Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1.3 EEN<br />
[ 8<br />
]<br />
REFERENTIEKADER VOOR DOELSTELLINGEN NT2<br />
De basisvraag waarop dit referentiekader een antwoord moet geven, is de volgende:<br />
Wat moeten allochtone leerlingen met de Nederlandse taal kunnen doen aan het einde van groep<br />
2 c.q. aan het einde van het kleuteronderwijs?<br />
Het einde van groep 2 in Nederland en het einde van het kleuteronderwijs in Vlaanderen<br />
vormen de grenzen van de periode die in de titel van dit referentiekader ‘vroege tweedetaalverwerving’<br />
wordt genoemd. Dit moment is gekozen omdat het voor kinderen een uitermate<br />
belangrijk scharniermoment vormt: dan vindt de overgang plaats naar de periode waarop<br />
kinderen formeel met aanvankelijk lees- en rekenonderwijs beginnen. Als kinderen reeds op dit<br />
moment achterstand hebben op het vlak van taalvaardigheid Nederlands, zullen zij het zeer<br />
moeilijk hebben om in het aanvankelijk lees- en rekenonderwijs, en in de rest van hun schoolloopbaan,<br />
naar behoren te functioneren. Het is dan ook essentieel dat het onderwijsveld duidelijk<br />
weet wat kinderen aan het einde van groep 2/derde kleuterklas zeker met taal moeten kunnen<br />
doen, en op welke einddoelstellingen het zich in het kleuteronderwijs/voor- en vroegschoolse<br />
educatie moet richten.<br />
De bovenstaande basisvraag is een algemene vraag, die een aantal bijkomende vragen oproept.<br />
Hieronder presenteren we een aantal van die vragen, en de wijze waarop in het referentiekader<br />
hierop wordt ingespeeld.