer <strong>van</strong> dit groen. Het onderscheid flexibelstructureel<br />
is bepalend <strong>voor</strong> de mate <strong>van</strong><br />
bewonersparticipatie die wordt nagestreefd. Voor <strong>het</strong><br />
flexibele groen beslissen bewoners mee over inrichting,<br />
gebruik en beheer (binnen de beleids- en beheerskaders).<br />
Bij <strong>het</strong> structurele groen ligt de nadruk op meedenken in<br />
plaats <strong>van</strong> meebeslissen. De visie op inrichting, gebruik en<br />
beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> structurele groen wordt immers vastgelegd<br />
in <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />
Bron: GEMEENTE ARNHEM<br />
( BELKSMA A. ET AL . ) (2004):<br />
Groenplan Arnhem 2004-2007/2015.<br />
Hoofd- en detailgroenstructuur in <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> Arnhem
Hoe <strong>het</strong> structureel groen binnen<br />
de gem<strong>een</strong>te bepalen?<br />
De <strong>voor</strong>gaande definitie <strong>van</strong> structureel en<br />
overig groen kan misschien nog tot twijfels<br />
en misverstanden leiden.<br />
Het bepalen <strong>van</strong> welk groen tot de<br />
hoofdgroenstructuur behoort en welk groen<br />
tot de detailgroenstructuur, hoeft echter<br />
g<strong>een</strong> ‘exacte wetenschap’ te zijn. De<br />
opmaker <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan<br />
hierbij steunen op zijn eigen inzicht en visie<br />
op de ruimtelijke structuur. Mogelijk kan <strong>het</strong><br />
onderdeel ‘groen<strong>voor</strong>zieningen’ of ‘open<br />
ruimte’ binnen <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />
structuurplan of uit de toelich-tingsnota bij<br />
de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> gebied<br />
bijkomend inzicht bieden in de structurele<br />
werking <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in de gem<strong>een</strong>te.<br />
Indicatief kunnen we ook stellen dat<br />
groenelementen groter dan 0,5 ha<br />
beschouwd kunnen worden als structureel<br />
groen. Dit is echter <strong>een</strong> indicatieve<br />
aanduiding, elementen met <strong>een</strong> kleinere<br />
oppervlakte kunnen eventueel wel worden<br />
opgenomen binnen de hoofdgroenstructuur<br />
als ze structurerend werken <strong>voor</strong> de<br />
stad of gem<strong>een</strong>te of als zich hier specifieke<br />
planopgaven stellen die de gem<strong>een</strong>te<br />
wenst op te lossen via <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong>. Naast deze ‘vlakken’ groter dan<br />
0,5 ha behoren ook de structurerende<br />
groene en blauwe ‘lijnen’ tot de<br />
hoofdgroen-structuur (water,<br />
groenassen,...).<br />
Bas Smets Econnection<br />
Groen = groen + blauw + geel!<br />
Water en oevers behoren even<strong>een</strong>s tot de<br />
groenstructuur. Groen is immers vaak<br />
gekoppeld aan de waterstructuur, water<br />
heeft net als groen verschillende functies:<br />
<strong>het</strong> is belangrijk <strong>voor</strong> de natuurlijke<br />
structuur (eigen fauna en flora), heeft <strong>een</strong><br />
waterbergende en klimaatsregeluerende<br />
functie en net als groen is water in <strong>een</strong><br />
gem<strong>een</strong>te vaak sterk beeldbepalend en<br />
wordt aan <strong>het</strong> water vaak <strong>een</strong> recreatieve<br />
functie gekoppeld.<br />
Daarnaast kunnen ook agrarische gebieden<br />
tot de hoofdgroenstructuur behoren.<br />
DOELSTELLINGEN<br />
& OPGAVEN<br />
Het gaat dan om agrarische landschappen<br />
(openruimtegehelen) die, naast <strong>een</strong> landschappelijke<br />
en/of ecologische functie ook<br />
<strong>een</strong> recreatieve functie kunnen hebben<br />
(wandelen, fietsen,...). Een nuttige bron<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> deze openruimtegehelen<br />
is <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />
structuurplan (onderdeel open ruimte).<br />
Voor <strong>het</strong> evalueren <strong>van</strong> de ecologische,<br />
natuurlijke, recreatieve,... waarde <strong>van</strong><br />
groen, blauw en geel verwijzen we naar de<br />
criteria zoals vermeld op blz. 47-49.<br />
Onderdelen <strong>van</strong> de groenstructuur in <strong>het</strong> Groenplan Arnhem (Gem<strong>een</strong>te Arnhem 2004)<br />
JULI 09<br />
011<br />
?
Indeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in functieniveaus<br />
Afstand is de belangrijkste factor <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bezoek aan<br />
groene ruimten. Barrières beperken de aantrekkingszone.<br />
De meeste internationale normsystemen zijn opgebouwd<br />
volgens <strong>een</strong> hiërarchie, die de afstandscriteria vertaalt naar<br />
geografische functiegebieden zoals buurt, stadsdeel,... en<br />
koppelt aan minimumoppervlakten. In de Lange<br />
Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening werd volgend overzicht<br />
vastgelegd (aangepast aan internationaal onderzoek en<br />
aangevuld met omschrijving).<br />
Bron: VAN<br />
STEERTEGEM, M.<br />
(2000) Milieu- en natuurrapport<br />
Vlaanderen: Scenario’s Mira-S 2000,<br />
blz. 503<br />
en<br />
DIENST GROEN, STUDIEGROEP MENS<br />
EN RUIMTE VZW & VERENIGING VOOR<br />
OPENBAAR GROEN VZW in opdracht<br />
<strong>van</strong> AMINAL (1993): Lange<br />
Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening.<br />
Onderzoek in opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />
Natuurbehoud en -ontwikkeling,<br />
blz 157-158<br />
en<br />
HERMY, M; ism AFDELING BOS EN<br />
GROEN EN GROEN EN VELT (2005),<br />
Groenbeheer <strong>een</strong> verhaal met toekomst,<br />
blz. 27<br />
FUNCTIENIVEAU MAXIMUMAFSTAND<br />
TOT<br />
WOONOMGEVING<br />
woongroen<br />
buurtgroen<br />
wijkgroen<br />
stadsdeelgroen < 1600 m<br />
stadsgroen<br />
stadsgroen<br />
(stadsbos)<br />
< 150 m<br />
< 400 m<br />
< 800 m<br />
< 3200 m<br />
< 5000 m<br />
OMSCHRIIJVING GROOTTEORDE<br />
MINIMUMAREAAL<br />
groen in directe woonomgeving,<br />
gem<strong>een</strong>schappelijke en privétuinen,<br />
straatplantsoen, tegeltuintjes<br />
groter, meestal toegankelijk groenelement<br />
in of naast directe woonomgeving<br />
binnen wandelafstand<br />
groter zelfstandig groenelement<br />
<strong>voor</strong> recreatief gebruik, natuurbeleving<br />
en verpozing<br />
grootschalige groen<strong>voor</strong>ziening <strong>voor</strong><br />
de bevolking <strong>van</strong> enkele wijken of <strong>van</strong><br />
de hele stad met verschillende <strong>voor</strong>zieningen<br />
vaak buiten de eigenlijke stad<br />
gelegen,dikwijls in fusiegem<strong>een</strong>ten,<br />
dient <strong>voor</strong> de hele <strong>stedelijk</strong>e agglomeratie<br />
met <strong>een</strong> groot scala aan<br />
<strong>voor</strong>zieningen (vaak provinciale<br />
domeinen)<br />
vaak buiten de eigenlijke stad<br />
gelegen,dient <strong>voor</strong> de hele <strong>stedelijk</strong>e<br />
en omgevende agglomeraties<br />
0,5 ha<br />
5 ha (park)<br />
10 ha<br />
10 ha (park)<br />
30 ha<br />
60 ha<br />
200-300 ha
Relatie met functieniveaus uit de<br />
Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening<br />
In de Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>-<br />
1<br />
ziening worden 6 functieniveaus <strong>voor</strong><br />
groen onderscheiden:<br />
woongroen;<br />
buurtgroen;<br />
wijkgroen;<br />
stadsdeelgroen;<br />
stadsgroen;<br />
stadsrandgroen (stadsbos)<br />
Deze classificatie <strong>van</strong> groen naar functieniveau<br />
laat toe de behoeften aan groen te<br />
kwantificeren en is <strong>van</strong> belang <strong>voor</strong> de<br />
integrale planning <strong>van</strong> groen in <strong>een</strong><br />
<strong>stedelijk</strong>e structuur.<br />
Deze functieniveaus worden gekoppeld<br />
aan drempelwaarden <strong>voor</strong> bereikbaarheid<br />
en oppervlakte.<br />
Voor <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> de hoofdgroenstructuur<br />
zullen <strong>voor</strong>al de 5 laatste functieniveaus<br />
<strong>een</strong> rol spelen (<strong>van</strong> buurt- tot<br />
stadsrandgroen). Zoals hier<strong>voor</strong> aangegeven,<br />
spelen daarnaast ook groene en<br />
blauwe assen <strong>een</strong> belangrijke structurerende<br />
rol, naast de openruimtegehelen.<br />
Deze classificatie is daarnaast <strong>voor</strong>al <strong>van</strong><br />
belang <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> de groenbehoefte<br />
(zie blz. 73 en volgende).<br />
Bas Smets Econnection<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
DOELSTELLINGEN<br />
& OPGAVEN<br />
1 Bron: DIENST GROEN, STUDIEGROEP<br />
MENS EN RUIMTE VZW &<br />
samenvattend<br />
VERENIGING VOOR OPENBAAR<br />
GROEN VZW in opdracht <strong>van</strong> AMINAL<br />
(1993): Lange Termijnplanning<br />
Groen<strong>voor</strong>ziening. Onderzoek in<br />
opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />
Natuurbehoud en -ontwikkeling.<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> legt de<br />
focus op <strong>het</strong> groen dat <strong>een</strong> structurele<br />
rol heeft, <strong>het</strong> woongroen<br />
krijgthierbijminder aandacht.<br />
De groenstructuur ondersteunt de<br />
ruimtelijke structuur in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te<br />
of <strong>stedelijk</strong> gebied maar is<br />
tezelfdertijd ook richtinggevend<br />
<strong>voor</strong>deruimtelijke structuur.<br />
JULI 09<br />
013<br />
?
De Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening (1993)<br />
omschrijft <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> als <strong>een</strong> samenhangend<br />
pakket <strong>van</strong> doelstellingen, uitgangspunten en hoofd- en<br />
bijzaken <strong>voor</strong> de gewenste kwaliteit <strong>van</strong><br />
groen<strong>voor</strong>zieningen in de openbare ruimte als geheel,<br />
uitmondend in <strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> duurzame ontwikkeling en<br />
gepaard gaande met afstemming <strong>van</strong><br />
verantwoordelijkheden en financiën.<br />
In <strong>het</strong> groen(structuur)plan <strong>van</strong> de Nederlandse gem<strong>een</strong>te<br />
Oisterwijk wordt volgende definitie geformuleerd: <strong>een</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> geeft aan welke structuren de stad<br />
herbergt, wat de waarde en functie <strong>van</strong> deze structuren is<br />
en hoe zij te handhaven of zelfs te versterken zijn.<br />
Bron:<br />
DIENST GROEN, STUDIEGROEP MENS<br />
EN RUIMTE VZW & VERENIGING VOOR<br />
OPENBAAR GROEN VZW in opdracht<br />
<strong>van</strong> AMINAL (1993): Lange<br />
Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening.<br />
Onderzoek in opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />
Natuurbehoud en -ontwikkeling<br />
samenvattend<br />
We kunnen de reikwijdte <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> als volgt<br />
samenvatten:<br />
Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> biedt <strong>een</strong><br />
antwoord op de vragen 'Wat is er<br />
op heden?, 'Wat willen we<br />
bereiken?' en 'Welke instrumenten<br />
worden hier<strong>voor</strong> ingezet?’<br />
Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> vormt <strong>een</strong><br />
insteek/kader <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beoordelen<br />
<strong>van</strong> ruimtelijke ontwikkelingen en<br />
<strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> kwalitatieve<br />
rand<strong>voor</strong>waarden.<br />
Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> vormt de<br />
basis <strong>voor</strong> de prioriteitstelling <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> groenbeleid en groenbeheer<br />
<strong>voor</strong> de stad of gem<strong>een</strong>te.<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> is zowel:<br />
Een toetsings- en afwegingskader <strong>voor</strong> de ruimtelijke<br />
ontwikkeling en is in die zin kaderstellend <strong>voor</strong><br />
stedenbouwkundige en infrastructurele projecten. Vanuit dit<br />
oogpunt vertegenwoordigt <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> de<br />
sectorale belangen <strong>van</strong> groen, die bij de planvorming rond<br />
<strong>een</strong> ruimtelijk project afgewogen worden tegenover andere<br />
sectorale belangen<br />
Een eerder 'actief' (beleids)instrument,<br />
<strong>het</strong> uitgangspunt <strong>voor</strong><br />
de ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> ruimtelijk groenbeleid en bij <strong>het</strong><br />
beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar domein. Het plan vormt <strong>een</strong><br />
leidraad <strong>voor</strong> de uitvoering <strong>van</strong> <strong>een</strong> programma <strong>voor</strong> de<br />
groenstructuur en probeert dan ook de ter beschikking<br />
staande middelen <strong>voor</strong> beheer en ontwikkeling doelmatig in<br />
te zetten. Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> vormt dus ook <strong>het</strong> kader<br />
<strong>voor</strong> investeringen aangezien prioritaire acties worden<br />
vastgelegd in <strong>het</strong> groenprogramma.
Wat is <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>?<br />
Hoewel in Vlaanderen <strong>het</strong> instrument<br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>' nog niet systematisch<br />
toegepast wordt, is dit g<strong>een</strong> nieuw concept.<br />
Ook in onze buurlanden wordt <strong>het</strong> instrument<br />
gebruikt.<br />
In principe vormt <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
<strong>een</strong> richtinggevend document <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
beleid <strong>voor</strong> wat betreft de gewenste<br />
kwantiteit en kwaliteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen.<br />
Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> geeft aan welke<br />
groenstructuren de gem<strong>een</strong>te herbergt,<br />
wat de waarde, samenhang en functie <strong>van</strong><br />
deze structuren is en hoe zij te handhaven<br />
of zelfs te versterken zijn.<br />
Een goede visuele weergave <strong>van</strong> de<br />
inventarisatiegegevens en de gewenste<br />
groenstructuur is <strong>een</strong> belangrijke<br />
meerwaarde.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet <strong>een</strong> antwoord<br />
bieden op de vraag aan welke eisen<br />
<strong>het</strong> structurele groen moet voldoen, hierbij<br />
rekening houdend met <strong>het</strong> multifunctionele<br />
karakter er<strong>van</strong> en biedt aanbevelingen<br />
naar inrichtings-principes. Een <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> bevat met andere woorden <strong>een</strong><br />
samen-hangende visie op de ontwikke-<br />
ling, inrichting en <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen<br />
in en om de gem<strong>een</strong>te, en dit <strong>voor</strong>al op de<br />
langere termijn.<br />
Het stelt echter niet all<strong>een</strong> eisen en<br />
rand<strong>voor</strong>waarden aan <strong>het</strong> groen, maar ook<br />
aan toekomstige ruimtelijke of<br />
infrastructurele ingrepen in de gem<strong>een</strong>te.<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> biedt dan ook <strong>een</strong><br />
kader <strong>voor</strong> de toekomstige heraanleg <strong>van</strong><br />
straten en pleinen of <strong>het</strong> ontwerp <strong>van</strong><br />
nieuwe stedenbouwkundige structuren en<br />
infrastructurele projecten<br />
woonweefsel.<br />
in of rond <strong>het</strong><br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
DOELSTELLINGEN<br />
& OPGAVEN<br />
Bijgevolg benadert <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
groen niet enkel als <strong>een</strong> sectoraal gegeven.<br />
Groen is <strong>een</strong> geïntegreerd concept waarin<br />
natuur, beleving, land-schap, recreatie,<br />
cultuurhistorie, milieu-kwaliteit en water<br />
input vormen, en er tevens <strong>een</strong> afweging<br />
plaatsvindt tegen andere sectorale<br />
belangen zoals verkeer, woningbouw of<br />
bedrijvigheid (zie ook blz. 3) .<br />
JULI 09<br />
015<br />
?
Relatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
met <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan<br />
In sommige Nederlandse <strong>voor</strong>beelden bevat <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> de bouwstenen <strong>voor</strong> de herziening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan. De resultaten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te Tiel zullen verwerkt<br />
worden in <strong>een</strong> volgende versie <strong>van</strong> <strong>het</strong> structuurplan.<br />
Bron:<br />
ARCADIS (2005): Groenstructuurplan Tiel.<br />
Zichtbaar landschap, leesbare stad. In<br />
opdracht <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te Tiel<br />
samenvattend<br />
Relatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
met andere 'groene'<br />
plannen<br />
Stedelijk <strong>groenplan</strong>:<br />
beleidsniveau, lange termijn (zie<br />
tijdshorizon blz 19: 10 tot 20 jaar),<br />
behandelt de aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> groen, inrichting en gebruik<br />
Groenbeheerplan: beheersniveau,<br />
middellange termijn (vb 5 jaar),<br />
behandelt de verzorgingsgraad<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> groen, <strong>het</strong><br />
onderhoudsprogramma<br />
Groenwerkplan/bestek:<br />
operationeel niveau, korte termijn<br />
(1-2 jaar), behandelt de uitvoering<br />
en organisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderhoud<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> geeft uitwerking aan <strong>het</strong><br />
gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan <strong>voor</strong> wat<br />
de groenstructuur betreft.<br />
Het plan dient toetsingskader <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
beoordelen <strong>van</strong> ruimtelijke plannen en<br />
projecten.<br />
Het plan vormt <strong>een</strong> basis <strong>voor</strong> mogelijke<br />
toekomstige subsidies en <strong>voor</strong> koppeling aan<br />
projecten en programma's <strong>van</strong> andere partijen.<br />
Het plan biedt de basis <strong>voor</strong> de planologische<br />
bescherming <strong>van</strong> waardevolle gebieden, op<br />
basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan kunnen rand<strong>voor</strong>waarden<br />
worden meegegeven aan stedenbouwkundige<br />
projecten. Juridische en planologische<br />
verankering (in <strong>het</strong> actieplan) is <strong>een</strong> noodzaak<br />
om tot <strong>een</strong> duurzame groenstructuur te komen.<br />
Zie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bestaande wettelijk kader blz. 65<br />
e.v. en <strong>voor</strong> de terugkoppeling naar <strong>het</strong> beleid<br />
blz. 107.<br />
Het plan biedt helderheid bij de prioritering en<br />
programmering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />
groenbeheer.<br />
Het plan biedt daarnaast de kaders <strong>voor</strong><br />
vergunningverlening en handhaving.
Relatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
met andere plannen<br />
Structureel groen bepaalt in belang-rijke<br />
mate de aantrekkelijkheid <strong>van</strong> <strong>een</strong> woonen<br />
vestigingskli-maat en is in die zin dan<br />
ook belangrijk <strong>voor</strong> de ruimtelijke<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> stad of gem<strong>een</strong>te.<br />
In <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan<br />
1<br />
wordt 'groen' vaak te globaal benaderd ,<br />
zodat de nood kan ontstaan <strong>een</strong> meer<br />
diepgaande en gedifferentieerde visie op<br />
<strong>het</strong> structurele groen op te maken.<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan ook meerwaarde<br />
bieden ten opzichte <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke<br />
natuurontwikkelingsplannen (GNOP’s)<br />
of milieujaarprogramma’s. In GNOP’s en<br />
milieujaarprogramma’s wordt <strong>voor</strong>al<br />
gewerkt volgens thema's, waar<strong>van</strong> groen<br />
slechts één thema is. De aanpak is vaak<br />
ook verschillend <strong>van</strong> GNOP tot GNOP, niet<br />
elk GNOP is even grondig en systematisch<br />
uitgewerkt. Bovendien vertrekt <strong>een</strong> GNOP<br />
hoofdzakelijk <strong>van</strong> de bestaande toestand<br />
en wordt <strong>het</strong> niet echt gebruikt als<br />
planningsinstrument.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Het gem<strong>een</strong>telijk groenbeleid wordt via<br />
<strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> gekoppeld aan <strong>het</strong><br />
gem<strong>een</strong>telijk (en bovenlokaal) ruimtelijk<br />
beleid.<br />
Zoals hier<strong>voor</strong> gezegd, bevat <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong>al <strong>een</strong> visie op langere<br />
termijn. Het is in de eerste plaats <strong>een</strong><br />
beleidsplan, <strong>een</strong> soort ‘verdiepende<br />
aanvulling’ <strong>van</strong> <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />
structuurplan.<br />
Een <strong>stedelijk</strong> groernplan is met andere<br />
woorden <strong>een</strong> kader <strong>voor</strong> de gem<strong>een</strong>telijke<br />
overheid en heeft g<strong>een</strong> rechtstreekse<br />
doorwerking <strong>voor</strong> de burgers.<br />
Het is wel de bedoeling dat <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> verder uitgewerkt wordt naar<br />
uitvoeringsgerichte plannen en programma's.<br />
Op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenprogramma<br />
dat opgenomen is in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>,<br />
kunnen meer concrete vervolgstappen<br />
worden uitgewerkt in vervolgplannen,<br />
zoals beheerplannen,<br />
werkplannen, meerjarenprogramma's en<br />
dergelijke. Bepaalde concrete acties<br />
kunnen ook worden opgenomen in de<br />
Samenwerkingsover<strong>een</strong>komsten (SO)<br />
tussen de gem<strong>een</strong>ten en <strong>het</strong> Vlaamse<br />
Gewest (de vroegere milieuconvenanten,<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
DOELSTELLINGEN<br />
& OPGAVEN<br />
clusters ‘Natuurlijke entiteiten’ en ‘water en<br />
hinder’,...).<br />
1 Zo worden in de studie ‘Stimuleren <strong>van</strong><br />
duurzaamheid in ruimtelijke instrumenten<br />
om te komen tot <strong>een</strong> beter <strong>stedelijk</strong><br />
beleid’ ondermeer volgende knelpunten<br />
aangehaald:<br />
afval, energie, bodem, lucht en<br />
materialen krijgen te weinig aandacht in<br />
gem<strong>een</strong>telijke ruimtelijke<br />
beleidsdocumenten;<br />
duurzame maatregelen komen zo goed<br />
als nooit in bindende bepalingen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
GRS of RUP-beheer;<br />
duurzaamheid vereist <strong>een</strong> beheersmatige<br />
invulling, maar dit kan moeilijk<br />
afgedwongen worden in <strong>een</strong> RUP;<br />
in structuurplannen worden meestal g<strong>een</strong><br />
oppervlaktenormen <strong>voor</strong> (toegankelijk)<br />
groen opgenomen.<br />
JULI 09<br />
017<br />
?
De verschillende waarden <strong>van</strong> groen<br />
groenstructuurplan Utrecht<br />
samenvattend<br />
Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenstructuurplan Utrecht:<br />
Ontwikkelen <strong>van</strong> <strong>een</strong> samenhangende, ruimtelijke,<br />
ecologische en recreatieve visie op <strong>het</strong> structurele groen in<br />
de gem<strong>een</strong>te, op de langere termijn (zie tijdshorizon). Het<br />
groenstructuurplan maakt de gem<strong>een</strong>telijke groenambities<br />
duidelijk.<br />
Inspiratiebron en leidraad <strong>voor</strong> zowel groene als <strong>stedelijk</strong>e<br />
ontwikkelingen.<br />
Het bestaand <strong>stedelijk</strong> groen beschermen, verbeteren en<br />
verder ontwikkelen tot <strong>een</strong> samenhangende structuur.<br />
Kansen op externe samenwerking rond groen verhogen<br />
(<strong>voor</strong> concrete uitwerking en <strong>voor</strong>beelden, zie blz. 130 e.v.).<br />
Bron:<br />
GEMEENTE UTRECHT (2007):<br />
Groenstructuurplan Utrecht. Stad en<br />
land verbonden.
Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
Groen levert <strong>een</strong> belangrijke bijdrage in <strong>het</strong><br />
leefbaar houden en maken <strong>van</strong> onze leefomgeving.<br />
Aan <strong>het</strong> groen wordt dan ook<br />
<strong>een</strong> belangrijke functie toegekend. Het<br />
gaat hierbij niet enkel om <strong>een</strong> est<strong>het</strong>ische<br />
of ecologische functie, maar ook de<br />
maatschappelijke functie <strong>van</strong> groen wordt<br />
steeds meer erkend. Algemene<br />
doelstellingen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> groen volgens<br />
MIRA-S 2000 zijn:<br />
<strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> <strong>een</strong> kwaliteitsvol milieu;<br />
voldoen aan de huidige behoeften;<br />
voldoen aan toekomstige behoeften;<br />
sociale gelijkheid;<br />
publieke participatie.<br />
Uit toetsing <strong>van</strong> deze doelstellingen blijkt<br />
de noodzaak <strong>van</strong> de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
onderbouwde visie op <strong>het</strong> groen-beleid in<br />
ver<strong>stedelijk</strong>te gebieden. Strate-gieën zoals<br />
<strong>het</strong> ontsnipperen <strong>van</strong> bestaan-de groene<br />
ruimtes of <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> nieu-we groene<br />
ruimten, vereisen <strong>een</strong> zekere integratie <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> milieubeleid in (ruimtelijke)<br />
planvormingsproces-sen en dit in <strong>een</strong> zo<br />
vroeg mogelijk stadium. Hiertoe vormt <strong>een</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> instrument.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Waarden <strong>van</strong> groen Tijdshorizon <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
Groen vormt in belangrijke mate <strong>een</strong><br />
vestigingsfactor <strong>voor</strong> mensen en bedrijven.<br />
Het multifunctionele karakter <strong>van</strong> groen<br />
werd hier<strong>voor</strong> reeds aange-haald: groen<br />
heeft zowel <strong>een</strong> recreatie-ve,<br />
cultuurhistorische, ecologi-sche,<br />
natuurlijke, educatieve, wetenschappelijke,<br />
stedenbouwkun-dige en<br />
beeldwaarde (verkeersbege-leiding,<br />
oriëntatie, buffering,...). In sommi-ge<br />
gevallen heeft <strong>het</strong> groen zelfs <strong>een</strong> di-recte<br />
economische functie (water-wegen,<br />
productiebos,…).<br />
Vaak is er sprake <strong>van</strong> <strong>een</strong> hoofdfunctie en<br />
<strong>een</strong> of meerdere nevenfuncties. In <strong>een</strong><br />
aantal gevallen is de hoofdfunctie<br />
1<br />
dominant .<br />
Sociaal-psychologisch heeft groen <strong>een</strong><br />
positief effect op de gezondheid en dus<br />
leefbaarheid <strong>van</strong> mensen, milieu en natuur.<br />
Bovendien draagt <strong>het</strong> groen bij tot <strong>een</strong><br />
betere oriëntatie in de stad of gem<strong>een</strong>te.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
DOELSTELLINGEN<br />
& OPGAVEN<br />
De meeste <strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nen hanteren<br />
<strong>een</strong> tijdshorizon <strong>van</strong> 10 tot 20 jaar. De<br />
nadruk ligt immers op de langetermijn visie<br />
en ambities. Het kan aangewezen zijn de<br />
tijdshorizon af te stemmen op de<br />
planhorizon <strong>van</strong> <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />
structuurplan.<br />
De uitwerking en uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> heeft <strong>van</strong>uit praktische<br />
overwegingen <strong>een</strong> kortere tijdshori-zon.<br />
Deze tijdshorizon (op te nemen in <strong>het</strong><br />
groenprogramma) wordt maximaal afgestemd<br />
op de gem<strong>een</strong>telijke programmatie.<br />
Er kan gewerkt worden met jaarplannen of<br />
beheerplannen en meerjarengroenprogramma’s<br />
<strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld 3 of 5 jaar.<br />
1 Bron: HEYN, M & HERMY, M. (2001):<br />
Lange termijnvisie gebiedsgericht<br />
natuurbehoud in <strong>stedelijk</strong>e en<br />
ver<strong>stedelijk</strong>te omgeving. Tussentijds<br />
rapport. In: Lange termijnvisie op <strong>het</strong><br />
gebiedsgericht natuurbehoud in<br />
Vlaanderen. MINA/113:9902. K.U.Leuven<br />
in opdracht <strong>van</strong> AMINAL.<br />
en<br />
DIENST GROEN, STUDIEGROEP<br />
MENS EN RUIMTE VZW &<br />
VERENIGING VOOR OPENBAAR<br />
GROEN VZW in opdracht <strong>van</strong> AMINAL<br />
(1993): Lange Termijnplanning<br />
Groen<strong>voor</strong>ziening. Onderzoek in<br />
opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />
Natuurbehoud en -ontwikkeling.<br />
JULI 09<br />
019<br />
?
3<br />
STAPPENPLAN
MODEL STEDELIJK GROENPLAN<br />
CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />
basis groentypologie:<br />
catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />
VISIE<br />
ALGEMENE VISIE,<br />
DOELSTELLINGEN<br />
EN UITGANGSPUNTEN<br />
* cf. duurzaamheidsaspecten<br />
oplossingen per groentypologie<br />
1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />
2 ANALYSE<br />
1.A. projectgebied<br />
1.B. onderzoeksgebied<br />
2.A. Bestaande groenstructuur<br />
(BGS)<br />
3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
4. ACTIEPLAN<br />
evaluatie evaluatie evaluatie<br />
{<br />
3.A. plekspecifieke strategieën<br />
4.A. financiering<br />
4.D. prioritering en fasering<br />
2.B. Plannings- en<br />
beleidscontext<br />
planopgave<br />
3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />
1.A<br />
1.B<br />
2.C. Groenbehoeftenonderzoek<br />
inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />
(groenontwikkeling en -<br />
transformatie)<br />
beheersmaatregelen<br />
terugkoppeling naar<br />
beleid/planningscontext<br />
flankerende maatregelen
Stappenplan <strong>voor</strong> de opmaak <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
De opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> verloopt<br />
via <strong>een</strong> aantal stappen. Deze stappen<br />
zijn op <strong>het</strong> schema hiernaast weergegeven.<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong> ambitieniveau en <strong>het</strong><br />
projectgebied <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>,<br />
kan elke stap ofwel op hoofdlijnen ofwel<br />
uitgebreid uitge-voerd worden. Zo kan <strong>een</strong><br />
lokaal bestuur oordelen dat de kwantitatieve<br />
groenbehoefte eerder summier wordt<br />
behandeld in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> als <strong>het</strong><br />
doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong>al de<br />
kwalitatieve verbetering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
groen is. Anderzijds is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang in te<br />
zien dat kwantiteit en kwaliteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen<br />
nauw met elkaar verbonden zijn en<br />
complementair werken. Het kan<br />
aangewezen zijn <strong>een</strong> kwantitatieve eis te<br />
stellen (op basis <strong>van</strong> <strong>een</strong> bepaalde<br />
groennorm, zie blz. 73 en volgende) en deze<br />
te koppelen aan <strong>een</strong> kwalitatief traject.<br />
Ruwweg onderscheiden we volgende<br />
stappen:<br />
Stap 1: afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> studiegebied;<br />
Stap 2A: inventarisatie <strong>van</strong> de huidige<br />
toestand;<br />
Stap 2B: plannings- en beleidscontext;<br />
Stap 2C: kwantitatief groenbehoeftenonderzoek;<br />
Stap 2D: bepalen <strong>van</strong> planopgave;<br />
Stap 3: visie- en conceptvorming;<br />
Stap 4: actieplan (programma).<br />
Het groenstructuurplan omvat <strong>een</strong> visie op <strong>het</strong><br />
Bas Smets Econnection<br />
Elementen <strong>van</strong> <strong>het</strong> stappenplan<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
STAPPENPLAN<br />
De benadering <strong>van</strong> groen binnen <strong>het</strong> Harmonisch Park- en Groenbeheer (HPG) gaat uit <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> multifunctionele groen en <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> communicatie en participatie. Binnen <strong>het</strong> Harmonisch<br />
Park- en Groenbeheer staan 6 pijlers centraal: duurzaamheid, dynamiek, diversiteit,<br />
mensgerichtheid, natuurgerichtheid en milieugerichtheid. Ook organisatiegerichtheid<br />
hoort hierbij thuis.<br />
Deze pijlers werken door binnen <strong>het</strong> stramien <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> en worden vertaald in<br />
volgende principes:<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> omvat <strong>een</strong> visie op <strong>het</strong> behoud en versterken <strong>van</strong> groen waarbij de lokale<br />
potenties (bestaande groenstructuur op verschillende schaalniveaus, maatschappelijke parameters,<br />
e.a.) de basis vormen.<br />
Zowel binnen de inventarisatie, analyse en visie- en conceptvorming wordt rekening gehouden met<br />
de verschillende functies die <strong>een</strong> afzonderlijk groenelement en <strong>een</strong> groenstructuur als geheel<br />
vervullen. Ook binnen <strong>het</strong> actieplan wordt <strong>het</strong> multifunctionele karakter <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen ondersteund.<br />
Er wordt rekening gehouden met de bestaande plannings- en beleidscontext, om de<br />
implementeerbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> te optimaliseren.<br />
Er wordt gestreefd naar <strong>een</strong> voldoende aanbod aan kwalitatief groen. Een behoeftenonderzoek<br />
biedt hierbij <strong>een</strong> meerwaarde.<br />
Optimaal omvat <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> zowel visie-elementen op korte als op langere termijn. Dit<br />
impliceert dat <strong>het</strong> <strong>een</strong> flexibel document dient te zijn waar omgegaan wordt met in de tijd<br />
veranderende kenmerken en behoeften.<br />
Er is voldoende aandacht <strong>voor</strong> communicatie naar lokale belanghebbenden en de mogelijkheid tot<br />
participatie.<br />
Tenslotte dienen de visie-elementen en acties getoetst te worden aan de criteria uitvoerbaarheid en<br />
haalbaarheid.<br />
JULI 09<br />
023
MODEL STEDELIJK GROENPLAN<br />
CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />
basis groentypologie:<br />
catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />
VISIE<br />
ALGEMENE VISIE,<br />
DOELSTELLINGEN<br />
EN UITGANGSPUNTEN<br />
* cf. duurzaamheidsaspecten<br />
oplossingen per groentypologie<br />
1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />
2 ANALYSE<br />
2.A. Bestaande groenstructuur<br />
(BGS)<br />
3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
4. ACTIEPLAN<br />
1.A. projectgebied<br />
1.B. onderzoeksgebied<br />
evaluatie evaluatie evaluatie<br />
{<br />
3.A. plekspecifieke strategieën<br />
2.B. Plannings- en<br />
beleidscontext<br />
planopgave<br />
3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />
4.A. financiering<br />
4.D. prioritering en fasering<br />
1.A<br />
1.B<br />
2.C. Behoeftenonderzoek<br />
inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />
(groenontwikkeling en -<br />
transformatie)<br />
beheersmaatregelen<br />
terugkoppeling naar<br />
beleid/planningscontext<br />
flankerende maatregelen
4<br />
AFBAKENEN STUDIEGEBIED
CASE DENDERMONDE<br />
afbakening onderzoeks- en projectgebied<br />
<strong>het</strong> onderzoeksgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> Dendermonde:<br />
Het onderzoeksgebied vormt <strong>een</strong> logisch geheel waar<strong>van</strong> <strong>het</strong> projectgebied<br />
deel uitmaakt. Voor Dendermonde betekent dit dat ook de<br />
situering ten opzichte <strong>van</strong> de Schelde- en Dendervallei rele<strong>van</strong>t zijn.<br />
<strong>het</strong> projectgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> Dendermonde<br />
Het projectgebied wordt afgebakend als <strong>een</strong> logisch geheel binnen de<br />
ver<strong>stedelijk</strong>te invloedssfeer <strong>van</strong> Dendermonde. Aangezien Baasrode<br />
mee zal opgenomen worden binnen de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> klein<strong>stedelijk</strong><br />
gebied, wordt dit mee opgenomen binnen <strong>het</strong> projectgebied. Het<br />
gebied wordt afgebakend door duidelijke fysische grenzen, met name<br />
de Dender in <strong>het</strong> westen, de Schelde in <strong>het</strong> noorden, de Ringweg in <strong>het</strong><br />
oosten en de gem<strong>een</strong>tegrens in <strong>het</strong> zuiden.
BESCHRIJVING<br />
STAP 1 AFBAKENING STUDIEGEBIED<br />
DOEL: AFBAKENING VAN DE TE ONDERZOEKEN ZONE<br />
Het belang <strong>van</strong> de relatie tussen <strong>een</strong><br />
stad of dorp met zijn omgeving wordt<br />
steeds duidelijker erkend. Processen,<br />
groengebieden, rivieren,... stoppen<br />
immers niet aan de grens <strong>van</strong> <strong>een</strong> dorp<br />
of stad. Daarom is <strong>het</strong> zowel bij de<br />
inventarisatie, analyse als bij de<br />
visievorming <strong>van</strong> belang deze relaties<br />
te erkennen.<br />
Om dit mogelijk te maken is <strong>een</strong><br />
adequate afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
studiegebied nodig. Er wordt dan ook<br />
<strong>een</strong> onderscheid gemaakt tussen <strong>het</strong><br />
onderzoeksgebied en <strong>het</strong><br />
projectgebied.<br />
Bas Smets Econnection<br />
GEWENSTE OUTPUT<br />
projectgebied<br />
onderzoeksgebied<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
Het projectgebied is <strong>het</strong> gebied waar<strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> gem<strong>een</strong>tebestuur prioritair <strong>een</strong> visie<br />
wil ontwikkelen en/of concrete<br />
(groen)projecten wil realiseren. Het<br />
gem<strong>een</strong>tebestuur selecteert dan ook <strong>het</strong><br />
projectgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong>.<br />
Het onderzoeksgebied is meestal<br />
ruimer dan <strong>het</strong> projectgebied. Het is<br />
immers <strong>van</strong> belang in de analysefase<br />
de ruimtelijke relatie <strong>van</strong> de groenelementen<br />
of ruimtelijke typologieën<br />
met hun ruimere omgeving te<br />
onderzoeken. Het onderzoeksgebied<br />
kan pragmatisch bepaald worden op<br />
basis <strong>van</strong> de thema’s die in de<br />
analysefase aan bod komen. Het is<br />
ook mogelijk dat afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
analysethema, <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
wijzigt. Bij <strong>voor</strong>keur wordt in <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> hele<br />
onderzoeksgebied <strong>een</strong> visie<br />
opgemaakt.<br />
JULI 09<br />
027<br />
X
<strong>het</strong> onderzoeksgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Groenplan Eilandje-Antwerpen:<br />
Antwerpen-Noord<br />
<strong>het</strong> Eilandje is niet los te zien <strong>van</strong> zijn relatie met de stadskern<br />
<strong>van</strong> Antwepren, de Scheldekaaien en de Scheldedokken.<br />
<strong>het</strong> projectgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Groenplan Eilandje-<br />
Antwerpen:<br />
de stadswijk ‘<strong>het</strong> Eilandje’
STAP 1 AFBAKENING STUDIEGEBIED<br />
DOEL: AFBAKENING VAN DE TE ONDERZOEKEN ZONE<br />
Hoe te werk gaan bij de selectie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
projectgebied?<br />
De selectie <strong>van</strong> <strong>het</strong> projectgebied hangt<br />
nauw samen met wat <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>tebestuur<br />
als doelstelling ziet <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong>.<br />
Is <strong>het</strong> de bedoeling acties uit te werken <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> groen in <strong>een</strong> bepaalde wijk of buurt, dan<br />
kan <strong>het</strong> projectgebied beperkt blijven tot de<br />
grenzen <strong>van</strong> deze wijk.<br />
Wil men acties ontwikkelen <strong>voor</strong> de<br />
volledige groenstructuur <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te,<br />
zal <strong>het</strong> projectgebied samenvallen met de<br />
gem<strong>een</strong>tegrenzen (bebouwde en niet<br />
bebouwde ruimtes).<br />
Het is ook mogelijk dat bepaalde kernen of<br />
deelgebieden (ruimer dan <strong>een</strong> wijk) binnen<br />
de gem<strong>een</strong>te worden geselecteerd als<br />
projectgebied. Dit kan te maken hebben met<br />
specifieke groenbehoeftes die <strong>het</strong><br />
gem<strong>een</strong>tebestuur ontwaart in deze<br />
deelgebieden, of ook met landschappelijke<br />
of ecologische structuren. Zo is <strong>het</strong> mogelijk<br />
dat <strong>het</strong> projectgebied beperkt blijft tot enkel<br />
de bebouwde kom.<br />
Om <strong>een</strong> te fragmentarische aanpak te<br />
vermijden, dient <strong>het</strong> projectgebied echter<br />
steeds gerelateerd te worden aan de<br />
analyse en visie die wordt uitgewerkt <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> onderzoeksgebied (zie hiernaast).<br />
Bas Smets Econnection<br />
Hoe te werk gaan bij de selectie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
onderzoeksgebied?<br />
Het onderzoeksgebied vormt <strong>een</strong> samenhangend<br />
structureel en functioneel geheel en<br />
hoeft dan ook niet te stoppen aan de<br />
gem<strong>een</strong>tegrenzen.<br />
De afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
moet toelaten om <strong>een</strong> inzicht te krijgen in de<br />
processen en relaties die <strong>het</strong> functioneren <strong>van</strong><br />
de groenstructuur in <strong>het</strong> projectgebied<br />
bepalen.<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> de lokale situatie en de klemtonen<br />
die men wil leggen tijdens de<br />
analysefase zal de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
onderzoeksgebied variëren. Het is dan ook<br />
niet nodig om ‘harde’, algem<strong>een</strong> geldende<br />
vuistregels <strong>voor</strong> deze afbakening te<br />
formuleren.<br />
Zo kan <strong>het</strong> onderzoeksgebied samenvallen<br />
met de grotere landschappelijke of<br />
ecologische gehelen waartoe <strong>het</strong><br />
projectgebied behoort, zoals <strong>een</strong> traditioneel<br />
landschap (raadpleeg hier<strong>voor</strong> de<br />
landschapsatlas), <strong>een</strong> riviervallei, <strong>een</strong><br />
(groot)<strong>stedelijk</strong>e agglomeratie,...<br />
In <strong>het</strong> groenstructuurplan Utrecht werd <strong>een</strong><br />
zone <strong>van</strong> ongeveer 10 km rond de bebouwde<br />
kom als onderzoeksgebied geselecteerd,<br />
omdat <strong>het</strong> groen binnen <strong>een</strong> straal <strong>van</strong> 10 km<br />
potentieel per fiets bereikbaar is <strong>voor</strong> de<br />
bewoners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te.<br />
Men kan ook de kritische kijkafstand hanteren<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> selecteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoeksgebied:<br />
Van der Ham et al (1970) stellen deze<br />
gelijk aan 1200 m omdat deze over<strong>een</strong>komt<br />
met de afstand waarop stereoscopisch zicht<br />
mogelijk is met <strong>het</strong> menselijk oog.<br />
BRONMATERIAAL<br />
Administratieve gem<strong>een</strong>tegrenzen<br />
Grenzen <strong>van</strong> statistische sectoren<br />
Topografische kaarten: ligging <strong>van</strong> fysieke barrières, morfologische <strong>een</strong>heden,...<br />
Orthofotokaarten: ligging <strong>van</strong> fysieke barrières, morfologische <strong>een</strong>heden,...<br />
Atlas <strong>van</strong> traditionele landschappen: grenzen <strong>van</strong> traditionele landschappen<br />
Deelbekkenbeheerplannen: grenzen <strong>van</strong> deelbekkens<br />
Gem<strong>een</strong>telijk/Provinciaal Natuurontwikkelingsplan: begrenzing <strong>van</strong> ecologische deelzones,..<br />
Afbakening <strong>van</strong> de <strong>stedelijk</strong>e gebieden: grens <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> gebied<br />
Gem<strong>een</strong>telijk/Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan: grenzen <strong>van</strong> ruimtelijke <strong>een</strong>heden (bv riviervallei,...)<br />
JULI 09<br />
029<br />
X
MODEL STEDELIJK GROENPLAN<br />
CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />
basis groentypologie:<br />
catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />
VISIE<br />
ALGEMENE VISIE,<br />
DOELSTELLINGEN<br />
EN UITGANGSPUNTEN<br />
* cf. duurzaamheidsaspecten<br />
oplossingen per groentypologie<br />
1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />
2 ANALYSE<br />
2.A. Bestaande groenstructuur<br />
(BGS)<br />
3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
4. ACTIEPLAN<br />
1.A. projectgebied<br />
1.B. onderzoeksgebied<br />
evaluatie<br />
evaluatie evaluatie<br />
{<br />
3.A. plekspecifieke strategieën<br />
2.B. Plannings- en<br />
beleidscontext<br />
planopgave<br />
3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />
4.A. financiering<br />
4.D. prioritering en fasering<br />
1.A<br />
1.B<br />
2.C. Groenbehoeftenonderzoek<br />
inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />
(groenontwikkeling en -<br />
transformatie)<br />
beheersmaatregelen<br />
terugkoppeling naar<br />
beleid/planningscontext<br />
flankerende maatregelen
5<br />
Stap 2<br />
ANALYSE
BESCHRIJVING<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
DOEL: INZICHT IN BESTAANDE SITUATIE, PLANNEN EN BEHOEFTEN<br />
De analysefase heeft als doel inzicht te<br />
verkrijgen in de bestaande toestand<br />
<strong>van</strong> de groenstructuur in <strong>het</strong><br />
onderzoeksgebied. Bestaande<br />
kwaliteiten, potenties, knelpunten en<br />
behoeften worden geïnventariseerd,<br />
rekening houdend met <strong>het</strong><br />
multifunctionele karakter <strong>van</strong> groen.<br />
Daarnaast is <strong>het</strong> ook <strong>van</strong> belang<br />
voldoende inzicht te verkrijgen in alle<br />
toekomstplannen <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
projectgebied en zijn omgeving en de<br />
beleidscontext.<br />
De analyse staat uiteraard niet los <strong>van</strong><br />
de volgende fase: de visie- en<br />
conceptvorming. Enkel datgene dient<br />
dus te worden onderzocht, wat als<br />
noodzakelijke input wordt beschouwd<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> <strong>een</strong> visie <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> projectgebied. Uit de analyse volgt<br />
dan ook de formulering <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
planopgave.<br />
GEWENSTE OUTPUT<br />
bestaande groenstructuur (2A)<br />
plannings- en beleidscontext (2B)<br />
inzicht in aanbod en behoeften<br />
aan groen (2C)<br />
synthese: evaluatie en planopgave (2D)<br />
Bas Smets Econnection CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
JULI 09<br />
033
MODEL STEDELIJK GROENPLAN detail<br />
2.A. Bestaande groenstructuur<br />
(BGS)<br />
2.A.1. MACRO (STEDELIJKE)<br />
GROENSTRUCTUUR /<br />
HOOFDGROENSTRUCTUUR<br />
lijn<br />
vlak<br />
nat droog<br />
{<br />
a. functie<br />
a.1. hoofdfunctie<br />
a.2. nevenfunctie<br />
b. gebruiksniveau<br />
2.A.2. BESTAANDE RUIMTELIJKE<br />
TYPOLOGIEËN EN SYSTEMEN<br />
maximaal gebruiksniveau in functie <strong>van</strong> oppervlakte (gis)<br />
1ha 10ha 30ha 60ha<br />
200/300ha<br />
woon buurt wijk stadsdeel stad stadsbos regionaal<br />
c. waarderingsaspecten<br />
bebouwd/groen<br />
fijnmazig/<br />
grofmazig<br />
{ publiek/<br />
150m 400m 800m 1600m 3200m 5000m<br />
c.1. ecologische en milieuwaarde<br />
c.2. cultuurhistoriek<br />
c.3. gebruikswaarde, beeldkwaliteit,<br />
continuïteit (barrièrewerking),<br />
bereikbaarheid en toegankelijkheid<br />
c.4. beschermingsstatus<br />
privaat
BESCHRIJVING<br />
WAARDERING VAN HET GROEN DOOR ANALYSE VAN:<br />
functieniveau (blz. 47)<br />
gebruiksniveau (blz. 47)<br />
waarderingsaspecten (natuurlijkheid milieu- en ecologische kwaliteiten,<br />
landschappelijke en cultuurhistorische waarde en gebruikswaarde: verspreiding,<br />
oppervlakte, variatie, functie, toegankelijkheid en beleefbaarheid) (blz. 49)<br />
beschermingsstatus<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
ANALYSE VAN BESTAANDE<br />
EN STRUCTUREN<br />
RUIMTELIJKE TYPOLOGIEEN<br />
deelgebieden (blz. 55)<br />
2a<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
bestaande groenstructuur<br />
DOEL: INZICHT IN BESTAANDE SITUATIE VIA OMGEVINGSANALYSE<br />
Het onderzoeksgebied wordt op<br />
hoofdlijnen beschreven en onderzocht<br />
om dominante patronen en processen<br />
te kunnen beschrijven, de samenhang<br />
er<strong>van</strong> weer te geven en de rele<strong>van</strong>tie<br />
er<strong>van</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> interventiegebied aan<br />
<strong>het</strong> licht te brengen.<br />
In deze omgevingsanalyse wordt<br />
gesteund op bestaand bronmateriaal<br />
(<strong>voor</strong>al kaarten) om de hoofdstructuur<br />
<strong>het</strong> onderzoeksgebied te beschrijven<br />
wat betreft<br />
landschappelijke/cultuurhistorische,<br />
ecologische/milieu en<br />
functionele/gebruiksrelaties.<br />
Bas Smets Econnection<br />
INVENTARISATIE VAN:<br />
cultuurhistorische en landschappelijke <strong>een</strong>heden,<br />
incl fysische ondergrond (blz. 37)<br />
groengebieden (vlakken) (blz. 39)<br />
groene verbindingen (lijnen) (blz. 39)<br />
structurerende groene punten (bv solitaire bomen) (blz. 39)<br />
in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
structurerende lijnen en accentpunten (bijzondere plekken) (blz. 55)<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
JULI 09<br />
035<br />
2A
<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> analyses <strong>van</strong> landschappelijke <strong>een</strong>heden:<br />
Groenplan Arnhem en Groenstructuurplan Utrecht<br />
(gem<strong>een</strong>te Arnhem, 2004 en gem<strong>een</strong>te Utrecht, 2007)
1: INVENTARISATIE VAN GROEN<br />
Hoe te werk gaan bij de inventarisatie <strong>van</strong><br />
cultuurhistorische en landschappelijke<br />
<strong>een</strong>heden?<br />
Het is aangewezen om de inventarisatie <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied aan te<br />
<strong>van</strong>gen met <strong>een</strong> onderzoek naar de<br />
fysische ondergrond<br />
(bodemgesteldheid, water,...) en de<br />
cultuurhistorische landschappelijke<br />
<strong>een</strong>heden.<br />
Deze aspecten vormen als <strong>het</strong> ware de<br />
fysische onderlegger <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen,<br />
maar ook <strong>van</strong> de bebouwde ruimte<br />
Bas Smets Econnection<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
2a<br />
in <strong>het</strong> onderzoeksgebied. Het is dan ook<br />
<strong>van</strong> belang de structurerende werking<br />
<strong>van</strong> de ondergrond op de ontwikkeling <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> onderzoeksgebied zichtbaar te maken.<br />
Bovendien geeft deze informatie directe<br />
input <strong>voor</strong> de visievorming: analyse <strong>van</strong> de<br />
bodemgesteldheid is bij<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong><br />
belang om bij nieuwe groenaanplantingen<br />
de soorten maximaal te kunnen afstemmen<br />
op de ondergrond.<br />
De cultuurhistorische landschappen binnen<br />
<strong>het</strong> onderzoeksgebied zijn vaak onderdelen<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
bestaande groenstructuur<br />
<strong>van</strong> gem<strong>een</strong>tegrensoverschrijdende<br />
gebieden. Deze gebieden hebben meestal<br />
<strong>een</strong> agrarische of natuurfunctie, en<br />
dergelijke gebieden kunnen in aanmerking<br />
komen <strong>voor</strong> agrarisch medebeheer of<br />
beheerover<strong>een</strong>komsten inzake kleine<br />
landschapselementen. Ook kenmerkende<br />
(bijzondere) vlakken en lijnen dienen in<br />
kaart te worden gebracht (lijnrelicten,<br />
puntrelicten aandacht <strong>voor</strong> groene<br />
elementen vb monumentale bomen,<br />
relictzones, ankerplaatsen).<br />
BRONMATERIAAL<br />
deskresearch: topografische kaart, bodemkaart, kaart <strong>van</strong> de waterlopen, deelbekkenbeheerplannen,<br />
historische kaarten (Ferraris, Vandermaelen, Dépot de la Guerre, MGI), landschapsatlas,<br />
landschapskenmerken, biologische waarderingskaart, kaart <strong>van</strong> natuurreservaten,<br />
bossen, VEN-gebieden, habitat- en vogelrichtlijngebieden, overige beschermde natuurgebieden,<br />
beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten, metadataset groen<strong>voor</strong>zieningen,<br />
inventaris autochtone bomen en struiken, parkeninventaris, Atlas der Buurtwegen,...<br />
Veel materiaal kan gehaald worden uit bestaande plannen, zoals <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk/provinciaal<br />
ruimtelijk structuurplan, <strong>het</strong> GNOP, Provinciaal Natuurontwikkelingsplan,...<br />
Verschillende kaartlagen zijn te vinden op AGIV (http://www.agiv.be/gis).<br />
Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch aangevuld worden met bijkomend en diepgaander<br />
veldwerk in <strong>het</strong> onderzoeksgebied (evt aangevuld met internettoepassingen zoals Microsoft<br />
Virtual Earth (met ‘birds eye’-toepassing: http://maps.live.com), Google Earth,...)<br />
Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch ook aangevuld worden met informatie verkregen uit<br />
interviews of gegevens <strong>van</strong> actoren en gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
JULI 09<br />
037<br />
2A
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inventaris en analyse <strong>van</strong> lijnelementen:<br />
Groenstructuurplan Utrecht<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inventaris <strong>van</strong> groene<br />
vlakken: Groenstructuurplan Utrecht
1: INVENTARISATIE VAN GROEN<br />
Hoe te werk gaan bij de inventarisatie <strong>van</strong><br />
groengebieden (vlakken), groene<br />
verbindingen (lijnen) en punten?<br />
Al <strong>het</strong> vlak-, lijn- en puntvormig groen met<br />
<strong>een</strong> duidelijke functie <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
onderzoeksgebied wordt geïnventariseerd.<br />
Het gaat met andere woorden om <strong>het</strong><br />
structurele groen. Zie <strong>voor</strong> <strong>een</strong> definitie <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> structurele groen en de<br />
hoofdgroenstructuur naar blz. 9 <strong>van</strong> deze<br />
handleiding.<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> ‘lijnen’<br />
Bomenrijen, dreven;<br />
kanalen of rivieren, sloten,…;<br />
langzaamverkeersverbindingen;<br />
weg- en spoorbermen;<br />
…<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> ‘punten’<br />
Dit komt neer op <strong>het</strong> inventariseren <strong>van</strong><br />
bijzondere solitaire bomen; de opsteller <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan hierbij zelf<br />
bepalen welke solitaire bomen in functie <strong>van</strong><br />
de groenstructuur rele<strong>van</strong>t zijn (interessante<br />
info is ook te vinden in <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />
bomenplan - indien beschikbaar).<br />
Bas Smets Econnection<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> ‘vlakken’<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
2a<br />
Golfterreinen;<br />
Stadsparken en plantsoenen;<br />
Begraafplaatsen;<br />
Volkstuinen;<br />
Sportterreinen;<br />
Forten, vesten;<br />
Kasteel- of kloostertuinen en -parken,<br />
begijnhoven;<br />
Kruidtuinen en botanische tuinen;<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
bestaande groenstructuur<br />
Groenzones rond openbare gebouwen;<br />
Recreatiedomein incl water;<br />
Watervlakken (zwemvijver, jachthaven,<br />
vijvers,…)<br />
Speelbossen of -velden;<br />
Centrumpleinen, squares;<br />
natuurgebieden;<br />
buffergroen, schermgroen (kan ook lijn zijn);<br />
…<br />
BRONMATERIAAL<br />
deskresearch: topografische kaart, bodemkaart, kaart <strong>van</strong> de waterlopen, deelbekkenbeheerplannen,<br />
historische kaarten (Ferraris, Vandermaelen, Dépot de la Guerre, MGI), landschapsatlas,<br />
landschapskenmerken, biologische waarderingskaart, kaart <strong>van</strong> natuurreservaten,<br />
bossen, VEN-gebieden, habitat- en vogelrichtlijngebieden, overige beschermde natuurgebieden,<br />
beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten, metadataset groen<strong>voor</strong>zieningen,<br />
inventaris autochtone bomen en struiken, parkeninventaris, Atlas der Buurtwegen,...<br />
Veel materiaal kan gehaald worden uit bestaande plannen, zoals <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk/provinciaal<br />
ruimtelijk structuurplan, <strong>het</strong> GNOP, Provinciaal Natuurontwikkelingsplan,...<br />
Verschillende kaartlagen zijn te vinden op AGIV (http://www.agiv.be/gis).<br />
Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch aangevuld worden met bijkomend en diepgaander<br />
veldwerk in <strong>het</strong> onderzoeksgebied (evt aangevuld met internettoepassingen zoals Microsoft<br />
Virtual Earth (met ‘birds eye’-toepassing: http://maps.live.com), Google Earth,...)<br />
Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch ook aangevuld worden met informatie verkregen uit<br />
interviews of gegevens <strong>van</strong> actoren en gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
JULI 09<br />
039<br />
2A
inventarisatie: nuttig bronnenmateriaal: AGIV<br />
Een belangrijke informatiebron bij <strong>het</strong> analyseren <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
groenstructuur is de door AGIV aangeboden GIS-omgeving<br />
met verschillende online kaarten. Op de website<br />
http://www.agiv.be/gis is de doelstelling <strong>van</strong> AGIV te lezen:<br />
"Het AGIV heeft immers als opdracht om <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />
GIS in Vlaanderen te promoten en te optimaliseren.<br />
Geografische gegevens ontsluiten en diensten aanbieden<br />
staan daarbij centraal. Daarom werkt <strong>het</strong> AGIV aan <strong>een</strong><br />
(geo)portaal om transparant de gebruikers toegang te<br />
geven tot deze diensten en gegevens."<br />
Op deze website (<strong>voor</strong>al <strong>van</strong> belang is ‘Geo-Vlaanderen’)<br />
worden verschillende kaarten gratis ter beschikking gesteld.<br />
Het gaat daarbij onder meer om:<br />
luchtfoto's;<br />
de Vlaamse Hydrografische atlas;<br />
de watertoets;<br />
de biologische waarderingskaart;<br />
bodemkaart;<br />
boskartering, speelzones in bossen en natuurreservaten;<br />
Natura 2000;<br />
de verschillende ecosyteemkwetsbaarheidskaarten<br />
(gebiedsbeleid, ecosysteemverlies, eutrofiëring, verdroging<br />
en verzuring) en de ecologische habitat- en barrièrekaarten<br />
<strong>voor</strong> verschillende soorten;<br />
traditionele landschappen;<br />
onroerend erfgoed (ankerplaatsen, relictzones, lijnrelicten,<br />
puntrelicten en bescherm erfgoed) met de vaak zeer<br />
uitgebreide tekstuele beschrijving <strong>van</strong> grote<br />
groendomeinen;<br />
gebieden <strong>van</strong> VEN en IVON;<br />
Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV), met topokaarten<br />
en informatie over verschillende aardlagen, resultaten <strong>van</strong><br />
grondboringen en sonderingen (informatie over<br />
grondstalen), grondwaterinformatie, beschermingszones<br />
waterwingebieden;<br />
enz…<br />
Algemene randopmerking is dat steeds de datum <strong>van</strong> de<br />
bronnen dient te worden nagekeken. Niet alle kaarten zijn<br />
immers even up-to-date. Het is alleszins ook aangewezen<br />
om niet enkel op kaarten af te gaan, maar ook op<br />
terreinbezoek.
Daarnaast zijn op <strong>het</strong> internet nog verschillende andere<br />
interessante bronnen raadpleegbaar die kunnen helpen bij de<br />
inventarisatie. Hierbij kan in de eerste plaats gedacht worden aan<br />
sites met gedetailleerde lucthfoto’s en 3D-zichten, zoals Google<br />
Earth of Microsoft Virtual Earth ( http://maps.live.com).<br />
Deze laatste<br />
site biedt gratis gedetailleerde ‘birds eye’ foto’s aan <strong>van</strong> de centra<br />
<strong>van</strong> de grote steden in Vlaanderen. Dit kan <strong>een</strong> waardevolle<br />
aanvulling betekenen <strong>voor</strong> veldwerk. Binnenkort zou Google Maps<br />
ook ‘street view’-beelden aanbieden op haar site<br />
http://maps.google.be (aangekondigd <strong>voor</strong> Vlaanderen, momenteel<br />
enkel beschikbaar <strong>voor</strong> grote buitenlandse steden zoals Parijs of<br />
New York).<br />
Informatie over de recreatieve ontsluiting <strong>voor</strong> wandelaars en<br />
fietsers in <strong>het</strong> langzame netwerk kan gevonden worden in de ‘Atlas<br />
der Buurtwegen’. Deze atlas is per provincie raadpleegbaar:<br />
Voor Oost-Vlaanderen: http://www.gisoost.be/ATLASBW<br />
Voor Antwerpen:<br />
http://www.pro<strong>van</strong>t.be/bestuur/grondgebied/gis/atlas_buurtwegen/R<br />
aadplegen.jsp<br />
Voor Limburg:<br />
http://gis.limburg.be/gislimburg/simpelmapactiewithatlas.do?mapAct<br />
ie=initMap&mapServiceNaam=overview&resize=true<br />
Voor West-vlaanderen: http://www.giswest.be, doorklikken op<br />
‘Leefomgeving’, en hieronder ‘Trage Wegen’ kiezen.<br />
Voor Vlaams-Brabant: <strong>voor</strong>alsnog niet raadpleegbaar op internet.<br />
‘birds eye’-applicatie <strong>van</strong> Microsoft Virtual Earth (enkel <strong>voor</strong> grote steden)<br />
Atlas der buurtwegen: uittreksel uit de Atlas <strong>voor</strong> Dendermonde, raadpleegbaar op GIS Oost<br />
inventarisatie: overig nuttig bronnenmateriaal<br />
041
CASE DENDERMONDE<br />
inventarisatie groen<br />
Inventarisatie <strong>van</strong> landschappelijke <strong>een</strong>heden: Het terrein is getekend door haar<br />
hydrografie. Het samenspel <strong>van</strong> waterlopen, meanders, polders, broeken,<br />
omwallingsgrachten en kanaliseringen creëren <strong>een</strong> specifiek landschap.<br />
Door <strong>het</strong> kanaliseren <strong>van</strong> de Dender en <strong>het</strong> gedeeltelijk overwelven <strong>van</strong> de Oude<br />
Dender heeft de stad aan leesbaarheid verloren. De groenstructuur <strong>voor</strong><br />
Dendermonde moet deze fragmenten opnemen in <strong>een</strong> duidelijke landschappelijke<br />
structuur <strong>van</strong> grotere orde.<br />
inventarisatie <strong>van</strong> landschappelijke en cultuurhistorische <strong>een</strong>heden<br />
(Cultuur)historische inventarisatie:<br />
De grachtengordel maakte <strong>van</strong> Dendermonde <strong>een</strong> goed te<br />
verdedigen stad (kaart boven: 1750-Ferraris). In 1999 (kaart<br />
onderaan) is de infrastructuur verdubbeld met onder andere<br />
de N41. Treinsporen in drie richtingen zorgen <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />
uitstekende bereikbaarheid.
Het bomenbestand lijkt op <strong>het</strong> eerste gezicht fragmentarisch, maar is<br />
verbonden aan de valleien <strong>van</strong> Dender en Schelde.<br />
inventarisatie vlakken, lijnen, punten<br />
Speelterrein De Stad<br />
(Kwintijnpoort)<br />
Volkstuintjes langs de Oude<br />
Dender (Krijgem)<br />
Pastorie/kloostertuin Abdij<br />
<strong>van</strong> Zwijveke<br />
De Oude Dender als<br />
lijnelement<br />
Valleitje Vondelbeek met<br />
Fort Rozebroek<br />
Plantsoen met standbeeld<br />
(KoninginAstridlaan)<br />
Noordlaan met vrij recente<br />
groenbeplanting<br />
Straatbeplanting<br />
(Koning Boudewijnlaan)<br />
Dokter De Witteplein met<br />
kaatsterrein<br />
Binnenhof Begijnhof<br />
Parkje Stationsstraat met<br />
speeltoestellen<br />
Stadspark-fortengordel<br />
(westelijk deel)<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> groenelementen binnen <strong>het</strong> geïnventariseerde gebied<br />
<strong>van</strong> Dendermonde.<br />
inventarisatie groen<br />
CASE DENDERMONDE<br />
043
CASE DENDERMONDE<br />
inventarisatie groen<br />
inventarisatie punten, lijnen, vlakken (deze figuur is ook als afzonderlijke bijlage gevoegd bij dit document)
Om <strong>een</strong> nauwkeurig overzicht te verkrijgen<br />
<strong>van</strong> de bestaande groenstructuur en<br />
aanwezige groenelementen als basis <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> groerplan werd <strong>een</strong><br />
gedetailleerde inventarisatie uitgevoerd.<br />
Deze inventarisatie gebeurde in eerste<br />
instantie binnen <strong>een</strong> gebied dat werd<br />
afgesproken binnen de interne<br />
projectgroep, namelijk gelegen binnen<br />
duidelijke fysische grenzen, met name de<br />
Dender in <strong>het</strong> westen, de Schelde in <strong>het</strong><br />
noorden, de Ringweg in <strong>het</strong> oosten en de<br />
gem<strong>een</strong>tegrens in <strong>het</strong> zuiden. Deze eerste<br />
inventarisatie werd uitgevoerd in de<br />
periode april-juni. Tijdens de<br />
<strong>voor</strong>stellingsvergadering met de<br />
opdrachtgever en de stad Dendermonde<br />
op 27 juni werd geopteerd deze<br />
inventarisatie uit te breiden met Baasrode<br />
vermits dit gebied mee zal opgenomen<br />
worden binnen de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
klein<strong>stedelijk</strong> gebied. De aanvullende<br />
inventarisatie werd uitgevoerd begin juli.<br />
Voorafgaand aan de inventarisatie werd<br />
<strong>een</strong> inventarisatiefiche opgemaakt die op<br />
<strong>het</strong> terrein per groenelement wordt<br />
ingevuld. Om <strong>een</strong> juiste en gelijkvormige<br />
waardering te kunnen geven werden aan<br />
de kolom 'Groenwaarde' toetsingscriteria<br />
<strong>voor</strong>opgesteld (zie tabel). Later werd<br />
hieraan nog <strong>een</strong> beeldwaarde-waardering<br />
en <strong>een</strong> aanduiding of <strong>het</strong> groenelement al<br />
dan niet <strong>een</strong> geheel of gedeeltelijk<br />
openbaar karakter heeft aan toegevoegd.<br />
Via <strong>het</strong> <strong>een</strong>voudig aankruisen <strong>van</strong> de<br />
<strong>voor</strong>ziene vakjes in <strong>het</strong> invulformulier kan<br />
snel de nodige informatie verzameld<br />
worden aangaande <strong>het</strong> element. In <strong>het</strong> vak<br />
'Beschrijving' wordt verdere informatie<br />
genoteerd over de verschillende<br />
componenten die in <strong>het</strong> gebied <strong>voor</strong>komen<br />
(bv. gazon, beplantingen), <strong>het</strong> soort <strong>voor</strong>zieningen (zitbanken, speeltoestellen, vuilnisbakken), de<br />
soortensamenstelling <strong>van</strong> de beplantingen (<strong>voor</strong>al hoofdboom- en struiksoorten), de periode <strong>van</strong> aanleg en<br />
aanlegstijl, de toegankelijkheid e.d. In <strong>het</strong> vak 'Opmerkingen' worden specifieke zaken genoteerd zoals de<br />
(verzorgings)staat <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenobject.<br />
Tegelijkertijd met de opmaak <strong>van</strong> de fiche werd <strong>het</strong> groenobject ingetekend op <strong>een</strong> topografische kaart en<br />
genummerd (nummer corresponderend met de fiche). Indien de afbakening niet duidelijk op <strong>het</strong> terrein te doen<br />
was, werd later aan de hand <strong>van</strong> de orthofoto <strong>een</strong> nauwkeuriger afbakening ingetekend. Van elk groenelement<br />
werd meestal minstens één digitale foto genomen.<br />
Naast de inventarisatie <strong>van</strong> specifieke groenelementen werden ook de open-ruimtegebieden in kaart gebracht<br />
waarbij <strong>een</strong> onderscheid werd gemaakt tussen echte agrarische gebieden en valleigebieden. Dit is <strong>van</strong> belang<br />
<strong>voor</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de visie.<br />
inventarisatie en waardering <strong>van</strong> vlakken, lijnen, punten<br />
inventarisatie groen<br />
CASE DENDERMONDE<br />
045
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inventaris en analyse <strong>van</strong> lijnelementen:<br />
Groenplan Arnhem<br />
BRONMATERIAAL<br />
<strong>voor</strong> natuurlijkheid, milieu- en ecologische kwaliteiten:<br />
topografische kaart;<br />
deelbekkenbeheerplannen;<br />
biologische waarderingskaart;<br />
kaart <strong>van</strong> natuurreservaten;<br />
VEN-gebieden;<br />
habitat- en vogelrichtlijngebieden;<br />
overige beschermde natuurgebieden;<br />
GNOP, PNOP;<br />
veldwerk;<br />
overzicht <strong>van</strong> Rodelijstsoorten (fauna en flora);<br />
informatie uit interviews of <strong>van</strong> actoren en<br />
gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen;<br />
<strong>voor</strong> informatie rond dimensioneringen <strong>van</strong><br />
ecologische corridors: ALTERRA (2001):<br />
Handboek Robuuste verbindingen;<br />
ecologische rand<strong>voor</strong>waarden, met onder<br />
meer ‘TOVER-model’ (Toetsing en Ontwerp<br />
VERbindingszones’). Overige bronnen zie blz.<br />
149-150.<br />
<strong>voor</strong> landschappelijke en cultuurhistorische waarde:<br />
historische kaarten;<br />
landschapsatlas;<br />
landschapskenmerken;<br />
beschermde landschappen;<br />
beschermde monumenten, stads- en<br />
dorpsgezichten;<br />
gem<strong>een</strong>telijk/prov ruimtelijk structuurplan;<br />
veldwerk (beeldwaarde, gaafheid);<br />
informatie uit interviews of <strong>van</strong> actoren en<br />
gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen.<br />
<strong>voor</strong> gebruikswaarde:<br />
topografische kaart;<br />
gem<strong>een</strong>telijk/prov ruimtelijk structuurplan;<br />
veldwerk;<br />
evt nformatie verkregen uit interviews of<br />
gegevens <strong>van</strong> actoren en gebruikers <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> groen (bv enquête bij bevolking).
2: WAARDERING VAN GROEN<br />
Hoe te werk gaan bij de waardering <strong>van</strong><br />
groengebieden (vlakken), groene<br />
verbindingen (lijnen) en punten?<br />
Voor elk vlak, lijn en punt worden:<br />
functie;<br />
schaal (gebruiksniveau);<br />
en waarderingsaspecten<br />
beschreven.<br />
De verschillende mogelijke functies<br />
(waarden) <strong>van</strong> groen zijn weergegeven op<br />
blz.19 <strong>van</strong> deze handleiding. Bedoeling is<br />
om eventuele hoofd- en nevenfuncties<br />
te vermelden.<br />
Het schaalniveau wordt bepaald aan de<br />
hand <strong>van</strong> de functieniveaus zoals weergegeven<br />
op blz. 12 <strong>van</strong> deze handleiding. Het<br />
is dus <strong>van</strong> belang de oppervlakte <strong>van</strong> elk<br />
vlak te kennen en <strong>een</strong> indicatie te geven<br />
<strong>van</strong> de afstand tot de woonomgeving. Voor<br />
lijnen bestaat g<strong>een</strong> <strong>een</strong>duidige methodiek<br />
om <strong>het</strong> schaalniveau te bepalen. Men kan<br />
desgewenst onderscheid maken in hoofden<br />
secundaire groenassen.<br />
Hoofdgroenassen verbinden gebieden <strong>van</strong><br />
bovenlokaal niveau, secundaire assen<br />
verbinden gebieden <strong>van</strong> lokaal niveau.<br />
2a<br />
Waarderingsaspecten<br />
De waardering <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenelement is<br />
zeer complex en kan daarom niet <strong>van</strong>uit<br />
één criterium benaderd worden.<br />
De waardering gebeurt dan ook via vier<br />
overkoepelende thema's,<br />
namelijk:<br />
natuurlijkheid en ecologische kwaliteiten;<br />
landschappelijke en cultuurhistorische<br />
waarde (incl beeldwaarde);<br />
gebruikswaarde;<br />
beschermingsstatus.<br />
Deze thema's bieden inzicht in zowel de<br />
kenmerken <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
bestaande groenstructuur<br />
biologisch zeer waardevol) als de context<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> groen (bij<strong>voor</strong>beeld gelegen langs<br />
<strong>een</strong> drukke invalsweg). De beschermingsstatus<br />
vormt <strong>een</strong> belangrijke rand<strong>voor</strong>waarde<br />
bij <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> de visie.<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> de functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenelement,<br />
zijn bepaalde vorm-, situerings- en<br />
kwaliteitseisen <strong>van</strong> belang. Toegankelijkheid<br />
en bereikbaarheid zijn bij<strong>voor</strong>beeld belangrijk<br />
waar recreatie en andere gebruiksfuncties<br />
centraal staan. Waar fauna- en florabescherming<br />
de hoofdfunctie is, worden eisen<br />
gesteld aan onder meer abiotische standplaatskenmerken<br />
en vegetatiestructuur.<br />
BRONMATERIAAL<br />
deskresearch: topografische kaart, bodemkaart, kaart <strong>van</strong> de waterlopen, deelbekkenbeheerplannen,<br />
historische kaarten (Ferraris, Vandermaelen, Dépot de la Guerre, MGI), landschapsatlas,<br />
landschapskenmerken, biologische waarderingskaart, kaart <strong>van</strong> natuurreservaten,<br />
bossen, VEN-gebieden, habitat- en vogelrichtlijngebieden, overige beschermde natuurgebieden,<br />
beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten, metadataset groen<strong>voor</strong>zieningen,<br />
inventaris autochtone bomen en struiken, parkeninventaris, Atlas der Buurtwegen,...<br />
Veel materiaal kan gehaald worden uit bestaande plannen, zoals <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk/provinciaal<br />
ruimtelijk structuurplan, <strong>het</strong> GNOP, Provinciaal Natuurontwikkelingsplan,...<br />
Verschillende kaartlagen zijn te vinden op AGIV (http://www.agiv.be/gis).<br />
Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch aangevuld worden met bijkomend en diepgaander<br />
veldwerk in <strong>het</strong> onderzoeksgebied (evt aangevuld met internettoepassingen zoals Microsoft<br />
Virtual Earth (met ‘birds eye’-toepassing: http://maps.live.com/), Google Earth,...)<br />
Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch ook aangevuld worden met informatie verkregen uit<br />
interviews of gegevens <strong>van</strong> actoren en gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
Bas Smets Econnection CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
JULI 09<br />
047<br />
2A
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> analyse <strong>van</strong> de gebruikswaarde:<br />
Groen op de kaart, Amsterdam-Noord<br />
Over bereikbaarheid en toegankelijkheid...<br />
De middenbermen bij <strong>een</strong> op- en afrittencomplex zijn moeilijk<br />
bereikbaar en wettelijk gezien ontoegankelijk <strong>voor</strong> onbevoegden.<br />
Zijbermen <strong>van</strong> meer lokale wegen zijn vaak wel toegankelijk (en worden<br />
vaak informeel gebruikt als groen om de hond uit te laten), maar kunnen<br />
dan weer in sommige gevallen moeilijk bereikbaar zijn, door de<br />
barrièrewerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer op de weg.<br />
Een landbouwgebied is doorgaans bereikbaar (weinig (drukke) barrières<br />
in open ruimte), maar de toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>een</strong> landbouwgebied<br />
hangt samen met de aanwezigheid <strong>van</strong> voldoende recreatieve<br />
ontsluitingsmogelijkheden (bij<strong>voor</strong>beeld trage wegen).
2a<br />
2: WAARDERING VAN GROEN:WAARDERINGSASPECTEN<br />
Eerste waarderingsaspect: natuurlijkheid<br />
milieu- en ecologische kwaliteiten<br />
In deze stap worden de biologische, milieuen<br />
ecologische waarde <strong>van</strong> <strong>het</strong> geïnventariseerde<br />
groen geanalyseerd. Mogelijke criteria<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> deze waarde zijn:<br />
Bepalen <strong>van</strong> vegetatietypen (bossen,<br />
struwelen, zomen, graslanden, ruigten,<br />
oevervegetaties, watervegetaties, vegetaties<br />
<strong>van</strong> storingsmilieus);<br />
Zeldzaamheid <strong>van</strong> soorten (fauna en flora).<br />
Zo kan de aanwezigheid <strong>van</strong><br />
Rodelijstsoorten worden nagegaan;<br />
Soortenrijkdom. Komen er in <strong>het</strong><br />
geïnventariseerde groen zeer veel<br />
verschillende soorten (fauna en flora) <strong>voor</strong>?<br />
Of is er <strong>een</strong> eerder beperkt aantal soorten?;<br />
Nagaan <strong>van</strong> corridorfunctie (in functie <strong>van</strong><br />
ecologisch netwerk): hierbij is de<br />
dimensionering (<strong>voor</strong>namelijk breedte) <strong>van</strong><br />
de corridor <strong>van</strong> belang - zie bronnen blz. 46);<br />
Waardering volgens de biologische waarderingskaart<br />
(w, wz en z: hoge waardering);<br />
Beschermingsstatus (ook habitat-,<br />
vogelrichtlijngebieden,...;<br />
Waardering <strong>van</strong> de milieuwaarde: bufferende<br />
functie (waterretentie, lucht- en/of<br />
geluidskwaliteit,...);<br />
Negatieve factoren: verstoring, verzuring,<br />
vervuiling, vermesting, verdroging,<br />
versnippering, klimaatsverandering,...<br />
Bas Smets Econnection<br />
Tweede waarderingsaspect:<br />
landschappelijke en cultuurhistorische<br />
waarde<br />
In deze stap wordt nagegaan of bij <strong>het</strong><br />
geïnventariseerde groen cultuurhistorisch<br />
waardevolle of beeldbepalende vlakken<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld landschappen), punten of<br />
lijnen zijn.<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> mogelijk landschappelijk<br />
of cultuurhistorisch waardevolle elementen<br />
zijn solitaire bomen, boomgroepen, lanen of<br />
beschermde elementen zoals<br />
ankerplaatsen, relictzones, lijn- en<br />
puntrelicten, beschermde dorps- of<br />
stadsgezichten, beschermde<br />
landschappen,...<br />
Het beeldbepalend karakter <strong>van</strong> de<br />
groenelementen hangt samen met<br />
morfologische aspecten (hoogte, vorm,…)<br />
maar ook met de context. Morfologie en<br />
context samen zorgen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> bepaald<br />
beeld en sfeer.<br />
Mogelijke criteria <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> de<br />
waarde zijn:<br />
fysieke kwaliteit (gaafheid, conservering);<br />
inhoudelijke kwaliteit (informatiewaarde,<br />
zeldzaamheid, historiciteit,<br />
herinneringswaarde);<br />
contextwaarde, ensemblewaarde;<br />
beschermingsstatus.<br />
BRONMATERIAAL: zie blz 47<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
bestaande groenstructuur<br />
Derde waarderingsaspect:<br />
gebruikswaarde<br />
Om de gebruikswaarde <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
geïnventariseerde groen te bepalen, kunnen<br />
verschillende criteria gehanteerd worden.<br />
Op <strong>een</strong> macroniveau kan eerst worden<br />
bekeken hoe <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
verspreid is. Vooral de ligging ten<br />
opzichte <strong>van</strong> woongebieden is <strong>van</strong> belang.<br />
Daarmee gepaard moet ook de<br />
bereikbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen (gekoppeld<br />
aan barrières) geëvalueerd worden;<br />
Ook de oppervlakte <strong>van</strong> de groengebieden<br />
speelt <strong>een</strong> rol: gaat <strong>het</strong> om kleine zones of<br />
zit er voldoende variatie in (cfr.<br />
schaalniveaus blz. 12);<br />
De variatie in <strong>het</strong> type groen kan ook<br />
nagegaan worden (bij<strong>voor</strong>beeld zijn er<br />
naast intensief gebruikte parken ook meer<br />
natuurlijke gebieden waar aan zachte<br />
recreatie kan worden gedaan, zijn er<br />
groen<strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> alle leeftijden,...).<br />
Meestal hangt dit samen met de<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> specifieke <strong>voor</strong>zieningen;<br />
Ook de toegankelijkheid en beleefbaarheid<br />
kan worden nagegaan: zijn alle punten,<br />
lijnen en (<strong>voor</strong>al) vlakken permanent<br />
toegankelijk, worden ze soms afgesloten of<br />
zijn ze niet toegankelijk (in <strong>het</strong> laatste geval<br />
hebben ze enkel <strong>een</strong> functie als ‘kijkgroen’).<br />
Dit laatste aspect hangt ook samen met de<br />
eigendomssituatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen.<br />
JULI 09<br />
049<br />
2A
CASE DENDERMONDE<br />
inventarisatie groen<br />
In Dendermonde kan de groenstructuur<br />
gekaderd worden in <strong>een</strong> aantal<br />
systemen/lagen die elk specifieke<br />
programmatische eisen stellen aan de<br />
inrichting en <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de groene<br />
ruimte in Dendermonde: <strong>het</strong><br />
watersysteem, <strong>het</strong> ecologisch systeem,<br />
<strong>het</strong> milieubuffersysteem, <strong>het</strong> recreatief<br />
systeem, en <strong>het</strong> verkeersgeleidend<br />
systeem, <strong>het</strong> landschappelijke en<br />
erfgoed en de landbouwentiteiten.<br />
Als <strong>voor</strong>beeld wordt in deze handleiding<br />
<strong>het</strong> ruimtelijk functioneren <strong>van</strong> <strong>het</strong> wateren<br />
ecologisch systeem geanalyseerd en<br />
worden de knelpunten en/of potenties<br />
toegelicht. In <strong>het</strong> addendum bij deze<br />
handleiding worden ook de andere<br />
systemen toegelicht.<br />
Natuurlijkheid en ecologische kwaliteiten<br />
Watersysteem<br />
(abiotisch systeem)<br />
Het watersysteem <strong>van</strong> Dendermonde<br />
bestaat uit volgende hoofdelementen<br />
met eigen ruimtelijke karakteristieken:<br />
Watersysteem <strong>van</strong> de Schelde<br />
De Schelde met de buitendijkse<br />
gebieden (slikken en schorren) vormt<br />
<strong>een</strong> samenhangend estuarien<br />
watersysteem dat onderhevig is aan de<br />
getijdewerking <strong>van</strong>uit de Noordzee. De<br />
getijamplitude ter hoogte <strong>van</strong><br />
Dendermonde varieert met ca. 3,75 m.<br />
Het overgrote deel <strong>van</strong> de buitendijkse<br />
gebieden <strong>van</strong> de Schelde zijn in <strong>het</strong><br />
verleden ingepolderd waardoor de<br />
dynamiek <strong>van</strong> de getijdenwerking is<br />
Waarderingsaspecten<br />
overzicht verschillende oppervlaktewatersystemen<br />
ingesnoerd. De ingepolderde gebieden vormen <strong>van</strong>daag lagergelegen gebieden waar<strong>van</strong> de<br />
waterstand kunstmatig geregeld wordt door middel <strong>van</strong> <strong>een</strong> pompgemalen en sluizen. Hiermee is<br />
<strong>het</strong> grootste deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterbufferend vermogen en de waterdynamiek en natuurlijkheid <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> Scheldesysteem verloren gegaan.
Waardering watersysteem: knelpunten<br />
en opportuniteiten<br />
Het systematisch inpolderen,<br />
rechttrekken en bedijken <strong>van</strong> de<br />
natuurlijke overstromingsgebieden in <strong>het</strong><br />
Schelde- en Dendersysteem en <strong>het</strong><br />
bekensysteem heeft geleid tot<br />
versnippering <strong>van</strong> karakteristieke<br />
ecosystemen en sterke schommelingen<br />
in <strong>het</strong> waterregime <strong>van</strong> de verschillende<br />
watersystemen. Hierdoor ontstaan<br />
piekdebieten in natte periodes en kunnen<br />
beeklopen droogvallen in zeer droge<br />
periodes.<br />
Opportuniteiten ontstaan door <strong>het</strong><br />
Sigmaplan, <strong>het</strong> terug openmaken <strong>van</strong><br />
delen <strong>van</strong> de Oude Dender tussen <strong>het</strong><br />
Nieuwe Denderkanaal en de Schelde, en<br />
de aanleg <strong>van</strong> overstromingsgebieden<br />
langs de Dender (zie beleidskader).<br />
Watersysteem <strong>van</strong> de Dender<br />
De Dender is niet meer onderhevig aan de getijdenwerking <strong>van</strong> de Schelde als gevolg <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> sluizencomplex t.h.v. de Meerdam. Door de aanleg <strong>van</strong> <strong>het</strong> Denderkanaal is de loop<br />
<strong>van</strong> de Oude Dender omgevormd tot <strong>een</strong> geïsoleerd gestuurd watersysteem dat g<strong>een</strong><br />
enkele relatie meer heeft met <strong>het</strong> Dendersysteem of <strong>het</strong> Scheldesysteem. Als gevolg <strong>van</strong><br />
systematische bedijking is <strong>het</strong> natuurlijke overstromingsgebied <strong>van</strong> de Dender afgesloten<br />
geraakt <strong>van</strong> de rivierloop en is <strong>een</strong> groot deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterbufferend vermogen verloren<br />
gegaan.<br />
Watersysteem <strong>van</strong> de Vondelbeek, St<strong>een</strong>beek en Volaardebeek.<br />
De Volaardebeek is <strong>een</strong> onbevaarbare waterloop <strong>van</strong> 3de categorie. De waterloop heeft<br />
slechts <strong>een</strong> klein debiet en vormt g<strong>een</strong> risicozone <strong>voor</strong> overstromingen. De Vondelbeek<br />
en de St<strong>een</strong>beek zijn onbevaarbare waterlopen <strong>van</strong> 1ste categorie. De vallei <strong>van</strong> de<br />
Vondelbeek en de St<strong>een</strong>beek wordt gekenmerkt door <strong>een</strong> smalle waterloop en <strong>een</strong> breed<br />
natuurlijk overstromingsgebied grenzend aan de waterloop. Als gevolg <strong>van</strong> de<br />
systematische rechttrekking en insnoering <strong>van</strong> beide waterlopen is <strong>een</strong> probleem <strong>van</strong><br />
wateroverlast ontstaan. Grote delen <strong>van</strong> de valleigebieden vormen dan ook risicozones<br />
<strong>voor</strong> overstromingen. Om wateroverlast in de toekomst te vermijden zijn vrij recent diverse<br />
ingrepen uitgevoerd: enerzijds <strong>het</strong> verknopen <strong>van</strong> beide waterlopen zodat de waterafvoer<br />
bij hevige regenval evenwichtiger kan worden afgevoerd, anderzijds <strong>het</strong> inrichten <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> natuurlijke overstromingsgebied als wachtbekken zodat ruimte <strong>voor</strong><br />
piekdebieten wordt gecreëerd. Daarnaast werd de Vondelbeek ter hoogte <strong>van</strong> Kalendijk<br />
terug in open bedding gelegd.<br />
Overige watersystemen<br />
In <strong>het</strong> centrumgebied <strong>van</strong> Dendermonde kunnen we volgende watersystemen<br />
onderscheiden:<br />
De vestinggordel rondom <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong> Dendermonde;<br />
De loop <strong>van</strong> de Oude Dender (tussen <strong>het</strong> Denderkanaal en de Schelde);<br />
De deels uitgegraven verlenging <strong>van</strong> <strong>het</strong> Denderkanaal.<br />
De loop <strong>van</strong> de Oude Dender maakte vroeger integraal deel uit <strong>van</strong> <strong>het</strong> Dendersysteem.<br />
Vandaag vormt <strong>het</strong> <strong>een</strong> geïsoleerd watersysteem dat niet langer onderhevig is aan de<br />
dynamiek <strong>van</strong> <strong>het</strong> hoofdsysteem, wat heeft geleid tot <strong>een</strong> achteruitgang <strong>van</strong> de<br />
waterkwaliteit. Bovendien is <strong>een</strong> belangrijke zone gedempt. De vestinggordel daarentegen<br />
wordt gekenmerkt door <strong>een</strong> goede waterkwaliteit en vormt hiermee <strong>een</strong> specifiek habitat<br />
<strong>voor</strong> flora en fauna.<br />
Waarderingsaspecten<br />
inventarisatie groen<br />
CASE DENDERMONDE<br />
051
CASE DENDERMONDE<br />
inventarisatie groen<br />
Ecologisch systeem<br />
Binnen deze studie wordt er<strong>voor</strong><br />
geopteerd om de term 'ecologisch<br />
systeem' niet in <strong>een</strong> enge betekenis <strong>van</strong><br />
natuur- en bosgebieden te gebruiken,<br />
maar te verbreden naar diverse zones<br />
die potentieel <strong>een</strong> habitatfunctie<br />
vervullen <strong>voor</strong> de fauna en flora binnen<br />
<strong>het</strong> ver<strong>stedelijk</strong>te gebied. Daarom wordt<br />
ook geopteerd om groenzones,<br />
plantsoenen, e.d. mee in dit systeem op<br />
te nemen.<br />
Binnen <strong>het</strong> onderzoeksgebied kunnen<br />
biologisch waardevolle tot zeer<br />
waardevolle zones onderscheiden<br />
worden, waaronder de Vlassenbroekse<br />
Polder, de Meerdam, <strong>het</strong><br />
Denderbellebroek en de vesten<br />
(stadspark). Deze zijn gekoppeld aan <strong>het</strong><br />
functioneren <strong>van</strong> de hierboven<br />
beschreven abiotische systemen.<br />
Lineaire groenelementen<br />
Bermen, laanbeplanting,...<br />
Vnl in clusters of netwerken rele<strong>van</strong>t<br />
Puntvormige groenelementen<br />
Bijzondere bomen, kleine bosjes, kleine<br />
parken, plantsoenen<br />
Open ruimtegebieden en overige vlakvormige<br />
groenelementen<br />
Buitendijkse zoetwatergetijdengebieden<br />
Zoetwatergetijdengebieden zijn<br />
buitendijkse gebieden (slikken en<br />
schorren) die gekoppeld zijn aan de<br />
getijdenwerking <strong>van</strong> de Schelde. Het zijn<br />
Waarderingsaspecten<br />
biologische waardering<br />
unieke en op Europees niveau zeldzame ecosystemen met belangrijke (potentiële) natuurwaarden.<br />
De natuurwaarden zijn in belangrijke mate gekoppeld aan de getijdendynamiek en de daarmee<br />
samenhangende variatie aan gradiënten (sedimentatie en uitschuring door eb en vloed).<br />
Binnendijkse meersengebieden<br />
Binnendijkse meersengebieden zijn laaggelegen natte graslanden op de ingepolderde natuurlijke<br />
overstromingsgebieden langsh<strong>een</strong> de Dender, de Oude Dender en de Schelde. De natuurwaarden<br />
<strong>van</strong> de binnendijkse meersengebieden zijn in belangrijke mate gekoppeld aan <strong>het</strong> gehanteerde<br />
waterpeil in <strong>het</strong> fijnmazige netwerk <strong>van</strong> sloten en greppels en <strong>het</strong> gevoerde beheer.<br />
Beekvalleien<br />
Beekvalleien zijn laaggelegen overwegend natte gronden binnen <strong>het</strong> natuurlijk<br />
overstromingsgebied <strong>van</strong> de beken. De natuurwaarden <strong>van</strong> de beekvalleien zijn in belangrijke
Waardering ecoloigisch systeem:<br />
knelpunten en opportuniteiten<br />
De ver<strong>stedelijk</strong>ing en infrastructuren hebben<br />
geleid tot <strong>een</strong> ruimte-inname, versnippering<br />
en degradatie <strong>van</strong> de verschillende<br />
karakteristieke ecosystemen. Versnippering is<br />
<strong>het</strong> proces waarbij <strong>een</strong> <strong>voor</strong>h<strong>een</strong><br />
aan<strong>een</strong>gesloten leefgebied uit<strong>een</strong>valt in<br />
fragmenten die geïsoleerd zijn en kleiner dan<br />
<strong>het</strong> oorspronkelijke leefgebied. De<br />
habitatkwaliteit <strong>van</strong> <strong>een</strong> fragment wordt<br />
bepaald door de milieucondities, <strong>het</strong> beheer,<br />
de oppervlakte en de mate <strong>van</strong> isolatie er<strong>van</strong>.<br />
Om de natuurwaarde <strong>van</strong> allerlei groene<br />
elementen te optimaliseren, zijn aangepaste<br />
beheertechnieken nodig. Het gaat onder meer<br />
over <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de graslanden in de<br />
meersengebieden, omvorming <strong>van</strong> populierenbestanden,<br />
beheer <strong>van</strong> poelen en andere<br />
kleine landschapselementen, enzo<strong>voor</strong>t.<br />
Opportuniteiten ontstaan daar waar<br />
fragmenten met elkaar verbonden kunnen<br />
worden, waar de kwaliteit door <strong>een</strong> aangepast<br />
beheer of inrichting verbeterd kan worden,<br />
waar nieuwe stukjes 'natuur' ingericht kunnen<br />
worden,…<br />
De opgemaakte instandhoudingsdoelstellingen<br />
worden vertaald in Natuurrichtplannen.<br />
Ook in de gebieden <strong>van</strong> <strong>het</strong> VEN-IVON<br />
alsook in de groen-, bos- en parkgebieden<br />
kunnen natuurrichtplannen worden<br />
opgemaakt. Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet<br />
hierbij aansluiten.<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan als uitgangspunt<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> onderzoek naar zones <strong>voor</strong><br />
eventuele bosuitbreiding fungeren (zie<br />
herziening GRS).<br />
drie typen ecosystemen met sterke relatie met <strong>het</strong> watersysteem: buitendijkse<br />
zoetwatergetijdengebieden (paars), binnendijkse meersengebieden langsh<strong>een</strong> de<br />
Dender, de Oude Dender en Schelde (lichtgroen) en beekvalleien (donkergroen)<br />
mate gekoppeld aan de waterdynamiek, de natuurlijke oeverstructuur en<br />
beekdynamiek, <strong>het</strong> beheer/gebruik <strong>van</strong> de gronden en <strong>het</strong> aanpalende bodemgebruik.<br />
De vestinggordel met zijn kenmerkende fauna en flora<br />
Parken en pleinen: stadspark, wijkpark, buurtpark, kasteelparken<br />
Kerkhof<br />
Groene zones bij openbare gebouwen<br />
Agrarische open ruimte (zie ook ‘landbouwentiteiten’)<br />
Waarderingsaspecten<br />
inventarisatie groen<br />
CASE DENDERMONDE<br />
053
Historische centra bestaan veelal uit <strong>een</strong> netwerk <strong>van</strong> relatief smalle,<br />
organisch gegroeide kronkelende straten met gesloten bouwblokken<br />
zonder <strong>voor</strong>tuin. Het groen concentreert zich in deze buurten in kleine<br />
parken of pleinen als oriëntatiepunten in de buurt. Meestal zijn deze<br />
parken of pleinen gekoppeld aan centrale, op zichzelf staande<br />
<strong>voor</strong>zieningen (kerk, gem<strong>een</strong>tehuis, markt, klooster,…). Mogelijkheden<br />
<strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> de groenstructuur situeren zich dan ook <strong>voor</strong>al op<br />
deze 'betekenisvolle' plekken en op verkeersassen die voldoende<br />
breed zijn om openbaar groen in te passen. In smalle straten kunnen<br />
gevelgroen of groendaken <strong>een</strong> bijdrage leveren.<br />
Woonwijken uit de late 19de tot begin 20ste eeuw worden vaak gekenmerkt<br />
door <strong>een</strong> tekort aan groen. De bebouwing komt <strong>voor</strong> in gesloten<br />
bouwblokken en strokenverkavelingen. De rijwoningen zijn vaak klein,<br />
met g<strong>een</strong> of <strong>een</strong> kleine achtertuin en openbaar groen is meestal<br />
beperkt. Vaak komt <strong>een</strong> rationeel, orthogonaal stratenstelsel <strong>voor</strong>. Het<br />
straatprofiel laat vaak g<strong>een</strong> laanbeplanting toe. Grotere groenvlakken<br />
of parken kunnen wel <strong>voor</strong>komen in de nabijheid en zijn even<strong>een</strong>s<br />
vaak gekoppeld aan wijk<strong>voor</strong>zieningen. Ook in deze wijken situeren de<br />
mogelijkheden <strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zich <strong>voor</strong>al<br />
rond deze <strong>voor</strong>zieningen of in <strong>het</strong> 'ontpitten' <strong>van</strong> deze buurten (<strong>het</strong><br />
slopen <strong>van</strong> onleefbare woningen en ver<strong>van</strong>gen door buurtgerichte<br />
parkjes).<br />
Latere woonwijken (interbellum) worden over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> gekenmerkt<br />
door ruimere huizen, met grotere tuinen en vaak ook <strong>een</strong> <strong>voor</strong>tuin. Het<br />
bebouwingsweefsel is deels open, deels gesloten. De wegen zijn<br />
ruimer geconcipieerd, vaak is er <strong>een</strong> duidelijke wegenhiërarchie en<br />
worden de hoofdlanen begeleid door beplanting. In de meeste plannen<br />
<strong>voor</strong> interbellumwijken gaat de aandacht ook uit naar centrale groene<br />
parken of pleintjes die aangelegd worden <strong>voor</strong> de bewoners.<br />
Hoogbouwwijken worden gekenmerkt door <strong>een</strong> hoge dichtheid aan<br />
woningen zonder tuin. Het groen is meestal openbaar of semiopenbaar<br />
rond de hoogbouw aangelegd. Vaak is in hoogbouwwijken<br />
ook relatief veel snippergroen. Mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> versterken <strong>van</strong><br />
de groenstructuur bestaan in deze wijken <strong>voor</strong>al in <strong>het</strong> aanbrengen <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> hiërarchie in en <strong>een</strong> kwalitatieve verbetering <strong>van</strong> de huidige<br />
groen<strong>voor</strong>zieningen en in <strong>het</strong> verbinden <strong>van</strong> deze buurten met de<br />
omgeving (groene dooradering).<br />
Woonwijken uit de jaren 70 en 80 worden dan weer vaak gekenmerkt door<br />
<strong>een</strong> 'doolhof'-structuur. De wijken hebben <strong>een</strong> groen beeld, veelal door<br />
de private tuinen bij de vrijstaande woningen. Mogelijkheden <strong>voor</strong> de<br />
verdere uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zijn meestal beperkt en ook<br />
minder urgent door <strong>het</strong> relatief groene beeld (hoewel er toch wijken<br />
zijn waar niet alle bewoners toegang hebben tot privaat groen);<br />
eventueel kunnen hoofdontsluitingswegen beklemtoond worden met<br />
laanbeplanting;<br />
In meer recente woonwijken, tuinwijken en tuindorpen wordt over <strong>het</strong><br />
algem<strong>een</strong> meer aandacht besteed aan openbaar groen en minder aan<br />
<strong>het</strong> private groen. Dit openbaar groen krijgt de vorm <strong>van</strong> centrale<br />
groene pleintjes of groene assen, gekoppeld aan de water- of<br />
langzaamverkeersstructuur. Mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> verdere uitbouw<br />
bestaan in <strong>het</strong> behoud en waar nodig versterken <strong>van</strong> deze bestaande<br />
openbare groen<strong>voor</strong>zieningen;<br />
Bij grotere <strong>voor</strong>zieningen (scholen, ziekenhuizen,…) komen vaak grote semipublieke<br />
groen<strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong>. Deze zijn vaak sterk beeldbepalend<br />
<strong>voor</strong> de omgeving, maar behoren meestal niet tot <strong>het</strong> openbaar<br />
domein. Mogelijkheden <strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke groenstructuur<br />
liggen in de ruimtelijke afstemming tussen de bestaande<br />
private groen<strong>voor</strong>zieningen en <strong>het</strong> openbaar groen, hier<strong>voor</strong> is ook<br />
communicatie en samenwerking met de eigenaars <strong>van</strong> belang;<br />
Op klassieke bedrijventerrein komt nagenoeg g<strong>een</strong> openbaar groen <strong>voor</strong>.<br />
Het beeld <strong>van</strong> de meeste terreinen wordt bepaald door de kwaliteit <strong>van</strong><br />
de private groenaanleg op elk bedrijfsperceel. De beperkte openbare<br />
ruimte biedt meestal g<strong>een</strong> mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> openbare groenstructuur.<br />
Bij recentere bedrijventerreinen gaat de aandacht meer en<br />
meer uit naar <strong>een</strong> centrale en openbare groenaanleg, even<strong>een</strong>s vaak<br />
gekoppeld aan de water- of ontsluitingsstructuur <strong>van</strong> <strong>het</strong> bedrijventerrein.<br />
Op bedrijventerreinen dient de aandacht ook uit te gaan naar <strong>het</strong><br />
belang <strong>van</strong> zogenaamde ‘tijdelijke’ natuur (in afwachting <strong>van</strong> ingebruikname<br />
<strong>van</strong> bedrijfskavels) <strong>voor</strong> sommige ecologische doelstellingen.<br />
Buiten de bebouwde kom<br />
wordt <strong>het</strong> beeld grotendeels bepaald door<br />
agrarische activiteiten, natuurgebieden en/of versnipperde bebouwing.<br />
Het recreatief netwerk bepaalt hier mee de ontsluiting en dus de<br />
toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebied. Belangrijke aangrijpingspunten <strong>voor</strong><br />
de uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zijn naast landschapsrelicten en<br />
de openbare wegenis (incl langzaamverkeersverbindingen) - de<br />
schaal, richting en maat <strong>van</strong> de omgeving: perceelsstructuur,<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> randbegroeiing/houtkanten,…<br />
typologie <strong>van</strong> wijken: <strong>voor</strong>beelden en belang <strong>voor</strong> groenstructuur
2a<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
bestaande groenstructuur<br />
3: ANALYSE VAN BESTAANDE RUIMTELIJKE TYPOLOGIEEN / STRUCTUREN<br />
Hoe te werk gaan bij de analyse <strong>van</strong><br />
bestaande ruimtelijke typologieën en<br />
structuren?<br />
Verschillende deelgebieden of zones binnen<br />
<strong>het</strong> onderzoeksgebied hebben <strong>een</strong><br />
duidelijke ruimtelijke eigenheid. Ze vormen<br />
min of meer homogene <strong>een</strong>heden die<br />
basisblokken <strong>van</strong> <strong>het</strong> interventiegebied<br />
vormen. Deze ruimtelijke typologieën<br />
kennen eigen uitdagingen en potenties en<br />
vereisen bijgevolg <strong>een</strong> aangepast<br />
1<br />
groenbeleid . Het is dan ook belangrijk deze<br />
ruimtelijke typologieën te herkennen.<br />
De ruimtelijke typologieën worden<br />
onderscheiden aan de hand <strong>van</strong> hun<br />
ontwikkelingsgeschiedenis, morfologische<br />
kenmerken en (hoofd)functie. Bij deze<br />
analyse zijn twee aspecten belangrijk:<br />
de bebouwde structuur;<br />
de groenstructuur.<br />
Bedoeling is om tot synthesekaarten te<br />
komen <strong>van</strong> de bestaande toestand.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Eerste synthese: bestaande<br />
groenstructuur en typologieën<br />
Op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>gaand inventarisati<strong>een</strong><br />
waarderingswerk kan - in woord én beeld<br />
- <strong>een</strong> synthese opgemaakt worden <strong>van</strong> de<br />
bestaande groenstructuur.<br />
Alle<br />
geïnventariseerde vlakken, lijnen of punten<br />
worden weergegeven, kleur of symboliek<br />
kan helpen om typologieën of waarden weer<br />
te geven.<br />
Eventueel kan beeldende naamgeving<br />
gebruikt worden <strong>voor</strong> elementen en<br />
structuren: ‘groene vinger’, ‘groene ring’,<br />
‘groene radiaal’, ‘groenblauwe gordel’,...<br />
1 Bron: HEYN, M & HERMY, M. (2001):<br />
Lange termijnvisie gebiedsgericht<br />
natuurbehoud in <strong>stedelijk</strong>e en<br />
ver<strong>stedelijk</strong>te omgeving. Tussentijds<br />
rapport. In: Lange termijnvisie op <strong>het</strong><br />
gebiedsgericht natuurbehoud in<br />
Vlaanderen. MINA/113:9902. K.U.Leuven<br />
in opdracht <strong>van</strong> AMINAL.<br />
en<br />
KUIPER COMPAGNONS (2006):<br />
Integraal Plan openbaar domein Stad<br />
Gent. 'Methodiek' <strong>voor</strong> <strong>het</strong> opstellen <strong>van</strong><br />
inrichtingsplannen. Een publicatie <strong>van</strong><br />
Stad Gent. Dienst Stedenbouw en<br />
Ruimtelijke Planning.<br />
Tweede synthese: bestaande ruimtelijke<br />
structuur en typologieën (bebouwde<br />
structuur)<br />
Voor dit onderdeel kan gesteund worden op <strong>het</strong><br />
gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan of afbakeningsplannen<br />
<strong>voor</strong> <strong>stedelijk</strong>e gebieden, waar <strong>een</strong><br />
kaart ‘bestaande ruimtelijke structuur’ is opgenomen.<br />
In functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> dient de<br />
aandacht <strong>voor</strong>al uit te gaan naar:<br />
Typologie/morfologie <strong>van</strong> wijken:<br />
de analyse<br />
<strong>van</strong> de ruimtelijke structuur en typering <strong>van</strong> buurten<br />
kan de basis vormen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> gebiedsgerichte visie<br />
<strong>voor</strong> deelgebieden. De typologie <strong>van</strong> buurten is<br />
veelal gelinkt aan ontstaansperioden. Van belang<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> zijn <strong>het</strong> stratenpatroon,<br />
de overzichtelijkheid, de aanwezigheid <strong>van</strong><br />
<strong>voor</strong>zieningen, <strong>het</strong> <strong>voor</strong>komen en karakter <strong>van</strong><br />
private tuinen,… ;<br />
Structurerende lijnen:<br />
naast de geïnventariseerde,<br />
bestaande groene 'lijnen' gaat <strong>het</strong> hier om<br />
lijnen die minstens de potentie hebben om tot groene<br />
verbindingen te ontwikkelen. Het gaat om<br />
verbindingen <strong>voor</strong> mensen, fauna en flora. Omwille<br />
<strong>van</strong> hun (potentieel) oriënterend vermogen zijn deze<br />
lijnen <strong>van</strong> belang <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />
Voorbeelden: dijk, woonlint, boulevard,…;<br />
Accentpunten en bijzondere plekken:<br />
dit zijn<br />
oriëntatiebakens in de openbare ruimte.<br />
Voorbeelden: stationsomgevingen, <strong>het</strong> centrum,<br />
parken,…, of op <strong>een</strong> lager niveau: sportparken,<br />
schoolterreinen,…<br />
JULI 09<br />
055<br />
2A
CASE DENDERMONDE<br />
ruimtelijke typologieën<br />
historische binnenstad stadsuitbreiding begin 20ste eeuw transformatie <strong>van</strong> Dendermonding<br />
arbeiderswijken uit de eerste helft <strong>van</strong> de<br />
20ste eeuw<br />
stadswallen met grootschalige<br />
<strong>voor</strong>zieningen<br />
naoorlogse ‘groene’ wijken in de<br />
stadsrand<br />
overgang naar de Scheldevallei<br />
lintbebouwing uit<strong>een</strong>gelegde stad<br />
Groenstructuurplan Dendermonde: ruimtelijke typologieën
Aanalyse ruimtelijke typologieën<br />
De bebouwde ruimte in Dendermonde wordt<br />
gekenmerkt door verschillende typologieën;<br />
<strong>een</strong> aantal vaak <strong>voor</strong>komende zijn weergegeven<br />
op de kaart: binnen<strong>stedelijk</strong>e omgeving<br />
(1), verkavelingen (2), landelijke woonlinten<br />
(3), industriezones (4), enz.<br />
Deze typologieën werden diepgaander<br />
geanalyseerd <strong>voor</strong> enkele deelzones in<br />
Dendermonde, deze kaartanalyse is te<br />
vinden in <strong>het</strong> addendum bij deze<br />
handleiding en is exemplarisch <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />
diepgaande analyse <strong>van</strong> <strong>een</strong> projectgebied.<br />
Aangezien dergelijke typologieën ook elders<br />
in Vlaanderen <strong>voor</strong>komen, werd op basis<br />
<strong>van</strong> de case Dendermonde, <strong>een</strong><br />
samenvattende analysefiche opgemaakt<br />
<strong>voor</strong> deze vier typologieën. Deze zijn hierna<br />
weergegeven. De fiches bevatten naast <strong>een</strong><br />
(ruimtelijke) analyse, ook <strong>een</strong> weergave <strong>van</strong><br />
knelpunten en opportuniteiten, en daarmee<br />
samenhangend ook de mogelijke strategieën<br />
die in <strong>een</strong> dergelijke typologie kunnen<br />
worden toegepast (zie ook blz. 115 e.v.).<br />
BINNENSTEDELIJK WOONGEBIED VERKAVELING BEDRIJVENTERREIN LANDELIJK WOONLINT<br />
Analyse Ruimtelijke typologieën<br />
ruimtelijke typologieën<br />
CASE DENDERMONDE<br />
057
Ruimtelijke analyse <strong>van</strong> en mogelijke strategieën <strong>voor</strong> verschillende typologieën
Ruimtelijke analyse <strong>van</strong> en mogelijke strategieën <strong>voor</strong> verschillende typologieën<br />
059
Ruimtelijke analyse <strong>van</strong> en mogelijke strategieën <strong>voor</strong> verschillende typologieën
Ruimtelijke analyse <strong>van</strong> en mogelijke strategieën <strong>voor</strong> verschillende typologieën<br />
061
<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> bestaande groenstructuur:<br />
Integraal plan Openbare ruimte Gent, Groen op de kaart (Amsterdam-<br />
Noord) en Groenplan Arnhem<br />
De bestaande groenstructuur<br />
in Arnhem wordt als volgt<br />
getypeerd:<br />
Grote groen om de stad:<br />
Veluwe<br />
Rivierengebied<br />
Betuwe<br />
Grote groen in de stad:<br />
Stadsparken<br />
Groenblauwe lijnen (groenassen<br />
als recreatieve groene<br />
verbindingen tussen stad en<br />
<strong>het</strong> omliggend landschap)<br />
Stadslanen (radialen, lanen<br />
buitengebied, <strong>stedelijk</strong>e aders)<br />
Polderlinten (dijken, oude<br />
linten, groene ring Elden)<br />
Wijkgroen:<br />
Groen langs wijkwegen<br />
(subradialen, tangenten<br />
ontsluitingswegen)<br />
Wijkparken
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />
Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />
063
MODEL GROENSTRUCTUURPLAN detail documenten en informatielagen<br />
2.B. Plannings- en beleidscontext<br />
2.A. Bestaande groenstructuur<br />
(BGS)<br />
Biologische waarderingskaart<br />
Metadataset <strong>stedelijk</strong>e groen<strong>voor</strong>zieningen<br />
Inventaris autochtone bomen en struiken<br />
Parkeninventaris<br />
Landschapsatlas<br />
Historisch kaartmateriaal<br />
{<br />
Ferraris<br />
Vandermaelen<br />
Dépot de la Guerre<br />
MGI<br />
Bodemkaart<br />
...<br />
2.B. Plannings- en<br />
beleidscontext<br />
KADERSTELLEND<br />
gem<strong>een</strong>telijk<br />
provinciaal<br />
vlaams<br />
Structuur-, uitvoeringsplannen &<br />
inrichtingsstudies<br />
Mobiliteitsplannen<br />
STRUCTUUR-<br />
PLAN<br />
2.C. Behoeftenonderzoek<br />
UITVOERINGS-<br />
PLAN<br />
INRICHTINGS-<br />
STUDIE<br />
Beschermde monumenten,<br />
dorps- en stadsgezichten & landschappen<br />
VEN<br />
Natura 2000<br />
Kaderrichtlijn Water<br />
EU luchtkwaliteitsnormen<br />
Natuurdecreet<br />
Bosdecreet<br />
Beschermde soorten<br />
algemene principes uit <strong>het</strong> milieubeleid: <strong>voor</strong>zorgsbeginsel,<br />
stand-still principe, integratiebeginsel,...<br />
...<br />
INDICATIEF<br />
Gem<strong>een</strong>telijk Natuurontwikkelingsplan<br />
Rele<strong>van</strong>te sectorale beleidsplannen<br />
Europees groenboek over <strong>het</strong> stadsmilieu<br />
...
BESCHRIJVING<br />
2b<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
plannings- en beleidscontext<br />
DOEL: INZICHT IN JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN EN AANBEVELINGEN<br />
In deze fase moet inzicht worden<br />
verkregen in juridische en<br />
beleidsmatige rand<strong>voor</strong>waarden,en<br />
dit op verschillende beleidsniveaus:<br />
Europees, federaal, Vlaams,<br />
provinciaal en gem<strong>een</strong>telijk. De<br />
meeste <strong>van</strong> die rand<strong>voor</strong>waarden zijn<br />
bindend of minstens sterk<br />
kaderstellend (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
beschermingen), andere elementen uit<br />
de beleids- en planningscontext<br />
kunnen eerder als indicatieve<br />
‘aanbevelingen’ en intenties<br />
beschouwd worden.<br />
Ook toekomstige plannen en<br />
projecten moeten in beschouwing<br />
genomen worden.<br />
Bas Smets Econnection<br />
GEWENSTE OUTPUT<br />
overzicht <strong>van</strong>:<br />
juridische en beleidsmatige<br />
kaderstellende (bindende)<br />
rand<strong>voor</strong>waarden<br />
juridische en beleidsmatige<br />
indicatieve rand<strong>voor</strong>waarden<br />
toekomstplannen en projecten<br />
in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />
(ontwikkelingsprojecten, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
nieuwe woongebieden, nieuwe bedrijvenof<br />
dienstenzones, geplande infrastructurele<br />
projecten, groenprojecten,...)<br />
Op de volgende bladzijden wordt <strong>een</strong><br />
algem<strong>een</strong> kader gesc<strong>het</strong>st waarbinnen<br />
<strong>het</strong> groenbeleid in Vlaanderen zich<br />
situeert. Het is echter belangrijk te<br />
realiseren dat lokale<br />
(beleids)initiatieven, acties en<br />
programma's in rekening gebracht<br />
dienen te worden om <strong>een</strong><br />
groenstructuur op maat <strong>van</strong> de<br />
gem<strong>een</strong>te of stad te realiseren.<br />
JULI 09<br />
065<br />
2B
Juridisch en<br />
beleidsmatig kader Datum Rele<strong>van</strong>tie<br />
Europees<br />
Groenboek over <strong>het</strong> stadsmilieu<br />
Mededeling <strong>van</strong> de Commissie aan<br />
de Raad en <strong>het</strong> Parlement<br />
NATURA 2000, Speciale<br />
Beschermingszones<br />
federaal en Vlaams<br />
Decreet <strong>van</strong> 18 mei 1999 houdende<br />
de organisatie <strong>van</strong> de ruimtelijke ordening<br />
Decreet betreffende de ruimtelijke ordening,<br />
gecoördineerd op 22 oktober 1996<br />
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen<br />
Ruimtelijke bestemmingsplannen:<br />
gewestplan, BPA’s, RUP’s<br />
Decreet integraal waterbeleid<br />
Bosdecreet<br />
Decreet betreffende <strong>het</strong> natuurbehoud<br />
en <strong>het</strong> natuurlijke milieu<br />
06/06/1990<br />
1992<br />
18/05/1999<br />
28/10/1996<br />
1997<br />
1972-heden<br />
18/07/2003<br />
+ aanvullingen<br />
13/06/1990<br />
+ wijzigingen<br />
21/10/1997<br />
+ aanvullingen<br />
Een groenboek (gr<strong>een</strong> paper) is <strong>een</strong> document dat<br />
uitgebracht wordt door de Europese Commissie,<br />
waarin zij <strong>een</strong> probleem inventariseert en<br />
aanbevelingen doet <strong>voor</strong> <strong>het</strong> te voeren beleid.<br />
Vogel- en Habitatrichtlijngebieden<br />
Regelt de organisatie <strong>van</strong> de ruimtelijke ordening<br />
in Vlaanderen, onder meer de stedenbouwkundige<br />
vergunningen<br />
Gecoördineerde tekst <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>malige<br />
Stedenbouwwet <strong>van</strong> 1962 en latere aanvullingen<br />
Bermbesluit 27/06/1984 Beheer <strong>van</strong> wegbermen.<br />
Decreet houdende vermindering <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
gebruik <strong>van</strong> bestrijdingsmiddelen door<br />
openbare diensten in <strong>het</strong> Vlaamse Gewest<br />
Lange Termijnplanning<br />
Groen<strong>voor</strong>ziening (AMINAL)<br />
Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst<br />
Vlaams Gewest/Provincies/Steden en<br />
Gem<strong>een</strong>ten. Milieu als opstap naar<br />
duurzame ontwikkeling<br />
21/12/2001<br />
1993<br />
2002-2004<br />
2005-2007<br />
2008-2013<br />
Algemene doelstellingen <strong>voor</strong> <strong>stedelijk</strong>e gebieden<br />
en buitengebied<br />
Juridische bestemmingen <strong>van</strong> de ruimte en<br />
afbakening <strong>van</strong> groot<strong>stedelijk</strong>e gebieden<br />
Legt de principes, doelstellingen en structuren<br />
vast <strong>voor</strong> <strong>een</strong> duurzaam waterbeleid conform de<br />
bindende bepalingen <strong>van</strong> de Europese<br />
Kaderrichtlijn Water.<br />
Regelt <strong>het</strong> behoud, bescherming, aanleg en<br />
beheer <strong>van</strong> bossen in Vlaanderen. Artikel 4<br />
bepaalt dat de Vlaamse regering parken kan<br />
aanwijzen of erkennen.<br />
Heeft tot doel <strong>een</strong> verregaande bescherming,<br />
ontwikkeling en herstel <strong>van</strong> de natuur, <strong>het</strong><br />
natuurlijk milieu en de milieukwaliteit te<br />
verwezenlijken. Belangrijk hierbij zijn de standstill-,<br />
<strong>voor</strong>zorgs- en integratieprincipes.<br />
Verbod op gebruik <strong>van</strong> bestrijdingsmiddelen door<br />
openbare diensten<br />
Beschrijft algemene en bijzondere doelstellingen<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> groenbestand, de groenfuncties en <strong>het</strong><br />
beleidsinstrumentarium.<br />
Omvat tien thema's waaronder duurzame ontwikkeling,<br />
milieuverantwoord productgebruik, water, natuurlijke<br />
entiteiten.<br />
Juridisch en<br />
beleidsmatig kader Datum Rele<strong>van</strong>tie<br />
Beschermde dieren en planten<br />
Beschermde monumenten, stadsen<br />
dorpsgezichten<br />
Decreet betreffende de<br />
landschapszorg<br />
Decreet op <strong>het</strong> archeologisch<br />
patrimonium<br />
Landschapsatlas<br />
Beleidsvisie Harmonisch Park- en<br />
Groenbeheer<br />
provinciaal<br />
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan,<br />
provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen<br />
en inrichtingsstudies<br />
Provinciaal Natuurontwikkelingsplan<br />
(enkel provincie Antwerpen)<br />
gem<strong>een</strong>telijk<br />
Gem<strong>een</strong>telijk Ruimtelijk Structuurplan,<br />
gem<strong>een</strong>telijke ruimtelijke uitvoeringsplannen<br />
en inrichtingsstudies<br />
Gem<strong>een</strong>telijke stedenbouwkundige<br />
verordeningen<br />
Gem<strong>een</strong>telijk mobiliteitsplan<br />
16/02/1976<br />
22/09/1980<br />
09/09/1981<br />
+wijzigingen<br />
03/1976<br />
+wijzigingen<br />
16/04/1996<br />
+wijzigingen<br />
30/06/1993<br />
28/02/2003<br />
15/06/2001<br />
(<strong>voor</strong>stelling)<br />
2002<br />
Milieuconvenant (ver<strong>van</strong>gen door Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst<br />
- SO) en Gem<strong>een</strong>telijk<br />
Natuurontwikkelingsplan (GNOP)<br />
Bescherming <strong>van</strong> bepaalde in <strong>het</strong> wild levende<br />
plantensoorten, inheemse diersoorten en vogels.<br />
Regelt de bescherming, instandhouding, onderhoud en<br />
herstel <strong>van</strong> monumenten, stads- en dorpsgezichten<br />
Regelt de bescherming <strong>van</strong> landschappen en de instandhouding,<br />
<strong>het</strong> herstel en <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> beschermde<br />
landschappen, ankerplaatsen en erfgoedlandschappen.<br />
Stelt maatregelen vast <strong>voor</strong> de bevordering <strong>van</strong> de<br />
algemene landschapszorg. Ankerplaatsen kunnen worden<br />
aangeduid bij besluit <strong>van</strong> de Vlaamse regering. Wanneer<br />
de bepalingen uit de ankerplaatsen worden opgenomen in<br />
de ruimtelijke uitvoeringsplannen, spreekt men <strong>van</strong><br />
erfgoedlandschappen.<br />
Regelt de bescherming <strong>van</strong> <strong>het</strong> archeologisch patrimonium<br />
Inventaris <strong>van</strong> de landschappelijke relictgebieden:<br />
relictzones, ankerplaatsen, lijnrelicten, puntrelicten en<br />
zichten.<br />
Beleidsvisie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beleid en beheer <strong>van</strong> parken en<br />
openbaar groen<br />
Het PRS behandelt de structuurbepalende elementen op<br />
provinciaal niveau, onder meer de natuurlijke structuur en<br />
de afbakening <strong>van</strong> <strong>stedelijk</strong>e gebieden<br />
Visie op groen- en natuurontwikkeling op provinciaal<br />
niveau<br />
Het GRS behandelt de structuurbepalende elementen op<br />
gem<strong>een</strong>telijk niveau, onder meer de natuurlijke structuur<br />
Behandelen onder meer verordeningen met betrekking tot<br />
beplantingen, baangrachten en <strong>het</strong> vellen <strong>van</strong> bomen<br />
gewenste ruimtelijke en verkeersontwikkelingen <strong>van</strong>uit<br />
mobiliteitsoogpunt, samenhangende verkeersmaatregelen<br />
en ruimtelijke en ondersteunende maatregelen, concrete<br />
acties<br />
GNOP kaderde in <strong>het</strong> milieuconvenant (over<strong>een</strong>komst<br />
tussen de Vlaamse en lokale overheden) en heeft als<br />
bedoeling om op gem<strong>een</strong>telijk vlak <strong>het</strong> natuurbestand in<br />
kaart te brengen en <strong>het</strong> beleid te sc<strong>het</strong>sen dat er<strong>voor</strong> moet<br />
zorgen dat de natuur maximale overlevings- en<br />
ontplooiingskansen krijgt, meestal vertaald in specifieke<br />
acties. Milieuconvenanten zijn nu ver<strong>van</strong>gen door<br />
Samenwerkingsover<strong>een</strong>komsten (SO)
Hoe te werk gaan bij de inventarisatie <strong>van</strong><br />
juridische en beleidsmatige<br />
rand<strong>voor</strong>waarden en aanbevelingen?<br />
De wet- en regelgeving specifiek<br />
<strong>voor</strong> groen is erg beperkt. Het beheer <strong>van</strong><br />
parken komt aan bod binnen <strong>het</strong><br />
Bosdecreet. Verder zijn de principes <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
Harmonisch Park- en Groenbeheer<br />
richtinggevend <strong>voor</strong> <strong>het</strong> groenbeleid.<br />
Daarnaast geldt ook sectorale wetgeving<br />
rond natuur en water (zie tabel hiernaast).<br />
Bij <strong>het</strong> opstellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
Bas Smets Econnection<br />
2b<br />
dient echter ook met juridische en<br />
beleidselementen uit andere<br />
sectoren rekening gehouden te worden.<br />
De tabel hiernaast geeft <strong>een</strong> overzicht <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> aantal rele<strong>van</strong>te elementen die <strong>het</strong><br />
kader vormen waarin <strong>het</strong> groenbeheer in<br />
Vlaanderen zich situeert. Echter, deze tabel<br />
zal bij de opmaak <strong>van</strong> ieder individueel<br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> verder aangevuld en<br />
verfijnd moeten worden.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
plannings- en beleidscontext<br />
DOEL: INZICHT IN JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN EN AANBEVELINGEN<br />
Provincie West-Vlaanderen:<br />
model <strong>van</strong> stedenbouwkundige<br />
verordening <strong>voor</strong> lokale<br />
besturen<br />
De provincie West-Vlaanderen heeft<br />
<strong>een</strong> model <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke<br />
stedenbouwkundige verordening<br />
opgemaakt dat gem<strong>een</strong>ten kunnen<br />
gebruiken om groen in hun gem<strong>een</strong>te<br />
te beschermen of te stimuleren. In dit<br />
model worden verschillende aspecten<br />
belicht, zoals maatregelen rond de<br />
verplichting <strong>van</strong> groenaanleg bij<br />
bouwtechnische werken (groenaanleg<br />
als onderdeel <strong>van</strong> de<br />
stedenbouwkundige verordening);<br />
advies in verband met <strong>het</strong> al dan niet<br />
vergunningsplichtig maken <strong>van</strong><br />
groenaanleg (bijvoobeeld in<br />
beschermde landschappen) en<br />
verplichtingen rond <strong>het</strong> rooien <strong>van</strong><br />
houtige kleine landschapselementen.<br />
Lokale gem<strong>een</strong>tebesturen kunnen dit<br />
model opvragen bij de Provincie Westvlaanderen.<br />
JULI 09<br />
067<br />
2B
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inventaris <strong>van</strong> de provinciale beleidscontext:<br />
groenstructuurplan Tiel
plannings- en beleidscontext (uittreksels)<br />
CASE DENDERMONDE<br />
069
CASE DENDERMONDE<br />
plannings- en beleidscontext (uittreksels)
plannings- en beleidscontext (uittreksels)<br />
CASE DENDERMONDE<br />
071
CASE DENDERMONDE<br />
plannings- en beleidscontext (uittreksels)<br />
Uittreksels uit ‘Concept <strong>voor</strong> de Oude<br />
Dender tussen <strong>het</strong> nieuwe Denderkanaal<br />
en de Schelde’ (aanknooppunten <strong>voor</strong><br />
visievorming in binnenstad)
BESCHRIJVING<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
2c groenbehoefte<br />
DOEL: NAGAAN OF HUIDIG OPENBAAR GROENAANBOD VOLDOENDE GROOT IS<br />
Voor de (leef)kwaliteit is de<br />
beschikbaarheid <strong>van</strong> voldoende<br />
kwalitatief groen belangrijk. Woon- en<br />
buurtgroen moeten voldoende<br />
aanwezig zijn in de onmiddellijke<br />
nabijheid <strong>van</strong> de bewoner, terwijl de<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> grotere<br />
groen<strong>een</strong>heden en de<br />
tegemoetkoming aan bepaalde,<br />
specifieke eisen op <strong>een</strong> hoger<br />
schaalniveau ingevuld moet worden.<br />
Binnen <strong>het</strong> behoeftenonderzoek wordt<br />
de behoefte aan groen berekend op<br />
basis <strong>van</strong> functieniveaus (zie blz. 12-<br />
13 <strong>van</strong> deze handleiding).<br />
Deze kwantitatieve methodiekwerkt<br />
complementair aan <strong>het</strong> kwalitatieve<br />
onderzoek <strong>van</strong> stap 2A.<br />
Bas Smets Econnection<br />
GEWENSTE OUTPUT<br />
De oppervlakte openbaar groen die per<br />
inwoner <strong>van</strong> <strong>een</strong> statistische sector ter<br />
beschikking is.<br />
Berekening <strong>van</strong> de kwantitatieve behoefte<br />
aan openbaar groen<br />
GIS-weergave <strong>van</strong> dit groenaanbod<br />
BRONMATERIAAL<br />
bevolkingsgegevens per statistische sector<br />
kadastergegevens, topkaarten, gewestplan:<br />
basis <strong>voor</strong> omzetting <strong>van</strong> groenvlakken in<br />
shapes <strong>voor</strong> GIS-omgeving<br />
(gegevens over oppervlakte en eigendoms<br />
statuut <strong>van</strong> de groene vlakken).<br />
(inter)nationale richtnormen <strong>voor</strong> aanbod<br />
aan openbaar groen<br />
Hoewel in niet alle <strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nen <strong>een</strong> groenbehoefteanalyse wordt opgenomen, is <strong>een</strong><br />
dergelijke analyse wel aan te bevelen. De praktijk <strong>van</strong> aanbod-behoefteanalyse wordt immers ook<br />
toegepast <strong>voor</strong> andere ‘ruimtelijke’ sectoren, zoals woongebieden of bedrijventerreinen (zie<br />
gem<strong>een</strong>telijke ruimtelijke structuurplannen en afbakeningsplannen <strong>voor</strong> <strong>stedelijk</strong>e gebieden). Inzicht<br />
in de groenbehoefte kan complementair werken aan de hier<strong>voor</strong> geïnventariseerde ruimtelijke en<br />
kwalitatieve aspecten <strong>van</strong> de groenstructuur (stap 2A). Zoals eerder in deze handleiding vermeld, zijn<br />
kwantiteit en kwaliteit <strong>van</strong> groen sterk met elkaar verbonden.<br />
De kwantitatieve analyse <strong>van</strong> de groenbehoefte dient in eerste instantie indicatief gebruikt te<br />
worden. Het is <strong>een</strong> belangrijke indicator <strong>voor</strong> de nood aan (bijkomend) groen in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong>e<br />
weefsel. Als indicator mag de kwantitatieve groenbehoefte niet exclusief bekeken worden.<br />
Kwalitatieve aspecten dienen (minstens) evenwaardig bekeken te worden. In die zin dienen de<br />
verschillende aspecten <strong>van</strong> de analyse holistisch bekeken te worden om <strong>een</strong> sterke planopgave als<br />
basis <strong>voor</strong> <strong>een</strong> werkbare visievorming te kunnen opbouwen.<br />
Met andere woorden, <strong>het</strong> gepaste antwoord <strong>voor</strong> <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> <strong>een</strong> groentekort (uit de<br />
kwantitatieve groenbehoefte) kan/zal bestaan uit <strong>een</strong> goed evenwicht tussen <strong>een</strong> optimalisatie <strong>van</strong><br />
de bestaande groen<strong>voor</strong>zieningen, <strong>het</strong> strategisch omgaan met groenstructuren en -concepten en<br />
de gerichte invulling <strong>van</strong> nieuwe groenaanbod. Gelijkaardig betekent <strong>een</strong> voldoende of ruim<br />
aanbod aan bestaande groen<strong>voor</strong>zieningen niet noodzakelijk dat er g<strong>een</strong> nieuw, bijkomend aanbod<br />
gecreëerd hoeft te worden.<br />
JULI 09<br />
073<br />
2C
CASE DENDERMONDE<br />
groenbehoefte<br />
De groenbehoeftestudie heeft als doel <strong>een</strong> indicatie te geven <strong>van</strong> de<br />
eventuele tekorten aan openbaar groen op buurt-, wijk-, stadsdeel- en<br />
stadsniveau in de stad Dendermonde. De groenbehoeftestudie<br />
bestaat uit twee delen:<br />
Een analyse <strong>van</strong> de beschikbare statistische data op<br />
gem<strong>een</strong>teniveau en <strong>een</strong> vergelijking <strong>van</strong> deze statistische data<br />
met de nationale en internationale groennormen.<br />
De analyse geeft<br />
<strong>een</strong> eerste algem<strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> de kwantitatieve tekorten aan<br />
openbaar groen in Dendermonde;<br />
Een behoefteberekening naar openbaar groen in Dendermonde op<br />
basis <strong>van</strong> GIS. De groenbehoefte in GIS wordt berekend <strong>voor</strong> drie<br />
verschillende scenario's.<br />
Het totale aandeel aan openbaar groen<br />
is de som <strong>van</strong> alle sportterreinen,<br />
speelterreinen, parken en volkstuinen.<br />
De helft <strong>van</strong> de totale oppervlakte aan<br />
openbaar groen bestaat uit parken en<br />
volkstuinen, terwijl ongeveer één<br />
derde bestaat uit sportterreinen.<br />
sportterreinen<br />
speelterreinen<br />
parken<br />
volkstuinen<br />
totaal openbaar groen<br />
ha %<br />
14<br />
8<br />
17<br />
5,11<br />
45<br />
31<br />
18<br />
39<br />
11<br />
100<br />
De totale oppervlakte aan openbaar<br />
groen is vergeleken met de algemene<br />
groennorm uit de Lange Termijnplanning<br />
Groen<strong>voor</strong>ziening <strong>van</strong> 1993. Hieruit<br />
blijkt dat er <strong>een</strong> groot tekort<br />
(10,3 m²/inw) is aan openbaar groen in<br />
vergelijking met de aanbevolen<br />
richtnorm (30 m²/inw). Dit betekent dat<br />
de huidige gekadastreerde oppervlakte<br />
aan sportterreinen, speelterreinen,<br />
parken en volkstuinen ontoereikend is<br />
om aan de algemene groenbehoefte <strong>van</strong><br />
Dendermonde te voldoen. Slechts 34%<br />
<strong>van</strong> de richtnorm wordt behaald.<br />
totaal openbaar groen<br />
richtnorm LangetermijnplanningGroen<strong>voor</strong>ziening<br />
vergelijking met<br />
richtnorm<br />
m²/inw %<br />
10,3<br />
30<br />
34%<br />
1 analyse <strong>van</strong> de statistische data<br />
Voor de analyse <strong>van</strong> de statistische data met betrekking tot <strong>het</strong><br />
openbaar groen wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> kadastrale gegevens <strong>van</strong><br />
2005 en de beschikbare data uit de volkstuinenstudie <strong>van</strong> 2007.<br />
In eerste instantie zijn de oppervlaktegegevens <strong>van</strong> sportterreinen,<br />
speelterreinen, parken en volkstuinen op <strong>het</strong> grondgebied <strong>van</strong><br />
Dendermonde onderling vergeleken.<br />
Hierdoor ontstaat <strong>een</strong> beeld <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> oppervlakteaandeel <strong>van</strong> de elke functie ten opzichte <strong>van</strong> de totale<br />
oppervlakte aan openbaar groen.<br />
In tweede instantie worden de oppervlaktegegevens vergeleken met<br />
de (inter-)nationaal geldende richtnormen <strong>voor</strong> de desbetreffende<br />
functies.<br />
Hierdoor ontstaat <strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> enerzijds <strong>het</strong> algemene<br />
tekort aan openbaar groen (% t.ov. <strong>van</strong> de groennorm) en anderzijds de<br />
differentiatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groentekort <strong>van</strong> elke functie.<br />
Het algemene tekort aan openbaar kan<br />
verder worden gedifferentieerd naar<br />
functie. Uit de vergelijking <strong>van</strong> de<br />
kadastrale oppervlakte aan sportterreinen<br />
met de richtnorm uit de<br />
Planologische Kengetallen <strong>voor</strong> sportterreinen<br />
<strong>voor</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te met <strong>een</strong>zelfde<br />
bevolkingsom<strong>van</strong>g blijkt dat er<br />
<strong>een</strong> beperkt tekort (3,2 m²/inw) in<br />
vergelijking met de aanbevolen<br />
richtnorm (5,5 m²/m). 59% <strong>van</strong> de richtnorm<br />
wordt behaald.<br />
sportterreinen<br />
richtnorm <strong>voor</strong><br />
sportterreinen<br />
vergelijking met<br />
richtnorm<br />
m²/inw %<br />
3,2<br />
5,5<br />
(22 ha)<br />
59%<br />
Uit de vergelijking <strong>van</strong> de effectieve (dus<br />
niet de kadastrale) oppervlakte aan<br />
volkstuinen met de richtnorm uit de<br />
Planologische Kengetallen <strong>voor</strong> volkstuinen<br />
<strong>voor</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te met <strong>een</strong>zelfde<br />
bevolkingsom<strong>van</strong>g blijkt dat er <strong>een</strong><br />
beperkt tekort (1,2 m²/inw) is in<br />
vergelijking met de aanbevolen richtnorm<br />
(2 m²/inw). 64% <strong>van</strong> de richtnorm wordt<br />
behaald.<br />
volkstuinen<br />
richtnorm <strong>voor</strong><br />
volkstuinen<br />
vergelijking met<br />
richtnorm<br />
m²/inw %<br />
1,2<br />
2<br />
(9 ha)<br />
64%
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
2c groenbehoefte<br />
DOEL: NAGAAN OF HUIDIG OPENBAAR GROENAANBOD VOLDOENDE GROOT IS<br />
Hoe te werk gaan bij de analyse <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
huidige aanbod aan openbaar groen?<br />
Maak gebruik <strong>van</strong> de beschikbare<br />
kadastrale gegevens of beschikbare<br />
data rond oppervlakte <strong>van</strong><br />
groenvlakken uit eerdere studies.<br />
Voor de verschillende categorieën <strong>van</strong><br />
groenvlakken wordt nagegaan<br />
hoeveel oppervlakte ze innemen. Dit wil<br />
zeggen: de totale oppervlakte <strong>van</strong> alle<br />
sportterreinen, <strong>van</strong> alle parken,... wordt per<br />
categorie samengeteld. Deze gegevens<br />
kunnen onderling worden vergeleken.<br />
Hierdoor ontstaat <strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
oppervlakteaandeel <strong>van</strong> elke functie ten<br />
opzichte <strong>van</strong> de totale oppervlakte aan<br />
openbaar groen.<br />
Daarna dienen deze oppervlaktegegevens<br />
vergeleken te worden met de (inter-)<br />
nationaal geldende richtnormen <strong>voor</strong><br />
de desbetreffende functies. Hierdoor ontstaat<br />
<strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> enerzijds <strong>het</strong> algemene tekort<br />
aan openbaar groen (% t.ov. <strong>van</strong> de<br />
groennorm) en anderzijds de differentiatie <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> groentekort <strong>van</strong> elke categorie.<br />
Bas Smets Econnection<br />
METHODE<br />
De kwantitatieve groenbehoefte is gebeurd op basis <strong>van</strong> de bestaande groenstructuur<br />
en op basis <strong>van</strong> de principes en normen die uitgewerkt zijn in <strong>het</strong> Mira-S 2000-rapport<br />
en de Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening (Bron: AGENTSCHAP VOOR NATUUR<br />
EN BOS & VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL, Kaarten - Parken in Vlaanderen)..<br />
Eventuele afwijkingen of interpretaties <strong>van</strong> deze methodiek worden in volgende<br />
teksten geëxpliciteerd.<br />
Merk op: enkel <strong>het</strong> openbaar<br />
groen wordt in rekening gebracht. Dit<br />
is uiteraard maar <strong>een</strong> fractie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
totale groen in <strong>het</strong> gebied. Toch is <strong>het</strong><br />
interessant om enkel met <strong>het</strong> openbare<br />
groen te werken. Meestal is dit ook <strong>het</strong><br />
groen dat altijd (of minstens meestal)<br />
toegankelijk is, en bovendien heeft dit<br />
groen over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> de grootste<br />
gebruiksintensiteit.<br />
Praktisch gezien is <strong>het</strong> overigens ook<br />
<strong>het</strong> meest werkbaar om enkel met de<br />
openbare groen<strong>voor</strong>zieningen te<br />
werken (duidelijke kadastergrenzen en<br />
bijkomende gegevens over gebruik) en<br />
ook de internationale normeringen zijn<br />
enkel op <strong>het</strong> openbare groen gericht.<br />
Merk op:<br />
om praktische redenen<br />
wordt <strong>het</strong> onderzochte gebied<br />
meestal beperkter gehouden dan <strong>het</strong><br />
onderzoeksgebied (zie blz. 27 en<br />
volgende). Voor de groenbehoefte<br />
wordt <strong>het</strong> onderzoeksgebied meestal<br />
afgestemd op de grenzen <strong>van</strong><br />
statistische sectoren, omdat de<br />
bevolkingsgegevens ook per<br />
statistische sector beschikbaar zijn.<br />
Groennormen:<br />
Mira-S 2000 // Lange Termijnplanning<br />
Groen<strong>voor</strong>ziening:<br />
30 m² groen/inwoner<br />
Nederlandse groennorm:<br />
75 m² groen/woning<br />
JULI 09<br />
075<br />
2C
CASE DENDERMONDE<br />
groenbehoefte<br />
2 behoefteberekening<br />
De behoefteberekening naar openbaar groen in Dendermonde wordt<br />
berekend op basis <strong>van</strong> GIS. De groenbehoefte wordt berekend <strong>voor</strong><br />
drie verschillende scenario's:<br />
In <strong>het</strong> eerste scenario worden enkel de openbare parken in rekening<br />
gebracht <strong>voor</strong> de bepaling <strong>van</strong> de groenbehoefte.<br />
In <strong>het</strong> tweede scenario wordt de groenbehoefte berekend <strong>voor</strong> alle<br />
openbare parken, volkstuincomplexen en recreatiegebieden zoals<br />
weergegeven op <strong>het</strong> gewestplan.<br />
In <strong>het</strong> derde scenario wordt de groenbehoefte berekend <strong>voor</strong> alle<br />
openbare parken, volkstuincomplexen, recreatiegebieden en<br />
groene bestemmingen zoals weergegeven op <strong>het</strong> gewestplan.<br />
Het eerste scenario vormt <strong>een</strong> minimaal scenario, <strong>het</strong> tweede <strong>een</strong><br />
uitgebreid scenario en <strong>het</strong> derde <strong>een</strong> maximaal scenario.<br />
FUNCTIENIVEAU MAXIMUMAFSTAND<br />
TOT<br />
WOONOMGEVING<br />
woongroen<br />
buurtgroen<br />
wijkgroen<br />
stadsdeelgroen<br />
stadsgroen<br />
stadsgroen<br />
(stadsbos)<br />
< 150 m<br />
< 400 m<br />
< 800 m<br />
< 1600 m<br />
< 3200 m<br />
< 5000 m<br />
OPPERVLAKTE<br />
PARK<br />
< 0,5 ha<br />
0,5-5 ha<br />
5-10 ha<br />
10-60 ha<br />
60-200 ha<br />
200-300 ha<br />
Voor elk scenario worden telkens vier kaarten aangemaakt. Op basis <strong>van</strong><br />
deze gegevens wordt <strong>het</strong> aanbod vergeleken met de behoefte:<br />
Figuur (1): Situering groengebieden<br />
Kaart met topgrafische onderlegger, aanduiding <strong>van</strong> de<br />
gem<strong>een</strong>tegrenzen, de statistische sectoren en de afbakening <strong>van</strong> de<br />
groengebieden die in <strong>het</strong> desbetreffende scenario worden meegenomen<br />
<strong>voor</strong> de groenbehoefteberekening.<br />
Figuur (2): Bereik groengebieden<br />
Kaart met aanduiding <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>tegrenzen, de statistische sectoren,<br />
de afbakening <strong>van</strong> de geselecteerde groengebieden (i.f.v. <strong>het</strong> scenario)<br />
en <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de desbetreffende groengebieden. Het bereik <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
groengebied is de theoretische afstand die <strong>een</strong> bezoeker wil afleggen om<br />
<strong>een</strong> bepaald groengebied te bereiken. Deze afstand is gecorreleerd met<br />
de oppervlakte <strong>van</strong> <strong>het</strong> groengebied (zie tabel links en blz 12 <strong>van</strong> deze<br />
handleiding).<br />
Door middel <strong>van</strong> lineaire interpolaties tussen de drempelwaarden op de<br />
verschillende functieniveaus wordt <strong>het</strong> bereik berekend <strong>voor</strong> elk<br />
groengebied in functie <strong>van</strong> zijn oppervlakte. Ieder groengebied wordt<br />
daarbij als <strong>een</strong> cirkel <strong>voor</strong>gesteld waar<strong>van</strong> de straal (<strong>het</strong> bereik) berekend<br />
wordt aan de hand <strong>van</strong> de effectieve oppervlakte <strong>van</strong> <strong>het</strong> groengebied.<br />
(merk op: er wordt in deze methodologie om praktische redenen g<strong>een</strong><br />
rekening gehouden met barrières, hoewel deze <strong>een</strong> belangrijke invloed<br />
kunnen hebben op de bereikbaarheid).<br />
Figuur (3): Oppervlakte groengebied per inwoner (m²/inwoner)<br />
Kaart met aanduiding <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>tegrenzen, de afbakening <strong>van</strong> de<br />
geselecteerde groengebieden (i.f.v. <strong>het</strong> scenario) en de aanduiding <strong>van</strong><br />
de statistische sectoren. De statistische sectoren zijn ingekleurd in functie<br />
<strong>van</strong> de beschikbare groenoppervlakte per inwoner. Donkergroen staat<br />
<strong>voor</strong> statistische sector met veel groen per inwoner, lichtgroen staat <strong>voor</strong><br />
statistische sector met weinig groen per inwoner.<br />
Figuur (4): Groenaanbod in functie <strong>van</strong> bevolkingsdichtheid<br />
Kaart met aanduiding <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>tegrenzen, de afbakening <strong>van</strong> de<br />
geselecteerde groengebieden (i.f.v. <strong>het</strong> scenario) en de aanduiding <strong>van</strong><br />
de statistische sectoren. Per statistische sector wordt de beschikbare<br />
oppervlakte groengebied per inwoner, de groennorm en de<br />
bevolkingsdichtheid vergeleken.
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
2c groenbehoefte<br />
DOEL: NAGAAN OF HUIDIG OPENBAAR GROENAANBOD VOLDOENDE GROOT IS<br />
Hoe te werk gaan bij de<br />
behoefteberekening aan openbaar<br />
groen?<br />
Ga <strong>voor</strong> elk groenvlak dat in beschouwing<br />
wordt genomen (keuze afhankelijk <strong>van</strong><br />
scenario’s, zie case Dendermonde), na wat de<br />
oppervlakte en <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> <strong>het</strong> vlak is.<br />
Vergelijk deze gegevens met de spreiding <strong>van</strong><br />
de bevolking volgens statistische sectoren.<br />
Per statistische sector kan vervolgens<br />
nagegaan worden of wordt voldaan aan de<br />
minimum groennorm (uitgedrukt in minimum<br />
aantal m² per inwoner).<br />
Kaartmateriaal (in GIS) kan de resultaten<br />
inzichtelijk maken.<br />
Evaluatie/besluit <strong>van</strong> <strong>het</strong> kwantitatief<br />
behoeftenonderzoek<br />
De evaluatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> kwantitatieve<br />
behoeftenonderzoek houdt in dat <strong>het</strong><br />
groenaanbod per inwoner getoetst wordt aan<br />
de normen wat betreft groenbehoefte in de<br />
Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening.<br />
Hieruit wordt afgeleid of <strong>voor</strong> <strong>een</strong> gebied al<br />
dan niet voldoende groen <strong>voor</strong> de bewoners<br />
aanwezig is en waar de eventuele knelpunten<br />
zich <strong>voor</strong>doen.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Richtnormen <strong>voor</strong> minimaal groenaanbod in functie <strong>van</strong> de bevolkingsdichtheid<br />
(bron: Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening)<br />
bevolkingsdichtheid (inw/ha) minimaal groenaanbod (m²/inw)<br />
= 40<br />
>= 10<br />
>= 15<br />
>= 20<br />
>= 25<br />
>= 30* (40/bevolkingsdichtheid) 1<br />
1<br />
Bij <strong>een</strong> bevolkingsdichtheid <strong>van</strong> 40inw/ha of meer daalt <strong>het</strong> maximaal realiseerbare<br />
groenaanbod met toenemende bevolkingsdichtheid. Als de bevolkingsdichtheid 40 inw/ha groot<br />
is, dan wordt de drempelwaarde <strong>voor</strong> de vereiste parkoppervlakte per inwoner op 30 m²/inw<br />
gezet; als de bevolkingsdichtheid 80 inw/ha groot is, dan wordt de drempelwaarde <strong>voor</strong> de<br />
vereiste parkoppervlakte per inwoner op 15 m²/inw gezet<br />
JULI 09<br />
077<br />
2C
CASE DENDERMONDE<br />
groenbehoefte<br />
2 behoefteberekening (vervolg)<br />
Onderstaande tabel geeft <strong>een</strong> overzicht <strong>voor</strong> de codering <strong>van</strong> de<br />
verschillende combinaties.<br />
kaartcode bevolkingsdichtheid groenaanbod<br />
(inw/ha)<br />
(m²/inw)<br />
51<br />
= 10<br />
41<br />
6-15<br />
>= 15<br />
31<br />
15-25<br />
>= 20<br />
21<br />
25-40<br />
>= 25<br />
11<br />
>= 40<br />
50<br />
2 behoefteberekening (vervolg)<br />
Scenario 1 (vervolg)<br />
Kaart 2: Bereik groengebieden<br />
Kaart 3: Oppervlakte groengebied per inwoner<br />
In <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong> Dendermonde hebben de statistische sectoren ten<br />
noorden <strong>van</strong> de Oude Dender (Ter Berm, Dendermonde O.L-Vrouw, en<br />
Het Schijf) <strong>het</strong> meest openbaar groen per inwoner (90-120 m²/inw),<br />
evenals de statistische sectoren Ouburg en Varenberg in de<br />
deelgem<strong>een</strong>te Oudegem.<br />
Kaart 4: Groenaanbod in functie <strong>van</strong> bevolkingsdichtheid<br />
Besluit scenario 1:<br />
In dit scenario heeft ongeveer ¼ <strong>van</strong> <strong>het</strong> grondgebied <strong>van</strong> Dendermonde<br />
<strong>een</strong> voldoende groenaanbod. Het betreft <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong> Dendermonde<br />
(historische kern + 19de en 20ste eeuwse woonwijken), de<br />
deelgem<strong>een</strong>ten Appels en Oudegem en <strong>het</strong> zuidelijke deel <strong>van</strong><br />
Grembergen.<br />
CASE DENDERMONDE<br />
groenbehoefte<br />
079
CASE DENDERMONDE<br />
groenbehoefte<br />
2 behoefteberekening (vervolg)<br />
Scenario 2<br />
In dit tweede scenario wordt de groenbehoefte berekend <strong>voor</strong> de<br />
openbare parken,devolkstuincomplexen enderecreatiegebieden<br />
op <strong>het</strong> gewestplan. Het betreft volgende recreatiegebieden op <strong>het</strong><br />
gewestplan:<br />
Recreatiegebieden (code 0400)<br />
Gebieden <strong>voor</strong> dagrecreatie (code 0401)<br />
Kaart 1: Situering groengebieden<br />
Het betreft in totaal 28 groengebieden. Het merendeel <strong>van</strong> de<br />
groengebieden is gelegen in en rondom <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong><br />
Dendermonde. Een groengebied met <strong>een</strong> belangrijke invloed op de<br />
behoefteberekening is <strong>het</strong> meersengebied Meerdam in de bocht <strong>van</strong> de<br />
Dender. Dit groengebied is op gewestplan bestemd als recreatiegebied<br />
heeft als gevolg <strong>van</strong> zijn oppervlakte (71 ha) <strong>een</strong> groot bereik (2200m).<br />
Kaart 2: Bereik groengebieden
2 behoefteberekening (vervolg)<br />
Scenario 2 (vervolg)<br />
Kaart 3: Oppervlakte groengebied per inwoner<br />
Nagenoeg <strong>het</strong> volledige centrum <strong>van</strong> Dendermonde en de deelgem<strong>een</strong>te<br />
Oudegem kennen <strong>een</strong> hoge dichtheid aan openbaar groen (120-240<br />
m²/inw), evenals de statistische sectoren Ouburg en Varenberg in de<br />
deelgem<strong>een</strong>te Oudegem.<br />
Kaart 4: Groenaanbod in functie <strong>van</strong> bevolkingsdichtheid<br />
Besluit scenario 2:<br />
In dit scenario heeft ongeveer de helft <strong>van</strong> grondgebied <strong>van</strong><br />
Dendermonde <strong>een</strong> voldoende groenaanbod. Een belangrijke<br />
kanttekening hierbij is <strong>het</strong> recreatiegebied Meerdam. Op de kaart beslaat<br />
<strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> Meerdam <strong>een</strong> groot gedeelte <strong>van</strong> de deelgem<strong>een</strong>te<br />
<strong>voor</strong>beeld Grembergen, <strong>van</strong> ruimtelijke terwijl in realiteit typologieën de Dender (deelgebieden):<br />
<strong>een</strong> belangrijke barrière <strong>voor</strong> de<br />
Integraal bereikbaarheid plan Openbare er<strong>van</strong>. Hierdoor ruimtebeslaat Gent <strong>het</strong> effectieve bereik enkel de<br />
zuidzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> groengebied.<br />
CASE DENDERMONDE<br />
groenbehoefte<br />
081
CASE DENDERMONDE<br />
groenbehoefte<br />
2 behoefteberekening (vervolg)<br />
Scenario 3<br />
In dit scenario wordt de groenbehoefte berekend <strong>voor</strong> de openbare<br />
parken,de volkstuincomplexen,derecreatiegebieden op <strong>het</strong><br />
gewestplan en onderstaande groene bestemmingen op <strong>het</strong><br />
gewestplan:<br />
Groengebieden (code 0700)<br />
Natuurgebieden (code 701)<br />
Groengebieden met vissershutten (code 0733)<br />
Bosgebieden (code 0800)<br />
Bufferzones (code 0600), natuurgebieden met wetenschappelijke<br />
waarde of natuurreservaten (code 0702) en bosgebieden met<br />
ecologisch belang zijn niet meegenomen in de behoefteberekening.<br />
Kaart 1: Situering groengebieden<br />
Het betreft in totaal 65 groengebieden. De groengebieden zijn tamelijk<br />
evenwichtig gespreid over <strong>het</strong> volledige grondgebeid <strong>van</strong><br />
Dendermonde. De grote groengebieden met <strong>een</strong> groot bereik zijn<br />
gelegen in de Scheldevallei. Het betreft <strong>een</strong> deel <strong>van</strong> de<br />
Vlassenbroekse Polder en <strong>het</strong> Grembergen-broek. In <strong>het</strong> zuiden is de<br />
vallei <strong>van</strong> de Grote Beek <strong>een</strong> groengebied met <strong>een</strong> belangrijke invloed op<br />
de behoefteberekening.<br />
Kaart 2: Bereik groengebieden
2 behoefteberekening (vervolg)<br />
Scenario 3 (vervolg)<br />
Kaart 4: Groenaanbod in functie <strong>van</strong> bevolkingsdichtheid<br />
Besluit scenario 3:<br />
In dit scenario heeft nagenoeg <strong>het</strong> volledige grondgebied <strong>van</strong><br />
Dendermonde <strong>een</strong> voldoende groenaanbod. Concreet betekent dit dat<br />
indien alle recreatiegebieden en alle groen- natuur-, en bosgebieden op<br />
<strong>het</strong> gewestplan publiek toegankelijk zouden worden gemaakt <strong>het</strong> huidige<br />
<strong>voor</strong>beeld tekort aan openbaar <strong>van</strong> ruimtelijke groen typologieën is ingelost. (deelgebieden):<br />
Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />
CASE DENDERMONDE<br />
groenbehoefte<br />
083
KNELPUNTEN<br />
Beperkte bereikbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen <strong>voor</strong> verschillende<br />
vervoersmodi (met grootste aandacht <strong>voor</strong> langzaam verkeer<br />
en openbaar vervoer);<br />
Barrières <strong>voor</strong> de natuurlijke ontwikkeling (spoorlijnen, kanalen,<br />
wegen, bruggen, viaducten, rivieren/duikers,...);<br />
Onderbroken of niet consequent doorgezette lijnen of<br />
verbindingen;<br />
Te kleine dimensies <strong>van</strong> de groengebieden, ook beperkte<br />
breedte <strong>van</strong> de groenassen (versnippering,<br />
soortenarmoede,...);<br />
Te lage natuurlijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen;<br />
Te beperkt aanbod groen <strong>voor</strong> recreatief gebruik (aanbod<br />
voldoet niet aan behoefte);<br />
Te weinig verspreid aanbod aan groen;<br />
te weinig gevarieerd aanbod aan groen;<br />
Aanbod aan groen is te weinig toegankelijk, met als gevolg <strong>een</strong><br />
te hoge gebruiksintensiteit in <strong>het</strong> toegankelijke groen (wat op<br />
zijn beurt leidt tot verstoring <strong>van</strong> natuurwaarden);<br />
G<strong>een</strong> of weinig (groene) identiteitsdragers, beperkte<br />
beeldwaarde <strong>van</strong> <strong>het</strong> huidige groen, visuele<br />
‘aanwezigheid’ <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> groen op strategische plaatsen (ter hoogte <strong>van</strong> stations,<br />
spoor- of snelwegen, op- en afritten, invalswegen naar <strong>het</strong><br />
centrum,...);<br />
Relatie tussen bebouwde omgeving en landschap is niet ideaal:<br />
bij<strong>voor</strong>beeld de bebouwde omgeving keert zich af <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
omgevende landschap, gebrek aan verbindingen,…;<br />
Eigendomssituatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen: indien in handen <strong>van</strong> derden:<br />
moeilijker te beheren/ontwikkelen / ook moeilijkheden met<br />
gem<strong>een</strong>tegrensoverschrijdende groengebieden;<br />
Ontevredenheid bij gebruikers, bezoekers of lokale actoren in<br />
verband met de groenstructuur;<br />
...<br />
als de hier gepresenteerde knelpunten niet <strong>voor</strong>komen in <strong>het</strong><br />
onderzoeksgebied, of juist <strong>het</strong> tegendeel geldig is, kan dit<br />
aangeduid worden als kwaliteiten.<br />
BEDREIGINGEN<br />
Barrières <strong>voor</strong> de realisatie <strong>van</strong> de gewenste groengebieden uit<br />
de plannings- en beleidscontext ( spoorlijnen, kanalen, wegen,<br />
bruggen, viaducten, rivieren/duikers,...);<br />
Relatie tussen bebouwde omgeving en landschap wordt<br />
bedreigd: bij<strong>voor</strong>beeld toekomstplannen waarbij de gem<strong>een</strong>te<br />
uitbreidt in landschappelijk niet geschikte gebieden;<br />
Geplande infrastructurele of stedenbouwkundige plannen met<br />
<strong>een</strong> mogelijke negatieve impact op de groenstructuur;<br />
weinig beschermd groen;<br />
...<br />
KANSEN<br />
veel geplande bijkomende groen<strong>voor</strong>zieningen in de planningsen<br />
beleidscontext;<br />
Geplande infrastructurele of stedenbouwkundige plannen waar<br />
groen <strong>een</strong> structurerende rol kan spelen;<br />
...<br />
<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> knelpunten/kwaliteiten, kansen en bedreigingen <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />
(niet limitatief)
BESCHRIJVING<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
2d<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
evaluatie en planopgave<br />
DOEL: INZICHT IN KNELPUNTEN, RANDVOORWAARDEN, KANSEN IN HET ONDERZOEKSGEBIED<br />
In deze laatste fase <strong>van</strong> stap 2 wordt al<br />
de verzamelde informatie vertaald<br />
naar <strong>een</strong> duidelijke planopgave.<br />
Er<br />
wordt antwoord gezocht op vragen als:<br />
wat is te behouden? Wat zijn<br />
knelpunten in de groenstructuur?<br />
Door de bestaande groenstructuur te<br />
evalueren, uit de plannings- en<br />
beleidscontext de belangrijkste<br />
rand<strong>voor</strong>waarden, kansen en<br />
bedreigingen te destilleren en door de<br />
evaluatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> eventuele tekort aan<br />
groen, kan <strong>een</strong> planopgave <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
onderzoeksgebied worden opgemaakt.<br />
Deze planopgave vormt de overstap<br />
naar de visie (stap 3). Desgewenst<br />
kan ook <strong>een</strong> bevraging bij betrokken<br />
partijen (gem<strong>een</strong>telijke diensten,<br />
bewoners, bezoekers,...) input geven<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> de<br />
planopgave.<br />
Bas Smets Econnection<br />
GEWENSTE OUTPUT<br />
(kernachtig) overzicht <strong>van</strong>:<br />
kwaliteiten (waarden) in de huidige groen- en<br />
ruimtelijke structuur<br />
knelpunten in de huidige groen- en<br />
ruimtelijke structuur<br />
kansen (potenties) <strong>voor</strong>tvloeiend uit de huidige<br />
groen- en ruimtelijke structuur en uit de<br />
rand<strong>voor</strong>waarden uit de beleids- en<br />
planningscontext<br />
bedreigingen <strong>voor</strong>tvloeiend uit de huidige<br />
groen- en ruimtelijke structuur en uit de<br />
rand<strong>voor</strong>waarden uit de beleids- en<br />
planningscontext<br />
als overstap naar de<br />
visievorming (stap3)<br />
Voor de evaluatie en planopgave<br />
grijpen we terug naar de <strong>voor</strong>gaande<br />
stappen. Bedoeling is om in deze stap<br />
<strong>een</strong> kernachtig overzicht te geven <strong>van</strong><br />
kwaliteiten, knelpunten, kansen en<br />
bedreigingen. Dit kan gebeuren aan de<br />
hand <strong>van</strong> <strong>een</strong> puntsgewijze<br />
opsomming.<br />
Hier<strong>voor</strong> kan opnieuw gebruik gemaakt<br />
worden <strong>van</strong> de overkoepelende<br />
thema’s:<br />
natuurlijkheid en ecologische<br />
kwaliteiten;<br />
landschappelijke en cultuurhistorische<br />
waarde;<br />
gebruikswaarde;<br />
bestaande ruimtelijke structuur;<br />
bestaande groenstructuur;<br />
rand<strong>voor</strong>waarden uit de beleids- en<br />
planningscontext;<br />
evaluatie <strong>van</strong> de kwantitatieve<br />
behoefte.<br />
JULI 09<br />
085<br />
2D
CASE DENDERMONDE<br />
evaluatie en planopgave<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> synthesekaarten <strong>van</strong> de planopgave:<br />
groenstructuurplan Tiel<br />
De belangrijkste knelpunten en potenties <strong>voor</strong> de onderzochte<br />
systemen, de planningscontext en <strong>het</strong> groenbehoeftenonderzoek<br />
vormen de basis <strong>voor</strong> de planningsopgave. Deze omvat:<br />
integraal waterbeheer <strong>van</strong> de waterlopen met aandacht <strong>voor</strong> zowel<br />
waterkwaliteit als waterkwantiteit;<br />
ontsnippering <strong>van</strong> <strong>het</strong> ecologisch, landschappelijk en recreatief systeem;<br />
opwaarderen milieukwaliteit;<br />
aangepast (groen)beheer conform doelstellingen Harmonisch Park- en<br />
Groenbeheer;<br />
afstemming op beheerplannen en toekomstige natuurrichtplannen,<br />
instandhoudingsdoelstellingen en eventuele bosuitbreiding;<br />
visie omtrent de bufferzones rond bedrijventerreinen, meer bepaald<br />
uitbreiding <strong>van</strong> bedrijventerrein Hoogveld;<br />
opwaarderen en uitbreiden <strong>van</strong> <strong>het</strong> 'langzaam' recreatief netwerk;<br />
voldoende aanbod <strong>van</strong> volkstuinen;<br />
er is <strong>een</strong> voldoende aanbod aan groen <strong>voor</strong> wat betreft <strong>het</strong> centrumgebied<br />
<strong>van</strong> Dendermonde, maar de bereikbaarheid dient geoptimaliseerd te<br />
worden;<br />
verhogen <strong>van</strong> de verkeersleesbaarheid door verkeersgeleidende<br />
groenstructuren;<br />
verhogen toegankelijkheid en beleefbaarheid (landbouw)landschappen;<br />
aanleg, inrichting en beheer <strong>van</strong> landschapselementen volgens<br />
landschapskenmerkende typologie;<br />
opportuniteiten door aansluiting op Sigmaplan, terug openmaken <strong>van</strong><br />
delen <strong>van</strong> de Oude Dender tussen <strong>het</strong> Nieuwe Denderkanaal en de<br />
Schelde, de aanleg <strong>van</strong> overstromingsgebieden langs de Dender, <strong>het</strong><br />
fietsroutenetwerk, de herinrichting <strong>van</strong> de N17, Schelde-Landschapspark,<br />
enz.
Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong><br />
de planopgave?<br />
De punten, lijnen en vlakken die in de<br />
<strong>voor</strong>gaande analyses hoog gewaardeerd<br />
werden (zie blz. 39, 47 en 49 <strong>van</strong> deze<br />
handleiding), komen in deze evaluatie naar<br />
<strong>voor</strong> als minstens te behouden kwaliteiten.<br />
Missing links, verstorende elementen en<br />
dergelijke kunnen worden geduid als<br />
knelpunten.<br />
Ook word gepoogd om de achterliggende<br />
oorzaken te achterhalen <strong>van</strong> bepaalde<br />
knelpunten.<br />
Zo wordt de natuurlijke en ecologische<br />
kwaliteit grotendeels bepaald door volgende<br />
factoren:<br />
beschikbare ruimte en dimensies (breedte<br />
en lengte) <strong>van</strong> de (punten,) lijnen en<br />
vlakken;<br />
menselijk ingrijpen (gebruik);<br />
<strong>het</strong> beheer;<br />
de samenhang tussen de groengebieden<br />
onderling en met <strong>het</strong> buitengebied. Groene<br />
verbindingen zijn dus uitermate belangrijk<br />
<strong>voor</strong> de natuurlijke en ecologische kwaliteit<br />
<strong>van</strong> de groenstructuur.<br />
Bas Smets Econnection<br />
De gem<strong>een</strong>telijke overheid kan ingrijpen op<br />
elk <strong>van</strong> die factoren, maar <strong>voor</strong>al de laatste<br />
twee factoren zijn <strong>het</strong> gemakkelijkst te<br />
realiseren. Het vergroten <strong>van</strong> de<br />
oppervlakte/breedte <strong>van</strong> gebieden of lijnen<br />
is niet altijd mogelijk door <strong>het</strong> beperkt<br />
aanbod aan beschikbare ruimte. Menselijk<br />
gebruik is tot op zekere hoogte te sturen,<br />
maar controle op oneigenlijk gebruik is<br />
moeilijk.<br />
Verbindingen daarentegen kunnen vaak met<br />
beperkte middelen uitgebouwd of versterkt<br />
worden en beheer is meestal volledig in<br />
handen <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke overheid. Het<br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet zo <strong>voor</strong>al kansen<br />
duidelijk maken die relatief <strong>een</strong>voudig<br />
kunnen leiden tot de gewenste<br />
groenstructuur. Hierbij dient aandacht uit te<br />
gaan naar de dimensies en ecologische<br />
inrichting <strong>van</strong> deze verbindingen om als<br />
ecologische corridor te kunnen functioneren<br />
(zie ondermeer blz. 46: TOVER).<br />
Bij de evaluatie <strong>van</strong> de plannings- en<br />
beleidscontext kan nagegaan worden of de<br />
geformuleerde beleidsdoelstellingen<br />
doorwerken in de bestaande groenstructuur,<br />
en of de in de beleidscontext vastgelegde<br />
groene bestemmingen volledig gerealiseerd<br />
zijn.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
2d<br />
STAP 2 ANALYSE<br />
evaluatie en planopgave<br />
DOEL: INZICHT IN KNELPUNTEN, RANDVOORWAARDEN, KANSEN IN HET ONDERZOEKSGEBIED<br />
Bij <strong>voor</strong>keur worden de kwaliteiten,<br />
knelpunten, kansen en bedreigingen<br />
zowel in woord én beeld<br />
samengevat.<br />
Een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
synthesekaart is weergegeven op de<br />
bladzijde hiernaast.<br />
JULI 09<br />
087<br />
2D
MODEL GROENSTRUCTUURPLAN<br />
CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />
basis groentypologie:<br />
catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />
VISIE<br />
ALGEMENE VISIE,<br />
DOELSTELLINGEN<br />
EN UITGANGSPUNTEN<br />
* cf. duurzaamheidsaspecten<br />
oplossingen per groentypologie<br />
1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />
2ANALYSE<br />
2.A. Bestaande groenstructuur<br />
(BGS)<br />
3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
4. ACTIEPLAN<br />
1.A. projectgebied<br />
1.B. onderzoeksgebied<br />
evaluatie<br />
evaluatie evaluatie<br />
{<br />
3.A. plekspecifieke strategieën<br />
4.A. financiering<br />
4.D. prioritering en fasering<br />
2.B. Plannings- en<br />
beleidscontext<br />
1.A<br />
planopgave<br />
3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />
1.B<br />
2.C. Behoeftenonderzoek<br />
inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />
(groenontwikkeling en -<br />
transformatie)<br />
beheersmaatregelen<br />
terugkoppeling naar<br />
beleid/planningscontext<br />
flankerende maatregelen
6<br />
Stap 3<br />
VISIE- EN CONCEPTVORMING
BESCHRIJVING<br />
STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />
Op basis <strong>van</strong><br />
de aanwezige waarden en potenties;<br />
<strong>het</strong> beleid;<br />
de groenbehoefte;<br />
de wensen <strong>van</strong> de betrokken partijen<br />
wordt <strong>een</strong> streefbeeld <strong>voor</strong> de<br />
groenstructuur opgemaakt. Dit<br />
streefbeeld gaat zowel in op de<br />
gewenste groenstructuur zelf, als op<br />
inrichting- en beheersmaatregelen. De<br />
tekstuele visie wordt bij <strong>voor</strong>keur ook<br />
in <strong>een</strong> synt<strong>het</strong>iserend beeld<br />
<strong>voor</strong>gesteld. Dit beeld kan <strong>een</strong> sc<strong>het</strong>s<br />
zijn <strong>van</strong> de gewenste groenstructuur,<br />
met aanduiding <strong>van</strong> huidige en<br />
gewenste:<br />
grote groengebieden (vlakken);<br />
groenassen (lijnen);<br />
specifieke puntvormige<br />
groenelementen;<br />
deelgebieden met verschillende<br />
groentypologie.<br />
De gewenste groenstructuur dient op<br />
elk <strong>van</strong> deze vier niveaus uitspraak te<br />
doen.<br />
Bas Smets Econnection<br />
GEWENSTE OUTPUT<br />
algemene doelstellingen en visie<br />
plekspecifieke strategieën<br />
plekspecifieke typologie-oplossingen<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
aandacht <strong>voor</strong> plekspecifieke<br />
oplossingen<br />
In de <strong>voor</strong>gaande analysestappen<br />
hebben we veel aandacht besteed aan<br />
<strong>het</strong> detecteren <strong>van</strong> specifieke typeelementen<br />
<strong>van</strong> de groenstructuur<br />
(vlakken, lijnen en punten) en aan <strong>het</strong><br />
detecteren <strong>van</strong> typologieën en<br />
deelgebieden.<br />
Deze typologieën vormen de basis <strong>voor</strong><br />
<strong>een</strong> plekspecifieke visievorming: <strong>voor</strong><br />
elke onderscheiden groentypologie,<br />
maar ook <strong>voor</strong> de gedetecteerde<br />
deelgebieden en bijzondere plekken<br />
wordt <strong>een</strong> visie en type-oplossingen<br />
<strong>voor</strong>gesteld.<br />
JULI 09<br />
091
De doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenstructuurplan Tiel worden<br />
samengevat in <strong>het</strong> motto 'zichtbaar<br />
landschap,<br />
leesbare stad'.<br />
De klemtoon ligt op <strong>het</strong> verbinden <strong>van</strong> de stad en <strong>het</strong><br />
omliggende landschap, en op <strong>het</strong> 'binnentrekken' <strong>van</strong> dit<br />
landschap in de stad zelf. Bovendien worden de<br />
landschappelijke structuren als uitgangspunt <strong>voor</strong> de verdere<br />
ruimtelijke ontwikkeling <strong>van</strong> de stad genomen.<br />
a/ landschappelijke structuur als basis <strong>voor</strong><br />
ontwikkelingen<br />
Natte komgronden en uiterwaarden vormen g<strong>een</strong> goede<br />
bouwlocaties. Dit zijn niet enkel risicozones <strong>voor</strong><br />
overstromingen, maar zijn ook <strong>voor</strong> de natuurlijke en<br />
landschappelijke structuur <strong>van</strong> belang door hun openheid en<br />
natuurwaarden. Stedelijke uitbreidingen worden bijgevolg<br />
maximaal op de hoger gelegen gronden <strong>voor</strong>zien, terwijl de<br />
lager geleden gronden landschappelijk, recreatief en natuurlijk<br />
versterkt worden.<br />
b/ benutten <strong>van</strong> bestaande landschappelijke<br />
waarden en relaties<br />
De landschappelijke lintdorpen dienen als groene assen<br />
versterkt te worden. Hierbij moeten de landschappelijke<br />
kenmerken <strong>van</strong> de omgeving (kleinschalige perceelsstructuur,<br />
groene coulissen, aanwezigheid <strong>van</strong> bloesembomen,…)<br />
maximaal worden benut. Daarnaast is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang om op<br />
strategische plaatsen '<strong>stedelijk</strong>e balkons' te realiseren, waarbij<br />
<strong>het</strong> landschap wordt gebruikt om de stad aan zijn omgeving te<br />
presenteren. Ook worden <strong>voor</strong>stellen gedaan om de overgang<br />
<strong>van</strong> stad naar land te verzachten, bij<strong>voor</strong>beeld door<br />
waterbeheer- en recreatieve <strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />
bedrijventerrein te <strong>voor</strong>zien in de overgangszone naar de<br />
open ruimte.<br />
c/ infrastructuur als visitekaartje<br />
Snel- en spoorwegen worden maximaal ontwikkeld als groene<br />
ruggengraat, met zowel <strong>een</strong> recreatieve als ecologische<br />
betekenis. Groene spoorbermen dienen <strong>een</strong> representatieve<br />
begeleiding door Tiel naar <strong>het</strong> stationsgebied te zijn. De<br />
stationsomgeving zelf wordt verder uitgebouwd als<br />
hoogwaardige openbare ruimte met slechts gedeeltelijk <strong>een</strong><br />
groene invulling.<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> doelstellingen (algem<strong>een</strong> en plekspecifiek):<br />
groenstructuurplan Tiel<br />
De andere wegen worden onderverdeeld in drie typen:<br />
De lussen, met <strong>een</strong> te ontwikkelen beeld <strong>van</strong> zeer landschappelijk tot hoog<strong>stedelijk</strong>;<br />
Landschappelijke wegen als <strong>stedelijk</strong>e uitvalswegen naar <strong>het</strong> landschap;<br />
Overige hoofdwegen met <strong>een</strong> herkenbaar, <strong>een</strong>duidig consequent beeld over <strong>het</strong> hele traject.<br />
Strategische punten langs de wegen worden uitgebouwd als stadsentrees of poorten. Groen speelt<br />
ook hierbij <strong>een</strong> belangrijke rol<br />
d/ versterken <strong>van</strong> de interne structuur<br />
Dit uitgangspunt richt zich op <strong>het</strong> versterken <strong>van</strong> de onderscheidende kenmerken <strong>van</strong> de wijken, om<br />
te komen tot <strong>een</strong> minder diffuus <strong>stedelijk</strong> weefsel, en <strong>het</strong> versterken <strong>van</strong> de landschappelijke en<br />
overige lijnen tussen stad en open ruimte. Deze lijnen krijgen zowel <strong>een</strong> recreatieve als in sommige<br />
gevallen <strong>een</strong> ecologische betekenis.
Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong><br />
algemene uitgangspunten en<br />
doelstellingen?<br />
Bedoeling is om de knelpunten op te lossen,<br />
de kwaliteiten minstens te behouden en<br />
waar nodig verder te versterken, de kansen<br />
optimaal te benutten en de bedreigingen te<br />
milderen.<br />
Het formuleren <strong>van</strong> de uitgangspunten en<br />
doelstellingen heeft dus <strong>een</strong> directe<br />
relatie met de planopgave.<br />
Probeer de doelstellingen ook<br />
maximaal af te stemmen op de 6 pijlers<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> Harmonisch Park- en<br />
Groenbeheer. Deze pijlers zijn<br />
weergegeven op blz. 23 <strong>van</strong> deze<br />
handleiding.<br />
Bas Smets Econnection<br />
STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> algemene<br />
uitgangspunten en doelstellingen (niet<br />
limitatief):<br />
Verhogen <strong>van</strong> de kwaliteit en kwantiteit <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
openbare groen, in samenhang met <strong>het</strong><br />
landschap en de ruimtelijke opbouw <strong>van</strong> de<br />
gem<strong>een</strong>te. De lokale potenties vormen hierbij de<br />
basis;<br />
Vergroten <strong>van</strong> de herkenbaarheid, identiteit,<br />
beeldkwaliteit en landschappelijke beleving <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> groen;<br />
Tegengaan <strong>van</strong> versnippering;<br />
De 'onderlegger' en ontstaanswijze <strong>van</strong> de<br />
gem<strong>een</strong>te zijn afleesbaar uit <strong>het</strong> beeld <strong>van</strong> de<br />
stad en zijn omgeving;<br />
Het behoud en versterken <strong>van</strong> de<br />
cultuurhistorische waardevolle elementen;<br />
Verhogen <strong>van</strong> de soortenrijkdom, <strong>een</strong><br />
groenstructuur als versterking <strong>van</strong> de<br />
ecologische infrastructuur, met voldoende<br />
oppervlakte aan natuurlijke gebieden,<br />
voldoende ecologische verbindingen en <strong>een</strong><br />
aangepast beheer;<br />
(Al dan niet) versterken <strong>van</strong> <strong>het</strong> contrast<br />
bebouwde-open ruimte aan de randen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
bebouwd gebied;<br />
Ontwikkelen <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur doorh<strong>een</strong><br />
de gem<strong>een</strong>te, met <strong>een</strong><br />
natuurverbindingsfunctie en met aandacht <strong>voor</strong><br />
water in de gem<strong>een</strong>te;<br />
Voldoen aan de groenbehoefte op buurt-, wijk,<br />
stadsdeel, stads- en gem<strong>een</strong>telijk niveau;<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
Zonering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen naar<br />
draagkracht <strong>van</strong> de ruimtelijke typologiëen en<br />
intensiteit <strong>van</strong> gebruik. Een goede verhouding<br />
tussen de verschillende zones is <strong>van</strong> groot<br />
belang <strong>voor</strong> <strong>een</strong> optimaal woongenot;<br />
Ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> multifunctionele<br />
groenstructuur;<br />
Een aangename leefomgeving scheppen en <strong>het</strong><br />
versterken <strong>van</strong> de eigenheid <strong>van</strong> de wijken;<br />
Een groen netwerk ontwikkelen <strong>voor</strong> fietsers en<br />
voetgangers;<br />
Efficiënt en duurzaam beheer en inrichting <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> openbaar groen. De soorten worden<br />
afgestemd op de bodemgesteldheid binnen de<br />
gem<strong>een</strong>te;<br />
Groen meer bereikbaar maken;<br />
Aanzet geven <strong>voor</strong> de incorporatie <strong>van</strong> groen bij<br />
inrichtingsplannen <strong>voor</strong> de publieke ruimte en<br />
andere ruimtelijke projecten;<br />
compacte stad / gedeconcentreerde bundeling<br />
als ruimtelijk ontwikkelingsprincipe (deze<br />
doelstelling moet gelinkt worden aan<br />
doelstellingen uit <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk of<br />
provinciaal ruimtelijk structuurplan);<br />
multifunctionaliteit , verzoenen <strong>van</strong><br />
verschillende groenfuncties;<br />
inschakelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>een</strong><br />
langzaamverkeersnetwerk en/of<br />
speelruimteweefsel,...;<br />
...<br />
JULI 09<br />
093
Uitgangspunten in <strong>het</strong> groenstructuurplan<br />
Arnhem<br />
De doelstellingen worden samengevat in <strong>een</strong><br />
aantal motto’s:<br />
Bewaren en versterken;<br />
Zuinig omgaan met bestaande en potentiële<br />
kwaliteiten;<br />
Groen blijft groen;<br />
Kansen benutten;<br />
Alles op zijn plaats;<br />
Tegengaan <strong>van</strong> versnippering;<br />
Schoon en netjes;<br />
Beheer afgestemd op streefbeeld.<br />
Mogelijke strategieën <strong>voor</strong> lijnen<br />
Bestaande verbindingen opwaarderen en waar<br />
nodig verbreden (bomenlanen, aanpassen <strong>van</strong><br />
verkeerspunten). Zowel <strong>voor</strong> recreanten als <strong>voor</strong><br />
dieren is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
<strong>een</strong> minimale breedte <strong>voor</strong> de groene assen e<br />
bepalen.<br />
Mogelijke doelstellingen en strategieën in de bebouwde omgeving<br />
<strong>het</strong> plaatselijk intensiveren <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen;<br />
de gebruikswaarde, toegankelijkheid en/of bereikbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen verhogen. Dit laatste dient te gebeuren<br />
door barrières weg te werken. Om de toegankelijkheid te verhogen, is <strong>het</strong> mogelijk noodzakelijk dat de gem<strong>een</strong>te<br />
afstemt met eigenaars of indien nodig grondpositie verwerft;<br />
Bij projectontwikkelingen binnen de bebouwde kom kunnen minimale percentages openbaar groen/speelruimte<br />
opgelegd worden (<strong>voor</strong>beelden in Nederland gaan uit <strong>van</strong> 30 tot 75m²/woning);<br />
Naast deze kwantitatieve norm, kunnen ook meer kwalitatieve normeringen worden opgenomen in<br />
bestemmingsplannen (<strong>voor</strong> elk project afzonderlijk) of gem<strong>een</strong>telijke verordeningen (bepalen <strong>van</strong> <strong>een</strong> algem<strong>een</strong><br />
kwaliteitsniveau <strong>voor</strong> groen, bij<strong>voor</strong>beeld regels mbt geveltuinen en bloembakken, zie figuur Gent);<br />
de multifunctionaliteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen verhogen: <strong>een</strong> variatie aan belevingskwaliteiten (ruimtelijkheid, natuurlijkheid,<br />
cultuur en historie, rust en stilte, uitrusting,..) inspireert tot <strong>een</strong> waaier aan activiteiten (spel, recreatie,<br />
natuurstudie,…) en tal <strong>van</strong> andere functies (natuurontwikkeling, buffering, klimaatregeling,...);<br />
geveltuinen, groendaken,... zijn relatief ‘<strong>een</strong>voudige’ maar effectieve inrichtingsmaatregelen in <strong>een</strong><br />
(dicht)bebouwde omgeving.<br />
De realisatie <strong>van</strong> groene verbindingen is gericht<br />
op <strong>het</strong> behoud, herstel en de nieuwe aanplant<br />
<strong>van</strong> houtsingels, houtwallen en/of bomen, oevers,<br />
grasstroken,…. Dit kan op eigen initiatief <strong>van</strong> de<br />
gem<strong>een</strong>te gebeuren, maar kan ook gebeuren<br />
door <strong>het</strong> stimuleren <strong>van</strong> particulieren. Mogelijke typologie-oplossingen in de<br />
bebouwde kom:<br />
visie op geveltuinen en bloembakken,<br />
Integraal plan<br />
Openbaar Domein Gent
Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong><br />
plekspecifieke uitgangspunten en<br />
doelstellingen?<br />
Een praktische insteek is <strong>het</strong> formuleren<br />
<strong>van</strong> doelstellingen <strong>voor</strong> minstens volgende<br />
deelgebieden of deelelementen:<br />
<strong>het</strong> groen binnen <strong>het</strong> bebouwde<br />
gebied.<br />
Binnen <strong>het</strong> bebouwde gebied kan<br />
nog onderscheid gemaakt worden naar<br />
deelgebieden (op basis <strong>van</strong> verschillende<br />
typologieën, zie blz. 95 e.v. <strong>van</strong> deze<br />
handleiding) en bijzondere plekken;<br />
de groene verbindingen<br />
(lijnelementen), die niet enkel groene<br />
elementen binnen <strong>het</strong> bebouwde gebied<br />
verbinden, maar ook verbindingen maken<br />
tussen <strong>het</strong> bebouwde gebied en de open<br />
ruimte. Onderscheid kan worden gemaakt<br />
naargelang de functie/schaal/gebruik/locatie<br />
<strong>van</strong> de lijnelementen;<br />
<strong>het</strong> groen rond de bebouwde ruimte<br />
(dus in de open ruimte). Ook hier kan<br />
desgewenst onderscheid gemaakt worden<br />
in deelgebieden en bijzondere plekken.<br />
Bas Smets Econnection<br />
STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />
“Beter groen binnen de bebouwde<br />
kom”<br />
Dit betekent dat lokaal maatwerk vereist<br />
is. De bestaande verschillen tussen de<br />
wijken/buurten in de gem<strong>een</strong>te worden als<br />
uitgangspunt genomen en er kan desgewenst<br />
<strong>een</strong> wijk- of buurtspecifieke 'sfeer' worden<br />
vastgesteld. Versterking <strong>van</strong> deze kenmerken<br />
betekent niet noodzakelijk meer groen<br />
(meestal is de beschikbare ruimte beperkt),<br />
maar veelal <strong>een</strong> betere openbare ruimte.<br />
“Meer groen rond de bebouwde kom”<br />
Om <strong>het</strong> aanbod te versterken, kan bijkomend<br />
recreatief groen worden aangelegd buiten de<br />
bebouwde kom. Aandacht dient hierbij uit te<br />
gaan naar de bereikbaarheid <strong>van</strong> dit nieuwe<br />
groen. Anderzijds kan <strong>het</strong> ook <strong>van</strong> belang zijn<br />
<strong>het</strong> groen rond de stad te beschermen tegen<br />
stadsuitbreiding (zie <strong>voor</strong>beeld<br />
Groenstructuurplan Tiel blz. 92).<br />
Interessant en inspirerend bronmateriaal <strong>voor</strong><br />
plekspecifieke typeoplossingen is te vinden in<br />
<strong>het</strong> ‘Vademecum Bomen’.<br />
BRONMATERIAAL<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
“Sneller naar buiten”, aandacht <strong>voor</strong><br />
groene verbindingen<br />
De verbindingen tussen:<br />
Groengebieden onderling;<br />
Woongebieden/centrum en groengebieden;<br />
Groengebieden en de open ruimte<br />
zijn <strong>van</strong> <strong>het</strong> allergrootste belang, zowel <strong>voor</strong> de<br />
natuur-ecologische waarde als <strong>voor</strong> de recreatieve<br />
gebruikswaarde <strong>van</strong> de groenstructuur.<br />
Belang <strong>voor</strong> de natuurlijke en ecologische<br />
waarde<br />
Waar afzonderlijke groengebieden soms te<br />
klein kunnen zijn <strong>voor</strong> de populaties, kan door<br />
verbindingen <strong>een</strong> samenhang worden gecreeerd<br />
zodat de oppervlakte <strong>van</strong> <strong>het</strong> leefgebied<br />
groter wordt. Verbindingen kunnen zowel<br />
groen als groen-blauw zijn en naast radiale<br />
groenassen is ook concentrisch groen <strong>van</strong><br />
belang om <strong>een</strong> fijnmazig vertakt netwerk<br />
(raamwerk) tussen grotere en kleinere<br />
groenelementen te bekomen.<br />
Het versterken <strong>van</strong> ecologische relaties is in<br />
sommige gevallen ook op <strong>een</strong> minder zichtbaar<br />
niveau nodig. Zo zal <strong>het</strong> <strong>voor</strong> in <strong>het</strong> water<br />
levende soorten aangewezen zijn constructies<br />
zoals duikers maximaal te vermijden.<br />
Belang <strong>voor</strong> de recreatieve waarde<br />
Via groene verbindingen worden recreatieve<br />
en andere gebieden beter bereikbaar <strong>voor</strong><br />
langzaam verkeer. De assen op zich vormen<br />
even<strong>een</strong>s aantrekkelijke zacht-recreatieve<br />
verbindingen.<br />
JULI 09<br />
095
“beter groen in de stad” “sneller naar buiten” “meer groen rond de stad”<br />
<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> algemene conceptvorming en gewenste groenstructuur:<br />
Groenstructuurplan Amsterdam-Noord (bovenaan links en onderaan) en groenstructuurplan Utrecht (bovenaan rechts)
De visie wordt bij <strong>voor</strong>keur vertaald naar <strong>een</strong><br />
synthesebeeld met ruimtelijke reservering.<br />
Hierbij kan eventueel gebruik gemaakt worden<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> synthesebeeld <strong>voor</strong> de gewenste<br />
groenstructuur in <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />
structuurplan als basis <strong>voor</strong> deze kaart. Meestal<br />
zal <strong>het</strong> echter noodzakelijk zijn deze kaart op<br />
basis <strong>van</strong> de doelstellingen verder te verfijnen.<br />
zie <strong>voor</strong>beelden Amsterdam-Noord<br />
(vorige bladzijde) en Utrecht (boven)<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> gewenste groenstructuur: groenstructuurplan Utrecht<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> visuele vertaling <strong>van</strong> algemene doelstellingen<br />
groenstructuurplan Tiel<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />
Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />
097
Uit de analyse <strong>van</strong> de bestaande toestand bleek in <strong>het</strong> Eilandje, <strong>een</strong> <strong>voor</strong>malige industriële site<br />
in Antwerpen, de impact <strong>van</strong> de solitaire bomen op de perceptie <strong>van</strong> de ruimte beperkt tot<br />
onbestaande te zijn. De ruimte kenmerkte zich immers door grote dimensies, veel openheid en<br />
<strong>een</strong> industrieel rasterpatroon. De verspreide solitaire bomen verdwenen als <strong>het</strong> ware in <strong>het</strong> niets<br />
bij de grote schaal <strong>van</strong> de buitenruimte. Als strategie op maat <strong>van</strong> de buurt, wordt in <strong>het</strong><br />
<strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong>gesteld om de solitaire bomen zoveel mogelijk te ver<strong>van</strong>gen door bomenclusters.<br />
Door <strong>het</strong> introduceren <strong>van</strong> bomenclusters wordt de oorspronkelijke openheid <strong>van</strong> de buurt niet<br />
teniet gedaan, maar wordt wel <strong>een</strong> bijdrage geleverd tot <strong>een</strong> hogere woonkwaliteit. Om aan te<br />
sluiten bij <strong>het</strong> eigen karakter <strong>van</strong> <strong>het</strong> Eilandje, worden echter g<strong>een</strong> typisch binnen<strong>stedelijk</strong>e<br />
bomen geïntroduceerd.<br />
De soortenkeuze werd bepaald door <strong>een</strong> aantal criteria:<br />
kleinere soorten, omdat deze dicht bij de voetgangers kunnen aansluiten, met garantie <strong>van</strong> vrije<br />
doorzichten tot op <strong>een</strong> hoogte <strong>van</strong> 2m80;<br />
verschillende soorten met verschillende groeisnelheden en ook verschillende hoogten om relatief<br />
snel <strong>een</strong> gevarieerd beeld te krijgen. De snelgroeiende bomen worden beschouwd als 'wijkers',<br />
duurzame bomen als 'blijvers'. De positie <strong>van</strong> de blijvers is <strong>van</strong> belang, zij worden in <strong>een</strong><br />
specifieke lijn aangeplant, als aanzet <strong>van</strong> <strong>een</strong> laanritme. Door <strong>het</strong> na verloop <strong>van</strong> tijd uitdunnen<br />
<strong>van</strong> de wijkers kunnen de blijvers verder doorgroeien, <strong>het</strong> eindbeeld zal hoofdzakelijk door de<br />
blijvers bepaald worden;<br />
soorten die refereren aan de bomen die spontaan groeien langs de Schelde. Het gaat hier dus<br />
bewust om niet-binnen<strong>stedelijk</strong>e (g<strong>een</strong> 'decoratieve') bomen.<br />
De bomen krijgen <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>schappelijke groene bodembedekking en worden dicht op elkaar<br />
aangeplant met <strong>het</strong> oog op <strong>een</strong> zo groot mogelijke ruimtelijke impact zonder <strong>een</strong> te groot<br />
aandeel <strong>van</strong> de buitenruimte in te nemen. Groene bodembedekking brengt ook <strong>een</strong> minimum<br />
aan onderhoud met zich mee. Op strategische plaatsen worden de groene bodembedekkers<br />
ver<strong>van</strong>gen door siergrassen of platines met groene voegen (<strong>voor</strong> doorwaadbare gedeelten).<br />
Het groenconcept opgenomen in <strong>het</strong> beeldkwaliteitplan <strong>voor</strong> de<br />
Mechelse binnenstad gaat uit <strong>van</strong> <strong>een</strong> tweeledige strategie (conceptuele<br />
weergave schema’s onderaan):<br />
Enerzijds worden de potenties <strong>van</strong> de grote publiekeruimte-entiteiten<br />
maximaal benut. Het gaat dan <strong>voor</strong>al om grote groenvlakken en lijnen<br />
zoals de Vaart, de Dijle, de Kruidtuin en de Zuidelijke vesten (zie schema<br />
bovenaan: midden);<br />
Anderzijds wordt de groenstructuur bepaald door kleinschalige<br />
groenimpulsen (schema boven, rechts). Het gaat dan om:<br />
Punten: solitaire groenelementen.<br />
Het groenconcept gaat enkel uit<br />
<strong>van</strong> de reeds bestaande waardevolle groenelementen. Nieuwe<br />
'punten' (solitaire groenelementen) worden niet gestimuleerd<br />
aangezien de structurerende waarde beperkt is;<br />
Lijnen:<br />
langs de belangrijkste wegen (hoofdlanen, boulevards,…)<br />
worden groene bermen en begeleidende beplanting <strong>voor</strong>zien of verder<br />
vervolledigd;<br />
Vlakken:<br />
op <strong>een</strong> beperkte oppervlakte wordt groen strategisch<br />
aangebracht op <strong>een</strong> beeld- en ruimtestructurerende wijze. Het groen<br />
kan bestaan uit bomengroepen of plantvakken <strong>voor</strong> struiken en wordt<br />
zoveel mogelijk opgeladen met functie(s), zoals <strong>een</strong> halte <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
openbaar vervoer, verlichting, informatieborden, fietsenstallingen,…<br />
<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> <strong>een</strong> plekspecifieke vertaling naar<br />
typologie-oplossingen <strong>voor</strong><br />
de bebouwde kom: Groenplan Eilandje (links) en<br />
Beeldkwaliteitplan Mechelen (rechts)
Op de belangrijkste lijnen op stadsniveau, zoals stadslanen en<br />
groenblauwe lijnen, horen bomen <strong>van</strong> eerste grootte thuis.<br />
In deze brede groene zones vormen struweelbeplanting en bomen<br />
samen de drager. Dit kunnen <strong>een</strong> of meer doorgaande of onderbroken<br />
rijen bomen zijn.<br />
De boomsoort is gerelateerd aan de landschappelijke onderlegger.<br />
Op de stuwwal worden soorten <strong>van</strong> de Veluwe en de landgoederen<br />
gebruikt, bij<strong>voor</strong>beeld eik, beuk, linde en esdoorn;<br />
In <strong>het</strong> poldergebied staan soorten <strong>van</strong> rivier en polder, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
populier, es, wilg en fruitbomen. De bomen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> buitengebied zijn<br />
allen inheemse soorten, mede <strong>van</strong>wege de natuurwaarde;<br />
In <strong>het</strong> hoog<strong>stedelijk</strong> deel <strong>van</strong> de stad staan boomsoorten die goed<br />
tegen <strong>het</strong> stadsklimaat kunnen en in de <strong>stedelijk</strong>e sfeer passen<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld plataan, robinia);<br />
Binnen de wijken zelf worden deze landschapsprincipes zoveel<br />
mogelijk doorgezet, maar de beschikbare ruimte en gebruikseisen zijn<br />
hier echter meer leidend. Zowel uit- als inheemse soorten worden hier<br />
toegepast.<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> de locatie <strong>van</strong> de wegen,<br />
wordt <strong>een</strong> typeoplossing <strong>voor</strong>gesteld <strong>voor</strong><br />
de inpassing <strong>van</strong> groen in <strong>het</strong> wegprofiel:<br />
In de <strong>stedelijk</strong>e profielen (midden) is <strong>een</strong><br />
tweezijdige laanbeplanting in groene<br />
bermen gewenst;<br />
Waar deze wegen meer landschappelijk<br />
ingebed zijn, kan de boombeplanting op<br />
<strong>het</strong> landschap reageren (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
laan, losse bomen, los verband of g<strong>een</strong><br />
bomen, zie boven);<br />
Voor de belangrijkste wegen op wijkniveau<br />
gelden dezelfde principes als <strong>voor</strong> de<br />
wegen op stadsniveau, all<strong>een</strong> is de maat<br />
kleiner. Hier kunnen ook bomen <strong>van</strong> de<br />
tweede en derde grootte als<br />
laanbeplanting aanwezig zijn (onder).<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />
Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />
<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> <strong>een</strong> plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />
<strong>voor</strong> de verbindingen (lijnelementen):<br />
Groenplan Arnhem<br />
099
inrichtings<strong>voor</strong>stellen en beheersmaatregelen op basis <strong>van</strong> de gewenste<br />
groenstructuur <strong>voor</strong> Arnhem.<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> plekspecifieke strategieën: <strong>groenplan</strong> Arnhem<br />
Inrichtings<strong>voor</strong>stel <strong>voor</strong> de groenstructuur in <strong>een</strong> binnen<strong>stedelijk</strong>e omgeving met hoge<br />
representativiteit en beperkte beschikbare ruimte: <strong>het</strong> <strong>voor</strong>zien <strong>van</strong> verplaatsbaar groen.<br />
Het groen kan weggenomen worden als op bepaalde momenten (markt, stoeten,<br />
manifestaties,...) meer ruimte nodig is. Bovendien kan <strong>het</strong> groen aangepast worden aan de<br />
seizoenen waardoor <strong>een</strong> gevarieerd beeld kan ontstaan in de binnenstad.<br />
Voorbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inrichtings<strong>voor</strong>stel <strong>voor</strong> de representatieve delen<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> stad:<br />
Integraal plan Openbaar Domein Gent
Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong><br />
strategieën <strong>voor</strong> de realisatie <strong>van</strong> de<br />
gewenste groenstructuur?<br />
De realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> wensbeeld kan op<br />
verschillende sporen gebeuren:<br />
formuleren <strong>van</strong> inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />
<strong>voor</strong> groenontwikkeling<br />
en -transformatie // Het uitvoeren <strong>van</strong><br />
concrete acties;<br />
beheersmaatregelen // Het wegwerken<br />
<strong>van</strong> achterstallig beheer en <strong>het</strong> invoeren<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> gedifferentieerd groenbeheer;<br />
terugkoppeling naar beleid en<br />
planningscontext // Het opnemen <strong>van</strong><br />
de streefbeeldambities als rand<strong>voor</strong>waarden<br />
bij ruimtelijke planvorming;<br />
Het nemen <strong>van</strong> flankerende<br />
maatregelen (communicatie, overleg,…).<br />
Bas Smets Econnection<br />
STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />
Hoe inrichtings<strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> de<br />
groenontwikkeling en -transformatie<br />
formuleren?<br />
De eerste strategie heeft tot doel de kwaliteit<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaande groen te verbeteren en de<br />
groenstructuur verder te versterken door de<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe groenvlakken of -<br />
lijnen (punten, dwz solitaire aanplantingen,<br />
hebben slechts <strong>een</strong> geringe structurerende<br />
werking, althans bij nieuwe elementen).<br />
De inrichtingsprincipes <strong>voor</strong> <strong>het</strong> groen<br />
worden bij <strong>voor</strong>keur in functie <strong>van</strong> de locatie,<br />
<strong>het</strong> gewenste gebruik en de gewenste<br />
waarden <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen uitgewerkt. Zo zullen<br />
andere inrichtingsprincipes gelden <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
centrum, de woonwijken of <strong>een</strong> overgangszone<br />
tussen bebouwde en niet-bebouwde<br />
omgeving.<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> de functie die <strong>het</strong> groen<br />
heeft/krijgt worden deze principes verder<br />
uitgediept en zal <strong>het</strong> groenvlak of de lijn <strong>een</strong><br />
eerder natuurlijke inrichting dan wel <strong>een</strong><br />
inrichting gericht op intensiever gebruik<br />
krijgen. Het is ook mogelijk dat deelzones<br />
binnen de vlakken of lijnen eigen accenten<br />
krijgen.<br />
Eerder natuurlijke zones met beperkte,<br />
gecontroleerde toegankelijkheid (natuurkern,<br />
wandelgroen,…);<br />
Zones met meer gebruiksmogelijkheden en<br />
dus meer verstoring (speelgroen, stadsgroen,<br />
groen <strong>voor</strong> specifiek gebruik,…).<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
JULI 09<br />
101
Voor de ontwikkeling <strong>van</strong> deze<br />
<strong>voor</strong>malige industriële site tot <strong>een</strong><br />
woonomgeving worden op<br />
verschillende plaatsen<br />
bomenclusters geïntroduceerd. De<br />
locatie <strong>van</strong> deze clusters wordt als<br />
volgt bepaald:<br />
Eerst wordt de niet beplantbare<br />
ruimte gedetecteerd (rijweg,<br />
voetpaden), wat overblijft is de<br />
'plantzone';<br />
Binnen de plantzone worden<br />
lineaire stroken gezocht<br />
(plantstroken);<br />
Binnen de lineaire stroken kunnen<br />
bomenclusters worden aangeplant.<br />
De maximale lengte <strong>van</strong> deze<br />
clusters wordt bepaald door de<br />
lengte <strong>van</strong> de lineaire stroken, de<br />
breedte wordt vastgelegd op 5<br />
meter. Bij de maatgeving <strong>van</strong> de<br />
bomenclusters wordt rekening<br />
gehouden met inritten,<br />
parkeerplaatsen en looplijnen.<br />
Voorbeeld <strong>van</strong><br />
inrichtings<strong>voor</strong>stellen in<br />
de bebouwde kom:<br />
Groenplan Eilandje<br />
In <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> worden ook 'tijdelijke<br />
landschappen' <strong>voor</strong>zien op plaatsen waar op<br />
langere termijn bebouwing wordt <strong>voor</strong>zien. Deze<br />
plekken worden tijdelijk ingevuld met snel<br />
realiseerbare, groenzones, zoals:<br />
Parkeerplaatsen met <strong>een</strong> groen karakter;<br />
Publieke ruimte met <strong>een</strong> groen karakter;<br />
Volledige groenzones.<br />
Aangezien <strong>het</strong> gaat om tijdelijke landschappen<br />
wordt de aanleg- en onderhoudskost zo laag<br />
mogelijk gehouden met <strong>het</strong> oog op <strong>een</strong> maximaal<br />
resultaat. Hier<strong>voor</strong> werd <strong>een</strong> systeem uitgedacht<br />
met groenaanleg op de bestaande infrastructuur.<br />
Dit systeem bestaat uit <strong>een</strong> laag teelaarde op de<br />
bestaande bestrating (60-80 cm teelaarde) die<br />
beplant wordt met siergrassen en bloemen.
Bas Smets Econnection<br />
STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />
Mogelijke inrichtingsmaatregelen<br />
Verbreden <strong>van</strong> waterlopen, aanleg <strong>van</strong> of<br />
herinrichting tot natuurvriendelijke oevers,<br />
verflauwen <strong>van</strong> oevers, waarbij uiteraard<br />
rekening wordt gehouden met de eisen die<br />
<strong>van</strong>uit de scheepvaart en door de waterbeheerder<br />
worden gesteld (zie oeverprofielen<br />
Amsterdam Noord);<br />
Aanleggen <strong>van</strong> poelen, drassen en waterlopen.<br />
Poelen vormen <strong>een</strong> ideaal milieu <strong>voor</strong><br />
amfibieën en libellen;<br />
Aanleg <strong>van</strong> hengelsteigers, rust- en uitkijkplekken,<br />
oordeelkundig lokaliseren <strong>van</strong><br />
recreatieve <strong>voor</strong>zieningen (recreatief gebruik<br />
concentreren op aantal specifieke plaatsen);<br />
Aanleg <strong>van</strong> bomenrijen, bomengroepen,<br />
houtwallen, grasstroken,… op strategische<br />
plaatsen. Het aanleggen <strong>van</strong> bomen heeft als<br />
bijkomend <strong>voor</strong>deel dat <strong>het</strong> oneigenlijk<br />
gebruik <strong>van</strong> bermen (bij<strong>voor</strong>beeld parkeren op<br />
de berm) wordt ontmoedigd;<br />
Aanleg <strong>van</strong> doorgangen, faunapassages,<br />
ecoducten, bruggen <strong>voor</strong> langzaam verkeer,…<br />
Dergelijke maatregelen kunnen gekoppeld<br />
worden aan infrastructuurplannen. De<br />
inrichting <strong>van</strong> passages is essentieel <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
gebruik er<strong>van</strong> (door mens en dier). Bepaalde<br />
dieren zullen <strong>een</strong> kale onderdoorgang niet<br />
passeren. Liggen er bij<strong>voor</strong>beeld boomstobben<br />
of zware stenen die dekking bieden,<br />
dan wordt de passage al aantrekkelijker. Een<br />
groenstrook of watergang met geleidelijk<br />
aflopende oever is nog beter, maar daar<strong>voor</strong><br />
is niet altijd ruimte. Voor de mens is goede<br />
verlichting, <strong>een</strong> duidelijk profiel en doorzicht<br />
(zicht op de ruimte achter de doorgang) dan<br />
weer belangrijk;<br />
Herinrichting <strong>van</strong> drukke, onoverzichtelijke<br />
kruispunten en andere hindernissen <strong>voor</strong><br />
wandelaars en fietsers op recreatieve routes.<br />
Ook <strong>het</strong> vervolledigen <strong>van</strong> routes (paden,<br />
realiseren <strong>van</strong> missing links) en <strong>het</strong> aanbrengen<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> duidelijke en landschappelijk<br />
ingepaste bewegwijzering behoort hiertoe.<br />
Het plaatsen <strong>van</strong> bomen langs de weg kan<br />
even<strong>een</strong>s bijdragen tot <strong>een</strong> betere leesbaarheid<br />
en veiligheid <strong>van</strong> de weg. Door bij<strong>voor</strong>beeld<br />
de bomen dicht tegen <strong>het</strong> rijweggedeelte<br />
te <strong>voor</strong>zien, wordt de weg visueel versmald,<br />
wat kan leiden tot <strong>het</strong> afremmen <strong>van</strong> <strong>het</strong> autoverkeer<br />
en dus tot <strong>een</strong> grotere verkeersveiligheid;<br />
Herinrichting <strong>van</strong> drukke hindernissen <strong>voor</strong><br />
natuur: dit is over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> moeilijker te<br />
realiseren omdat hier wordt ingegrepen in<br />
bestaande (bebouwde) functies. In sommige<br />
concrete gevallen is dit echter mogelijk. Zo<br />
wordt in <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong> Amsterdam-Noord<br />
opgenomen dat de ingang <strong>van</strong> <strong>een</strong> winkel<br />
verplaatst zal worden in functie <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
betere overgang naar <strong>een</strong> nabijgelegen<br />
groengebied;<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
In dichtbebouwde, <strong>stedelijk</strong>e gebieden kan<br />
<strong>het</strong> groen ook verplaatsbaar of tijdelijk zijn.<br />
Hier kan <strong>het</strong> ook nuttig zijn om uitspraken te<br />
doen over <strong>het</strong> algemene beeld en de inrichting<br />
<strong>van</strong> tegeltuinen e.d. (zie <strong>voor</strong>beeld<br />
Integraal plan openbaar domein blz 94 en 100<br />
en Groenplan Eilandje op de bladzijde<br />
hiernaast).<br />
JULI 09<br />
103
Voorbeelden <strong>van</strong> inrichtings<strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> oevers en groene<br />
langzaamverkeersverbindingen: Groenplan Amsterdam-Noord<br />
Voorbeeld <strong>van</strong> functiespecifieke beheersniveaus:<br />
groenstructuurplan Tiel<br />
De hoofdgroenstructuur wordt vertaald in drie typen groene<br />
netwerken, met elk <strong>een</strong> eigen gewenst beeld. Het beheer zal hieraan<br />
worden aangepast:<br />
Oriëntatiegroen: de leesbare groenstructuur, veelal gekoppeld aan<br />
infrastructuur, maar ook herkenbare accenten en structuurelementen<br />
(meestal lijnen);<br />
Recreatief groen: ontspanningsgroen, waarbij verbindingen naar <strong>het</strong><br />
omliggende landschap te onderscheiden zijn, veelal gekoppeld aan<br />
landschappelijke elementen in de stad, als interne verbindingen en<br />
stadsparken;<br />
Ecologisch groen: groen met natuurwaarde, natuurlijke<br />
groenelementen als stadsparken die door de landschappelijke<br />
elementen in de stad verbonden zijn met de ecologische structuren<br />
in de stad.<br />
Voorbeeld <strong>van</strong> functiespecifieke beheersniveaus:<br />
groenvisie Noordenveld<br />
In deze groenvisie worden 5 mogelijke kwaliteitsniveaus bepaald<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> onderhoud <strong>van</strong> de groenstructuur (cultuurlijk groen):<br />
Zeer hoog: perfect onderhouden, verzorgd (gesnoeid, teruggezet,…)<br />
en net (g<strong>een</strong> zwerfvuil, g<strong>een</strong> onkruid);<br />
Hoog: goed verzorgd en onderhouden (eventueel beperkte schade<br />
en enkele te zware takken), net (bijna g<strong>een</strong> zwerfvuil of onkruid);<br />
Basis (voldoende): redelijk onderhouden, <strong>een</strong> kleine achterstand in<br />
<strong>het</strong> onderhoud is mogelijk (snoeiwonden, rijsporen,…), <strong>het</strong> beeld is<br />
niet vuil (acceptabele hoeveelheid zwerfvuil en onkruid) en er doen<br />
zich g<strong>een</strong> onveilige situaties <strong>voor</strong>;<br />
Laag: vuil, storend beeld, structurele achterstanden in <strong>het</strong> beheer;<br />
Zeer laag: onveilig, structureel onherstelbare achterstanden, zeer<br />
vuil. De toestand is met beheer all<strong>een</strong> niet meer te herstellen.<br />
Bedoeling is dat <strong>het</strong> beheer <strong>voor</strong> <strong>het</strong> volledige structurele groen in de<br />
gem<strong>een</strong>te minstens op <strong>het</strong> basiskwaliteitsniveau wordt gebracht.<br />
De gewenste beheersniveaus en tijdstippen <strong>voor</strong> beheer <strong>van</strong> de<br />
verschillende groenelementen wordt bij <strong>voor</strong>keur in<br />
afzonderlijke beheerplannen of schema's uitgewerkt, met als<br />
basis <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>. Een belangrijk onderdeel <strong>van</strong><br />
deze beheerplannen is <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderhoudsbudget<br />
(zie ook stap 4 <strong>van</strong> deze handleiding, blz. 127 e.v.).
Hoe beheersmaatregelen formuleren<br />
Beheer is erg bepalend <strong>voor</strong> de beleving <strong>van</strong> de<br />
groenstructuur in de gem<strong>een</strong>te, maar ook <strong>voor</strong><br />
de natuurwaarden <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen.<br />
Beheer kan variëren <strong>van</strong> niets doen tot intensief<br />
beheer. Variatie in beheer zorgt <strong>voor</strong> aantrekkelijke<br />
milieus en ecologische structuurrijkdom.<br />
De variatie aan biotopen neemt toe, wat de<br />
biodiversiteit en de afwisseling in <strong>het</strong> beeld <strong>van</strong><br />
de gem<strong>een</strong>te ten goede komt.<br />
Het is <strong>een</strong> misvatting ecologisch beheer te<br />
verwarren met 'g<strong>een</strong> beheer'. Chemische<br />
bestrijding wordt gebannen.<br />
Het is uiteraard ook mogelijk dat binnen<br />
intensief beheerde gebieden ook extensief<br />
beheerde deelzones zijn, en andersom.<br />
De beheerniveaus dienen aangepast te worden<br />
volgens de gewenste functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen<br />
(locatie en functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen). Er kan<br />
gewerkt worden met verschillende beheersniveaus<br />
(zie <strong>voor</strong>beeld Groenvisie Noordenveld).<br />
Dit betekent dat <strong>het</strong> duidelijk onderscheid<br />
tussen structureel groen en <strong>het</strong> 'andere' groen<br />
(detailgroen) zich bij <strong>voor</strong>keur ook vertaalt in <strong>het</strong><br />
financieel beleid en de beheerprogramma's: de<br />
meeste inspanningen (mankracht, financiële<br />
middelen,...) zouden moeten gaan naar <strong>het</strong><br />
structurele groen. In veel gem<strong>een</strong>ten neemt<br />
echter <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> niet-structurele, versnipperde<br />
detailgroen reeds <strong>een</strong> grote hap uit <strong>het</strong><br />
beheersbudget.<br />
Bas Smets Econnection<br />
STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />
In sommige gem<strong>een</strong>ten zal <strong>het</strong> noodzakelijk zijn<br />
de eerste jaren <strong>een</strong> overgangsbeheer te voeren,<br />
waarbij <strong>het</strong> beheer gericht is op <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> gewenste streefbeeld vertrekkend <strong>van</strong>uit de<br />
huidige situatie. Eens <strong>het</strong> streefbeeld bereikt is,<br />
kan overgegaan worden naar<br />
instandhoudingsbeheer.<br />
Vanuit <strong>een</strong> ecologisch perspectief is <strong>het</strong><br />
noodzakelijk <strong>het</strong> beheer ook af te stemmen op<br />
de <strong>voor</strong>tplantingsperiode <strong>van</strong> de belangrijkste<br />
diergroepen die door de beheermaatregelen<br />
worden getroffen, zeker in gebieden die <strong>van</strong><br />
hoge natuurlijke of ecologische waarde zijn.<br />
Zowel <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> de beleving als<br />
<strong>van</strong>uit <strong>een</strong> ecologisch perspectief kan <strong>het</strong> plaatselijk<br />
gewenst zijn om <strong>het</strong> beheer maximaal te<br />
spreiden in tijd en ruimte. Dit opdat er g<strong>een</strong> al te<br />
bruuske veranderingen in <strong>het</strong> vestigingsmilieu<br />
<strong>voor</strong> de populaties zou ontstaan (ecologisch) en<br />
opdat <strong>het</strong> beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> groengebied, laan,…<br />
door <strong>een</strong> volledige 'kaalslag' niet te plots zou<br />
veranderen (beleving). Bovendien laat <strong>het</strong><br />
spreiden <strong>van</strong> <strong>het</strong> beheer in ruimte en tijd toe dat<br />
de afzonderlijke 'onderdelen' <strong>van</strong> de groenstructuur<br />
beleefbaar zijn: de inwoner, bezoeker,…<br />
kan als <strong>het</strong> ware de verschillende 'stadia' <strong>van</strong> de<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> groenelementen beleven.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
Wat is beheer?<br />
Beheer is <strong>het</strong> sturen <strong>van</strong> de natuurlijk<br />
successieprocessen. Zonder beheer gaat quasi<br />
elke vegetatie uiteindelijk over naar bos. Beheer<br />
is zowel <strong>van</strong>uit <strong>een</strong> ecologisch perspectief als<br />
<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> de beleving<br />
noodzakelijk:<br />
Vanuit <strong>een</strong> ecologisch perspectief: beheer heeft<br />
<strong>een</strong> functie in <strong>het</strong> bestendigen <strong>van</strong> bepaalde<br />
levensgem<strong>een</strong>schappen. De populatie <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
soort moet <strong>een</strong> bepaalde minimale om<strong>van</strong>g<br />
hebben opdat ze levensvatbaar zou zijn. Deze<br />
zogenaamde kernpopulatie verschilt <strong>van</strong> soort<br />
tot soort. Elke soort stelt andere eisen aan de<br />
omgeving, <strong>het</strong> gaat dan <strong>voor</strong>namelijk om eisen<br />
rond oppervlakte en gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen. Wil<br />
men met <strong>het</strong> beheer bepaalde soorten<br />
handhaven of stimuleren, zal <strong>het</strong> beheer gericht<br />
moeten zijn op <strong>het</strong> scheppen <strong>van</strong> de ideale<br />
omstandigheden <strong>voor</strong> die bepaalde soort.<br />
Vanuit <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> de beleving: <strong>het</strong><br />
bestendigen <strong>van</strong> <strong>een</strong> bepaald beeld en niveau<br />
<strong>van</strong> bruikbaarheid (functies). Achterstallig<br />
beheer leidt tot slecht begaanbare paden, tot<br />
<strong>het</strong> dichtgroeien <strong>van</strong> gewenste doorkijken en<br />
algem<strong>een</strong> tot <strong>een</strong> 'rommelig' beeld.<br />
BRONMATERIAAL<br />
Interessant bij <strong>het</strong> opstellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> beheervisie<br />
(zie blz. 149-150):<br />
Vademecum Bomen (Harmonisch Park- en Groenbeheer),<br />
Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos<br />
Vademecum Beheerplanning Harmonisch Park- en<br />
Groenbeheer, Ministerie <strong>van</strong> de Vlaamse Gem<strong>een</strong>schap,<br />
Afdeling Bos en Groen<br />
www.ecologisch-groenbeheer.nl<br />
JULI 09<br />
105
Paarden en ossen beheren mee de natuur in <strong>het</strong> Osbroek<br />
Het Osbroek is <strong>een</strong> groen wandelgebied ten zuiden <strong>van</strong> de<br />
stadskern <strong>van</strong> Aalst, tussen Aalst en Erembodegem. Het gebied<br />
omvat <strong>een</strong> stadspark, sportterreinen, <strong>een</strong> groot bosgebied, akkers<br />
en weilanden, ...<br />
Door middel <strong>van</strong> extensieve jaarrondbegrazing wordt <strong>een</strong><br />
gevarieerd landschap gecreëerd. Dit houdt in dat <strong>een</strong> aantal grote<br />
grazers, in dit geval Konikpaarden en Gallowayossen, gans <strong>het</strong><br />
jaar vrij rondlopen in <strong>het</strong> gebied, bij zo'n lage bezetting echter dat<br />
er voldoende ruimte is <strong>voor</strong> spontane landschapsvormende<br />
processen zoals struweel-, bos- en ruigtevorming. Hierdoor blijft 's<br />
zomers <strong>het</strong> grootste deel <strong>van</strong> de kruidlaag onaangeroerd. Deze<br />
zomerruigtes komen over <strong>het</strong> ganse terrein verspreid tot bloei en<br />
zaad en bieden onderdak en voedsel aan grote aantallen<br />
insecten, vogels, zoogdieren, enz...<br />
Het Osbroek is steeds toegankelijk <strong>voor</strong> <strong>het</strong> publiek. Wandelaars<br />
zijn binnen de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> graasgebied ook buiten de<br />
paden welkom.<br />
(bron: www.aalst.be)<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> variatie in beheer: Osbroek en<br />
Amsterdam-Noord (rechts)<br />
In <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong> Amsterdam-Noord wordt onderscheid gemaakt tussen gebieden met<br />
intensief en extensief beheer.<br />
Voorbeeld <strong>van</strong> functiespecifieke beheersniveaus:<br />
groenvisie Noordenveld<br />
Voorbeeld <strong>van</strong> efficiënter beheer: uitgifte <strong>van</strong> snippergroen<br />
Snippergroen is per definitie onderdeel <strong>van</strong> de detailgroenstructuur. Het is beperkt <strong>van</strong> afmeting<br />
(kleiner dan 100 m²) en sluit aan op <strong>een</strong> woning of <strong>een</strong> tuin. Doordat <strong>het</strong> moeilijk en relatief duur te<br />
onderhouden is, heeft <strong>het</strong> vaak <strong>een</strong> lage kwaliteit. Bij verlies <strong>van</strong> dit snippergroen blijft er nog genoeg<br />
groene kwaliteit over. Om er<strong>voor</strong> te zorgen dat <strong>het</strong> gewenste eindbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> wijk wordt bereikt en<br />
tegelijkertijd de beheerkosten in de hand worden gehouden, wordt snippergroen bij (her)inrichting<br />
zoveel mogelijk <strong>voor</strong>komen of samengevoegd met ander groen. Uitgifte <strong>van</strong> snippergroen gebeurt<br />
tegen marktconforme tarieven. In <strong>een</strong> huursituatie wordt <strong>het</strong> huurcontract <strong>voor</strong> <strong>het</strong> snippergroen in<br />
samenwerking met de verhuurder (veelal <strong>een</strong> woningcorporatie) gekoppeld aan de woning. Onder de<br />
volgende rand<strong>voor</strong>waarden kan <strong>het</strong> snippergroen worden verhuurd of verkocht aan de aanwonenden:<br />
De grond sluit aan op de eigen woning of tuin;<br />
De groenstrook is niet groter dan 100 m² (in<br />
sommige gevallen kan hier<strong>van</strong> worden afgeweken,<br />
dit is ter beoordeling <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te);<br />
De grond heeft g<strong>een</strong> andere functie dan all<strong>een</strong><br />
<strong>voor</strong> de direct aanwonenden;<br />
De sociale- en verkeersveiligheid komen niet in <strong>het</strong><br />
gedrang;<br />
Het groene beeld <strong>van</strong> de wijk blijft intact;<br />
Het ontwerp <strong>van</strong> de wijk wordt g<strong>een</strong> geweld<br />
aangedaan;<br />
All<strong>een</strong> volledige groenstroken worden uitgegeven<br />
en <strong>het</strong> uitgeven leidt niet tot onlogische grenzen<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld 1 huis wel, twee aangrenzende<br />
huizen niet);<br />
Er zijn g<strong>een</strong> publiekrechtelijke eigendommen<br />
aanwezig (bij<strong>voor</strong>beeld riolering);<br />
Er staan g<strong>een</strong> waardevolle bomen op;<br />
De grond is niet door de gem<strong>een</strong>te beschikbaar<br />
gesteld aan derden (<strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld kabels en<br />
leidingen, reclame,…);<br />
Het (eventueel) resterende deel <strong>van</strong> de grond<br />
waar<strong>van</strong> <strong>het</strong> snippergroen afgaat, heeft voldoende<br />
om<strong>van</strong>g;<br />
In <strong>het</strong> koop-/huurcontract worden aanvullende<br />
<strong>voor</strong>waarden opgenomen (bij<strong>voor</strong>beeld dat de<br />
grond niet los <strong>van</strong> <strong>het</strong> huis mag worden verkocht,<br />
dat <strong>het</strong> groene beeld moet blijven bewaard,…).
Hoe streefbeeldambities als<br />
beleidsrand<strong>voor</strong>waarden<br />
bij<br />
ruimtelijke planvorming opnemen?<br />
De gem<strong>een</strong>telijke overheid kan verschillende<br />
maatregelen nemen om <strong>het</strong> gewenste<br />
streefbeeld <strong>voor</strong> de groenstructuur te<br />
waarborgen bij toekomstige plannen. Dit<br />
betekent dat de gem<strong>een</strong>te <strong>een</strong> terugkoppeling<br />
maakt naar de (eigen gem<strong>een</strong>telijke) planningsen<br />
beleidscontext en deze eventueel aanvult of<br />
wijzigt.<br />
Volgende maatregelen zijn mogelijk:<br />
Beschermen <strong>van</strong> bestaande elementen<br />
<strong>van</strong> de groenstructuur.<br />
Een <strong>voor</strong>beeld kan<br />
zijn om <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk kapvergunningsbeleid<br />
af te stemmen op de gewenste groenstructuur of<br />
<strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijke 'bomenplan' op te maken.<br />
Waardevolle groenelementen kunnen verder<br />
gedefinieerd en omschreven worden in <strong>het</strong><br />
vergunningenbeleid.<br />
Vastleggen <strong>van</strong><br />
compensatieregelingen bij de<br />
aantasting <strong>van</strong> de groenstructuur.Bij<br />
<strong>een</strong> eventuele aantasting <strong>van</strong> de bestaande<br />
elementen <strong>van</strong> de groenstructuur, dient <strong>een</strong><br />
compensatie te gebeuren elders in de<br />
groenstructuur. Groencompensatie is <strong>een</strong><br />
instrument dat de effecten <strong>van</strong> ruimtelijke<br />
ingrepen en de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> herstelmaatregelen<br />
inzichtelijk maakt en de hoeveelheid groen in<br />
balans houdt.<br />
Bas Smets Econnection<br />
STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />
Rand<strong>voor</strong>waarden aan de locatie en<br />
aard <strong>van</strong> ruimtelijke ingrepen<br />
(stedenbouwkundige en<br />
infrastructurele projecten). Het is <strong>van</strong><br />
belang dat de gem<strong>een</strong>te deze projecten niet<br />
louter ziet als <strong>een</strong> 'bedreiging' <strong>voor</strong> de<br />
groenstructuur, maar juist als <strong>een</strong> uitgelezen<br />
kans om de gewenste groenstructuur te<br />
realiseren (zie ook stap4-meeliften en<br />
aanhaken, blz. 131). Hier<strong>voor</strong> is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang<br />
dat groen reeds in <strong>een</strong> vroeg stadium betrokken<br />
wordt in de planvorming. Projecten dienen<br />
steeds afgestemd te worden op de gewenste<br />
groenstructuur. Bij <strong>voor</strong>keur worden<br />
ontbrekende delen <strong>van</strong> de groenstructuur<br />
ontwikkeld als onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong> project, of<br />
worden deze delen minstens opengehouden<br />
(gereserveerd) in afwachting <strong>van</strong> <strong>een</strong> realisatie.<br />
Een mogelijke eis die de gem<strong>een</strong>te kan stellen<br />
aan ontwikkelaars is dat zij bij de (her)inrichting<br />
<strong>van</strong> grotere gebieden naast <strong>een</strong> bouwplan, ook<br />
<strong>een</strong> landschapsplan moeten <strong>voor</strong>leggen.<br />
Positief bestemmen <strong>van</strong> structureel<br />
groen in bestemmingsplannen en -<br />
<strong>voor</strong>schriften.<br />
Het bestemmingsplan is bij<br />
uitstek <strong>het</strong> instrument om kwetsbare gebieden<br />
planologisch te beschermen. Bij de<br />
actualisering <strong>van</strong> bestemmingsplannen worden<br />
de gewenste groenstructuur en de begrenzing<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> structurele groen vertaald naar<br />
bepalingen <strong>voor</strong> doeleinden en gebruik.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
Dit betekent ook dat voldoende ruimte moet<br />
vrijgehouden worden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de<br />
groenstructuur. De bereikbaarheid <strong>voor</strong><br />
onderhoud is <strong>voor</strong>al bij waterwegen <strong>van</strong> belang.<br />
Bij <strong>voor</strong>keur wordt langs weerszijden <strong>van</strong> de<br />
waterloop <strong>een</strong> zone <strong>van</strong>5mvrijgehouden <strong>van</strong><br />
bebouwing. Eén zijde kan vrijgehouden worden<br />
<strong>voor</strong> onderhoud <strong>van</strong> de waterloop, de andere<br />
zijde kan in functie <strong>van</strong> natuurontwikkeling<br />
gevrijwaard worden. Een ander <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> concrete rand<strong>voor</strong>waarde in functie <strong>van</strong> de<br />
groenstructuur is de eis om leidingenstroken<br />
aan 1 kant <strong>van</strong> de weg te concentreren in<br />
leidingenkokers, zodat maximale mogelijkheden<br />
open blijven <strong>voor</strong> laanbeplanting.<br />
Gebiedsgerichte visies <strong>voor</strong> de<br />
groenstructuur vertalen naar<br />
structuurplannen en (indien <strong>van</strong><br />
toepassing) afbakeningsplannen <strong>voor</strong><br />
<strong>stedelijk</strong>e gebieden<br />
Op <strong>een</strong> hoger niveau betekent dit dat gebieden<br />
die landschappelijk niet geschikt zijn <strong>voor</strong><br />
stadsuitbreiding, niet worden bebouwd. Indien<br />
nodig zal bijgevolg <strong>een</strong> terugkoppeling naar <strong>het</strong><br />
gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan of <strong>het</strong><br />
afbakeningsplan <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> gebied<br />
moeten gebeuren.<br />
Behoud en ontwikkeling <strong>van</strong> de groenstructuur<br />
is op plaatsen met duidelijke kwalitatieve en/of<br />
kwantitatieve tekorten <strong>van</strong> groter belang dan<br />
elders.<br />
JULI 09<br />
107
Alle bos en natuur dient bij aantasting door <strong>een</strong> onvermijdbare ruimtelijke ingreep,<br />
waar<strong>voor</strong> g<strong>een</strong> alternatieve locatie aanwezig is, gecompenseerd te worden, zowel in<br />
oppervlakte als in kwaliteit.<br />
Uitgangspunt hierbij is dat de totale hoeveelheid natuur en bos niet vermindert.<br />
Uitgangspunt bij de afname <strong>van</strong> groenareaal is <strong>het</strong> herstel <strong>van</strong> gelijke groenwaarden en<br />
oppervlaktes.<br />
Als dat niet mogelijk is, komt kwaliteitsverbetering in beeld. Er verdwijnt dan weliswaar<br />
groenareaal, maar reeds aanwezig groen kan in kwaliteit worden opgewaardeerd.<br />
Het streven is de compensatie zo dicht mogelijk bij de plaats <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenverlies te<br />
realiseren.<br />
In gevallen waarin <strong>het</strong> verlies aan groen niet kwantitatief of kwalitatief gecompenseerd<br />
kan worden (en enkel in die gevallen), kan ook gedacht worden aan <strong>het</strong> financieel<br />
compenseren <strong>van</strong> <strong>het</strong> verdwenen groen. Opbrengsten in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />
groencompensatie worden ingezet ter verbetering <strong>van</strong> de kwaliteit en kwantiteit <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
groen in de gem<strong>een</strong>te (groenfonds)<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> compensatieregeling bij aantasting <strong>van</strong> de groenstructuur:<br />
<strong>groenplan</strong> Arnhem
Voorbeelden <strong>van</strong> flankerende<br />
maatregelen<br />
Ondersteunen <strong>van</strong> en communicatie met<br />
actoren binnen de gem<strong>een</strong>te (wijk-, buurt-,<br />
gem<strong>een</strong>teniveau) die (in)direct betrokken zijn<br />
bij <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> water en groen. Het kan<br />
zeer verrijkend zijn om de kennis en deskundigheid<br />
die bij deze groepen leeft, te benutten.<br />
Omgekeerd kunnen deze groepen<br />
ondersteund worden door uitwisseling <strong>van</strong><br />
kennis en materiaal (vb natuurverenigingen,<br />
vrijwilligersgroepen, milieuwerkgroepen,…);<br />
Oprichten <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke klankbord- of<br />
adviesgroepen,…;<br />
Samenwerking en overleg met buurgem<strong>een</strong>ten<br />
<strong>voor</strong> grensoverschrijdende projecten;<br />
G erichte communicatie,<br />
samenwerking en<br />
overleg met terreinbeheerders of eigenaars<br />
<strong>van</strong> <strong>voor</strong> de groenstructuur essentiële onder-<br />
delen. De mogelijkheden tot <strong>het</strong> openbaar of<br />
minstens toegankelijk maken <strong>van</strong> bepaalde<br />
onderdelen kunnen via communicatie en<br />
overleg worden nagegaan. Even<strong>een</strong>s kan<br />
door overleg sturing worden gegeven aan <strong>het</strong><br />
beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> privaat domein. In sommige<br />
gevallen ( bij<strong>voor</strong>beeld wanneer medewer-<br />
king <strong>van</strong> de private eigenaars of <strong>van</strong> buurgem<strong>een</strong>ten<br />
noodzakelijk is <strong>voor</strong> de realisatie<br />
<strong>van</strong> de gewenste groenstructuur ) zal <strong>het</strong><br />
aangewezen zijn <strong>een</strong> communicatieplan op te<br />
maken als vervolgactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> (zie ook proces en communicatie,<br />
blz 137 e.v. <strong>van</strong> deze handleiding) .<br />
Bas Smets Econnection<br />
STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
JULI 09<br />
109
Voorbeelden <strong>van</strong> gebiedspecifieke, plekspecifieke en typologie-gerichte maatregelen en <strong>voor</strong>stellen<br />
<strong>groenplan</strong> Arnhem
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />
Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> gebiedspecifieke, plekspecifieke en typologie-gerichte maatregelen en <strong>voor</strong>stellen<br />
<strong>groenplan</strong> Arnhem<br />
111
CASE DENDERMONDE<br />
visie- en conceptvorming<br />
Watersysteem Watersysteem Ecologisch systeem Milieubuffersysteem<br />
Verbindingssysteem Recreatief systeem<br />
Elk groensysteem wordt gekenmerkt door <strong>een</strong> eigen ruimtelijke<br />
logica en kent <strong>een</strong> doorvertaling in <strong>een</strong> specifieke gewenste<br />
ruimtelijke structuur.<br />
De integratie en afstemming <strong>van</strong> deze complementaire en<br />
elkaar versterkende - groenstructuren resulteert in <strong>een</strong><br />
samenhangend raamwerk dat op macroniveau de drager vormt<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>. In tweede instantie wordt <strong>het</strong><br />
landschappelijk raamwerk 'opgedikt' en 'opgeladen' tot <strong>een</strong><br />
<strong>stedelijk</strong>e groenstructuur op schaal <strong>van</strong> Dendermonde. Het feit<br />
dat deze basisstructuur ondersteund wordt door sectorale<br />
ruimteclaims (water, natuur, lucht, erfgoed, recreatie,<br />
landbouw) heeft als belangrijk <strong>voor</strong>deel dat hiermee <strong>een</strong><br />
stevige basis wordt gelegd <strong>voor</strong> de lange termijnontwikkeling<br />
<strong>van</strong> <strong>stedelijk</strong> groen.<br />
Visie- en conceptvorming - macro
Op mesoniveau krijgen de mazen <strong>van</strong> <strong>het</strong> landschappelijke netwerk <strong>een</strong> doorvertaling<br />
in groenstrategieën per wijk/buurt en op microniveau wordt gekeken naar specifieke<br />
groenstrategieën per groentypologie met bijhorende inrichtings- en<br />
beheermaatregelen.<br />
Op basis <strong>van</strong> de gewenste macrostructuur en de typologie-oplossingen (zie fiches<br />
hierna) gebeurde <strong>een</strong> vertaling naar de concrete situatie in Dendermonde. Dit<br />
gebeurde <strong>voor</strong> <strong>het</strong> deelgebied tussen Dendermonde-binnenstad en Baasrode. Dit<br />
deelgebied werd gekozen omwille <strong>van</strong> de complexiteit en variatie in ruimtelijke<br />
typologieën (<strong>van</strong> binnenstad naar vestinggordel, verkavelingen en bedrijventerreinen<br />
over <strong>een</strong> landelijk woonlint richting Baasrode-dorp) en de verzuchting <strong>van</strong> de Stad<br />
Dendermonde om via <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> oplossing te kunnen formuleren <strong>voor</strong><br />
<strong>een</strong> betere verbinding tussen Dendermonde en Baasrode.<br />
Voor de volledige toelichting bij de visie- en conceptvorming <strong>voor</strong> de case<br />
Dendermonde, wordt verwezen naar <strong>het</strong> addendum bij deze handleiding.<br />
Visie- en conceptvorming: meso en micro (typologie-oplossingen)<br />
visie- en conceptvorming<br />
CASE DENDERMONDE<br />
113
Voor <strong>een</strong> aantal in Vlaanderen veel <strong>voor</strong>komende<br />
ruimtelijke typologieën (landelijk woonlint, verkaveling,<br />
industriegebied en binne<strong>stedelijk</strong>e omgeving) wordt <strong>een</strong><br />
groenstrategie aangeboden in fichevorm. De fiches<br />
bevatten <strong>een</strong> ruimtelijke-typologische analyse, <strong>voor</strong>stellen<br />
<strong>voor</strong> ruimtelijke principes en strategieën, <strong>een</strong><br />
structuursc<strong>het</strong>s <strong>van</strong> de gewenste groenstructuur <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />
dergelijke typologie, met op de achterzijde maatregelen op<br />
<strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> inrichting, beheer, de terugkoppeling naar<br />
beleid en planningscontext en flankerende maatregelen<br />
specifiek gericht op de problematiek in <strong>een</strong> dergelijke<br />
typologie. De fiches worden vervolledigd met <strong>een</strong> overzicht<br />
<strong>van</strong> mogelijke financiële middelen en mogelijke partners<br />
<strong>voor</strong> de uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen en enkele<br />
referentiebeelden. De fiches werden opgemaakt op basis<br />
<strong>van</strong> ontwerpend onderzoek in Dendermonde, maar zijn zo<br />
opgesteld dat ze bruikbaar zijn <strong>voor</strong> heel Vlaanderen.<br />
Visie- en conceptvorming -<br />
plekspecifieke vertaling naar<br />
typologie-oplossingen
TYPE1:LANDELIJK WOONLINT<br />
Typologische analyse<br />
Straten<br />
Bebouwing<br />
Functies<br />
Tuinen<br />
Totaal<br />
onbebouwde<br />
ruimte<br />
OPP.<br />
OPP.<br />
TOEG.<br />
OPP.<br />
TOEG.<br />
Structuursc<strong>het</strong>s bestaande structuur<br />
Relatief groot ingesloten landbouwgebied<br />
begrensd door vrijstaande<br />
woningen en hoeves<br />
met tuinen. Naast landbouwfunctie<br />
ook enkele landschapsrelicten,<br />
KLE’s en restanten <strong>van</strong><br />
voetwegen. Binnengebied niet of<br />
nauwelijks toegankelijk.<br />
Openbaar toegankelijke ruimte<br />
beperkt tot openbare wegenis,<br />
g<strong>een</strong> groene toegankelijke<br />
ruimte.<br />
Ruimtelijke<br />
principes/<br />
strategieën<br />
externe structuur:<br />
verbindingen<br />
tussen delen <strong>van</strong> (macro)<br />
groenstructuur, relatie tussen<br />
stapstenen<br />
gebruikswaarde/toegankelijkheid:<br />
fysieke toegankelijkheid<br />
<strong>van</strong> open ruimte vergroten<br />
oude voetwegen<br />
belevingswaarde <strong>van</strong> open ruimte/<br />
relicten vergroten<br />
(vista’s, variatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> landschap<br />
voelbaar maken, met behoud landbouwfunctie)<br />
interne structuur: vervolledigen<br />
<strong>van</strong> landschappelijke structuren,<br />
continuïteit <strong>van</strong> groenstructuren<br />
Structuursc<strong>het</strong>s gewenste groenstructuur<br />
Legende<br />
herstelde voetweg<br />
vista’s/toegankelijkheid <strong>van</strong>uit aanpalende woningen<br />
vervolledigen/beschermen <strong>van</strong> (kleinschalige) landschapselementen (beekvalleien, houtkanten,<br />
bomenrijen, poelen, solitaire boom,...)
TYPE1:LANDELIJK WOONLINT<br />
Maatregelen (niet-limitatieve lijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen)<br />
Inrichting<br />
Beheer<br />
Terugkoppeling<br />
naar beleid<br />
en<br />
planningscontext<br />
Flankerende<br />
maatregelen/<br />
flankerend<br />
beleid<br />
(her)aanplant KLE’s: (knot)bomen(rijen), hoekbomen, houtkanten, kapelletjesbomen, poelen,...<br />
afbakenen en inrichting trage wegen<br />
erfbeplanting<br />
aanleg bufferstroken, bermen, (overhoeken)<br />
structuurverbeterende inrichtingsmaatregelen (bv. hermeandering, oevers, verbeteren<br />
soortensamenstelling beplantingen, …)<br />
ecologisch berm- en oeverbeheer<br />
ruimen poelen<br />
onderhoud knotbomen en KLE’s<br />
beheer gras- en bufferstroken (maaien), (overhoeken),...<br />
juridisch beschermen (vb (her)bestemming bij opmaak RUP, bij verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
stedenbouwkundige vergunning, gem<strong>een</strong>telijke reglementen...) <strong>van</strong> essentiële onderdelen <strong>van</strong><br />
groenstructuur: voetwegen, waterlopen en oeverzones, bomen,...<br />
gem<strong>een</strong>telijke compensatieregeling bij verdwijnen houtkanten, bomen, voetwegen,... , bij<strong>voor</strong>beeld<br />
door evenwaardige heraanplant op plaatsen essentieel <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />
opnemen <strong>van</strong> de essentiële elementen in (ruimtelijke) beleidsplannen (structuurplannen,<br />
afbakeningsplannen, mobiliteitsplan): selectie als element <strong>van</strong> de groenstructuur, categorisering en<br />
selectie <strong>van</strong> trage voetwegen (rol <strong>voor</strong> langzaam verkeer),...<br />
subsidieregelingen t.b.v. KLE's (gem<strong>een</strong>te, provincie, Monumenten & Landschappen) en <strong>voor</strong><br />
kleinschalige waterzuivering (gem<strong>een</strong>te)<br />
beheerover<strong>een</strong>komsten landbouw, stimuleren bedrijfsplanning<br />
Regionale landschappen (arbeidersploegen <strong>voor</strong> uitvoering werken)<br />
wetgeving op buurtwegen<br />
kavelruil<br />
adviesverlening (gem<strong>een</strong>te, Reg. Landschap)<br />
Financiële middelen <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen (naast gem<strong>een</strong>telijke middelen)<br />
subsidieregelingen t.b.v. KLE's (gem<strong>een</strong>te, provincie, Monumenten & Landschappen, ANB,...)<br />
Regionale landschappen (arbeidersploegen <strong>voor</strong> uitvoering werken)<br />
Europese subisidieregelingen: Interreg, Leader, Euregio, …<br />
Beheersover<strong>een</strong>komsten VLM<br />
Mogelijke partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen<br />
Vlaanderen (ANB: subsidies, advies,...)<br />
provincie (subsidies, provinciale reglementen, coördinatie <strong>van</strong> projecten, adviesverlening,...)<br />
Monumenten & Landschappen (subsidies, adviesverlening,...)<br />
Regionale landschappen (subsidies, leveren <strong>van</strong> mankracht (arbeidersploegen) <strong>voor</strong> uitvoering<br />
werken, adviesverlening,...)<br />
Toerisme Vlaanderen (projecten rond zachte recreatie, bij<strong>voor</strong>beeld inrichting voetwegen,<br />
fietsroutes,...)<br />
Europa (subsidies <strong>voor</strong> projecten in de landbouw, natuur en landelijk toerisme)<br />
vzw ‘Trage Wegen’<br />
landbouw, omwonenden (vb. horeca, jeugdbeleid,...: projectuitvoering, beheer)<br />
Referentiebeelden<br />
foto’s 1-5-6: © Regionaal Landschap Houtland, foto’s 2-3-4: © Econnection<br />
1 2<br />
3 4<br />
5 6<br />
1. Nieuw<br />
aangelegde poel<br />
2. Boomaanplant<br />
bij kapelletje<br />
(Rosstraat<br />
Dendermonde)<br />
3.Waardevolle<br />
bloemrijke bermen<br />
in <strong>het</strong><br />
buitengebied<br />
(Donaustraat<br />
Dendermonde)<br />
4. Vlonder in<br />
nieuw aangelegd<br />
educatief<br />
natuurgebiedje<br />
(Destelbergen)<br />
5.houtkanten<br />
langs<br />
landbouwpercelen<br />
6. Waterloop<br />
(beekvallei) als<br />
ecologisch<br />
element in <strong>het</strong><br />
landbouwgebied
TYPE2:VERKAVELING<br />
Typologische analyse<br />
Straten<br />
Bebouwing<br />
Functies<br />
Tuinen<br />
Totaal<br />
onbebouwde<br />
ruimte<br />
OPP.<br />
OPP.<br />
TOEG.<br />
OPP.<br />
TOEG.<br />
Structuursc<strong>het</strong>s bestaande structuur<br />
Woonwijk met diverse bebouwingstypes<br />
(<strong>van</strong> appartementen tot rijwoningen en<br />
vrijstaande woningen) met collectieve tot<br />
grote private tuinen. Wijkgerichte<br />
<strong>voor</strong>zieningen tussen de woningen, vaak<br />
ingeplant in (publieke of private)<br />
onbebouwde ruimte (grasveld,<br />
sportfaciliteiten,...). Bij oudere verkavelingen<br />
vaak weinig leesbare structuur, met <strong>een</strong><br />
versnipperd publiek domein, intern gericht<br />
en vaak geringe gebruiksmogelijkheden<br />
en/of weinig ecologische kwaliteiten. Enkele<br />
straten met bomen.<br />
Ruimtelijke<br />
principes/<br />
strategieën<br />
externe structuur:<br />
groene<br />
verbindingen met groenstructuur<br />
buiten de wijk<br />
gebruikswaarde/toegankelijkheid:<br />
inrichting <strong>van</strong> bestaande<br />
onbebouwde ruimte optimaliseren<br />
in functie <strong>van</strong> groen en<br />
meervoudig ruimtegebruik<br />
belevingswaarde: complementariteit<br />
tussen de verschillende<br />
onbebouwde ruimtes in de wijk<br />
verhogen<br />
interne structuur: via groen de<br />
interne wegenstructuur en -hiërarchie<br />
beklemtonen (waar mogelijk brede<br />
profielen groener maken),<br />
groene verbindingen tussen groenelementen<br />
binnen de wijk // bestaande<br />
groenelementen functie geven<br />
leesbaarheid, continuïteit<br />
Structuursc<strong>het</strong>s gewenste groenstructuur<br />
Legende<br />
groene verbindingen<br />
complementaire en ruimtelijk geoptimaliseerde groene ruimten<br />
groen beklemtoont wegenhiërarchie / oorspronkelijke groenstructuur zichtbaar maken
TYPE2:VERKAVELING<br />
Maatregelen (niet-limitatieve lijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen)<br />
Inrichting<br />
Beheer<br />
Terugkoppeling<br />
naar beleid<br />
en<br />
planningscontext<br />
Flankerende<br />
maatregelen/<br />
flankerend<br />
beleid<br />
aanplant straatbomen, plantsoen<br />
groene inkadering/herstructurering speelterreinen, kerkhoven,...<br />
(meer) ecologische/multifuncitonele inrichting restgronden, plantsoenen, wegbermen, parkjes (bv.<br />
bodembedekkers)<br />
aanleg ecotuin/gem<strong>een</strong>schappelijke composteerruimte<br />
aandacht <strong>voor</strong> interne en externe groenstructuur en continuïteit <strong>van</strong> groenstructuur<br />
(prioriteitenbepaling)<br />
natuurtechnische aanleg grachten, waterlopen, bufferbekkens<br />
ecologisch gericht beheer <strong>van</strong> plantsoenen, parkjes (bv. reductie herbicidengebruik), bermen<br />
bomenplan ANB<br />
natuurtechnisch onderhoud grachten, waterlopen, bufferbekkens<br />
juridisch beschermen (vb (her)bestemming bij opmaak RUP, bij verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
stedenbouwkundige vergunning, gem<strong>een</strong>telijke reglementen...) <strong>van</strong> essentiële onderdelen <strong>van</strong><br />
groenstructuur: waterlopen en oeverzones, straatbomen, plantsoenen/parkjes,...<br />
gem<strong>een</strong>telijke compensatieregeling bij verdwijnen bomen,... , bij<strong>voor</strong>beeld door evenwaardige<br />
heraanplant op plaatsen essentieel <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />
opnemen <strong>van</strong> de essentiële elementen in (ruimtelijke) beleidsplannen (structuurplannen,<br />
afbakeningsplannen, mobiliteitsplan, milieubeleidsplan, jeugdbeleidsplan,...): selectie als element<br />
<strong>van</strong> de groenstructuur, categorisering en selectie <strong>van</strong> voetwegen/fietsroutes (rol <strong>voor</strong> langzaam<br />
verkeer),...<br />
adviesverlening <strong>voor</strong>/communicatie naar bewoners (bij<strong>voor</strong>beeld rond de soortenkeuze/onderhoud<br />
tuinen)<br />
samenwerking met lokale verenigingen, buurtscholen,... (groene acties in de wijk)<br />
centrale rol <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke milieudienst<br />
Financiële middelen <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen (naast gem<strong>een</strong>telijke middelen)<br />
Projectsubsidies Harmonisch Park- en Groenbeheer ANB<br />
Mogelijke partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen<br />
provincie (subsidies, provinciale reglementen, adviesverlening,...)<br />
lokale (natuur-, jeugd-, sport-,...)verenigingen en scholen (mankracht projectuitvoering en input<br />
visievorming)<br />
Referentiebeelden<br />
3<br />
1 2<br />
4 5<br />
1. Laanbeplanting en onderhoudsarme<br />
bodembeplanting<br />
(verkaveling Hof ten Rode<br />
Baasrode Dendermonde)<br />
2. Woonproject uitbreiding<br />
Clementwijk Sint-Niklaas:<br />
masterplan <strong>voor</strong> duurzame<br />
woonwijk met ecologische en<br />
sociale kwaliteiten<br />
3 en 4. Educatieve projecten<br />
rond ecologische vijvers en<br />
groenaanplant in buurtscholen<br />
5. Nieuw aangelegde poel en<br />
houtaanplant op restgrond<br />
naast sportterrein in woonwijk<br />
6 en 8. Woonproject<br />
Clementwijk Sint-Niklaas:<br />
integratie <strong>van</strong> bestaande<br />
grachtenstructur in <strong>het</strong><br />
ontwerp, recreatieve en<br />
landschappelijke<br />
mogelijkheden <strong>van</strong> wadi’s en<br />
grachten<br />
7. Speelplein De Vliet<br />
(Baasrode-Dendermonde):<br />
mooie integratie <strong>van</strong> natuur en<br />
speelterrein:<br />
6<br />
7 8<br />
foto’s 1 en 7: © Econnection, foto’s 3-4-5: © Regionaal Landschap Houtland, foto 6 en figuren 2 en 8: © Grontmij ism Fris in <strong>het</strong> Landschap
TYPE3:BEDRIJVENTERREIN<br />
Typologische analyse<br />
Straten<br />
Bebouwing<br />
Functies<br />
Tuinen<br />
Totaal<br />
onbebouwde<br />
ruimte<br />
OPP.<br />
OPP.<br />
TOEG.<br />
OPP.<br />
TOEG.<br />
Structuursc<strong>het</strong>s bestaande structuur<br />
Rationeel verkavelde omgeving,<br />
vaak aan <strong>een</strong> stadsrand of ringweg,<br />
op overgang tussen bebouwde<br />
omgeving en open ruimte. Vaak<br />
pijpekopstructuur, weinig publieke<br />
ruimte, ruigtes op restkavels.<br />
Groen is meestal sterk versnipperd,<br />
functioneel (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
bufferbekken) en individueel per<br />
kavel georganiseerd. Op sommige<br />
terreinen komen gem<strong>een</strong>schappelijke<br />
waterbekkens <strong>voor</strong>.<br />
Ruimtelijke<br />
principes/<br />
strategieën<br />
externe structuur:<br />
buffers/overige<br />
groenstructuren op <strong>het</strong> bedrijventerrein<br />
als verbindingen tussen delen<br />
<strong>van</strong> de (macro)groenstructuur /<br />
tussen woonomgeving en open ruimte<br />
gebruikswaarde/toegankelijkheid:<br />
individuele functies (incl groen<br />
en water) ver<strong>van</strong>gen door collectieve<br />
functies (vb bij uitbreiding of<br />
reconversie)<br />
belevingswaarde: groenstructuur<br />
op <strong>het</strong> bedrijventerrein is multifunctioneel<br />
(waterbuffering, visuele buffering,<br />
collectieve recreatieve ruimte, collectief<br />
restaurant/hotel/kantoor, fietsontsluiting,<br />
accentueren <strong>van</strong> wegenhiërarchie<br />
ifv leesbaarheid,...)<br />
interne structuur: bestaande<br />
groenstructuren of landschapsrelicten<br />
opnemen in <strong>het</strong><br />
bedrijventerrein<br />
Structuursc<strong>het</strong>s gewenste groenstructuur<br />
Legende<br />
buffer als verbinding in macrogroen-<br />
landschapselementen opgenomen in <strong>het</strong> bedrijventerrein structuur (betreedbaar indien onderdeel<br />
<strong>van</strong> langzaamverkeersroute)<br />
fietsontsluiting bedrijventerrein & langzaamverkeersverbinding tussen woonomgeving en buitengebied<br />
representatief collectief bedrijfsgebouw collectieve groenzone collectieve waterbuffer
TYPE3:BEDRIJVENTERREIN<br />
Maatregelen (niet-limitatieve lijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen)<br />
Inrichting<br />
Beheer<br />
Terugkoppeling<br />
naar beleid<br />
en<br />
planningscontext<br />
Flankerende<br />
maatregelen/<br />
flankerend<br />
beleid<br />
aanplant straatbomen, plantsoen<br />
ecologische inrichting restgronden, plantsoenen, bufferbekkens/bluswaterbekkens, grachten,...<br />
aanleg robuuste (minimale breedte: 25m) en landschappelijk en ecologisch verantwoorde<br />
groenbuffers, met streekeigen en standplaatsspecifieke soorten. Voor de aanleg <strong>van</strong> de buffers<br />
wordt bij <strong>voor</strong>keur schrale grond (g<strong>een</strong> teelaarde) gebruikt. Reliëfverschillen bieden mogelijkheid tot<br />
structuurvariatie in de buffer. Buffers die <strong>een</strong> rol spelen in de langzame (zacht-recreatieve)<br />
verbindingen dienen betreedbaar te zijn (langzaam verkeer). Buffers kunnen ook <strong>een</strong> rol spelen in<br />
<strong>het</strong> waterbeheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> terrein (<strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> landschappelijk vorm gegeven grachtenstructuur)<br />
indien ophoging <strong>van</strong> de gronden noodzakelijk is (liefst niet ophogen om bestaande groenstructuur<br />
te vrijwaren!): bij <strong>voor</strong>keur met schrale grond (biedt kansen <strong>voor</strong> ecologisch beheer)<br />
aandacht <strong>voor</strong> verlichting (zo weinig mogelijk strooilicht,...)<br />
ecologisch bermbeheer<br />
ecologisch beheer buffers, plantsoenen en restgronden (bv. reductie herbicidengebruik, ecologisch<br />
maaibeheer)<br />
ecologisch beheer bekkens<br />
juridisch beschermen (vb (her)bestemming bij opmaak RUP, bij verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
stedenbouwkundige vergunning, gem<strong>een</strong>telijke reglementen...) <strong>van</strong> essentiële onderdelen <strong>van</strong><br />
groenstructuur: waterlopen en oeverzones, bomenrijen, relicten,...<br />
opnemen <strong>van</strong> kwalitatieve inrichtingsprincipes in de RUP’s (zie inrichting)<br />
gem<strong>een</strong>telijke compensatieregeling bij verdwijnen bomen,... , bij<strong>voor</strong>beeld door evenwaardige<br />
heraanplant op plaatsen essentieel <strong>voor</strong> de groenstructuur (bij<strong>voor</strong>beeld in bufferzones, collectieve<br />
zones,...)<br />
opnemen <strong>van</strong> de essentiële elementen in (ruimtelijke) beleidsplannen (structuurplannen,<br />
afbakeningsplannen, mobiliteitsplan): selectie als element <strong>van</strong> de groenstructuur, categorisering en<br />
selectie <strong>van</strong> voetwegen/fietsroutes (rol <strong>voor</strong> langzaam verkeer),...<br />
adviesverlening <strong>voor</strong>/communicatie naar bedrijven (bij<strong>voor</strong>beeld rond de soortenkeuze/onderhoud<br />
tuinen)<br />
stimuleren <strong>van</strong> samenwerking tussen bedrijven en opzetten parkmanagement met collectief groen- en<br />
waterbeheer<br />
scr<strong>een</strong>en/aanpassen bestekken/verkoopover<strong>een</strong>komsten (opname inrichtingsprincipes - zie inrichting)<br />
Financiële middelen <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen (naast gem<strong>een</strong>telijke middelen)<br />
financiële middelen <strong>van</strong> de bedrijven zelf (parkmanagement)<br />
financiële middelen uit realisatie <strong>van</strong> bedrijventerrein (projectontwikkeling)<br />
Mogelijke partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen<br />
provincie ( subsidies, provinciale reglementen, coördinatie <strong>van</strong> projecten, adviesverlening,... )<br />
Vlaamse Overheid (subsidies <strong>voor</strong> duurzame economische projecten)<br />
Europa (subsidies <strong>voor</strong> duurzame economische projecten)<br />
projectontwikkelaar (aanleg waterbekkens, bufferzones,...)<br />
bedrijven (via parkmanagement)<br />
waterbeheerder (advies)<br />
vzw Trage Wegen<br />
Referentiebeelden<br />
1<br />
3<br />
4<br />
2<br />
5<br />
6<br />
1. Afwateringsgracht <strong>voor</strong> bedrijventerrein<br />
2. Integratie <strong>van</strong> fietspad in groen-blawue afstandsbuffer<br />
<strong>voor</strong> bedrijventerrein (+aandacht <strong>voor</strong> beeldkwaliteit<br />
bedrijfsgebouwen op randen <strong>van</strong> <strong>het</strong> terrein)<br />
3. Gaverbeekse Meersen: integratie waterbeheer en groen<br />
4. Varianten <strong>voor</strong> de inrichting <strong>van</strong> bufferzones<br />
foto 1: © Regionaal Landschap Houtland, foto’s 2 en 3 en figuur 5: © Grontmij, figuur 4: © WES en<br />
figuur 6: Bron: Vademecum Bedrijventerreinen, Stef <strong>van</strong> der Gaag<br />
5. Gedifferentieerde groenstructuur als onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
inrichtingsplan R4/N70 Oostakker (Gent)<br />
6. Bedrijventerrein Eemspoort (Groningen): integratie <strong>van</strong><br />
te handhaven en te ontwikkelen weiden, oever- en<br />
bermvegetaties.
TYPE4:BINNENSTAD<br />
Typologische analyse<br />
Straten<br />
Bebouwing<br />
Functies<br />
Tuinen<br />
Totaal<br />
onbebouwde<br />
ruimte<br />
OPP.<br />
OPP.<br />
TOEG.<br />
OPP.<br />
TOEG.<br />
Structuursc<strong>het</strong>s bestaande structuur<br />
Buurt met hoofdzakelijk rijwoningen of lage tot middelhoge<br />
appartementsbouw. Tuinen zijn meestal klein, sommige woningen<br />
en de meeste appartementen hebben g<strong>een</strong> private<br />
buitenruimte. Wegen hebben vaak <strong>een</strong> smal en kronkelend<br />
profiel. Verspreid in <strong>het</strong> kleinschalige weefsel komen (grootschalige)<br />
<strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> (scholen, overheid,...), vaak<br />
ingeplant in (publieke of private) onbebouwde ruimte (oude<br />
kloostertuin, parkjes,...). Naast de grotere oppervlakten<br />
openbaar groen, spelen in de binnenstad ook de kleinschaliger<br />
oppervlaktes openbaar en privaat groen <strong>een</strong> rol. Op representatieve<br />
plaatsen komen pleinen <strong>voor</strong>, gebruikt als<br />
parking en/of (groene) verblijfsruimte. Water kan <strong>voor</strong>komen,<br />
soms als representatieve ruimte, soms overwelfd.<br />
P<br />
P<br />
Ruimtelijke<br />
principes/<br />
strategieën<br />
externe structuur:<br />
radiale groene<br />
verbindingen met groenstructuur<br />
buiten de wijk (groenassen, groene<br />
vingers) - zo diep mogelijk in<br />
kleinschalig weefsel, bv langs water<br />
gebruikswaarde/toegankelijkheid:<br />
groene publieke doorgangen<br />
creëren/opwaarderen, bvb langs water,<br />
oude voetwegen tussen<br />
bouwblokken, doorh<strong>een</strong> (semi-)<br />
publieke functies,...<br />
belevingswaarde: publiek domein<br />
maximaal vergroenen op plaatsen<br />
die als groene stapstenen/corridors<br />
kunnen functioneren (bvb door<br />
parkings dubbellagig of ondergronds<br />
brengen, ontpitten <strong>van</strong> te dense,<br />
niet-kwalitatieve bebouwing, water als<br />
belevingselement,...)<br />
interne structuur: ontsnipperen:<br />
bestaande groene snippers<br />
maximaal verbinden (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
langs water, kleine voetwegen, via<br />
publieke of semi-publieke<br />
parken,...)<br />
Structuursc<strong>het</strong>s gewenste groenstructuur<br />
Legende<br />
P herorganisatie en vergroening publiek domein<br />
door herschikking parkings<br />
water als belevingselement en as <strong>voor</strong> langzaam<br />
verkeer/terug open leggen <strong>van</strong> overwelfde waterlopen<br />
groene verbindingen tussen de kleinschalige groene stapstenen<br />
P<br />
vergroend <strong>stedelijk</strong> plein met grotere<br />
verblijfswaarde<br />
ontpitte en vergroende dense woonwijk
TYPE4:BINNENSTAD<br />
Maatregelen (niet-limitatieve lijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen)<br />
Inrichting<br />
Beheer<br />
Terugkoppeling<br />
naar beleid<br />
en<br />
planningscontext<br />
Flankerende<br />
maatregelen/<br />
flankerend<br />
beleid<br />
aanplant laanbomen, solitaire bomen, plantsoen<br />
aandacht <strong>voor</strong> klein (openbaar) groen: gevel- en tegeltuintjes, groendaken, tuinen, water, parken,<br />
stadswallen, wadi’s, volkstuinen, begraafplaatsen,...<br />
openleggen waterlopen<br />
onderhoudsvriendelijke (onderhoudsextensieve) beplanting<br />
bodembedekkers<br />
openstellen historische tuinen (herenhuizen, pastorietuinen, kloostertuinen,...)<br />
duurzaam en multifunctioneel ontwerp en duurzame materialenkeuze (levensduur,<br />
<strong>van</strong>dalismebestendigheid,...)<br />
structuurverbeterende inrichtingsmaatregelen<br />
pesticiden- en herbicidenreductie, gifvrij groenonderhoud<br />
boomverzorging<br />
plantsoenbeheer<br />
behoud muurvegetaties<br />
beheer verhardingen<br />
aandacht <strong>voor</strong> multifunctioneel beheer (natuur, recreatie, erfgoed,...) en klein openbaar groen<br />
juridisch beschermen (vb (her)bestemming bij opmaak RUP, bij verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
stedenbouwkundige vergunning, gem<strong>een</strong>telijke reglementen...) <strong>van</strong> essentiële onderdelen <strong>van</strong><br />
groenstructuur: waterlopen, straatbomen, plantsoenen/parkjes,...<br />
gem<strong>een</strong>telijke compensatieregeling bij verdwijnen bomen,... , bij<strong>voor</strong>beeld door evenwaardige<br />
heraanplant op plaatsen essentieel <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />
opnemen <strong>van</strong> de essentiële elementen in (ruimtelijke) beleidsplannen (structuurplannen,<br />
afbakeningsplannen, mobiliteitsplan, milieubeleidsplan, jeugdbeleidsplan, bomenplan,<br />
pecticidenreductieplan...): selectie als element <strong>van</strong> de groenstructuur, categorisering en selectie<br />
<strong>van</strong> waterwegen/voetwegen/fietsroutes (rol <strong>voor</strong> langzaam verkeer),...<br />
uitwerken subsidies/reglementeringen ivm gevel- en tegelgroen, groendaken,...<br />
subsidiereglement gevel- en tegeltuintjes, groendaken,...<br />
renovatiesubsidies<br />
communicatie en participatie (bij<strong>voor</strong>beeld uitbouwen demonstratieprojecten)<br />
(meer) samenwerking tussen groendienst, milieudienst, technische dienst, jeugddienst,...<br />
Financiële middelen <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen (naast gem<strong>een</strong>telijke middelen)<br />
Projectsubsidies Harmonisch Park- en Groenbeheer ANB<br />
Subsidies uit Samenwerkingsover<strong>een</strong>komsten (vroegere milieuconvenanten, Vlaamse Overheid)<br />
Mogelijke partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen<br />
Vereniging <strong>voor</strong> Openbaar Groen VVOG (advies)<br />
ANB<br />
privésector: eigenaars <strong>van</strong> (potentieel) structuurbepalend groen (scholen, ziekenhuizen,...), horeca<br />
Agentschap Ruimtelijke Ordening - onroerend erfgoed stads- en dorpsgezichten, monumenten)<br />
Simon Stevinstichting (Vlaams Vestingbouwkundig centrum), Toerisme Vlaanderen,...<br />
Referentiebeelden<br />
1<br />
2<br />
4<br />
3<br />
5<br />
1. Plannen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> openleggen <strong>van</strong> de gedempte<br />
Dender in <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong> Dendermonde<br />
2 en 3. Drijvende groeneilanden op de binnenwaters<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> Gentse stadscentrum (roestvrij staal,<br />
vlotters, cocosvezel en beplanting)<br />
4. Waardevolle muurvegetaties (Sas Dendermonde)<br />
5. Integratie <strong>van</strong> groen in stadsplein<br />
figuur 1: © Arcadis Gedas ism Atelier JPLX, foto’s 2 en 3: © fietser.be, foto 4: © Econnection
MODEL GROENSTRUCTUURPLAN<br />
CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />
basis groentypologie:<br />
catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />
VISIE<br />
ALGEMENE VISIE,<br />
DOELSTELLINGEN<br />
EN UITGANGSPUNTEN<br />
* cf. duurzaamheidsaspecten<br />
oplossingen per groentypologie<br />
1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />
2ANALYSE<br />
1.A. projectgebied<br />
1.B. onderzoeksgebied<br />
2.A. Bestaande groenstructuur<br />
(BGS)<br />
evaluatie<br />
3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />
evaluatie evaluatie<br />
{<br />
4. ACTIEPLAN<br />
3.A. plekspecifieke strategieën<br />
4.A. financiering<br />
4.D. prioritering en fasering<br />
2.B. Plannings- en<br />
beleidscontext<br />
1.A<br />
planopgave<br />
3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />
1.B<br />
2.C. Behoeftenonderzoek<br />
inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />
(groenontwikkeling en -<br />
transformatie)<br />
beheersmaatregelen<br />
terugkoppeling naar<br />
beleid/planningscontext<br />
flankerende maatregelen
7<br />
Stap 4<br />
ACTIEPLAN
BESCHRIJVING<br />
STAP 4 ACTIEPLAN<br />
DOEL: SELECTEREN VAN PRIORITAIRE ACTIES EN MAATREGELEN EN INZICHT IN FINANCIERING<br />
In deze laatste fase is <strong>het</strong> de bedoeling<br />
uit de hier<strong>voor</strong> geformuleerde<br />
maatregelen en <strong>voor</strong>stellen <strong>een</strong><br />
actieprogramma te selecteren.<br />
Er worden prioriteiten gelegd op basis<br />
<strong>van</strong> noodzaak en technische en<br />
financiële haalbaarheid. Er wordt<br />
daarnaast <strong>een</strong> fasering opgemaakt <strong>van</strong><br />
de te nemen maatregelen en er wordt<br />
duidelijk gemaakt hoe de maatregelen<br />
gefinancierd zullen worden.<br />
Het actieplan moet <strong>een</strong> praktisch<br />
bruikbaar instrument zijn met <strong>een</strong> grote<br />
draagkracht, wat enkel kan bekomen<br />
worden door overleg met de<br />
verschillende partners en actoren,<br />
zowel op <strong>het</strong> terrein als in <strong>het</strong> beleid<br />
(zie verder: proces).<br />
GEWENSTE OUTPUT<br />
prioritering<br />
fasering<br />
globale kostenraming en<br />
financieringsmogelijkheden<br />
<strong>van</strong> de maatregelen en acties die<br />
nodig zijn om tot de gewenste<br />
groenstructuur te komen<br />
Maatregelen: SMART!<br />
Probeer de maatregelen in <strong>het</strong> actieplan zo<br />
meetbaar mogelijk te formuleren. Doelen en<br />
maatregelen moeten met andere woorden<br />
zoveel mogelijk ‘SMART’ gesteld te worden.<br />
SMART staat <strong>voor</strong>:<br />
specifiek<br />
meetbaar<br />
aanvaardbaar<br />
realistisch<br />
tijdsgebonden<br />
Bas Smets Econnection CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
JULI 09<br />
127
Het systeem <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke ‘groenfondsen’<br />
Een gem<strong>een</strong>telijk groenfonds kan extra middelen opleveren <strong>voor</strong> maatregelen en acties in de groenstructuur, naast de meer ‘klassieke’<br />
begrotingspost <strong>voor</strong> beheer en inrichting <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar domein.<br />
Een dergelijk groenfonds kan gevoed worden met:<br />
inkomsten uit de financiële groencompensatie, die niet op korte termijn ingezet kunnen worden om in de nabijheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenverlies<br />
kwalitatieve of kwantiatieve compensatiemaatregelen te financieren;<br />
opbrengsten uit de grondexploitatie <strong>van</strong> grote projecten;<br />
in <strong>het</strong> groenstructuurplan <strong>voor</strong> Arnhem wordt opgenomen dat <strong>het</strong> groenfonds ook gevoed kan worden met opbrengsten uit de eventuele<br />
verkoop <strong>van</strong> bossen en andere groene terreinen en/of met beheergelden die daardoor vrijvallen. Dergelijke verkoop dient echter te passen in<br />
de visie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenstructuurplan en moet doordacht afgewogen worden; <strong>het</strong> mag niet de bedoeling zijn om de kwaliteit <strong>van</strong> bepaalde delen<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> structureel groen te laten verminderen om op andere plaatsen <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen te bekostigen.<br />
In deze<br />
meerjarenplanning<br />
is steeds ook<br />
20.000 € 'vrije<br />
ruimte'<br />
opgenomen. De<br />
overheid neemt in<br />
de maand juli <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> betreffende jaar<br />
<strong>een</strong> besluit over de<br />
besteding <strong>van</strong> deze<br />
post. Dit geld moet<br />
besteed worden<br />
aan kleine, nieuwe<br />
acties of aan<br />
on<strong>voor</strong>ziene kosten<br />
<strong>voor</strong> de reeds in<br />
uitvoering zijnde<br />
acties.<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> meerjarenprogramma:<br />
<strong>groenplan</strong> Amsterdam-Noord
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
STAP 4 ACTIEPLAN<br />
DOEL: SELECTEREN VAN PRIORITAIRE ACTIES EN MAATREGELEN EN INZICHT IN FINANCIERING<br />
Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> prioriteren <strong>van</strong> de<br />
maatregelen en acties?<br />
Het actieprogramma vertaalt de vereiste<br />
middelen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitbouwen <strong>van</strong> de<br />
gewenste groenstructuur.<br />
Toekomstige beleidsbeslissingen moeten<br />
kunnen steunen op dit actieplan. Het<br />
actieprogramma dient dan ook afgestemd te<br />
worden op de beleidscontext. Mogelijk dient<br />
de beleidscontext op sommige punten<br />
aangepast te worden.<br />
Het bepalen <strong>van</strong> <strong>het</strong> programma op basis<br />
<strong>van</strong> de hier<strong>voor</strong> gesc<strong>het</strong>ste strategie<br />
betekent dat <strong>een</strong> selectie wordt<br />
gemaakt <strong>van</strong> alle mogelijke<br />
projecten op basis <strong>van</strong> noodzaak en<br />
haalbaarheid.<br />
Het is immers onmogelijk<br />
om alle acties met<strong>een</strong> uit te voeren.<br />
Daar<strong>voor</strong> ontbreken geld en tijd. Om<br />
prioritering aan te brengen in de acties<br />
kunnen criteria gehanteerd worden. Deze<br />
criteria worden bepaald door <strong>het</strong> beleid.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Mogelijke criteria:<br />
In welke mate draagt de actie bij tot<br />
de realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> streefbeeld?<br />
Betreft de actie <strong>een</strong> duidelijk zichtbare<br />
verbetering <strong>voor</strong> recreanten en/of<br />
duidelijk meer kansen <strong>voor</strong> natuur?<br />
Is de actie snel uit te voeren,<br />
of op te<br />
nemen in <strong>een</strong> gepland stedenbouwkundig of<br />
infrastructureel project (al dan niet <strong>van</strong><br />
externe partijen, sluit <strong>het</strong> aan bij <strong>het</strong><br />
Collegeprogramma of past <strong>het</strong> in<br />
subsidieregelingen (zie financiering)?<br />
Indien gewenst kan <strong>het</strong> vastleggen <strong>van</strong><br />
prioriteiten ook gebeuren in samenspraak<br />
met de bevolking of met ‘groene’ actoren<br />
binnen de gem<strong>een</strong>te.<br />
Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> faseren <strong>van</strong> de<br />
maatregelen en acties?<br />
De geprioriteerde acties zijn evenmin<br />
allemaal tezelfdertijd uitvoerbaar. Deze<br />
worden bij <strong>voor</strong>keur opgenomen in jaarof<br />
meerjarenplannen of -<br />
programma’s en zo gespreid over <strong>een</strong><br />
aantal jaar (af te stemmen op <strong>het</strong><br />
Collegeprogramma).<br />
Eventueel kan aan <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
<strong>een</strong> monitoring gekoppeld worden. Met<br />
deze monitoring wordt op geregelde tijdstippen<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld jaarlijks) nagekeken of<br />
de inspanningen zijn uitgevoerd zoals ze<br />
waren <strong>voor</strong>genomen, en of de inspanningen<br />
ook bijdragen aan de in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> geformuleerde doelstellingen (zie<br />
<strong>voor</strong>beeld Arnhem op blz. 132).<br />
JULI 09<br />
129
Voorbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> programma met duiding <strong>van</strong> prioriteiten en financieringsstrategieën:<br />
groenstructuurplan Utrecht<br />
Kansen op externe samenwerking rond groen<br />
Een sectoroverschrijdende, integrale aanpak verhoogt de kans op slagen <strong>van</strong><br />
de projecten vastgelegd in <strong>het</strong> actieplan: financiering kan gevonden worden<br />
bij externe partners, en als verschillende sectoren betrokken worden (ook bij<br />
de vorming <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenbeleid, zie ‘proces’, blz. 137 en volgende), verhoogt<br />
ook <strong>het</strong> draagvlak <strong>voor</strong> de verschillende acties. Er kan gedacht worden aan<br />
<strong>een</strong> samenwerking tussen volgende sectoren:<br />
milieu;<br />
sport;<br />
jeugdbeleid (cfr. ‘speelruimteweefsel’);<br />
toerisme;<br />
economie (horeca en andere functies die zich in <strong>een</strong> groene omgeving willen<br />
vestigen);<br />
landbouw (cfr. beheerover<strong>een</strong>komsten VLM <strong>voor</strong> kleine<br />
landschapselementen, agrarisch medebeheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> landschap,...);<br />
natuur (bv. beheer door natuurverenigingen), milieu-educatie;<br />
mobiliteit: (bv. functioneel en recreatief netwerk <strong>van</strong> fietsers- en<br />
voetgangersverbindingen, belang <strong>van</strong> trage wegen).<br />
Door <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> termen als ‘langzaam netwerk’ wordt er <strong>voor</strong> gezorgd<br />
dat <strong>een</strong> aantal uit<strong>een</strong>lopende doelstellingen gebundeld worden: recreatie,<br />
fiets- en voetgangers<strong>voor</strong>zeiningen, <strong>het</strong> speelruimteweefsel, <strong>het</strong> groenblauwe<br />
netwerk,...
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
STAP 4 ACTIEPLAN<br />
DOEL: SELECTEREN VAN PRIORITAIRE ACTIES EN MAATREGELEN EN INZICHT IN FINANCIERING<br />
Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> financieren <strong>van</strong><br />
de maatregelen en acties?<br />
Het is aangewezen minstens <strong>een</strong><br />
globale kostenraming <strong>van</strong> de<br />
uitvoeringskosten <strong>van</strong> elk geselecteerd<br />
project op te nemen. Een dergelijke raming<br />
geeft <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> meer<br />
slagkracht.<br />
De kostenramingen zijn steeds globale,<br />
indicatieve schattingen die bij <strong>het</strong> opstarten<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> actie nader gespecificeerd moeten<br />
worden.<br />
De kosten kunnen worden uitgesplitst in<br />
kosten <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>bereiding en <strong>voor</strong><br />
de uitvoering.<br />
Voorbereidingskosten<br />
omvatten <strong>het</strong> onderzoeken <strong>van</strong><br />
medefinancieringsmogelijkheden, overleg<br />
met betrokkenen, ontwerp en bestek<br />
<strong>opmaken</strong>.<br />
Subverdelingen kunnen nog gemaakt<br />
worden naar kosten <strong>voor</strong> personeel,<br />
onderhoud, ver<strong>van</strong>ging en afschrijving en<br />
investering. Aandacht dient uit te gaan naar<br />
de kansen op medefinanciering door andere<br />
partijen.<br />
Bas Smets Econnection<br />
De financiering <strong>van</strong> de programma's kan<br />
gebeuren via verschillende kanalen:<br />
Financiering door de gem<strong>een</strong>te zelf: <strong>het</strong><br />
gaat hierbij om de eerder ‘klassieke’<br />
gem<strong>een</strong>telijke begrotingsposten zoals <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> of investeringen in <strong>het</strong><br />
openbaar domein,… maar er kan ook<br />
gedacht worden aan <strong>een</strong> zogenaamd<br />
‘groenfonds’ (zie <strong>voor</strong>beeld op blz.128);<br />
Financiering door derden:<br />
Europese, federale/Vlaamse of provinciale<br />
subsidies (zie overzicht, ook de opmaak<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan worden<br />
gesubsidieerd door ANB!);<br />
‘meeliften’, medefinanciering via<br />
externe projecten (zie kader<br />
hiernaast en <strong>voor</strong>beeld Utrecht blz. 130).<br />
over ‘aanhaken’ en ‘meeliften’...<br />
Het realiseren <strong>van</strong> de gewenste groenstructuur<br />
kan op verschillende manieren:<br />
Het initiëren en uitvoeren <strong>van</strong> zelfstandige<br />
'groene' projecten;<br />
Aanhaken bij geplande ruimtelijke (stedenbouwkundige<br />
of infrastructuur) ontwikkelingsprojecten.<br />
Omwille <strong>van</strong> de beperkte financiële<br />
middelen <strong>voor</strong> autonome groene projecten, zal<br />
<strong>het</strong> aan te raden zijn om zoveel mogelijk aan te<br />
haken bij (en te anticiperen op) geplande<br />
ruimtelijke projecten. Het is dus <strong>van</strong> belang dat<br />
de gem<strong>een</strong>te deze projecten niet ziet als <strong>een</strong><br />
'bedreiging' <strong>voor</strong> de groenstructuur, maar juist<br />
als <strong>een</strong> uitgelezen kans om de gewenste<br />
groenstructuur te realiseren. Hier<strong>voor</strong> is <strong>het</strong> <strong>van</strong><br />
belang dat groen reeds in <strong>een</strong> vroeg stadium<br />
betrokken wordt in de planvorming;<br />
'meeliften' met groene projecten <strong>van</strong> andere<br />
(externe) partijen (hogere overheid,…). De<br />
gem<strong>een</strong>te dient actief te lobbyen <strong>voor</strong> de<br />
gem<strong>een</strong>telijke groene belangen bij deze partijen<br />
en zoveel mogelijk af te stemmen met externe<br />
programma's. Hier<strong>voor</strong> kunnen eventueel<br />
samenwerkingsconstructies worden uitgewerkt<br />
op plan- en/of projectniveau. Mogelijke 'groene'<br />
partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te zijn: de provincie,<br />
VLM, ANB, Toerisme Vlaanderen,.... Externe<br />
programma's waar kan worden meegelift:<br />
Landinrichtingsprojecten (VLM);<br />
Provinciale programma's;<br />
Toeristische projecten (zachte recreatie);<br />
Cultuurhistorische projecten;<br />
Projecten rond ‘trage wegen’;<br />
...<br />
JULI 09<br />
131
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> monitoring:<br />
<strong>groenplan</strong> Arnhem
Het Vlaamse Gewest sluit sedert 1992 vrijwillige<br />
over<strong>een</strong>komsten af met gem<strong>een</strong>ten en provincies om <strong>het</strong><br />
milieubeleid op lokaal niveau te stimuleren. In ruil <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
uitvoeren <strong>van</strong> <strong>een</strong> aantal taken krijgen ze financiële en<br />
inhoudelijke ondersteuning <strong>van</strong> de Vlaamse overheid.<br />
Aan<strong>van</strong>kelijk heetten die contracten milieuconvenanten, maar<br />
sinds 2002 spreekt de Vlaamse overheid <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst.<br />
De vorige Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst (2005-2007) met 249<br />
(<strong>van</strong> de 308 Vlaamse) gem<strong>een</strong>ten en de vijf provincies liep af<br />
op 31 december 2007. Vanaf 2008 kunnen gem<strong>een</strong>ten intekenen<br />
op de nieuwe Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst 2008-2013.<br />
Deze nieuwe Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst telt tien thema’s<br />
waar<strong>van</strong> elk <strong>een</strong> verplicht basisniveau, <strong>een</strong> facultatief<br />
onderscheidingsniveau en <strong>een</strong> facultatief projectniveau heeft.<br />
Hierbij is <strong>het</strong> perfect mogelijk dat <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te, zonder<br />
projecten uit te werken, <strong>het</strong> onderscheidingsniveau<br />
onderschrijft en acties er<strong>van</strong> uitvoert. En even goed kan <strong>het</strong><br />
omgekeerde, namelijk dat <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te enkel projecten<br />
uitwerkt, zonder <strong>het</strong> onderscheidingsniveau te onderschrijven.<br />
Het basisniveau is evenwel altijd verplicht.<br />
Via <strong>het</strong> thema Natuur <strong>van</strong> deze Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst<br />
kunnen gem<strong>een</strong>ten subsidies krijgen <strong>voor</strong> projecten rond<br />
<strong>stedelijk</strong> groen, natuur en bos. In <strong>het</strong> basisniveau <strong>van</strong> dit<br />
thema zijn gem<strong>een</strong>ten verplicht om <strong>het</strong> Bermbesluit op te<br />
volgen, streekeigen soorten en autochtoon plantmateriaal te<br />
promoten en gebruik te maken <strong>van</strong> de Code <strong>van</strong> Goede<br />
Natuurpraktijk, opgesteld door <strong>het</strong> Vlaamse Gewest.<br />
Er zijn 8 types <strong>van</strong> projecten waar<strong>voor</strong> <strong>een</strong> subsidieaanvraag<br />
in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> deze samenwerkingsover<strong>een</strong>komst kan<br />
worden ingediend:<br />
aankoop <strong>van</strong> gronden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> behoud of de aanleg <strong>van</strong><br />
natuur, bos of park;<br />
inrichting ten behoeve <strong>van</strong> natuur, bos, groen of landschap;<br />
uitvoeren <strong>van</strong> <strong>een</strong> soortbeschermingsproject;<br />
de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> Harmonisch Park- en Groenbeheerplan<br />
(park- en bomenbeheerplannen, <strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nen);<br />
de opmaak of evaluatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> bermbeheerplan;<br />
de realisatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> speelbos;<br />
<strong>het</strong> uitvoeren <strong>van</strong> ingrepen gericht op de verbetering <strong>van</strong><br />
toegankelijkheid <strong>voor</strong> gehandicapten <strong>van</strong> <strong>een</strong> groengebied;<br />
de aanleg <strong>van</strong> <strong>een</strong> groendak op <strong>een</strong> gebouw in beheer of in<br />
eigendom <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te.<br />
Steden en gem<strong>een</strong>ten kunnen bovendien via de jaarlijkse<br />
oproep 'Voorbeeldstellende en vernieuwende Groenprojecten<br />
in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> Harmonisch Park- en Groenbeheer' tot<br />
150 000 euro (situatie 2008) subsidies ont<strong>van</strong>gen <strong>voor</strong> de<br />
aanleg en/of inrichting <strong>van</strong> groen. In <strong>het</strong> totaal is er 750 000<br />
euro beschikbaar <strong>voor</strong> lokale besturen (situatie 2008).<br />
Met deze oproep wil <strong>het</strong> ANB projecten ondersteunen die <strong>een</strong><br />
<strong>voor</strong>beeld zijn <strong>van</strong> Harmonisch Park- en Groenbeheer. De<br />
oproep is <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst gelanceerd in 2001. In totaal werden<br />
tot en met 2007 al 40 projecten ondersteund, jaarlijks schuift<br />
ANB <strong>een</strong> thema naar <strong>voor</strong> bij de projectoproep. Het ANB streeft<br />
hierbij naar <strong>een</strong> integrale aanpak.<br />
De projectoproep richt zich naar alle Vlaamse steden en<br />
gem<strong>een</strong>ten. Enkel projecten die de aanleg en inrichting <strong>van</strong><br />
groen <strong>voor</strong>zien komen hier<strong>voor</strong> in aanmerking. Zowel werken<br />
<strong>voor</strong> groenaanleg als infrastructuurwerken kunnen<br />
gesubsidieerd worden. Aankoop <strong>van</strong> gronden of de opmaak<br />
<strong>van</strong> beheerplannen zijn niet subsidieerbaar.<br />
Alle werken dienen gekaderd te zijn in <strong>een</strong> heel duidelijke visie<br />
over <strong>het</strong> project.<br />
Op de website <strong>van</strong> ANB zijn <strong>voor</strong>beeldprojecten opgenomen<br />
die reeds via de projectoproep gesubsidieerd werden. Ook de<br />
criteria <strong>voor</strong> indiening en <strong>het</strong> inschrijvingsformulier zijn op<br />
deze site te downloaden.<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />
Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />
Subsidiemogelijkheden bij ANB<br />
(bron: http://www.natuurenbos.be, doorklikken op subsidies)<br />
133
Naast de subsidiemogelijkheden bij ANB (zie<br />
hier<strong>voor</strong>), zijn nog andere subsidies mogelijk.<br />
Een kort (niet limitatief) overzicht:<br />
Europese subsidies (Interregio,...);<br />
Stedenfonds;<br />
Stadsvernieuwingsfonds;<br />
Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst;<br />
Subsidies <strong>voor</strong> bebossing landbouwgrond;<br />
Vanuit <strong>het</strong> bosdecreet zijn subsidies mogelijk<br />
<strong>voor</strong> bebossing en herbebossing, openstelling,<br />
ecologische doelstellingen of de opmaak <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> bosbeheerplan;<br />
subsidies <strong>voor</strong> groene speelruimte (Steunpunt<br />
Jeugd);<br />
...<br />
Bijkomende informatie is onder meer te vinden in<br />
de studie ‘Financiële instrumenten <strong>voor</strong> natuur,<br />
bos en landschap”, door de MINA-raad<br />
Vlaanderen (2005).<br />
Overige subsidiemogelijkheden
8<br />
Addendum<br />
PROCES VAN EEN<br />
STEDELIJK GROENPLAN
PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />
Als <strong>een</strong> bestuur, bevoegde schepen of de<br />
administratie <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> willen<br />
uitwerken <strong>voor</strong> hun gem<strong>een</strong>te/stad en dit<br />
nadien stelselmatig gaan realiseren, dan<br />
komen daar allerlei overwegingen,<br />
overlegmomenten en beslissingen aan te<br />
pas. Het is belangrijk om dit proces<br />
weloverwogen aan te pakken en alle<br />
betrokken actoren op de juiste momenten<br />
én in voldoende mate - niet te veel, niet te<br />
weinig - te betrekken.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Belangrijke aandachtspunten<br />
In de overweging <strong>van</strong> <strong>het</strong> te voeren proces<br />
zijn er <strong>een</strong> aantal cruciale aspecten<br />
waaraan aandacht moet worden besteed,<br />
aangezien ze in grote mate <strong>het</strong> succes <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> plan zullen gaan bepalen:<br />
Duidelijke opdrachtformulering<br />
'Bezint eer ge begint'; dit gezegde slaat op<br />
de nood aan <strong>het</strong> uitwerken <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
duidelijke opdrachtformulering <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> door <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />
beleid. De opdrachtgever (de gem<strong>een</strong>telijke<br />
beleidsverantwoordelijken en de eigen<br />
administraties en diensten) moet <strong>voor</strong>af de<br />
ambitie en de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> uit te<br />
werken <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> zorgvuldig<br />
definiëren en formuleren, zonder de<br />
complexiteit <strong>van</strong> de opdracht uit de weg te<br />
gaan. Hierdoor zal <strong>het</strong> <strong>voor</strong> alle betrokken<br />
actoren in <strong>het</strong> verdere proces duidelijk zijn<br />
wat men met <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> wil<br />
bereiken én wat niet.<br />
De opdrachtformulering kan inhoudelijk<br />
zeer diverse doelstellingen formuleren <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong><strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>, zoals bij<strong>voor</strong>beeld:<br />
Het plangebied: <strong>het</strong> gehele<br />
grondgebied <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te of enkel<br />
de stads- of hoofdgem<strong>een</strong>tekern;<br />
Iedere woonkern zijn eigen recreatieve<br />
groen<strong>voor</strong>ziening;<br />
Beperken <strong>van</strong> onderhoudsintensief<br />
groen tot <strong>een</strong> beperkt aantal strategische<br />
plekken in de gem<strong>een</strong>te/stad;<br />
Uitwerken <strong>van</strong> <strong>een</strong> inrichtingsplan <strong>voor</strong><br />
<strong>een</strong> bepaalde prioritaire groenstructuren;<br />
Rekening houden met bepaalde<br />
eigenheden (cultuurlijk, evenementen,<br />
bestuurlijk);<br />
...<br />
De gem<strong>een</strong>te/stad kan <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitwerken<br />
<strong>van</strong> deze opdrachtformulering ook <strong>voor</strong><br />
advies terecht bij ANB, gezien hun ervaring<br />
en kennis op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> <strong>stedelijk</strong>e<br />
<strong>groenplan</strong>ning.<br />
Resultaat <strong>van</strong> de opdrachtformulering is<br />
<strong>een</strong> op maat <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te/stad<br />
gemaakt document die o.a. volgende<br />
elementen zal omvatten:<br />
Aanleiding/Probleemstelling;<br />
Ambitieniveau en beleidsdoelstellingen;<br />
Programma <strong>van</strong> eisen: planning,<br />
inrichting en beheer;<br />
Overleg- en beslissingsforums;<br />
Kwaliteitsbewaking;<br />
Budgettering.<br />
De opdrachtformulering heeft als doel <strong>een</strong><br />
heldere lijn uit te zetten en <strong>het</strong> verwachtingspatroon<br />
duidelijk te maken <strong>voor</strong> beleid<br />
en ambtenaren. Daarnaast maakt de<br />
opdrachtformulering ook integraal onderdeel<br />
uit <strong>van</strong> <strong>een</strong> bestek bij <strong>een</strong> eventuele<br />
aanbestedingsprocedure in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />
de Wet op de overheidsopdrachten.<br />
JULI 09<br />
137
Grote interne gedragenheid<br />
Het is <strong>van</strong> <strong>het</strong> grootste belang dat <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> grote interne<br />
gedragenheid heeft binnen de administratie<br />
en <strong>het</strong> politiek beleid <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te/<br />
stad (indien mogelijk over meerderheid en<br />
oppositie h<strong>een</strong>). Hier<strong>voor</strong> zijn er verschillende<br />
goede redenen:<br />
De uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan, de<br />
implementatie in de diverse gem<strong>een</strong>telijke<br />
beleidsplannen en de effectieve realisatie<br />
op <strong>het</strong> terrein zullen al snel 15 à 20 jaar<br />
vergen, nog los <strong>van</strong> <strong>het</strong> beheersaspect<br />
dat 'eeuwigdurend' is. Dit betekent dat <strong>het</strong><br />
plan over beleidslegislaturen h<strong>een</strong> moet<br />
kunnen getild worden én over de<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> enkele personen in de<br />
gem<strong>een</strong>telijke administratie.<br />
Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet<br />
opgenomen worden in de 'mental map'<br />
<strong>van</strong> alle ambtenaren en politici <strong>van</strong> de<br />
gem<strong>een</strong>te/stad. Want, <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> dient niet enkel te functioneren<br />
als toetskader bij de (her)inirchting en <strong>het</strong><br />
beheer <strong>van</strong> publiek domein (straten,<br />
pleinen, parken, speelbossen, enz.) <strong>voor</strong><br />
de technische dienst (openbare werken,<br />
groendienst, milieudienst). Het <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> moet ook <strong>een</strong> toets- en<br />
inspiratiekader zijn bij de beoordeling <strong>van</strong><br />
bepaalde aanvragen tot stedenbouwkundige<br />
en verkavelingsvergunningen<br />
door de gem<strong>een</strong>telijke stedenbouwkundige<br />
ambtenaar, <strong>een</strong> toets- en<br />
inspiratiekader bij de aanleg <strong>van</strong> bepaalde<br />
fiets- en wandelroutes <strong>voor</strong> de<br />
mobiliteitsambtenaar, <strong>een</strong> toets- en<br />
inspiratiekader <strong>voor</strong> de inplanting <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
speelpleintje <strong>voor</strong> de jeugdconsulent, enz.<br />
Om deze interne gedragenheid te kunnen<br />
bewerkstelligen worden de ontwerpers,<br />
inrichters en beheerders <strong>van</strong> de groenstructuren<br />
best <strong>van</strong> bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
plan actief betrokken. Nadien worden deze<br />
ontwerpers, inrichters en beheerders ook<br />
best betrokken bij de concrete uitwerking<br />
<strong>van</strong> de technische uitvoeringsplannen én<br />
vervolgens ook bij <strong>het</strong> beheer en eventuele<br />
noodzakelijke bijsturingen.<br />
Tweede belangrijk element om deze<br />
interne gedragenheid te vergroten is de<br />
planregie. Deze dient gevoerd te worden<br />
door de gem<strong>een</strong>te/stad zelf, indien<br />
mogelijk door <strong>een</strong> eigen ambtenaar. Deze<br />
planregisseur is de 'motor' <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> doorh<strong>een</strong> de opmaak, bij de<br />
verschillende realisaties én bij overleg<br />
omtrent <strong>het</strong> beheer. Dit kan <strong>een</strong> ambtenaar<br />
zijn <strong>van</strong> de groendienst of milieudienst,<br />
138 JULI 09<br />
maar kan afhankelijk <strong>van</strong> de interne<br />
organisatie <strong>van</strong> de administratie, ook <strong>een</strong><br />
ambtenaar zijn <strong>van</strong> de technische dienst,<br />
dienst openbare werken, ruimtelijke<br />
ordening of stedenbouw.<br />
Aanstellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> kwalitatief<br />
ontwerpteam<br />
Bij de uitwerking <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> is <strong>het</strong> belangrijk om <strong>een</strong> creatief<br />
ontwerpteam aan te stellen dat kwalitatieve<br />
documenten aanlevert die <strong>een</strong> concreet<br />
antwoord bieden op de ambitie en<br />
beleidsdoelstellingen <strong>van</strong> de opdrachtformulering.<br />
Hierbij is <strong>het</strong> duidelijk dat de opmaak <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> complexe<br />
studieopdracht is, niet beperkt tot één<br />
vakdomein of beleidsdiscipline. Daarom is<br />
<strong>het</strong> aangewezen om <strong>een</strong> multidisciplinair<br />
ontwerpteam aan te stellen dat de studie in<br />
al zijn facetten kan omvatten. Het moet<br />
uitgaan <strong>van</strong> <strong>een</strong> integrale benadering en<br />
<strong>een</strong> geïntegreerde werkwijze. Het gaat<br />
hierbij over o.a. de disciplines landschapsarchitect,<br />
ruimtelijk planner, ingenieur<br />
openbare werken, mobiliteitsdeskundige,<br />
bioloog, hydroloog en communicatiedeskundige.<br />
CONCEPT STEDELIJKE GROENPLAN Bas Smets Econnection
PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />
Deze disciplines hoeven zeker niet<br />
allemaal 'buitenshuis' gezocht te worden bij<br />
<strong>het</strong> externe studiebureau. De gem<strong>een</strong>te/<br />
stad heeft vaak geschikte en ervaren<br />
ambtenaren binnen de eigen administratie<br />
die <strong>een</strong> aantal <strong>van</strong> deze disciplines zelf<br />
kunnen gaan invullen. Hierdoor zal<br />
trouwens de interne gedragenheid <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
uiteindelijke plan nog vergroot worden.<br />
Bij de aanstelling <strong>van</strong> <strong>een</strong> extern ontwerpteam<br />
door aanbesteding via de Wet op de<br />
Overheidsopdrachten, is <strong>het</strong> belangrijk om<br />
<strong>een</strong> goed bestek neer te leggen. Een 'goed'<br />
bestek zal best rekening houden met<br />
volgende elementen:<br />
Keuze <strong>van</strong> <strong>een</strong> procedure die niet<br />
louter gericht is op de kostprijs, maar die<br />
de klemtoon legt op kwaliteitsaspecten;<br />
In de selectiecriteria de verplichting<br />
inbrengen <strong>van</strong> <strong>een</strong> multidisciplinair<br />
ontwerpteam (die minimum bepaalde<br />
disciplines moet omvatten);<br />
In de gunningscriteria kwalitatieve<br />
aspecten beoordelen. Dit kunnen o.a. zijn:<br />
ervaring leden ontwerpteam met<br />
<strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nining, bijkomende<br />
rele<strong>van</strong>te disciplines (aanvullend op de<br />
minimale disciplines aangegeven in de<br />
selectiecri-teria), visie <strong>van</strong> de inschrijver<br />
op de opdracht en/of <strong>het</strong> plangebied,<br />
zinvolle <strong>voor</strong>stellen <strong>van</strong> de inschrijver<br />
<strong>voor</strong> opdrachtoverschrijdende aanpak,<br />
kwaliteit en volledigheid plan <strong>van</strong><br />
Bas Smets Econnection<br />
Oog <strong>voor</strong> kwaliteitsbewaking<br />
aanpak,...<br />
Door <strong>voor</strong>gaande aandachtspunten zal<br />
<strong>een</strong> hoogkwalitatief uitgewerkt<strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> kunnen worden uitgewerkt. Om<br />
in <strong>het</strong> verdere traject naar realisaties en<br />
beheer toe dit zelfde kwalitatief hoogstaande<br />
peil <strong>voor</strong> de doelstellingen en uitgewerkte<br />
visie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> aan te<br />
kunnen houden is er nood aan kwaliteitsbewaking.<br />
Dit kan gebeuren door:<br />
Overleg tussen de betrokken<br />
administraties en diensten (ook<br />
beheersgerichte diensten!) bij de<br />
uitwerking <strong>van</strong> de technische<br />
uitvoeringsplannen <strong>voor</strong> de inrichting <strong>van</strong><br />
deelprojecten. Optimaal ware dat er <strong>een</strong><br />
permanente overlegstructuur wordt<br />
georganiseerd, zodat ook beheersmatige<br />
aspecten aan bod kunnen komen;<br />
Uitwerken <strong>van</strong> <strong>een</strong> concreet<br />
beheersplan gekoppeld aan de<br />
<strong>voor</strong>gestelde inrichting;<br />
Voor de inrichting en eventueel <strong>het</strong><br />
beheer <strong>van</strong> grotere deelprojecten kan aan<br />
<strong>het</strong> aangestelde ontwerpteam <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> adviesfunctie<br />
verl<strong>een</strong>d worden;<br />
Gerealiseerde deelprojecten durven<br />
evalueren na <strong>een</strong> bepaalde periode <strong>van</strong><br />
ingebruikname en bijsturen indien nodig.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
Cyclisch proces vereist<br />
permanente overlegstructuur<br />
Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet gezien<br />
worden als <strong>een</strong> cyclisch proces. Dit niet<br />
all<strong>een</strong> bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> zelf, maar ook bij de<br />
stelselmatige realisatie <strong>van</strong> deelprojecten<br />
in de loop der tijd en eventuele wijzigingen<br />
in <strong>het</strong> beheer.<br />
Dit betekent dat <strong>een</strong> terugkoppeling tussen<br />
de gewenste visie en de toestand op <strong>het</strong><br />
terrein <strong>een</strong> <strong>voor</strong>tdurende vereiste om te<br />
komen tot <strong>een</strong> bruikbaar resultaat. Om dit<br />
procesmatig optimaal te kunnen aansturen<br />
komt terug de organisatie <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
permanente overlegstructuur naar boven<br />
die ook al <strong>voor</strong> de kwaliteitsbewaking<br />
aangewezen was.<br />
In de praktijk kan men deze overlegstructuur<br />
inhoudelijk enkel beperken tot de<br />
groenstructuur, maar <strong>het</strong> meest aangewezen<br />
is <strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> <strong>een</strong> 'overleg<br />
publieke ruimte' waarin alle projecten met<br />
betrekking tot <strong>het</strong> publiek domein aan bod<br />
kunnen komen met betrekking tot ontwerp,<br />
inrichting en beheer. Zodoende wordt de<br />
groenstructuur geïntegreerd benaderd in<br />
<strong>het</strong> grote kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> publiek domein.<br />
JULI 09<br />
139
Procesaanpak<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> de procesaanpak <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> worden <strong>een</strong> aantal<br />
algemene uitgangspunten gehanteerd:<br />
Integraal en geïntegreerd werken<br />
Zoals bovengaand aangehaald komt <strong>het</strong><br />
erop aan om gedurende <strong>het</strong> hele planproces<br />
(én nadien) zowel <strong>het</strong> totaalbeeld in<br />
<strong>het</strong> oog te houden (bij integraal denken<br />
gaat men er<strong>van</strong> uit dat <strong>het</strong> geheel groter is<br />
dan de som der delen), als alle aspecten in<br />
hun uitwerking op elkaar af te stemmen<br />
(geïntegreerd werken).<br />
Consensus<br />
De keuzes die bij die afstemming moeten<br />
gemaakt worden, gebeuren bij <strong>voor</strong>keur in<br />
consensus. Het combineren <strong>van</strong> de<br />
verschillende doelstellingen, <strong>het</strong> op elkaar<br />
afstemmen <strong>van</strong> de uit<strong>een</strong>lopende aspecten<br />
uit de verschillende vakdisciplines leidt tot<br />
synergieën die de interne samenhang <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> project verbeteren en <strong>het</strong> gevoel <strong>van</strong><br />
betrokkenheid bij de participanten<br />
verhogen. De interne gedragenheid bij<br />
consensus is natuurlijk ook veel groter.<br />
Lange en korte termijn<br />
Beleidsstrategische overwegingen op<br />
korte termijn leiden tot snel <strong>voor</strong>bijgestreefde<br />
projecten. De aandacht <strong>voor</strong><br />
langetermijnoplossingen moet in <strong>het</strong><br />
proces doorwegen, zonder de noden op<br />
korte termijn uit <strong>het</strong> oog te verliezen. Door<br />
realisaties op korte termijn zal ook <strong>het</strong><br />
maatschappelijk krediet <strong>voor</strong> meer<br />
ingrijpende acties verhogen.<br />
Vernieuwend<br />
Bij de uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong>, de realisatie <strong>van</strong> deelprojecten<br />
doorh<strong>een</strong> de tijd en <strong>het</strong> duurzaam beheer<br />
moet men zien als uitdagingen <strong>voor</strong> nieuw<br />
onderzoek; niet louter als <strong>een</strong> toepassing<br />
<strong>van</strong> kennis en ervaring die reeds elders<br />
werd toegepast. De <strong>voor</strong>af <strong>voor</strong>opgestelde<br />
ambities moeten voldoende ruimte bieden<br />
<strong>voor</strong> <strong>een</strong> grensverleggend resultaat.<br />
Vastleggen beslissingsmomenten<br />
Op verschillende momenten in <strong>het</strong><br />
planproces worden op verschillende<br />
niveaus beslissingen <strong>voor</strong>bereid en<br />
<strong>voor</strong>gelegd aan de formele beslissings-<br />
140 JULI 09<br />
organen <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te/stad, nl. <strong>het</strong><br />
college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen<br />
en de gem<strong>een</strong>teraad.<br />
Het is aangewezen om deze beslissingsorganen<br />
op <strong>een</strong> aantal strategische<br />
momenten in de loop <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces<br />
om <strong>een</strong> principiële goedkeuring te vragen.<br />
Zodoende worden zij actief betrokken bij de<br />
opmaak <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan (interne gedragenheid!),<br />
wordt de 'richting' waarin <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> evolueert, afgetoetst en<br />
wordt vermeden dat aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
planproces fundamentele onderdelen <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> groenstructuurplan nog in vraag<br />
worden gesteld.<br />
Iedere beslissingsvergadering moet goed<br />
worden <strong>voor</strong>bereid en inhoudelijk<br />
gedocumenteerd. Het belang <strong>van</strong> die<br />
vergaderingen moet <strong>voor</strong>af goed worden<br />
gecommuniceerd.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN Bas Smets Econnection
Overleg, advies- en<br />
beslissingsorganen<br />
PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />
In <strong>het</strong> planproces worden vier fasen<br />
onderscheiden:<br />
Afbakening studiegebied;<br />
Analysefase resulterend in <strong>een</strong><br />
planopgave;<br />
Visie- en conceptvormingsfase;<br />
Fase <strong>van</strong> <strong>het</strong> actieplan.<br />
Bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
zijn er <strong>een</strong> aantal overleg-, advies- en<br />
beslissingsorganen die dienen betrokken<br />
te worden doorh<strong>een</strong> deze fasen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
planproces:<br />
Projectgroep<br />
De projectgroep vormt de 'motor' <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
gehele planproces. Hier worden de<br />
uitgewerkte <strong>voor</strong>stellen en ideeën<br />
besproken, afgewogen en bijgestuurd. De<br />
projectgroep werkt beleids<strong>voor</strong>bereidend<br />
naar de beslissingsorganen college <strong>van</strong><br />
burgemeester en schepenen/gem<strong>een</strong>teraad<br />
toe. Deze treedt optimaal in werking<br />
bij <strong>het</strong> opstarten <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>bereidende<br />
fase <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces, nl. bij de uitwerking<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> bestek <strong>voor</strong> <strong>het</strong> aanstellen <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> kwalitatief ontwerpteam.<br />
In deze projectgroep zetelen:<br />
projectregisseur;<br />
vertegenwoordigers <strong>van</strong> de 'eerstelijns'<br />
Bas Smets Econnection<br />
betrokken gem<strong>een</strong>telijke diensten en<br />
administraties: groendienst, milieudienst,<br />
diensten openbare werken, ruimtelijke<br />
ordening en mobiliteit;<br />
gem<strong>een</strong>tesecretaris of directeur;<br />
schepen(en) bevoegd <strong>voor</strong> milieu en<br />
groendienst;<br />
vertegenwoordiger Agentschap natuur<br />
& Bos (ANB);<br />
extern ontwerpteam;<br />
(eventueel communicatie-deskundige).<br />
Het is belangrijk om in deze groep enerzijds<br />
voldoende 'decision-makers' op te nemen,<br />
maar anderzijds de groep compact te<br />
houden zodat deze voldoende slagkracht<br />
en flexibiliteit heeft.<br />
De eigen ambtenaren moeten hier<strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />
mandaat krijgen en voldoende vrijstelling<br />
om actief aan <strong>het</strong> planproces te kunnen<br />
deelnemen.<br />
College <strong>van</strong> burgemeester en<br />
schepenen<br />
Het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen<br />
vormt <strong>het</strong> 'dagelijks' beleidsbeslissend<br />
orgaan <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>. Op<br />
geregelde tijdstippen én specifiek aan <strong>het</strong><br />
einde <strong>van</strong> elke fase wordt <strong>het</strong> college <strong>van</strong><br />
burgemeester en schepenen gebriefd over<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
de stand <strong>van</strong> zaken <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces,<br />
geeft eventuele opmerkingen omtrent de<br />
nodige inhoudelijke bijsturingen én maakt<br />
tussentijdse principiële keuzes op <strong>voor</strong>stel<br />
<strong>van</strong> de projectgroep.<br />
Gem<strong>een</strong>teraad(scommissie)<br />
Aangezien <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> louter<br />
<strong>een</strong> visievormend document is, heeft <strong>het</strong><br />
g<strong>een</strong> juridische rechtskracht met <strong>een</strong><br />
formele goedkeuringsprocedure. Het is<br />
<strong>een</strong> beleidsdocument waarin <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />
beleid de lijnen en acties uitzet om op<br />
termijn <strong>een</strong> kwalitatieve groenstructuur<br />
<strong>voor</strong> (<strong>een</strong> deel <strong>van</strong>) <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />
grondgebied uit te bouwen.<br />
Om als intern beleidsdocument <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
gem<strong>een</strong>telijk/<strong>stedelijk</strong> beleidsapparaat te<br />
kunnen fungeren is er wel <strong>een</strong> formele<br />
beslissing nodig. In principe is <strong>een</strong><br />
goedkeuring door <strong>het</strong> college <strong>van</strong> burgemeester<br />
en schepenen dan voldoende.<br />
Rekening houdende met <strong>het</strong> langetermijnkarakter<br />
<strong>van</strong> de visie en <strong>het</strong> streven naar<br />
<strong>een</strong> grote interne gedragenheid is <strong>het</strong><br />
echter aangewezen om de gem<strong>een</strong>teraad<br />
volwaardig doorh<strong>een</strong> <strong>het</strong> planproces te<br />
betrekken.<br />
Aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de analysefase, de visie-<br />
JULI 09<br />
141
FASE 0: BESTEK AANSTELLEN KWALITATIEF ONTWERPTEAM<br />
STARTVERGADERING<br />
PROJECTGROEP<br />
VOORONTWERP<br />
BESTEK<br />
PROJECTGROEP<br />
(CBS)<br />
DEFINITIEF BESTEK<br />
GR (SCOMMISSIE)<br />
STAP 1: AFBAKENING STUDIEGEBIED<br />
STARTVERGADERING<br />
PROJECTGROEP<br />
(incl. ontwerpteam)<br />
(CBS)<br />
<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> (uitgebreid) proces <strong>voor</strong> de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
groenstructuurplan<br />
STAP 2: ANALYSEFASE EN PLANOPGAVE<br />
PROJECTGROEP<br />
DOCUMENT ‘ANALYSE’<br />
PROJECTGROEP<br />
DOCUMENT<br />
‘PLANOPGAVE’<br />
PROJECTGROEP<br />
CBS<br />
AMBTELIJK ADVIES-<br />
FORUM<br />
STAP 3: VISIE- EN CONCEPTFASE<br />
AANZET VISIE- EN<br />
CONCEPTVORMING<br />
PROJECTGROEP<br />
VOORONTWERP<br />
VISIE EN CONCEPT<br />
CBS<br />
AMBTELIJK ADVIES-<br />
FORUM<br />
GR (SCOMMISSIE)<br />
GEMEENTELIJKE<br />
ADVIESRONDE<br />
BEVOLKING<br />
PROJECTGROEP<br />
DEFINITIEVE<br />
VISIE EN CONCEPT<br />
CBS<br />
(CBS)<br />
(BEVOL<br />
KING)<br />
STAP 4: ACTIEPLAN<br />
AANZET ACTIEPLAN<br />
PROJECTGROEP<br />
VOORONTWERP<br />
ACTIEPLAN<br />
PROJECTGROEP<br />
CBS<br />
GR (SCOMMISSIE)<br />
PROJECTGROEP<br />
DEFINITIEF<br />
EINDRAPPORT<br />
CBS<br />
GR<br />
REALISATIE- EN BEHEERSFASE<br />
PERMANENTE<br />
OVERLEGSTRUCTUUR<br />
CBS<br />
GR (SCOMMISSIE)
Overleg, advies- en<br />
beslissingsorganen<br />
PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />
en conceptvormingsfase en de fase <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
actieplan wordt de gem<strong>een</strong>teraad(scommissie)<br />
gebriefd over de stand <strong>van</strong> zaken<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces en geeft eventuele<br />
opmerkingen omtrent de nodige inhoudelijke<br />
bijsturingen. Aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
planproces wordt <strong>het</strong> definitief document<br />
ter goedkeuring <strong>voor</strong>gelegd.<br />
Ambtelijk adviesforum<br />
Zoals bovengaand aangegeven is <strong>het</strong><br />
<strong>opmaken</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuurplan <strong>een</strong><br />
complexe studieopdracht waarin visies <strong>van</strong><br />
diverse vakdomeinen geïntegreerd moeten<br />
worden tot één samenhangende groenstructuur.<br />
Dit betekent dat ook <strong>een</strong> groot<br />
aantal andere administraties en diensten<br />
<strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te, de provincie en de<br />
Vlaamse overheid betrokken actoren zijn in<br />
<strong>het</strong> planproces en <strong>van</strong>uit <strong>een</strong> interessante<br />
invalshoek ideeën en visie kunnen<br />
aanreiken die de studie kunnen verrijken.<br />
Voor <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk beleidsniveau gaat<br />
<strong>het</strong> o.a. over de jeugddienst, preventiedienst,<br />
politie, dienst gem<strong>een</strong>tepatrimonium,...<br />
Naast ANB die reeds in de projectgroep is<br />
opgenomen, gaat <strong>het</strong> <strong>voor</strong> de Vlaamse<br />
Bas Smets Econnection<br />
overheid o.a. over de Afdeling Ruimtelijke<br />
Planning <strong>van</strong> RWO of de gewestelijk<br />
stedebouwkundig ambtenaar <strong>van</strong> de<br />
provinciale afdeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> Agentschap<br />
RO.<br />
Voor <strong>het</strong> provinciaal beleidsniveau gaat <strong>het</strong><br />
o.a. over de diensten bevoegd <strong>voor</strong><br />
ruimtelijke ordening, milieu en natuur,<br />
toerisme en recreatie, enz.<br />
Wie <strong>van</strong> de verschillende overheden moet<br />
betrokken worden is afhankelijk <strong>van</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> tot <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />
Aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de visie- en conceptvormingsfase<br />
en de fase <strong>van</strong> <strong>het</strong> actieplan<br />
wordt dit ambtelijk forum gebriefd over de<br />
stand <strong>van</strong> zaken <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces en<br />
geeft eventuele opmerkingen omtrent de<br />
nodige inhoudelijke bijsturingen.<br />
Inzake de te gebruiken format kan er<br />
afgewogen worden of dit best via schriftelijke<br />
bevraging kan gebeuren, effectieve<br />
toelichtings- en overlegmomenten of <strong>een</strong><br />
combinatie <strong>van</strong> beiden.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
Gem<strong>een</strong>telijke adviesraden<br />
Om ook 'buiten' de overheid draagvlak te<br />
zoeken is <strong>het</strong> aangewezen om ook <strong>een</strong><br />
gem<strong>een</strong>telijke aantal adviesraden op<br />
bepaalde tijdstippen in <strong>het</strong> planproces om<br />
advies te vragen.<br />
Hierbij wordt in eerste instantie gefocust op<br />
de twee decretaal vastgestelde adviesraden:<br />
Gem<strong>een</strong>telijke commissie <strong>voor</strong><br />
ruimtelijke ordening (Gecoro);<br />
Milieu- en natuurraad (MINA-raad).<br />
In grotere gem<strong>een</strong>ten en steden zijn er<br />
vaak nog andere adviesraden die indien<br />
zinvol ook om advies kunnen worden<br />
gevraagd. Het gaat o.a. over de mobiliteitsraad,<br />
middenstandsraad, jeugdraad,<br />
woonraad, enz.<br />
Het is aangewezen om deze raden<br />
minimaal in de visie- en conceptvormingsfase<br />
om advies te vragen.<br />
JULI 09<br />
143
Bevolking<br />
Om <strong>een</strong> maatschappelijk draagvlak <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> te vinden is <strong>het</strong> ook<br />
belangrijk om de bevolking te betrekken bij<br />
de uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />
Het meest aangewezen moment hier<strong>voor</strong><br />
is aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de visie- en<br />
conceptvormingsfase.<br />
Men kan hierbij kiezen <strong>voor</strong> informeren,<br />
inspraak verlenen of actief laten meedenken<br />
aan de inhoudelijke invulling <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>:<br />
Wanneer men zich beperkt tot<br />
informeren zijn de gem<strong>een</strong>telijke<br />
informatiekrant en website hier<strong>voor</strong> zeer<br />
geschikte mediums. Gekoppeld aan de<br />
lokale pers kunnen heel wat<br />
geïnteresseerde burgers bereikt worden.<br />
Dit kan gebeuren in de verschillende<br />
fasen <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces;<br />
Inspraak verlenen is <strong>voor</strong>al zinvol in de<br />
fase <strong>van</strong> de visie- en conceptvorming. De<br />
groenstructuur is dan concreet gemaakt -<br />
wat de burgers ook toelaat om <strong>het</strong><br />
<strong>voor</strong>stel te evalueren maar nog niet<br />
definitief vastgelegd;<br />
Indien men de bevolking actief wil<br />
betrekken bij de uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
groenstructuurplan dan is <strong>het</strong><br />
aangewezen om na <strong>een</strong> ruwe uittekening<br />
<strong>van</strong> de groenstructuur aan <strong>het</strong> begin <strong>van</strong><br />
de visie- en conceptvormingsfase <strong>een</strong><br />
aantal 'workshops' te organiseren met<br />
geïnteresseerde burgers. Om de materie<br />
levendig te houden wordt best <strong>een</strong><br />
creatieve format gebruikt, bvb. via<br />
begeleide fiets- en wandeldenktochten.<br />
Aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de visie- en<br />
conceptvormingsfase wordt vervolgens de<br />
uitgewerkte groenstructuur <strong>voor</strong> toetsing<br />
nogmaals <strong>voor</strong>gelegd;<br />
De drie <strong>voor</strong>gaande kunnen natuurlijk<br />
ook met elkaar worden gecombineerd.<br />
144 JULI 09<br />
Implementatie, realisatie en<br />
beheer (zie ook stap 4: actieplan)<br />
Na de goedkeuring <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> door de gem<strong>een</strong>teraad en de<br />
kennis-geving hier<strong>van</strong> aan alle betrokken<br />
actoren, waaronder de hogere overheden,<br />
wacht de moeilijke taak om deze<br />
beleidsvisie als mentaal toetskader te<br />
implementeren in de dagdagelijkse<br />
werking <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telij-ke diensten en<br />
administraties.<br />
Daarnaast dient ook <strong>het</strong> papieren actieplan<br />
geoperationaliseerd te worden door realisatie<br />
<strong>van</strong> deelprojecten doorh<strong>een</strong> de tijd.<br />
Het werken met <strong>een</strong> permanente overlegstructuur<br />
is hierbij zeker <strong>een</strong> <strong>voor</strong>deel om<br />
de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />
<strong>groenplan</strong> gerealiseerd te krijgen. Tevens<br />
kun-nen in dit overlegforum ook<br />
beheersaspec-ten aan bod komen, naast<br />
evaluatie en eventuele bijsturing <strong>van</strong><br />
gerealiseerde deelprojecten.<br />
Voor <strong>het</strong> jaarlijks agenderen <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>tgang<br />
<strong>van</strong> de realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenstructuurplan<br />
en de <strong>voor</strong>ziene deelprojecten<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> komende jaar of jaren is <strong>het</strong><br />
milieujaarprogramma <strong>het</strong> aangewezen<br />
instrument. Dit document vormt ook de<br />
onderbouwing <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>zien <strong>van</strong> de<br />
nodige financieringsbudgetten op de<br />
gem<strong>een</strong>tebegroting.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN Bas Smets Econnection
PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />
De realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />
hoeft niet perse te leiden tot hele grote extra<br />
uitgaven. Acties kunnen ook gekoppeld zijn<br />
aan andere beleidsvisies zoals bvb. <strong>het</strong><br />
jeugdwerkbeleidsplan. Daarnaast biedt<br />
ANB met zijn jaarlijkse thematische wedstrijd<br />
'Harmonisch Park- en Groenbeheer'<br />
ook subsidiemogelijkheden <strong>voor</strong> vernieuwende<br />
projecten.<br />
Voor <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de groenstructuur is er<br />
enerzijds <strong>het</strong> groenonderhoud dat omwille<br />
<strong>van</strong> de efficiëntie en <strong>het</strong> gewenste<br />
coherente beeld bij <strong>voor</strong>keur bij één<br />
gem<strong>een</strong>telijke dienst (groendienst) gecentraliseerd<br />
wordt. Anderzijds is er ook <strong>het</strong><br />
beheer <strong>van</strong> de openbare orde in de publiek<br />
toegankelijke delen <strong>van</strong> de groenstructuur.<br />
Hier speelt de lokale politie haar rol. Indien<br />
er niet besloten wordt tot <strong>het</strong> instellen <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> permanente overlegstructuur, is <strong>het</strong><br />
minimaal aangewezen om tussen beide op<br />
geregelde tijdstippen overleg te plegen.<br />
Bas Smets Econnection<br />
Bron: MINISTERIE VAN DE VLAAMSE<br />
GEMEENSCHAP, AFDELING<br />
GESUBSIDIEERDE<br />
INFRASTRUCTUUR: Publieke ruimte,<br />
<strong>een</strong> andere aanpak.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
JULI 09<br />
145
9<br />
BRONNEN
ADRIAENS T., PEYMEN J. en DECLEER K. (2007): Natuurverbindingsgebieden in<br />
Vlaanderen: achtergronden, afbakening en mogelijke inrichting. Rapport <strong>van</strong> <strong>het</strong> Instituut<br />
<strong>voor</strong> Natuur- en Bosonderzoek, INBO.R.2007.14, Instituut <strong>voor</strong> Natuur- en<br />
Bosonderzoek, Brussel (160 pp).<br />
ADVIESBURO VOOR TUIN- EN LANDSCHAPSPLANNING I.S.M.<br />
PLANCOMPAGNONS (1999): Groenstructuurplan Mechelen. In opdracht <strong>van</strong> AMINAL<br />
Afdeling Bos & Groen.<br />
AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS (red: JOYE T. ET AL) (2008): Technisch<br />
Vademecum Bomen. Harmonisch Park- en Groenbeheer, Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en<br />
Bos, Brussel (416 pp.).<br />
ALTERRA (2001): Handboek robuuste verbindingen; ecologische rand<strong>voor</strong>waarden.<br />
Alterra Research instituut <strong>voor</strong> de Groene Ruimte, Wageningen (252 pp). Dit handboek<br />
bevat ook de cd-rom TOVER (Toetsing en ontwerp <strong>van</strong> Verbindingszones). Het<br />
handboek en de cd-rom zijn gemaakt in opdracht <strong>van</strong> de directie Natuurbeheer <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
Ministerie <strong>van</strong> LNV en beide zijn te raadpolegen op de website <strong>van</strong> Alterra. Met dit<br />
handboek en de cd-rom zijn wetenschappelijke richtlijnen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontwerpen en<br />
inrichten <strong>van</strong> ecologische verbindingszones op <strong>een</strong> gebruiksvriendelijke wijze.<br />
A MINAL, STUDIEGROEP MENS EN RUIMTE VZW EN VERENIGING VOOR<br />
OPENBAAR GROEN VZW (1993): Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening. Dienst<br />
Groen. Onderzoek in opdracht <strong>van</strong> AMINAL Bestuur Natuurbehoud en ontwikkeling.<br />
ARCADIS ( 2005): Groenstructuurplan Tiel. Zichtbaar landschap, leesbare stad. In<br />
opdracht <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te Tiel.<br />
BEUNEN R. (2000): Het langzame net versnellen. Aandachtspunten <strong>voor</strong> de realisatie<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘langzame netwerk’, Alterra, Wageningen (36 pp.).<br />
BUREAU WAARDENBURG BV. MMV GROEN-PLANNING MAASTRICHT( VEEN P.J.,<br />
CLAESSEN B. & MEIJER A.J.M. ) (1999): Groenstructuurplan Hellevoetsluis.<br />
Opdrachtgever: Gem<strong>een</strong>te Hellevoetsluis.<br />
BURO BOSSAERT I.S.M. SORESMA ( 1999): Groenstructuurplan Kortrijk. In opdracht<br />
<strong>van</strong> AMINAL Afdeling Bos & Groen.<br />
Bas Smets Econnection<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />
BRONNENLIJST<br />
DE BRUYN L. & PEYMEN J. (2003): Stedelijk Milieu. In: Dumortier M. et al. Natuurrapport<br />
2003. Toestand <strong>van</strong> de natuur in Vlaanderen: cijfers <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beleid. Mededelingen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
Instituut <strong>voor</strong> Natuurbehoud nr. 18, Brussel. pp. 177-180.<br />
DERKS D. (2005): Groenstructuurplan gem<strong>een</strong>te Venray. Afdeling Openbare Ruimte, Cluster<br />
Groen.<br />
DESVIGNE LANDSCHAPSARCHITECTEN (SMETS B. ET AL.) (2005): Groenplan Eilandje-<br />
Antwerpen. In opdracht <strong>van</strong> Stad Antwerpen<br />
DWW (1997): Wegwerken <strong>van</strong> effecten <strong>van</strong> wegwerken. Voorlopige groslijst mitigerende<br />
maatregelen <strong>voor</strong> auto(snel)wegen. Rapport nr. W-DWW-97-016. DWW-werkdocument,<br />
Rijkswaterstaat - Dienst Weg- en waterbouwkunde, Delft (86 pp).<br />
EELERWOUDE INGENIEURSBUREAU B.V. (FREUND A. & SPRING R.) ( 2003):<br />
Groenstructuurplan Hof <strong>van</strong> Twente. In opdracht <strong>van</strong> Gem<strong>een</strong>te Hof <strong>van</strong> Twente.<br />
GEMEENTE AMSTERDAM - DRO (DAALDER R. ET AL . ) (2004): Groen op de kaart.<br />
Groenplan Amsterdam-Noord. Gem<strong>een</strong>te Amsterdam Dienst Ruimtelijke Ordening. In opdracht<br />
<strong>van</strong> en in samenwerking met stadsdeel Amsterdam-Noord.<br />
GEMEENTE ARNHEM ( BELKSMA A. ET AL . ) (2004): Groenplan Arnhem 2004-2007/2015.<br />
GEMEENTE DEN HAAG (2005): Groen kleurt de stad. Beleidsplan <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Haagse Groen<br />
2005-2015.<br />
GEMEENTE DEN HAAG (2008): Stedelijke ecologische verbindingszones in Den Haag.<br />
Hoofdlijnen <strong>voor</strong> inrichting en beheer - Uitvoeringsprogramma 2008-2018. Concept. Dienst<br />
Stadsbeheer-Stedelijke structuren, Den Haag (103 pp).<br />
GEMEENTE NIJMEGEN (X): De Groene Draad. Kansen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Nijmeegse Groen.<br />
GEMEENTE UTRECHT (2007): Groenstructuurplan Utrecht. Stad en land verbonden.<br />
HERMY M. (2005): Groenbeheer. Een verhaal met toekomst. Velt vzw.<br />
HEYN M. & HERMY M. ( 2001): Lange termijnvisie gebiedsgericht natuurbehoud in <strong>stedelijk</strong>e en<br />
ver<strong>stedelijk</strong>te omgeving. Tussentijds rapport. In: Lange termijnvisie op <strong>het</strong> gebiedsgericht<br />
natuurbehoud in Vlaanderen. MINA/113:9902. K.U.Leuven in opdracht <strong>van</strong> AMINAL.<br />
JULI 09<br />
149
INNOVATIE- EN KENNISCENTRUM GROENMANAGEMENT (LAMOOT I.) (2005):<br />
Pleidooi <strong>voor</strong> <strong>een</strong> duurzaam groenmanagement in Vlaanderen (19 pp.).<br />
JOYE T., RAMAEKERS J., VAN HERP P., DE WAEL J., GEERTS P. & SCHAUVLIEGE<br />
M. ( 2008): Technisch Vademecum Bomen. Harmonisch Park- en Groenbeheer.<br />
Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos, Brussel.<br />
KEIZER P.J., VAN DEN HENGEL L.C. & GROSHART C. ( 2006): Leidraad beheer<br />
groen<strong>voor</strong>zieningen. Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft.<br />
KUIPER COMPAGNONS ( 2006): Integraal Plan openbaar domein Stad Gent.<br />
'Methodiek' <strong>voor</strong> <strong>het</strong> opstellen <strong>van</strong> inrichtingsplannen. Een publicatie <strong>van</strong> Stad Gent.<br />
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning.<br />
L OOSE S. (2005): Inventarisatie parkgebieden Vlaanderen. Veldwerkhandleiding.<br />
AMINAL Afdeling Bos & Groen.<br />
MINA-RAAD VLAANDEREN (2005): Financiële instrumenten <strong>voor</strong> natuur, bos en<br />
landschap.<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING BOS & GROEN (red.<br />
HENDRIKX C. ET AL) (2004): Vademecum Beheerplanning Harmonisch Park- en<br />
Groenbeheer. Samen met Uitgangspunten en principes Harmonisch Park- en<br />
Groenbeheer. Afdeling Bos en Groen, Brussel (300 pp.).<br />
NULENS G. (2004): Belevingswaardenonderzoek naar groen in <strong>stedelijk</strong> gebied.<br />
Exploratieve literatuurstudie en toepassing in de ruimtelijke planning. Scriptie ingediend<br />
tot <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> de academische graad <strong>van</strong> gediplomeerde in de aanvullende studies<br />
GAS-Ruimtelijke Planning.<br />
PEYMEN J., OOSTERLYNCK P., DEFLOOR W., VAN GULCK T., VAN STRAATEN D. en<br />
KUIJKEN E. (2000): Opstellen en beoordelen <strong>van</strong> ecosysteemkwetsbaarheidskaarten<br />
met betrekking tot biotoopverlies en barrière-effect. Eindverslag <strong>van</strong> project 97/05. Studie<br />
uitgevoerd <strong>voor</strong> rekening <strong>van</strong> de Vlaamse Gem<strong>een</strong>schap binnen <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
Vlaams Impulsprogramma Natuurontwikkeling iov Vlaamse Minister bevoegd <strong>voor</strong><br />
natuurbehoud, Instituut <strong>voor</strong> Natuurbehoud, Brussel (195 pp.).<br />
VANDENBUSSCHE D., BIERMANS B. en TYBERGHEIN J. (Provinciaal Instituut <strong>voor</strong> Hygiëne)<br />
(2004): Provinciaal Natuurontwikkelingsplan. Naar <strong>een</strong> natuurlijk geheel. Provincie Antwerpen,<br />
Antwerpen (79 pp.).<br />
STAD KORTRIJK ISM LEIEDAL (2005-2009): Project Secret Gardens. Dit project omvat onder<br />
meer <strong>een</strong> studie naar groene interventies op <strong>het</strong> Budha-eiland als <strong>een</strong> landschapsproject rond<br />
tijdelijke ‘tuinen’ in de Kortrijkse binnenstad (<strong>van</strong> mei tot oktober 2009).<br />
STUDIEGROEP OMGEVING (VAN DEN BROECK P. & WUILLAUME P.) ( 2003 ) . Ruimtelijk<br />
structuurplan stad Aalst.In opdracht <strong>van</strong> Stad Aalst.<br />
VAN HERZELE A. ( 2003): Monitor <strong>voor</strong> bereikbaar en aantrekkelijk groen. De betekenis <strong>van</strong> de<br />
groene ruimte <strong>voor</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> de leefomgeving hanteerbaar gemaakt <strong>voor</strong> discussie,<br />
afweging en besluitvorming. Ruimte en planning. 23(2):98-110.<br />
VAN HERZELE A., WIEDEMANN T., DE CLERCQ E.<br />
2004. Monitor <strong>voor</strong> bereikbaar en<br />
aantrekkelijk groen, studie uitgevoerd in opdracht <strong>van</strong> de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA,<br />
MIRA/2004/05, VUB.<br />
VEEN S. (2001): Uitwerking ecologische verbindingszones Kennemerzoom. Bureau<br />
Waardenburg B.V. - Adviseurs <strong>voor</strong> ecologie en milieu iov Provincie Noord-Holland, Culemborg<br />
(60 pp.)<br />
VERHEYDEN W. (2008): Toetsingsinstrument <strong>voor</strong> de behoefte aan groen<strong>voor</strong>zieningen.<br />
Methodologie bij <strong>het</strong> groenbeleid <strong>van</strong> de stad Antwerpen. 189 pp. Online te raadplegen op:<br />
https://doks3.khk.be/eindwerk/do/record/Get;jsessionid=76AF074A654557350A545C846F0275<br />
54?dispatch=view&recordId=SKHKff80808116c8e2a70116f20cc1d006b3.<br />
WAUTERS E., NULENS G., HAENTJENS G., CLOET B., DE SMEDT P. en SCHEPERS A.<br />
(2006): Stimuleren <strong>van</strong> duurzaamheid in ruimtelijke instrumenten om te komen tot <strong>een</strong> beter<br />
<strong>stedelijk</strong> beleid. Eindrapport. Deel 1: Algem<strong>een</strong> Deel en Deel 2: Inputnota RSV.<br />
WES ism BURO II (BOURDET G. ET AL.) (2005): Beeldkwaliteitplan publieke ruimte<br />
binnenstad en stationsomgeving Mechelen, in opdracht <strong>van</strong> stad Mechelen.<br />
X (2006): East London Gr<strong>een</strong> Grid (Primer, Plan en deelplannen)<br />
X (X); Bedrijven in <strong>het</strong> groen<br />
X (X): Tijdelijke natuur, permanente winst (Innovatienetwerk).<br />
X (1990): Europees groenboek over <strong>het</strong> stadsmilieu.<br />
CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN Bas Smets Econnection<br />
150 JULI 09