- Page 2: BIBLIOTHEEK KITLV 0060 1540 'O "Z-'
- Page 9: AAN DE NAGEDACHTENIS VAN WIJLEN MIJ
- Page 12 and 13: VIII vallen, overwaardig zijn. Ik h
- Page 14 and 15: X het geval is; dewijl door het zet
- Page 16 and 17: XII ethnographische bijdragen, zooa
- Page 18 and 19: XIV bij gezien. Wij hebben ondertus
- Page 21 and 22: Over de namen, onder welke het eila
- Page 23 and 24: 8 voor het grootste der Nicobar-eil
- Page 25 and 26: 5 geweest, dat ten aanzien hunner t
- Page 27 and 28: 7 Fantsoêr (^yaù), van hetwelk de
- Page 29 and 30: 9 » van die plaatsen , langs denze
- Page 31 and 32: 11 Deze zijn niet verder , dan min
- Page 33 and 34: 13 » mercatoressinici non ultra ea
- Page 35 and 36: 18 Niet meer voldoende valt het ond
- Page 37 and 38: 17 Javaansch Tn«|(EJl\ ramé (Sans
- Page 39 and 40: 19 ling van het eerste klimaat, een
- Page 41 and 42: 29 een bekeerde Maleijer was, is on
- Page 43 and 44: 31 ë bellissima isola chiamata Sum
- Page 45 and 46: 33 waren het voornamelijk drie stat
- Page 47 and 48: 35 slag, steun, in het algemeen iet
- Page 49 and 50: 37 Heer Dr. Hoffmann verschuldigd,
- Page 51 and 52: 39 F.uropescbc bronnen bewerkte en
- Page 53 and 54: 41 sehen Sumatra en China bestaan h
- Page 55 and 56: 43 te loopen, daar voorbij, dan wor
- Page 57 and 58:
45 [1369], toen de Mongolsche dynas
- Page 59 and 60:
47 Gedurende het genoemde tijdperk
- Page 61 and 62:
J. Klaproth (87) is aangemerkt, of
- Page 63 and 64:
81 Aan Sehe pi was het opperbevel o
- Page 65 and 66:
38 China, met een geschenk van een'
- Page 67 and 68:
33 tahi heng schoe: »Het rijk Koea
- Page 69 and 70:
57 Pakalongan; en noemt voorts als
- Page 71 and 72:
89 ook somwijlen de schrijfwijze P^
- Page 73 and 74:
Gl schrijfwijze schijnt de oudste t
- Page 75 and 76:
63 » heen het rijk «ap ||| P'h ô
- Page 77 and 78:
65 bele sneden. Wanneer hij naar de
- Page 79 and 80:
67 Stof besmeert, sterft niet aan g
- Page 81 and 82:
69 Aurea Chersonesus. Hij draagt oo
- Page 83 and 84:
71 ti nerts en voor treffelijke kam
- Page 85 and 86:
73 en P'ho nî, als die van twee af
- Page 87 and 88:
73 hun getal reeds 400—500 huisge
- Page 89 and 90:
77 Over de Maleijers en eenige hunn
- Page 91 and 92:
79 van den Goênong Merâpi. Zij ko
- Page 93 and 94:
81 van den vorst, bij vele van het
- Page 95:
WfflÈ*atèrt&$&t~^.-Ji J'van Verl
- Page 98 and 99:
84 voornaamste geschiedkundige bijz
- Page 100 and 101:
86 ninklijke wereldzwerver beteeken
- Page 102 and 103:
88 Als landnaam is het woord Malâj
- Page 104 and 105:
delijk het Perzische woord Zirbâd
- Page 106 and 107:
92 jonken bevindende, welke in het
- Page 108 and 109:
»voor de echte en oorspronkelijke
- Page 110 and 111:
98 de jaartelling 1160, dit de oors
- Page 112 and 113:
98 volgens het berigt der bewoners,
- Page 114 and 115:
100 Malâjoe. Volgens Marsden (27)
- Page 116 and 117:
102 lijk, tusschen de Indragiri en
- Page 118 and 119:
104 een voornaam , hetzij burgerlij
- Page 120 and 121:
106 plaats, oord, afkomstig is (34)
- Page 122 and 123:
Over het bestuur der Maleijers tan
- Page 124 and 125:
110 beeld te geven van de veelhöof
- Page 126 and 127:
112 Toewankoe's treft men te Padang
- Page 128 and 129:
114 Dit alles gaat zeer traag, vere
- Page 130 and 131:
116 onverwijld gesloten , en mag ni
- Page 132 and 133:
118 wordt eens anderen dienstknecht
- Page 134 and 135:
120 ver buiten de grenzen van hun l
- Page 136 and 137:
122 leische en naburige landschappe
- Page 138 and 139:
124 II. Over de beteekenis van het
- Page 140 and 141:
126 niâgo. Het beheer over den eer
- Page 142 and 143:
128 men. Hij telde in iedere plaats
- Page 144 and 145:
180 noemd worden, vindt men slechts
- Page 146 and 147:
132 III. Over de erfopvolging der P
- Page 148 and 149:
184 Panghoeloe's wordt dit ceremoni
- Page 150 and 151:
136 IV. Over het onderscheid van ra
- Page 152 and 153:
Deze bemoeijen zich uitsluitend met
- Page 154 and 155:
het aanzien en de vereering, die zi
- Page 156 and 157:
U2 helpen vlot maken ; maar deze we
- Page 158 and 159:
lu Jige gebied van Menangkabo, tege
- Page 160 and 161:
146 in het huis, de tuinen en op de
- Page 162 and 163:
-us Èenige bijzonderheden omtrent
- Page 164 and 165:
ISO Compagnie, van het Atjinesche j
- Page 166 and 167:
1S2 op voordragt van den inlandsche
- Page 168 and 169:
184 in twee ongelijke partijen zijn
- Page 170 and 171:
ise oen vlugten, waar er honderd-en
- Page 172 and 173:
138 bare handelingen van den toenma
- Page 174 and 175:
160 naar den Heer Resident [of Gouv
- Page 176 and 177:
162 bebouwing der velden aan te moe
- Page 178 and 179:
164 Over de bewerking en verkregene
- Page 180 and 181:
166 hij het mijnwerk te Salida, gro
- Page 182 and 183:
168 goudmijn geheel aan baar werd a
- Page 184 and 185:
170 het getal der bij de mijnen gep
- Page 186 and 187:
172 dadig voortzetten van dat mijnw
- Page 188 and 189:
174 af te vragen. Kieling wilde mid
- Page 190 and 191:
176 hatikelijk van het bestuur van
- Page 192 and 193:
178 op de kaart, door eene gestipte
- Page 194 and 195:
180 gruis, waarin zich blaadjes van
- Page 196:
182 schoon ook sommige hun nachtver
- Page 200 and 201:
184 mengd is. De bedding van het ri
- Page 202:
B J A / r Air s A L J n A Poel o Tj
- Page 205 and 206:
186 x Bodî-tjieniâgo, eender hoof
- Page 207 and 208:
tijds voorname koopstad. 27, 90. Ka
- Page 209 and 210:
O r an g di âtas an gin, d. i. bov
- Page 211:
i 92 Soe moe n te lä (Chin.) z= Su
- Page 215:
DE VEROVERING VAN ATJEH'S GROOTE MI