Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.1 REFERENTIEKADER<br />
[ 34<br />
]<br />
VROEGE TWEEDE TAALWERVING [ UITLEIDING ]<br />
Knelpunt 1: Toetsen van taalvaardigheid<br />
WIE HET REFERENTIEKADER WIL TOETSEN aan de huidige onderwijspraktijk, vertrekt logischerwijze<br />
van de volgende basisvraag:<br />
Vraag 1: In hoeverre bezitten allochtone kinderen op dit moment de in het referentiekader opgenomen<br />
vaardigheden, attitudes en inzichten? In hoeverre halen allochtone kinderen de doelstellingen<br />
die in het referentiekader zijn opgenomen?<br />
Deze vraag impliceert een antwoord op een onderliggende deelvraag:<br />
Vraag 1 bis: In hoeverre is het op dit moment mogelijk om te toetsen of (allochtone) leerlingen de<br />
in het referentiekader geformuleerde doelstellingen op het einde van groep 2/de derde kleuterklas<br />
halen?<br />
Als we er gemakshalve vanuit gaan dat de politieke wil bestaat, dat er bereidheid van de scholen<br />
is, en dat de ruimte gevonden kan worden om tot toetsing van de desbetreffende vaardigheden<br />
over te gaan, kan deelvraag 1 bis toegespitst worden op de vraag naar het bestaande toetsinstrumentarium.<br />
De vraag luidt dan:<br />
Vraag 1 bis: Bestaan er in Vlaanderen of Nederland beoordelingsinstrumenten (toetsen, observatie-instrumenten,<br />
e.d.) die toelaten om op een valide en betrouwbare manier de in het referentiekader<br />
opgenomen vaardigheden, attitudes en inzichten te meten?<br />
Op die vraag kan, op basis van onze gegevens en analyses, niet onverdeeld ‘ja’ worden geantwoord.<br />
Ook hier kan de opmerking worden gemaakt dat de ontwikkelaars van de toetsen die<br />
momenteel voorhanden zijn, tijdens hun proces van ontwikkeling nog niet konden terugvallen<br />
op het referentiekader, en dat zij andere criteria of blauwdrukken gebruikten. Anderzijds is het<br />
referentiekader ook niet zomaar uit de lucht komen vallen, en steunde het in grote mate op<br />
reeds eerder verschenen documenten en blauwdrukken met betrekking tot vroege taalverwerving.<br />
Het zou tot nadenken stemmen mocht er überhaupt geen overlap zijn tussen de bestaande<br />
toetsen en het referentiekader.<br />
Een lijst van de door de projectuitvoerders geanalyseerde toetsen is opgenomen in bijlage 1. Als<br />
we kijken naar de overlap tussen het referentiekader en de bestaande toetsinstrumenten, dan<br />
kunnen we concluderen dat de overlap fragmentarisch is, en dat er op dit moment geen enkele<br />
toets voorhanden is die, hetzij in absolute termen, hetzij in termen van representativiteit, de<br />
doelstellingen in het referentiekader volledig dekt.<br />
Elk van de bestaande toetsen biedt dus op zichzelf niet voldoende mogelijkheden om direct<br />
antwoord te geven op de eerste hoofdvraag (zie vraag 1 hierboven) om één of meer van de<br />
volgende redenen:<br />
■ Sommige toetsen omvatten slechts in geringe mate het macro-niveau van het referentiekader;<br />
dat geldt met name voor het domein van de schoolse taalvaardigheid dat als<br />
cruciaal naar voor werd geschoven. De toetsitems (of het nu gaat om woordenschatitems,<br />
luistertaken, spreektaken, of andere) hebben niet altijd een systematische relatie met de<br />
dingen die kleuters als lerende op school met taal moeten doen;<br />
■ De toetsen focussen vooral op een of twee van de vier vaardigheden. Voor deze jonge<br />
leeftijdsgroep gaat het bij toetsen voornamelijk om ‘receptieve vaardigheden’, zoals<br />
luisteren en/of (ontluikend) lezen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat spreek-