Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
Referentiekader Vroege Tweedetaalverwerving - Taalunieversum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1.4<br />
Er bestaan een aantal woordenlijsten waarin deze woordenschat is samengebracht. Deze woordenlijsten<br />
kunnen verder als richtsnoer dienen:<br />
● Damhuis, R. e.a. (1992), De woordenlijst voor 4- tot 6-jarigen. Projectbureau OVB,<br />
Rotterdam<br />
● Jaspaert, K., Schrooten, W. & M. Verhelst (1994), Schooltaalwoordenschat<br />
Kleuteronderwijs. Steunpunt Nederlands als Tweede Taal, Leuven<br />
● Schaerlaekens, A., Kohnstamm, D. & M. Lejaegere (1999), Streeflijst woordenschat<br />
voor zesjarigen. Swets & Zeitlinger, Lisse<br />
● Schrooten, W. & A. Vermeer (1994), Woorden in het Basisonderwijs. Tilburg University<br />
Press, Tilburg<br />
● Van Ooyen, L. (1993/1995), Woordenlijst voor 2 tot 4-jarigen. OVG, Arnhem<br />
Op morfologisch niveau (woordbouw) moeten kinderen het verschil tussen enkelvouds- en<br />
meervoudsvormen kunnen interpreteren, elementaire werkwoordsvervoegingen (bijvoorbeeld<br />
het verschil tussen vormen voor tegenwoordige tijd en verleden tijd) en negatie begrijpen. Het<br />
gaat hier om regels die voor wat betreft de taken op meso-niveau een fundamenteel betekenisonderscheid<br />
kunnen teweegbrengen.<br />
Op zinsniveau ligt het accent bij de vroege tweedetaalverwerving op begrip van:<br />
■ korte (in eerste instantie enkelvoudige) zinnen;<br />
■ vraagzinnen (wie, wat, waarom);<br />
■ constructies die opdrachten en instructies aangeven (aanzetten tot handelingen);<br />
■ negatie (geen, niets).<br />
Op fonologisch niveau moeten kinderen de betekenisvolle klankonderscheidingen van het<br />
Nederlands onder de knie krijgen (bijvoorbeeld het verschil tussen ‘pot’ en ‘poot’).<br />
Ten overvloede dient er hier opnieuw op gewezen te worden dat kennis op micro-niveau geen<br />
doel op zich is, maar steeds moet worden gezien in samenhang met de communicatieve, functionele<br />
doelen zoals die op meso-niveau werden beschreven.<br />
[ 21<br />
]