^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org
^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org ^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org
(i 8 De luitenant-kolonel der Artillerie Boumeester, die onderwijl mede binnen de Missigit gekomen was, besprak met den Chef van den Staf en den majoor Cavaljé de vraag „waar de Artillerie het best gebezigd zou kunnen worden." Dat wapen kreeg daarop bevel binnen te rukken en de houwitsers werden op het plateau achter het steenen voorportaal opgesteld. De opstelling der troepen, welke zich thans binnen de Missigit bevonden, was als volgt : Een peloton van de 6 e compagnie 12 e bataljon Infanterie onmiddellijk naast de houwitsers, het andere peloton van die compagnie, benevens de I e compagnie van het 9 e bataljon Infanterie zijwaarts van het geschut in de zuidelijke gang. De oostzijde werd bezet door vier compagnieën van het 3 e en de 4 e compagnie van het 9 e bataljon Infanterie, terwijl de twee andere compagnieën van het 3 C bataljon Infanterie met de ambulance in de westelijke gang opgesteld waren. De 5 6 en 6 e compagnie 9 e bataljon Infanterie waren nog buiten de noordzijde en de 3 e compagnie van dat korps buiten aan den zuidoosthoek in stelling. De Generaal-majoor Köhler, die nu reeds in het sawah-bivak bericht had ontvangen, dat het wenschelijk was al de daar nog aanwezige troepen met bagage enz. te doen oprukken, begaf zich ongeveer half negen naar de Missigit, en hield zich aanvankelijk tusschen de westelijke muren op, alwaar de Chef van den Staf hem uitvoerig verslag deed van den stand deizaken. Ruim een kwartier later begaven beiden zich, gevolgd door eenige officieren langs de binnen noord- naar de oostzijde, om van daar het terrein te overzien. Even voorbij (zuidwaarts) den kalen waringinboom trad de majoor Cavaljé den Generaal te gemoet. Deze wünschte den majoor hartelijk geluk, dat hij voor de tweede maal de Missigit genomen had. Ternauwernood heeft echter de Generaal dezen gelukwensch uitgesproken en komt de kapitein Huijer
69 aangeloopen om te waarschuwen, dat de plek waar de Generaal zich beweegt, bijzonder is blootgesteld of deze ontvangt een kogelwond in den linkeropperarm. L ) Majoor Cavaljé, die het eigenaardig geluid, veroorzaakt zoo een kogel been raakt, hoorde en terstond ook het gat in de mouw zag, wilde antwoorden op de vraag van den Generaal : „Mijn God, wat is dat ?" het heeft niet veel te beduiden, doch sprak die woorden niet alle uit, want reeds zag de Generaal den majoor met starenden blik aan en slaat de beide armen, als om steun te zoeken, op zijne schouders. Nu snelt de adjudant, luitenant ter zee I e klasse Marinkelle, die een paar pas achter den Generaal liep, toe. en legt met behulp van majoor Cavaljé den Generaal achterover op den grond tegen den hoop steenen om den waringinboom. Majoor Cavaljé giet uit zijn veldfiesch wat wijn met water in den mond van den Generaal ; doch dadelijk kwam er bloed en schuim uit den mond te voorschijn en werd het den omstanders duidelijk, dat de kogel door den linkeropperarm in het hart of de longen was doorgedrongen. De officier van gezondheid 2 e klasse Oosterhoff, die mede bijna onmiddellijk na de verwonding aanwezig was, sneed de attila open, onderzocht de wond en deed dadelijk daarop den Generaal onder zijn toezicht naar de ambulance, tusschen de westelijke muren brengen, alwaar men tegen vijandelijke kogels beveiligd was. Toen de Generaal aldaar aankwam, was hij reeds stervende, het oog was gebroken, er vloeide bloed langs den linkerinondhoek. Nog slechts een paar ademtochten en zonder bewustzijn. 1) Daar de Generaal op bet oogenblik der verwonding langs de oostzijde liep en over zijn linkerschouder naar de Atjehrivier keek, moet dit doodelijk schot gelost zijn door een Atjeher, die opgesteld was in de loopgraven aan de overzijde der rivier, vermoedelijk op een afstand van i 350 Meter.
- Page 25 and 26: 28 uit een donderbus of lilla, dat
- Page 28: üt'l eerste fevecht; pai;. '23.
- Page 31 and 32: 26 Sergeant Braskamp, hoewel bijna
- Page 33 and 34: 28 Daar ziet men een hand, waarvan
- Page 35 and 36: 30 die straf geweest zijn, dat van
- Page 37 and 38: 52 De tirailleurs van de twee compa
- Page 39 and 40: 34 tijd te verliezen met — hoe ko
- Page 41 and 42: :J0 Zij werden opgesteld ter rechte
- Page 43 and 44: OS de hoogte met boom en het suiker
- Page 45 and 46: 40 hitte in de open, droge sawalivl
- Page 47 and 48: 42 waarin geen opening gevonden wer
- Page 49 and 50: 4 Bedreigingen, zelfs die van met d
- Page 51 and 52: 4 r, Van een overhaasten terugtocht
- Page 53 and 54: 48 Den majoor Cavaljé waren verder
- Page 55 and 56: 50 De colonne Lauer-Albrecht rukte
- Page 57 and 58: 52 later vielen vier onzer gewond d
- Page 59 and 60: 54 Zeker deed hij zoo zeven schoten
- Page 61: 56 nu reeds de commandanten der twe
- Page 65 and 66: 57 Aan het hoofd marcheerde de klei
- Page 67 and 68: 59 voorover, zag over den muur naar
- Page 69 and 70: 61 oogenblik het leven van een offf
- Page 71 and 72: 63 den vijand te ongelijk, want ree
- Page 73 and 74: (35 snelvuur op de Atjehers, die hu
- Page 75: 67 Onder een hevig vuur en geheel o
- Page 79 and 80: 71 Hoe gaarne zou ik willen voortga
- Page 84 and 85: 73 den kunnen meten, langzaam tot b
- Page 86 and 87: T."» Daar verschijnt het vaandel v
- Page 88 and 89: 77 een bivak in K. Penajoeng op den
- Page 90 and 91: 79 Op het plongée der enveloppe en
- Page 92 and 93: SI kingen uit den grond deed verrij
- Page 94 and 95: 83 Hassim, den bevelhebber onzer vi
- Page 96 and 97: 85 Den 5
- Page 98 and 99: 87 van Marion bevond zich eene sect
- Page 100 and 101: 89 om den marsch der Infanterie te
- Page 102 and 103: 91 P. de Wijs, die daarbij het toez
- Page 104 and 105: 93 zij lieten hunne kapmessen voor
- Page 106 and 107: 95 De kolonel de Roij van Zuijdewij
- Page 108 and 109: 97 op het pad gerichten vuurmond de
- Page 111: v* w s^^Wwfi^ Sneuvelen van den stu
- Page 114 and 115: 100 doornheggen moeilijker vooruit
- Page 116 and 117: 102 Op den linkervleugel had majoor
- Page 118 and 119: 104 der borstwering, waar zij aanvi
- Page 120 and 121: 106 toch kon er sneller en met meer
- Page 122 and 123: 108 De compagnie mineurs en sappeur
- Page 124 and 125: 110 van te houden, want je moogt mo
(i 8<br />
De luitenant-kolonel der Artillerie Boumeester, die onderwijl<br />
mede binnen de Missigit gekomen was, besprak met den Chef<br />
van den Staf en den majoor Cavaljé de vraag „waar de Artillerie<br />
het best gebezigd zou kunnen worden."<br />
Dat wapen kreeg daarop bevel binnen te rukken en de houwitsers<br />
werden op het plateau achter het steenen voorportaal<br />
opgesteld.<br />
De opstelling der troepen, welke zich thans binnen de Missigit<br />
bevonden, was als volgt :<br />
Een peloton van de 6 e compagnie 12 e bataljon Infanterie<br />
onmiddellijk naast de houwitsers, het andere peloton van die<br />
compagnie, benevens de I e compagnie van het 9 e bataljon Infanterie<br />
zijwaarts van het geschut in de zuidelijke gang.<br />
De oostzijde werd bezet door vier compagnieën van het 3 e<br />
en de 4 e compagnie van het 9 e bataljon Infanterie, terwijl de<br />
twee andere compagnieën van het 3 C bataljon Infanterie met<br />
de ambulance in de westelijke gang opgesteld waren.<br />
De 5 6 en 6 e compagnie 9 e bataljon Infanterie waren nog<br />
buiten de noordzijde en de 3 e compagnie van dat korps buiten<br />
aan den zuidoosthoek in stelling.<br />
De Generaal-majoor Köhler, die nu reeds in het sawah-bivak<br />
bericht had ontvangen, dat het wenschelijk was al de daar<br />
nog aanwezige troepen met bagage enz. te doen oprukken,<br />
begaf zich ongeveer half negen naar de Missigit, en hield zich<br />
aanvankelijk tusschen de westelijke muren op, alwaar de Chef<br />
van den Staf hem uitvoerig verslag deed van den stand deizaken.<br />
Ruim een kwartier later begaven beiden zich, gevolgd<br />
door eenige officieren langs de binnen noord- naar de oostzijde,<br />
om van daar het terrein te overzien.<br />
Even voorbij (zuidwaarts) den kalen waringinboom trad de<br />
majoor Cavaljé den Generaal te gemoet. Deze wünschte den<br />
majoor hartelijk geluk, dat hij voor de tweede maal de Missigit<br />
genomen had. Ternauwernood heeft echter de Generaal<br />
dezen gelukwensch uitgesproken en komt de kapitein Huijer