“Maaien is de basis van een goed gevulde orderportefeuille”

D O O R D E O G E N VA N
Peter Bekkers, Kuhn-Geldrop:
“Maaien is de basis van een goed gevulde
orderportefeuille”
Tekst en beeld: Jan Ebinger
Anno 2011 is Peter Bekkers het aanspreekpunt
en de specialist op het gebied van trommelmaaiers
en maïshakselaars in de Kuhn-vestiging
te Geldrop. De Loonwerker sprak met hem.
Toen Peter Bekkers in 1979 solliciteerde bij
Landbouwmachinefabriek P.J. Zweegers en
Zonen aan de Nuenenseweg te Geldrop
(Noord-Brabant), had hij een gesprek met
directeur Piet Zweegers, de geestelijke vader
van de cirkelmaaier. Op het einde van het
interview vroeg Piet Zweegers of hij met de
hand kon melken. Peter Bekkers antwoordde
positief en werd prompt aangenomen. Piet
Zweegers vond het immers heel belangrijk
dat zijn personeel roots had in de landbouw.
- Hoe bent u zo nauw betrokken geraakt bij
de werking van een trommelmaaier?
“Aanvankelijk moest ik gebruikershandleidingen
schrijven voor nieuwe maaiers
die door PZ op de markt werden
gebracht. Vooral de PZ CM 165,
met of zonder kneuzer, was toen
een heel succesvolle trommelmaaier.
Tevens was ik
verantwoordelijk voor het
opstellen van servicebulletins.
De foto’s hiervoor nam ik
zelf, want de directie vond
dat de fotograaf iemand
uit eigen huis moest zijn.
We besteedden ook
veel aandacht
aan het optimaliseren
van het productieproces,
want om goed werkende
cirkelmaaiers te bouwen
moesten we precisiewerk
leveren, vergelijkbaar met de
automobielindustrie.”
“In 1981 werd ik de
verantwoordelijke voor de
marketing, naverkoop en productondersteuning
van de
CM-maaiers
maar ook
van
“Misschien dat er in 2020
wordt geëxperimenteerd
met lasertechnieken en
dat er gemaaid wordt via
waterstralen. Maar ik
denk dat de basistechniek
van de trommelmaaier
nog altijd zal worden
toegepast.”
de Andex-harken, de Fanex-schudders en de
MH-maïshakselaars, dit voor de hele wereld.
Op relatief korte tijd was PZ immers een
wereldomvattend bedrijf geworden.
Zweegers beschikte zowel op de trommelmaaier
als op de schijvenmaaier over een
wereldpatent. Daardoor hadden we een
groot aandeel van de markt in handen zowel
nationaal als internationaal.
Licentieovereenkomsten met onder andere
Fahr, Bamfords, Krone, Kuhn en Vicon zorgden
ervoor dat het familiebedrijf in relatief korte
tijd uitgroeide tot een wereldautoriteit.”
“Ter illustratie, in 1987 toen PZ zijn 50-jarig
jubileum vierde, had het bedrijf meer dan
1.000 personen in dienst met productiecapaciteit
in Nederland, België, Engeland en
Nieuw-Zeeland. We waren toen via eigen
verkoopmaatschappijen en zelfstandige
importeurs vertegenwoordigd in 66 landen.
Van de productie werd bijna 90 %
geëxporteerd.”
- Hoe dicht stonden u en uw collega’s bij de
figuur van Piet Zweegers?
“Als ik het vergelijk met nu, stonden wij
heel dicht bij ‘meneer Piet’, want zo
werd hij familiair onder medewerkers
genoemd. Hij was meer
een denker dan een manager.
Hij was een gedreven
DE LOONWERKER / NR 12 / DECEMBER 2011 / DOOR DE OGEN VAN | 9

ontwerper-constructeur - want zo noemde
hij zichzelf - die een idee en ontwerp van
heel dichtbij opvolgde. Door zijn ervaring
met het ontwikkelen van de cirkelmaaier
wist hij als geen ander dat een uitvinding
productierijp maken een kwestie is van vallen
en opstaan.”
- Nu engageert u zich voor de Kuhn-groep,
een vroegere concurrent. Het was vast wel
even slikken toen je hoorde van de overname?
“Gedurende mijn carrière heb ik al enkele
overnames, fusies en reorganisaties
meegemaakt. Daar leer je dus mee leven.
Aan het eind van de 80’er jaren stagneerde
de verkoop van landbouwwerktuigen
wereldwijd, met als gevolg een structurele
overproductie. PZ werd met Vicon,
RivierreCasalis en de ruwvoederoogstmachines
van Deutz-Fahr samengevoegd in één
onderneming, Greenland. Voordeel
hiervan was dat de productie van trommelmaaiers
werd gecentraliseerd in Geldrop.
Hierdoor konden we alle kennis vergaren op
het gebied van trommelmaaiertechniek.”
“In 1996 reorganiseerde en saneerde
Greenland niet alleen; tevens werd beslist
de merkenstrategie ingrijpend te wijzigen.
Rechtstreeks gevolg voor Geldrop was dat de
merknaam PZ verdween en dat voortaan
alle Greenland-producten onder de naam
Vicon zouden werden aangeboden. Om
dealers en eindgebruikers van PZ vertrouwd
te maken met de nieuwe merknaam Vicon
werd gedurende een jaar een constructie
van dubbele naamgeving gehanteerd. In
1998 werd Greenland overgenomen door de
Noorse Kverneland-groep. Daardoor werd
het voor de eindklant weer moeilijker werd
om zicht te krijgen in de uitgebreide
productlijn. Toen de Franse groep Kuhn drie
jaar geleden van de Kverneland Groep de
fabriek in Geldrop kocht, stelden we
aanvankelijk veel vragen over de toekomst.
Maar vrij snel werd het duidelijk dat Kuhn
koos voor een heldere en duidelijke strategie.
De kracht van de merknaam PZ en haar
internationale reputatie heeft ertoe geleid
om de merknaam weer als modelaanduiding
voor de Kuhn-trommelmaaiers te gebruiken.”
“Door de overname van Geldrop werd het
programma van Kuhn opmerkelijk uitgebreid,
want trommelmaaiers, maïshakselaars,
wikkelaars en rondebalen- en grootpakpersen
zaten nog niet in hun leveringsprogramma.
De producten die wij maken zijn
complementair aan die van Kuhn. De
producten van Geldrop vullen elkaar aan,
wat een goede basis is voor een succesvolle
samenwerking. Hierdoor kunnen we ook
10 | DE LOONWERKER / NR 12 / DECEMBER 2011 / DOOR DE OGEN VAN
verder groeien. Een voorbeeld daarvan is het
uitbreiden van de Kuhn Geldrop-fabriek van
7,6 naar 16 ha. Alle transacties voor de
aankoop van de grond zijn inmiddels afgerond.
Hierdoor is de toekomst van de fabriek en de
werkgelegenheid verzekerd.”
- We weten uit persbijeenkomsten en
velddemonstraties dat je als geen ander een
voorstander bent van een trommelmaaier.
Waarom is een trommelmaaier beter dan
een schijvenmaaier?
Peter opent snel een file in zijn computer met
de doorsnede van een trommelmaaier.
“Dit hangt af van de omstandigheden waarin
de maaier wordt gebruikt. De aandrijving
“Een brede maaier mag
op een toekomstgericht
loonbedrijf niet ontbreken.
Met een maaier krijgt een
loonwerker een betere
balans in de
ruwvoederwinning.”
van de trommelmaaier is eenvoudig omdat
die bovenlangs loopt. Maar belangrijker is
de ruimte tussen de trommels die ervoor
zorgt dat in kleverige bodemomstandigheden
de maaier niet volloopt en het maaibeeld
niet negatief wordt beïnvloed. Vanwege de
traploze maaihoogteverstelling en omdat
het gewas zonder veel extra hulpmiddelen
altijd tussen de trekkerwielen komt, is de
trommelmaaier als frontmaaier ook in het
voordeel. Vroeger woog een trommelmaaier
wel meer dan een schijvenmaaier, maar door
de modulaire bouw met hoogwaardig
aluminium verviel dit nadeel. Veel gebruikers
hebben trouwens het verkeerde idee dat een
trommelmaaier meer vermogen vraagt dan
een schijvenmaaier. Er is uitgebreid
onderzoek door de DLG naar gedaan. Uit de
test kwam naar voren dat de totale
vermogensbehoefte van een trommel- en
schijvenmaaier nagenoeg gelijk is. Door de
draaibare steunschotels vraagt de trommelmaaier
minder trekkracht om de maaier voort
te bewegen. Ik moet echter wel toegeven
dat het aanloopmoment van een trommelmaaier
hoger ligt dan bij een schijvenmaaier.
Maar dit is geen probleem meer omdat de
huidige tractoren toch over voldoende
vermogen beschikken. Het is gewoon een
kwestie van iets meer toeren maken.”
- Zijn er omstandigheden waarvoor een
trommelmaaier helemaal niet geschikt is?

Een gedreven Peter Bekkers in beeld tijdens
één van de vele demonstraties die hij
becommentarieerde.
“Als er gemaaid moet worden in percelen
met veel bovengrondse stenen die losliggen.
Tijdens het maaien in deze omstandigheden
ontstaat tussen de trommels een effect dat
je kan vergelijken met een flipperkast, waardoor
schade ontstaat aan de trommels. Een
schijvenmaaier is voor deze extreme maaisituaties
beter geschikt. In combinatie met
een kneuzer is de schijvenmaaier ook in het
voordeel omdat het gewas over de volle
breedte door de kneuzer komt. Vooral in
landen zoals Hongarije en Tsjechië wordt
men wel eens met stenige percelen
geconfronteerd. Gelukkig worden de laatste
jaren in deze landen de percelen met veel
stenen geruimd met speciale stenenrooiers.”
- Zijn er series trommelmaaiers die uitgelopen
zijn op een misser?
“De door een dubbelzijdig getande aandrijfriem
aangedreven trommelmaaiers bleken
in de praktijk niet te voldoen. Het uitgangspunt
was: klanten willen breder maaier, maar
we moesten het gewicht van de maaier
onder controle houden. Dus we ontwikkelden
een lichtgewicht maaier met een unieke
aandrijftechniek die bestond uit een dubbelzijdig
getande riem en lichtmetalen loopwielen.
Het verhaal erachter was goed. We
presenteerden met het type CM 250 een
250 cm brede, maaier die slechts 580 kg woog.
Doordat het maaiframe geen olie of vet
bevatte, was de maaier erg onderhoudsvriendelijk.
Bovendien maaide de CM 250
geruisloos. Hij was bovendien uitgerust met
een geheel nieuwe traploze, centrale
maaihoogteverstelling. De CM 250 driepuntsmaaier
had ook nog een volledig hydraulische
transport-werkstandomstelling volgens het
knipmesprincipe en twee instelbare
compensatieveren zorgden voor het
verminderen van het gewicht van het maaiframe
op de stoppel. Het ontwerp was
destijds innoverend maar de duurzaamheid
van de tandwielen liet te wensen over,
vooral omdat veel gebruikers de riemen in de
winterperiode niet ontspanden. De productie
van de CM 250 is na drie seizoenen gestopt.”
- Zal een loonwerker zich in 2020 nog
bezighouden met maaien of zullen er andere
technieken worden toegepast?
“Moeilijke vraag! Het zou kunnen dat door
de generalisering van de melkrobot en het
computergestuurd voeren melkveehouders
weer meer tijd krijgen om een deel van de
mechanische werkzaamheden zoals maaien,
schudden en harken terug in eigen hand te
nemen. Maar het management van het
bedrijf zal dan weer meer tijd opslorpen
waardoor melkveehouders verplicht zijn een
aantal werkzaamheden zoals het maaien uit
te besteden. Want een melkveehouder zal
altijd nog de tijd moeten vinden om de
maaier aan de trekker te koppelen en te
onderhouden. Dit terwijl een loonwerker in
dit tijdsbestek misschien al één hectare
heeft gemaaid. Misschien dat er in 2020 wordt
geëxperimenteerd met lasertechnieken en
dat er gemaaid wordt via waterstralen. Maar
ik denk dat de basistechniek van de trommelmaaier
nog altijd zal worden toegepast. Als
je terugkijkt, is de laatste mijlpaal bij het
maaien in 1963 geweest: de stap van de
messenbalk naar het snel roterend maaisysteem
van Piet Zweegers. Nu, 50 jaar later,
gebruikt elke fabrikant dit systeem en tot nu
toe heeft zich nog geen systeem beter
bewezen. Uiteraard dat elektronica en
veiligheidssystemen geïntegreerd zijn in
deze brede maaiers.”
- Welk werktuig mag niet ontbreken in het
machinepark van een loonwerker?
“Een brede maaicombinatie. Veel loonwerkers
zijn destijds gestart met een maaier en een
balenpers en hebben daarna jaar na jaar
hun activiteiten uitgebreid. Een brede maaier
mag op een toekomstgericht loonbedrijf
niet ontbreken. Met een maaier krijgt een
loonwerker een betere balans in de
ruwvoederwinning. Als hij bij een klant maait,
kan hij ook het oprapen, het hakselen, het
persen of het wikkelen van het gras verzorgen.
Maaien is de basis van een goed gevulde
orderportefeuille.”
- Aan welke maaier denk je dan?
“Als ik een suggestie mag doen: een vlindermaaier.
Deze zorgt voor een hoge capaciteit
en goede gewichtsverdeling maar gebruikt
ook optimaal het vermogen van een trekker.
Een vlindermaaier is ontstaan door het feit
dat er steeds meer pk’s ter beschikking
waren. Door een maaier in de fronthef en
achteraan links en rechts nog een maaier te
monteren krijg je een perfecte gewichtsverdeling.
Dit is niet alleen belangrijk voor
de bodem maar ook voor de trekker. De
achteras en het drijfwerk worden gelijkmatig
belast. Een vlindermaaier is tevens
economischer dan een zelfrijdende maaier
omdat de trekker het hele seizoen kan
worden ingezet.”
- De Kuhn-groep is een wereldspeler. Betekent
dit dat jullie alleen werken met grote dealers?
“Ondanks dat het moederbedrijf van Kuhn,
het Zwitserse Bucher Industries, een beursgenoteerd
bedrijf is, ervaar ik de samenwerking
met Kuhn zeker niet als afstandelijk.
Alle dealers krijgen de volle aandacht, zowel
de grote als de kleine. Wel is het zo dat Kuhn
selectief verkoopt. Daarbij wordt uiteraard
gekeken naar hoe professioneel een dealer
zich manifesteert niet alleen qua verkopen
maar vooral ook qua service.”
- Wat is uw mening over fusies en overnames?
“Wanneer fabrikanten fusies zoeken, is het
de bedoeling om hun aanbod uit te breiden
waardoor ze een meerwaarde betekenen voor
hun dealers. Soms gebeurt een overname
bijna noodgedwongen en dan verwijs ik naar
de persberichten in verband met de recente
overname van Afstel door Ongeschilde. Eén
van de redenen waarom Kuhn de Kverneland
Geldrop-vestiging overnam, was om het
gamma te complementeren. Bovendien kocht
Kuhn een aantrekkelijke locatie met moderne
lasersnij-, robot-, las- en buigproductiemiddelen.”
“De overname van Geldrop door Kuhn heeft
natuurlijk wat in beweging gebracht. Andere
fabrikanten zien het gamma van Kuhn groter
worden en zouden dit kunnen zien als een
bedreiging voor hun eigen distributie. Het
zijn zij die nu weer aan zet zijn.” <
DE LOONWERKER / NR 12 / DECEMBER 2011 / DOOR DE OGEN VAN | 11