04.09.2013 Views

Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum

Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum

Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.2 REFERENTIEKADER<br />

[ 24<br />

]<br />

VROEGE TWEEDE TAALWERVING [ DOELSTELLINGENLIJST: SPREKEN ]<br />

2.3 De kleuter kan, aan bekende leeftijdsgenoten of bekende volwassenen een beschrijving<br />

geven van een concreet voorwerp of een persoon.<br />

bv. “JUF, IK HEB EEN NIEUWE BROEK GEKREGEN, MET VAN DIE GROTE ZAKKEN EN EEN RIEM.”<br />

Spreken (3): De kleuter kan een relevante mededeling of een voor kleuters bestemd verhaal<br />

herformuleren, zodanig dat de inhoud herkenbaar overkomt.<br />

3.1 De kleuter kan een eenvoudige en concrete mededeling doorgeven aan bekende leeftijdsgenoten<br />

of bekende volwassenen.<br />

bv. “Wil jij even tegen Marit zeggen dat ze de puzzel weer netjes moet opruimen?” “MARIT, JE MOET<br />

VAN JUF DE PUZZEL OPRUIMEN.”<br />

3.2 De kleuter kan zich inleven in herkenbare rollen en situaties en kan hiermee in spelsituaties<br />

bepaalde uitingen (re)produceren.<br />

bv. “DAG MEVROUW”, “WAT WILT U KOPEN?”, “DAT KOST ... ” (winkeltje spelen/rollenspel)<br />

3.3 De kleuter kan een eenvoudig verhaal met eigen woorden navertellen aan bekende leeftijdsgenoten<br />

of bekende volwassenen.<br />

bv. N.a.v. het prentenboek ‘Er ligt een krokodil onder mijn bed’: “KINDJE IS BANG MAAR DAN<br />

KOMT KROKODIL EN DIE IS BRAAF EN NU IS KINDJE NIET MEER BANG.”<br />

Spreken (4): De kleuter kan op een adequate wijze de hulp van anderen inroepen.<br />

4.1 De kleuter kan aan bekende leeftijdsgenoten of bekende volwassenen vragen om verduidelijking.<br />

bv. “JUF, HÉ! IK WEET NIET GOED WAT IK MOET DOEN. WAT MOET IK JUIST DOEN?”<br />

4.2 De kleuter kan aan bekende leeftijdsgenoten of bekende volwassenen vragen om (meer)<br />

informatie die voor hem van belang is.<br />

bv. “SARE, WAAR LIGT DE SCHAAR?”<br />

4.3. De kleuter kan zelfstandig vragen om hulp.<br />

bv. “JUF, KAN JE DAT DOOSJE OPEN DOEN?”<br />

2.2.2 Micro-niveau<br />

OP HET MICRO-NIVEAU IS HET voor de kleuter nodig dat hij over een aantal talige elementen kan<br />

beschikken die hij kan aanspreken bij het (proberen) uitvoeren van de taaltaken die hierboven<br />

op meso-niveau zijn beschreven.<br />

Op het lexicale niveau ligt een belangrijke focus op het verwerven van een basiswoordenschat,<br />

waarmee het kind zich kan uitdrukken.<br />

Het gaat hierbij om het gebruiken van:<br />

■ inhoudswoorden (refererend aan leefwereld van kleuters thuis, buitenshuis en op<br />

school);<br />

■ functiewoorden (voornaamwoorden, voegwoorden).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!