- Page 2 and 3: HANS VAN ASSUMBURG: TOURNEE Een boe
- Page 7 and 8: EERSTE HOOFDSTUK I In het breed-uit
- Page 9 and 10: Er was zeker zo'n moment geweest, d
- Page 11 and 12: zij in verband met schoonzoons gebr
- Page 13 and 14: vrijding werd hij driemaal gedecore
- Page 15 and 16: toonde. Maar voor de rest was zijn
- Page 17 and 18: gauw eens wat van je horen!" Toen w
- Page 19 and 20: door het Zuidelijke District. Daar
- Page 21 and 22: „Waar zijn de anderen?" De korano
- Page 23 and 24: den herzien. Met zeven man begon je
- Page 25 and 26: lopen met het gemak als wandelde hi
- Page 27 and 28: terwijl hij verder liep, de kleine
- Page 29 and 30: II I oen was er plotseling het wond
- Page 31 and 32: pikzwarte, inlandse tabak in gedroo
- Page 33 and 34: aandachtig. Haar fijne wenkbrauwen
- Page 35 and 36: otten was verdwenen. Hij vertelde P
- Page 37 and 38: palmbladeren, bewegend in de zachte
- Page 39 and 40: De Papoea's zeiden, dat ze direct d
- Page 41 and 42: Het was een verademing als het pad
- Page 43 and 44: en, die zij in bamboe-kokers perste
- Page 45 and 46: proces de krankzinnigheid slechts z
- Page 47 and 48: DERDE HOOFDSTUK I Jivert liep de la
- Page 49 and 50: weer drie korte slagen. Het doffe g
- Page 51 and 52: zou gruwelijk eenzaam zijn, midden
- Page 53 and 54: hoge bergwind, die er 's avonds woe
- Page 55 and 56:
Hij at zijn bord droge rijst en dro
- Page 57 and 58:
langs de wanden en over de vloer kr
- Page 59 and 60:
tegen de hoofdschuldige, het gouver
- Page 61 and 62:
voorgalerij van het posthuis te wac
- Page 63 and 64:
dreven. De familie van het meisje b
- Page 65 and 66:
VIERDE HOOFDSTUK I Van hoog uit de
- Page 67 and 68:
nend als ballast voor zijn lichaam,
- Page 69 and 70:
waren overdekt met getatoueerde fig
- Page 71 and 72:
Met de galgenhumor, welke zieke men
- Page 73 and 74:
„Er waaien niet zulke winden als
- Page 75 and 76:
plafond. „Dominee had een bijzond
- Page 77 and 78:
Met de drie dragers uit Wembi en de
- Page 79 and 80:
voort? En wie baart de rijm van de
- Page 81 and 82:
prauw ligt in het water. Ik kan nog
- Page 83 and 84:
Voor hij weggleed in een nieuwe bew
- Page 85 and 86:
De droom zonk weg. Hij was nu klaar
- Page 87 and 88:
van hun bamboehutten. Magere scharm
- Page 89 and 90:
ekommeren. Prachtig woord is dat ei
- Page 91 and 92:
Pater Piet trok zijn wenkbrauwen op
- Page 93 and 94:
voor stevige schoenen als de zijne.
- Page 95 and 96:
De schelle, krijsende kreten van de
- Page 97 and 98:
grijselijke maskers verborgen zaten
- Page 99 and 100:
ZESDE HOOFDSTUK I X oen hij 's morg
- Page 101 and 102:
als je niet halverwege in de oetan
- Page 103 and 104:
Zodra de Papoea meer ontwikkeld is
- Page 105 and 106:
zich tot water, zwaar en dik, dat g
- Page 107 and 108:
daar nooit aan toe gekomen. Evert o
- Page 109 and 110:
en beide zouden de rust en de zeker
- Page 111 and 112:
achter hun muren mensen. Het was pr
- Page 113 and 114:
lag een varken. Het nam in de halve
- Page 115 and 116:
ambtenaar maakte in de droge, zakel
- Page 117 and 118:
ZEVENDE HOOFDSTUK I „.... In Ment
- Page 119 and 120:
ergens met een verre beschaving in
- Page 121 and 122:
mensenleven meekonden. Tien dolken
- Page 123 and 124:
stond, toen die van het Waris-gebie
- Page 125 and 126:
Eindelijk stond een van de Waine-Pa
- Page 127 and 128:
De kakatoes vlogen gillend boven de
- Page 129 and 130:
Waine, tot zij bonsden van ondraagl
- Page 131 and 132:
and staken en vrouwen roofden. De b
- Page 133 and 134:
Bijlen, zoals de blanda's maken. Wa
- Page 135 and 136:
hem verantwoordelijk stellen voor h
- Page 137 and 138:
kerwari-huis zag, herinnerde hij zi
- Page 139 and 140:
De polisie's, die het hachelijke va
- Page 141 and 142:
ken. Hij bleef achter, verborgen in
- Page 143 and 144:
ACHTSTE HOOFDSTUK I Jtlvert Caldenh
- Page 145 and 146:
grote H's op een velletje papier. H
- Page 147 and 148:
„Morgenochtend om zes uur zijn ju
- Page 149 and 150:
schoten, toean," antwoordde de bedi
- Page 151 and 152:
in gedachten gestaaaaaanü" En met
- Page 153 and 154:
In het bivak riep hij de korano, de
- Page 155 and 156:
„En wee je gebeente als één van
- Page 157 and 158:
Hij zag wel, dat het een pijl was,
- Page 159 and 160:
te zwijgen, maar hij wist, dat het
- Page 161 and 162:
Hij legde zijn vulpen neer en las h
- Page 163 and 164:
schuwe, doch zeker geen kwaadaardig
- Page 165 and 166:
van twee saamgebonden stenen bijlen
- Page 167 and 168:
— Het is paradoxaal, dacht Evert.
- Page 169 and 170:
Zij zaten rond een vuurtje en toode
- Page 171 and 172:
eide kanten door de as. Het was een
- Page 173 and 174:
doppen vallen. Uit die klapperdoppe
- Page 175 and 176:
mannen en schreeuwende kinderen, do
- Page 177 and 178:
Suangi schreef: „Eet van deze sag
- Page 179 and 180:
TIENDE HOOFDSTUK I Uit de oetan, be
- Page 181 and 182:
hij er zich op verheugd, maar toen
- Page 183 and 184:
„Goeie!" zei Evert dankbaar. „M
- Page 185 and 186:
„Rustig!" mompelde hij, nerveus m
- Page 187 and 188:
IV 1 ijdens het eten vertelde Evert
- Page 189 and 190:
„Zou je dat denken?" vroeg Evert
- Page 191 and 192:
uit Waine moesten zijn teruggekomen
- Page 193 and 194:
hun succesvolle zending. Zij waren
- Page 195 and 196:
had heimwee geklonken, gemaskeerd d
- Page 197 and 198:
ELFDE HOOFDSTUK I jcvert Caldenhove
- Page 199 and 200:
verwaarloosd. Da's beroerd, zul je
- Page 201 and 202:
Als... Evert pakte het telegram op
- Page 203 and 204:
lijk op een stoelleuning of zijn sc
- Page 205 and 206:
dacht, dat die Papoea's er wel voor
- Page 207 and 208:
Evert schudde zijn hoofd. „Neu...