Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
kon Evert diens huis zien schemeren tussen het groen van de<br />
bomen. Iedere dag, tegen het middaguur, liep Evert zijn heuvel af<br />
en klauterde de helling van de missie op. Pater Piet, een goedige<br />
Brabander, afkomstig — zo hij zelf zei — uit de kampong Ulvenhout<br />
bij Breda, noemde Evert's dagelijkse bezoek: „Efkes buurte!"<br />
Zij konden goed met elkaar opschieten. De pater had een gulle,<br />
aanstekelijke lach, die hij om de haverklap door de kampong liet<br />
daveren en hij wist op een humoristische en tegelijk leerzame wijze<br />
van het leven in Wembi te vertellen. Zijn district was groot en<br />
pater Piet was eigenlijk doorlopend op reis van de ene plaats naar<br />
de andere. Hij zei, wat Evert ook al van diverse zendelingen aan<br />
de kust had gehoord: „De oogst is groot, maar de arbeiders willen<br />
niet best komen hier." Hij zei het met stille weemoed en zachte<br />
spijt in zijn stem.<br />
Evert geloofde in het begin, dat pater Piet een afweer tegen zijn<br />
eenzaamheid zou kunnen zijn, maar tot zijn verwondering bleek<br />
hem, dat hij weinig behoefte aan diens gezelschap had. Vanzelfsprekend<br />
was het plezierig iedere middag een uurtje te kletsen<br />
over alles en nog wat: over het nest van een metselbij tegen de<br />
band van een wetboek; over de boter, die nog maar steeds in Nafri<br />
wachtte op het ogenblik, tot het de heren daar zou believen de<br />
barang naar Wembi te pikoelen; over de djongos van de missiestatie,<br />
die met een zware malaria-aanval op bed lag, of over de<br />
korano, die iedere morgen zonder mankeren om een nieuw broekje<br />
kwam zaniken... Maar in wezen was het allemaal zo onbelangrijk.<br />
Het hele gesprek was hij al vergeten, voor hij in het posthuis was<br />
teruggekeerd. Zijn dagen gleden voorbij, ongestoord en met een<br />
diepe vrede vervuld.<br />
— Zo moeten, dacht hij, — kluizenaars en monniken leven.. .<br />
Wanneer hij 's morgens tegen vijven opstond en zich huiverend<br />
onder het koele water stond te mandiën, was de dag nog maar<br />
nauwelijks in het oosten aan de kim verschenen.<br />
54