^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org
^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org ^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org
114 deele verflauwd, en niettegenstaande de hevigste pijnen liet hij geen smartkreet hooren, doch riep integendeel luide: „Leve de Koning"! Ook onder het verbinden bleef hij steeds kalm en gelaten. Toen hij een gewonde naast zich hevig hoorde kermen, vroeg hij dezen : „wat scheelt er aan ?" en kreeg tot antwoord : „ik heb een gebroken arm en daardoor zulke hevige pijnen.'' De onversaagde Comfurius antwoordde toen : „welnu, doe zooals ik ; mij zijn de beide oogen uitgeschoten en toch schreeuw ik niet, doch roep : „Leve de Koning" ! De lof over den geneeskundigen dienst voor de toewijding die hij bij de verovering van de Missigit aan zijn taak besteed had, was algemeen. De generaal van Swieten teekende zelfs op het rapport deitweede brigade over het gevecht op den 6 en Januari aan : „Dat de dienst der ambulance en van hare vervoermiddelen „op dien dag uitmuntend georganiseerd was, waardoor het zeer „merkwaardige feit heeft plaats gehad, dat omstreeks 12 uur „op den middag reeds 126 van de gewonde krijgers, goed ver- „ bonden, naar de drijvende ziekenschepen waren overgebracht." Den volgenden dag vertrokken naar Padang de „Willem, Kroonprins der Nederlanden" en de „Baron Mackay" ter overbrenging van 202 meerendeels op den vorigen dag bij de inneming der Missigit verkregen gekwetsten, waaronder de dappere brigadecommandant, die den 11 Januari d. a. v. weder in zijne garnizoensplaats Padang terugkeerde, alwaar hij toen juist tien dagen afwezig was geweest. Brachten wij reeds een woord van lof uit over den genees- de gegeven orders op, totdat hij een geweerkogel door beide oogen kreeg. Laat ik hier nog bijvoegen, dat mijn academievriend Comfurius steeds gezond en opgeruimd is en met zijne echtgenoote en kinderen te Gouda woont.
115 kundigen dienst, het zij mij thans nog vergund hier te vermelden, wat in het rapport van den kolonel de Roij vanZuijdewijn voorkomt aangaande de houding der troepen: „Ik kan niet anders dan onverdeelde hulde brengen aan de „onversaagdheid onzer troepen in het algemeen en aan de onverschrokkenheid, waardoor de officieren en de Europeesche „soldaten in 't bijzonder, zich bij deze gelegenheid zoo schitterend hebben onderscheiden". De Opperbevelhebber betuigde ook zijne tevredenheid aan chefs en troepen en in het bijzonder aan de dappere compagnie Ie Bron de Vexela bij hunne terugkomst in het bivak Penajoeng. „Lof voor hunne dapperheid— zeide de Generaal van Swie- „ten — verdienen allen, die aan dit gevecht hebben deelgenomen, dat ongetwijfeld een schoon wapenfeit is geweeest". Alvorens dit verhaal te eindigen, zij het mij nog vergund als werkdadig ooggetuige der drie bestormingen, eene diepgevoelde hulde te brengen aan het drietal officieren, dat bij genoemde wapenfeiten boven zooveel anderen heeft uitgeblonken. De eerste van dat drietal is de kapitein J. P. van Lier — thans gepensionneerd kolonel —.Hij was niet alleen de onverschrokken compagniescommandant, de doortastende, voortvarende, moedige commandant der stormcolonne, maar bovendien de beleidvolle stafofficier, wiens bloed tweemalen op en binnen de muren van de Missigit vloeide en wiens heldengedrag ongetwijfeld veel heeft bijgedragen om, de verovering op 10 en 14 April 1873 te doen gelukken. Dan volgt de kalme, beleidvolle, dappere commandant van het 3 e bataljon Infanterie, de majoor F. P. Cavaljé — thans gepensionneerd kolonel en militie-commissaris in het 2 e district der provincie Noord-Brabant — ; een officier van wien de Atjehers zeker gezegd zullen hebben: „maar is het dan al-
- Page 77 and 78: 69 aangeloopen om te waarschuwen, d
- Page 79 and 80: 71 Hoe gaarne zou ik willen voortga
- Page 84 and 85: 73 den kunnen meten, langzaam tot b
- Page 86 and 87: T."» Daar verschijnt het vaandel v
- Page 88 and 89: 77 een bivak in K. Penajoeng op den
- Page 90 and 91: 79 Op het plongée der enveloppe en
- Page 92 and 93: SI kingen uit den grond deed verrij
- Page 94 and 95: 83 Hassim, den bevelhebber onzer vi
- Page 96 and 97: 85 Den 5
- Page 98 and 99: 87 van Marion bevond zich eene sect
- Page 100 and 101: 89 om den marsch der Infanterie te
- Page 102 and 103: 91 P. de Wijs, die daarbij het toez
- Page 104 and 105: 93 zij lieten hunne kapmessen voor
- Page 106 and 107: 95 De kolonel de Roij van Zuijdewij
- Page 108 and 109: 97 op het pad gerichten vuurmond de
- Page 111: v* w s^^Wwfi^ Sneuvelen van den stu
- Page 114 and 115: 100 doornheggen moeilijker vooruit
- Page 116 and 117: 102 Op den linkervleugel had majoor
- Page 118 and 119: 104 der borstwering, waar zij aanvi
- Page 120 and 121: 106 toch kon er sneller en met meer
- Page 122 and 123: 108 De compagnie mineurs en sappeur
- Page 124 and 125: 110 van te houden, want je moogt mo
- Page 126 and 127: 112 zelfs, de banden des bloeds een
- Page 130 and 131: 116 tijd Cavaljé, die ons ons heil
114<br />
deele verflauwd, en niettegenstaande de hevigste pijnen liet hij<br />
geen smartkreet hooren, doch riep integendeel luide: „Leve<br />
de Koning"!<br />
Ook onder het verbinden bleef hij steeds kalm en gelaten.<br />
Toen hij een gewonde naast zich hevig hoorde kermen,<br />
vroeg hij dezen : „wat scheelt er aan ?" en kreeg tot antwoord :<br />
„ik heb een gebroken arm en daardoor zulke hevige pijnen.''<br />
De onversaagde Comfurius antwoordde toen : „welnu, doe zooals<br />
ik ; mij zijn de beide oogen uitgeschoten en toch schreeuw ik<br />
niet, doch roep : „Leve de Koning" !<br />
De lof over den geneeskundigen dienst voor de toewijding<br />
die hij bij de verovering van de Missigit aan zijn taak besteed<br />
had, was algemeen.<br />
De generaal van Swieten teekende zelfs op het rapport deitweede<br />
brigade over het gevecht op den 6 en Januari aan :<br />
„Dat de dienst der ambulance en van hare vervoermiddelen<br />
„op dien dag uitmuntend ge<strong>org</strong>aniseerd was, waardoor het zeer<br />
„merkwaardige feit heeft plaats gehad, dat omstreeks 12 uur<br />
„op den middag reeds 126 van de gewonde krijgers, goed ver-<br />
„ bonden, naar de drijvende ziekenschepen waren overgebracht."<br />
Den volgenden dag vertrokken naar Padang de „Willem,<br />
Kroonprins der Nederlanden" en de „Baron Mackay" ter overbrenging<br />
van 202 meerendeels op den vorigen dag bij de inneming<br />
der Missigit verkregen gekwetsten, waaronder de dappere<br />
brigadecommandant, die den 11 Januari d. a. v. weder<br />
in zijne garnizoensplaats Padang terugkeerde, alwaar hij toen<br />
juist tien dagen afwezig was geweest.<br />
Brachten wij reeds een woord van lof uit over den genees-<br />
de gegeven orders op, totdat hij een geweerkogel door beide oogen<br />
kreeg.<br />
Laat ik hier nog bijvoegen, dat mijn academievriend Comfurius<br />
steeds gezond en opgeruimd is en met zijne echtgenoote en kinderen<br />
te Gouda woont.