You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
141<br />
V.<br />
Over het erfregt in het Soekoe-bestuur.<br />
Dit hoofdstuk, het laatste, dat wij hier over<br />
de oude instellingen der Maleijers van'Menangkabo<br />
mededeelen , is voornamelijk gewijd aan die<br />
vreemdsoortige bepaling, waarbij aan het kind<br />
alle aanspraak op de nalatenschap van zijnen vader<br />
ontzegd, en op de neven en nichten, van<br />
zusters zijde, wordt overgedragen. Dit merkwaardige<br />
erfregt is, volgens de overleveringen der<br />
Maleijers, zijnen oorsprong aan de volgende<br />
gebeurtenis verschuldigd.<br />
De vorsten Kjai Toemanggongan en Perpatih<br />
Sabatang, benevens de kundige Tjatjah Bilang<br />
Pandê, op zekeren tijd besloten hebbende, met<br />
elkander naar Atjin te reizen, bepaaldenPriaman<br />
tot vereenigingsplaats, van waar zij den togt over<br />
zee zouden voortzetten. Op den vastgestelden<br />
dag te Priaman aangekomen zijnde, vonden zij<br />
daar het voor hunne overvaart bestemde vaartuig,<br />
nog op het drooge strand. De Nâchodâ (65)<br />
riep al zijne kinderen bijeen, om het spoedig te<br />
(65) |jc>li, schipper, gezagvoerder; een Perzisch woord,<br />
dat zamengcsteld is uit \^X~> chodâ of choedâ, een heer»<br />
meester, en hat Sanskritische 3T nau, een vaartuig, schip.