^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org
^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org ^tjeh'g gfoote Np^igil - Acehbooks.org
108 De compagnie mineurs en sappeurs, die zich bij den aanval reeds zoo verdienstelijk had gemaakt door de paggers en andere beletselen voor de buitenwerken op te ruimen, onderscheidde zich thans zeer door onder het hevig vijandelijk vuur de open oostzijde van de Missigit met schanskorven en zandzakken te sluiten. De compagnies-commandant, de I e luitenant Booms, gaf hierbij het voorbeeld door zelf den eersten korf te plaatsen en werd vooral door den l en luitenant P. J. Seibert en de mineurs 2» klasse G. Allgaier n°. 62762 en A. C. Behouden n°. 67683, die beiden bij den aanval reeds gewond waren, doch, na verbonden te zijn, verzocht hadden niet in de ambulance te blijven, maar bij hunne kameraden terug te keeren, wakker bijgestaan. Het was ongeveer half elf, toen de kolonel de Roij van Zuijdewijn den luitenant van de militaire verkenningen naaiden Opperbevelhebber zond om rapport te doen van de verrichtingen van de troepen en te verzoeken het vuur op den Kraton te doen voortzetten. Tevens droeg hij den kapitein van Daalen op om het terrein om de Missigit te verkennen en te oordeelen of dadelijk tegen den Kraton kon worden opgerukt. Toen eerst dacht hij er aan, hoewel door bloedverlies reeds zoo verzwakt, dat hij bijna niet meer kon staan, om zich te laten verbinden. De kapitein van Lier, ons uit de veroveringen op 10 en 14 April van het vorige jaar zoo goed bekend, die tijdens den aanval als stafofficier zich met kalmte en vastberadenheid van zijne taak had gekweten, was den kolonel behulpzaam in het verbinden zijner wonde. Nauwelijks hiermede gereed, werd die kapitein echter door een matten 3 ffi kogel in de lendenen getroffen en viel zwaar gewond neder. Tijd ontbreekt ons om de wijze, waarop de Missigit in staat van verdediging gebracht werd en de verdere gebeurtenissen op den 6 den Januari te beschrijven. Wat wij ons echter nog wel verplicht gevoelen mede te
109 deelen zijn enkele schoone daden, welke tijdens den aanval voorvielen. Hoe jammer zeker, dat het terrein zoo begroeid en bedekt was, zoodat de gezichtskring slechts tot enkele tientallen van passen bepaald bleef. Wie weet, welke moedige of opofferende daden daardoor onopgemerkt zijn gebleven ! Bekend zijn echter de volgende : Toen de compagnie Ie Bron de Vexela al hare patronen had verschoten en hare plaats in de tirailleurlinie voor een groot deel door de compagnie v. Tienhoven was ingenomen, vreesde die compagnies-commandant, omdat nog geen reservemunitie werd aangebracht, dat ook spoedig zijne patronen verschoten zouden zijn. De hoornblazer D. van Zuidam n°. 44212 liep daarop langs de linie, vulde drie à viermaal zijne politiemuts met de patronen van de gesneuvelden en gewonden en verdeelde die onder een hevig vijandelijk vuur bedaard onder de tirailleurs ; Van Zuidam kreeg bij die gelegenheid een randjoewond aan den linkervoet. Daar, zooals wij reeds vermeldden, de koelies met de reservepatronen nergens te vinden waren, bood zi»h, toen dit bericht bij het rechterhalf 14 8 bataljon Infanterie kwam, de tamboer J. Antonisse n°. 66907 aan om hen te zoeken. Onder een hevig vuur gaf hij hieraan gevolg, vond de koelies in eene droge sloot tusschen twee paggers en bracht hen aan het hoofd der colonne. Ook den fuselier J. Miroir n". 44284 van de I e compagnie linkerhalf 3 e bataljon Infanterie, welke dien dag sneuvelde, mogen wij hier niet vergeten. Hij was de kok van de compagnie. Toen de commandementsorder in den avond van den 5 den Januari bekend werd, waarbij bepaald was, dat de koks achter konden blijven, schenen enkele kameraden tegen Miroir gezegd te hebben : „Je kookt goed, maar vechten schijn je niet
- Page 71 and 72: 63 den vijand te ongelijk, want ree
- Page 73 and 74: (35 snelvuur op de Atjehers, die hu
- Page 75 and 76: 67 Onder een hevig vuur en geheel o
- Page 77 and 78: 69 aangeloopen om te waarschuwen, d
- Page 79 and 80: 71 Hoe gaarne zou ik willen voortga
- Page 84 and 85: 73 den kunnen meten, langzaam tot b
- Page 86 and 87: T."» Daar verschijnt het vaandel v
- Page 88 and 89: 77 een bivak in K. Penajoeng op den
- Page 90 and 91: 79 Op het plongée der enveloppe en
- Page 92 and 93: SI kingen uit den grond deed verrij
- Page 94 and 95: 83 Hassim, den bevelhebber onzer vi
- Page 96 and 97: 85 Den 5
- Page 98 and 99: 87 van Marion bevond zich eene sect
- Page 100 and 101: 89 om den marsch der Infanterie te
- Page 102 and 103: 91 P. de Wijs, die daarbij het toez
- Page 104 and 105: 93 zij lieten hunne kapmessen voor
- Page 106 and 107: 95 De kolonel de Roij van Zuijdewij
- Page 108 and 109: 97 op het pad gerichten vuurmond de
- Page 111: v* w s^^Wwfi^ Sneuvelen van den stu
- Page 114 and 115: 100 doornheggen moeilijker vooruit
- Page 116 and 117: 102 Op den linkervleugel had majoor
- Page 118 and 119: 104 der borstwering, waar zij aanvi
- Page 120 and 121: 106 toch kon er sneller en met meer
- Page 124 and 125: 110 van te houden, want je moogt mo
- Page 126 and 127: 112 zelfs, de banden des bloeds een
- Page 128 and 129: 114 deele verflauwd, en niettegenst
- Page 130 and 131: 116 tijd Cavaljé, die ons ons heil
109<br />
deelen zijn enkele schoone daden, welke tijdens den aanval<br />
voorvielen.<br />
Hoe jammer zeker, dat het terrein zoo begroeid en bedekt<br />
was, zoodat de gezichtskring slechts tot enkele tientallen van<br />
passen bepaald bleef.<br />
Wie weet, welke moedige of opofferende daden daardoor<br />
onopgemerkt zijn gebleven !<br />
Bekend zijn echter de volgende :<br />
Toen de compagnie Ie Bron de Vexela al hare patronen had<br />
verschoten en hare plaats in de tirailleurlinie voor een groot<br />
deel door de compagnie v. Tienhoven was ingenomen, vreesde<br />
die compagnies-commandant, omdat nog geen reservemunitie<br />
werd aangebracht, dat ook spoedig zijne patronen verschoten<br />
zouden zijn.<br />
De hoornblazer D. van Zuidam n°. 44212 liep daarop langs<br />
de linie, vulde drie à viermaal zijne politiemuts met de patronen<br />
van de gesneuvelden en gewonden en verdeelde die onder een<br />
hevig vijandelijk vuur bedaard onder de tirailleurs ; Van Zuidam<br />
kreeg bij die gelegenheid een randjoewond aan den linkervoet.<br />
Daar, zooals wij reeds vermeldden, de koelies met de reservepatronen<br />
nergens te vinden waren, bood zi»h, toen dit bericht<br />
bij het rechterhalf 14 8 bataljon Infanterie kwam, de<br />
tamboer J. Antonisse n°. 66907 aan om hen te zoeken. Onder<br />
een hevig vuur gaf hij hieraan gevolg, vond de koelies in<br />
eene droge sloot tusschen twee paggers en bracht hen aan het<br />
hoofd der colonne.<br />
Ook den fuselier J. Miroir n". 44284 van de I e compagnie<br />
linkerhalf 3 e bataljon Infanterie, welke dien dag sneuvelde,<br />
mogen wij hier niet vergeten.<br />
Hij was de kok van de compagnie.<br />
Toen de commandementsorder in den avond van den 5 den<br />
Januari bekend werd, waarbij bepaald was, dat de koks achter<br />
konden blijven, schenen enkele kameraden tegen Miroir gezegd<br />
te hebben : „Je kookt goed, maar vechten schijn je niet