Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.3<br />
Ingedeeld naar vier algemene doelen (respectievelijk één taalvaardigheidsdoel, twee taalbeschouwingsdoelen<br />
en één taalattitudedoel) zijn de doelen met betrekking tot het leren lezen als<br />
volgt te formuleren:<br />
Lezen (1): De kleuter kan op adequate wijze betekenis koppelen aan schriftelijke symbolen of<br />
geschreven taal bestemd voor kleuters (en daar in een mondelinge reactie of door middel van een<br />
handeling blijk van geven).<br />
1.1 De kleuter kan beeldtaal (plaatjes) bestemd voor kleuters interpreteren en aangeven waar<br />
de plaatjes voor staan (en dat laten merken door er bijvoorbeeld over te vertellen).<br />
bv. De kleuter krijgt een afbeelding van een handeling zoals tandenpoetsen en kan de betekenis<br />
verwoorden of uitbeelden.<br />
1.2 De kleuter kan pictogrammen bestemd voor kleuters ‘lezen’ (en dat laten zien door er<br />
desgevraagd op te reageren).<br />
bv. De kleuter kan voor de dagelijkse weerkaart het juiste plaatje (zon, bewolkt of regen) kiezen om aan<br />
te geven dat het buiten regent.<br />
Lezen (2): De kleuter heeft besef van verschillende functies van geschreven taal (en geeft daar blijk<br />
van in z’n gebruik van of reacties op geschreven taal).<br />
2.1 De kleuter beseft dat geschreven taal tijd en afstand kan overbruggen.<br />
bv. Samen een kaart schrijven en daadwerkelijk versturen naar een (ziek) kind in de klas, naar oma,<br />
naar eigen huis, etc.<br />
2.2 De kleuter beseft dat geschreven taal bewaard kan worden en herhaalbaar is.<br />
bv. Opnieuw hetzelfde boekje lezen en ervaren dat precies dezelfde tekst gelezen wordt.<br />
2.3 De kleuter beseft dat geschreven taal kan dienen als geheugensteun.<br />
bv. Samen met de juf iets opschrijven om niet te vergeten, zoals een boodschappenlijstje, mededeling,<br />
datum en tijd voor een feestje, etc. en later daadwerkelijk checken of als ‘reminder’ gebruiken.<br />
2.4 De kleuter ervaart het belang en nut van geschreven taal voor hem persoonlijk.<br />
bv. Naam en/of pictogram ‘lezen’ op de kapstok, op de tekeningen.<br />
Lezen (3): De kleuter ontwikkelt een basisinzicht in aspecten van geschreven taal (en geeft daar<br />
blijk van in z’n reacties op boeken, briefjes of geschreven zinnetjes).<br />
3.1 De kleuter bouwt inzicht op in bepaalde conventies in verband met leesrichting en boekoriëntatie<br />
die bij schriftelijke taal gelden.<br />
bv. Een vaste leesrichting: van links naar rechts, van boven naar onder; voor- en achterkant van een<br />
boek; het feit dat letters terugkomen.<br />
3.2 De kleuter bouwt inzicht op in de basisrelatie tussen de vormaspecten van gesproken en<br />
geschreven taal.<br />
bv. Het kind koppelt bepaalde letters aan klanken.<br />
3.3 De kleuter bouwt inzicht op in verhaalstructuren.<br />
bv. De kleuterleid(st)er leest het prentenboek voor en het kind heeft besef van begin/midden/einde van<br />
het verhaal.<br />
[ 27<br />
]