Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1.4<br />
Knelpunt 3: Percepties en acties van het schoolondersteunend niveau<br />
KLEUTERLEID(ST)ERS KUNNEN DE MOEILIJKE TAAK de taalvaardigheid van al hun kleuters maximaal<br />
te bevorderen, niet alleen aan. Zij hebben behoefte aan, en recht op brede en gedegen<br />
ondersteuning. Die kunnen zij enerzijds vinden in de interactie met de collega’s van hun<br />
schoolteam en hun directie, anderzijds ook bij de verschillende actoren die zich rondom de<br />
school bewegen, en die betrokken zijn bij ‘hun‘ onderwijs: begeleiders, inspecteurs, materiaalontwikkelaars,<br />
didactici, ouders, nascholers, lerarenopleiders, leerlingbegeleiders, politici, …<br />
In een knelpuntenanalyse kan deze brede kring niet ontbreken. Al deze actoren dragen immers<br />
idealiter bij tot het deskundig functioneren van de leerkracht, en op die manier tot de kwaliteit<br />
van het onderwijs. Toch moeten wij ons wat dit knelpunt betreft nog bescheidener en voorzichtiger<br />
opstellen dan bij de vorige twee knelpunten, omdat onze analyse op dit vlak slechts weinig<br />
directe gegevens aandroeg. De analyse van de materialen (zie hierboven) levert informatie op<br />
over hoe materiaalontwikkelaars hun ondersteunende rol waarmaken. Wat de andere actoren<br />
betreft, beschikken de projectuitvoerders slechts over fragmentaire gegevens en uitspraken<br />
opgetekend tijdens de twee expertmeetings, en bij de schriftelijke enquête:<br />
■ de ontwikkelde materialen vertonen een aantal kenmerken die hierboven reeds zijn<br />
genoemd met betrekking tot toetsing en didactiek: de link met doelstellingen op mesoen<br />
macro-niveau wordt niet altijd consequent gelegd, waardoor een (te sterke of te<br />
eenzijdige) focus op het micro-niveau komt te liggen en taalelementen los van betekenisvolle<br />
communicatieve situaties aan de orde komen (taal als doel op zich, in plaats van<br />
taal als middel). De leid(st)er krijgt vanuit de bestaande programma’s en methoden over<br />
het algemeen te weinig directe handreikingen voor het organiseren en begeleiden van<br />
functionele taalsituaties. Ook de vier vaardigheden zijn niet altijd evenredig aanwezig;<br />
■ Over de andere actoren tekenen we slechts één opmerking op, die zeer vaak in de<br />
communicatie met het veld terugkwam: eenstemmigheid is nodig, maar niet altijd<br />
aanwezig. Het gebeurt maar al te vaak dat verschillende actoren die zich rond eenzelfde<br />
school bewegen heel verschillende geluiden laten horen als het over taalonderwijs gaat.<br />
Dat komt het taalbeleid van een school niet ten goede. Er is behoefte aan duidelijke visies<br />
en consensus over een aantal uitgangspunten: een referentiekader van doelstellingen<br />
waarnaar alle scholen, ongeacht de didactische keuzes die ze maken, moeten streven<br />
maakt daar deel van uit. Als eenzelfde kader van doelstellingen zowel voor lerarenopleiders,<br />
materiaalontwikkelaars, inspecteurs, toetsontwikkelaars, didactici/nascholers,<br />
begeleiders, en politici kan fungeren als een richtingaanwijzer, kan op dit vlak belangrijke<br />
vooruitgang worden geboekt. Het is slechts vanuit een gelijkgerichtheid van de<br />
verschillende geledingen van het onderwijs, dat echte vernieuwing en onderwijsinnovatie<br />
mogelijk wordt.<br />
[ 37<br />
]