Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1.4<br />
Met name zijn woorden binnen de volgende semantische domeinen aan de orde:<br />
■ woorden verwijzend naar dagelijkse gebeurtenissen en dingen om hen heen (bv.<br />
woorden verwijzend naar beweging (staan, zitten, lopen, omdraaien, etc.); lichaamsdelen<br />
(hoofd, ogen, neus, etc.); omgevingswoorden (kast, vloer, raam, zandtafel, etc.),<br />
voorwerpen (pen, potlood, boek, etc.));<br />
■ hoofdtelwoorden;<br />
■ ruimtebegrippen;<br />
■ hoofdkleuren;<br />
■ lengte-grootte-aanduidingen;<br />
■ woorden rondom gevoelens.<br />
Ook hier kunnen woordenlijsten als richtsnoer dienen, zoals bijvoorbeeld 7 :<br />
● Damhuis, R. e.a. (1992), De woordenlijst voor 4- tot 6-jarigen. Projectbureau OVB,<br />
Rotterdam<br />
● Van Ooyen, L. (1993/1995), Woordenlijst voor 2 tot 4-jarigen. OVG, Arnhem<br />
Op morfologisch niveau moeten kinderen het verschil tussen enkelvouds- en meervoudsvormen,<br />
elementaire werkwoordsvervoegingen (bijvoorbeeld het verschil tussen vormen voor<br />
tegenwoordige tijd en verleden tijd) en negatie kunnen uitdrukken. Het gaat hier om grammaticaregels<br />
die voor wat betreft de taken op meso-niveau een fundamenteel betekenisonderscheid<br />
kunnen teweegbrengen.<br />
Op zinsniveau ligt het accent bij de vroege productieve tweede taalverwerving op:<br />
■ korte (in eerste instantie enkelvoudige) zinnen;<br />
■ vraagzinnen (wie, wat, waarom);<br />
■ constructies die opdrachten en instructies aangeven (aanzetten tot handelingen);<br />
■ negatie (geen, niets).<br />
Op fonologisch niveau moeten kinderen de betekenisvolle klankonderscheidingen kunnen<br />
produceren (bijvoorbeeld het verschil tussen ‘pot’ en ‘poot’). Om bij spreken bedoelingen<br />
adequaat over te brengen, is het noodzakelijk om de woorden verstaanbaar uit te kunnen<br />
spreken, en daarbij zoveel mogelijk de standaardtaaluitspraak te benaderen (dit is een<br />
minimumdoelstelling: niet alle klanken hoeven meteen correct uitgesproken te worden, maar<br />
de taaluiting moet wel begrijpelijk zijn).<br />
Ten overvloede dient er hier opnieuw op gewezen te worden dat kennis op micro-niveau geen<br />
doel op zich is, maar steeds moet worden gezien in samenhang met de communicatieve, functionele<br />
doelen zoals die op meso-niveau werden beschreven.<br />
[ 25<br />
]