bijdrage - Crow
bijdrage - Crow
bijdrage - Crow
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bepaling van de Healingscapaciteit van een asfaltmengsel<br />
Sandra Erkens<br />
Rijkswaterstaat<br />
Arthur van Dommelen<br />
Rijkswaterstaat<br />
Dave van Vliet<br />
TNO<br />
Greet Leegwater<br />
TNO<br />
Maarten Jacobs<br />
BAM-Wegen<br />
Samenvatting<br />
In de shift-factor van 4 die wordt gebruikt in de Ontwerp Specificaties van<br />
Rijkswaterstaat zit onder andere het effect van de zelf-healing capaciteit van asfalt ten<br />
gevolge van rustperioden in de belasting die in de praktijk wel en in laboratorium<br />
proeven voor vermoeiing niet aanwezig zijn. De grootte van deze factor is bepaald<br />
aan de hand van praktijkervaringen met asfalt met straight-run bitumen van een<br />
beperkte range aan penetraties, meestal 40/60 en 70/100.<br />
Tegenwoordig wordt een grote variatie aan chemisch en polymeer gemodificeerde en<br />
harde bindmiddelen gebruikt. Dit roept vragen op met betrekking tot de voor deze<br />
mengsels te hanteren shift-factor. In de ontwerp specificaties wordt op het moment<br />
een interpolatie tabel gehanteerd, waarbij de shift-factor afhankelijk is van het<br />
bitumen percentage en de bitumenhardheid. Dit zijn de parameters die van oudsher<br />
van invloed worden geacht op de healingscapaciteit.<br />
In dit onderzoek, dat is uitgevoerd door InfraQuest in samenwerking met BAMwegen<br />
en begeleid door VBW-asfalt, wordt gekeken of de in Nederland gebruikelijke<br />
vermoeiingsproef door het toepassen van rustperioden ook gebruikt kan worden om<br />
de healingscapaciteit van een mengsel vast te stellen. De combinatie met vermoeiing<br />
is van belang omdat zowel vermoeiingsweerstand als healing een rol spelen in het<br />
wegontwerp en beide parameters daarom bij voorkeur onder vergelijkbare<br />
omstandigheden bepaald kunnen worden. Om dit te bepalen wordt gekeken naar twee<br />
mengsels die alleen in de penetratie van hun bitumen (10/20 en 70/100) verschillen. In<br />
eerste instantie wordt gebruik gemaakt van modellen om het gedrag te beschrijven,<br />
maar dit blijkt niet goed reproduceerbaar te zijn. Een directe benadering op grond van<br />
de meetdata lijkt beter te werken, maar de verschillen tussen beide mengsels zijn veel<br />
kleiner dan verwacht. Op het moment lopen proeven om te bepalen of dit een proefeffect<br />
of een materiaal-effect is.<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 1/13
1 Inleiding<br />
De healingscapaciteit van bitumen en asfaltmengsels is een bekend verschijnsel. In<br />
veel ontwerpmethoden wordt er ook dankbaar gebruik van gemaakt [1]. Zo kent de<br />
Specificatie Ontwerp Verhardingen [2] een praktijk-shift factor voor het verschil<br />
tussen laboratorium en praktijk. Deze factor is begin jaren ’80 bepaald door de<br />
resultaten van ontwerpberekeningen te vergelijken met het uit de praktijk bekende<br />
gedrag. Dit leverde een factor van 4 op. De healingscapaciteit van het mengsel is een<br />
belangrijk onderdeel van deze factor, maar ook andere verschillen tussen lab en<br />
praktijk (bv belastingsignaal, temperatuurverloop etc) zitten hierin impliciet verwerkt.<br />
Om die reden werd hiervoor gesproken van een shift-factor, in het vervolg van deze<br />
<strong>bijdrage</strong> zal deze shift-factor zoals gebruikelijk worden aangeduid als healing of<br />
healingsfactor. Voor een standaard snelweg constructie geeft deze healingsfactor een<br />
dikte reductie van ongeveer 6,5 [cm]. Uitgaande van een snelweg met twee rijstroken<br />
en een vluchtstrook geeft dit een constructie die meer dan een ton per strekkende<br />
kilometer goedkoper is dan wanneer de healing niet gebruikt wordt (d.w.z. healing is<br />
1).<br />
De standaard mengsels begin jaren ’80 werden veelal gemaakt met straight run<br />
penetratie bitumen met penetratiewaarden tussen de 40 en 100 [x0,1mm]. In de loop<br />
der tijd werden er ook steeds meer andere type bitumina en werd er ook gerecycled<br />
asfalt toegepast. Deze mengsels zijn niet meegenomen in de bepaling van de<br />
healingsfactor. Op het moment zijn de healingsfactoren voor deze mengsels ingeschat<br />
op basis van ervaring, door er aan de hand van het gehalte en de penetratie van de<br />
bitumen een waarde aan toe te kennen. Voor mengsels met PR wordt daarbij de<br />
mengpen gebruikt om de healing te bepalen en voor harde of gemodificeerde bitumen<br />
en bitumen met additieven wordt uitgegaan van een healingsfactor 1. Dit kan leiden<br />
tot zowel een over- als onderschatting van de healing, met in het ene geval<br />
constructies met een verhoogd risico op structurele schade en in het tweede kapitaal<br />
vernietiging door over-dimensioneren. Er is dan ook sprake van een groeiende<br />
behoefte aan een objectieve beoordelingsmethode voor de healing van asfaltmengsels,<br />
zodat we technisch volwaardige, kosteneffectieve constructies kunnen ontwerpen.<br />
Om deze reden is een project gestart dat erop gericht was te bepalen of de huidige<br />
Nederlandse standaard proef voor vermoeiing (vierpuntsbuigproef, EN 12697-24<br />
Annex D) ook gebruikt kon worden om een indicatie van de healing te krijgen. Omdat<br />
healing een correctie factor op de vermoeiingsterkte van het asfalt is, is ervoor<br />
gekozen dezelfde proef onder gelijksoortige condities (20 o C, 30Hz, eps6 maar dan met<br />
rustperioden) te gebruiken zodat het probleem van het koppelen van parameters die<br />
onder verschillende condities bepaald zijn zich niet voordoet. Nu is de healing die<br />
optreed ongetwijfeld van vele factoren afhankelijk, maar als de condities in de<br />
vierpuntsbuigproef voldoende representatief zijn om te worden gebruikt in het<br />
ontwerp, kunnen we hopelijk het herstel van de in deze proef optredende schade ook<br />
gebruiken in het ontwerp.<br />
Healingsonderzoeken uit het verleden ([3], [4]) geven een grote variatie in resultaten<br />
en we weten ook dat de factor 4 niet alleen uit healing bestaat. Dat maakt het lastig<br />
om vooraf duidelijke verwachtingen uit te spreken over de te verwachten waarden,<br />
terwijl het voor een onderzoek wel cruciaal is om vooraf te weten wanneer het<br />
resultaat goed genoeg is. In het algemeen is de verwachting dat zachtere bitumen een<br />
hogere healingscapaciteit hebben dan harde bitumen. Daarom zijn de initiële proeven<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 2/13
uitgevoerd op twee mengsels met hetzelfde volumetrisch ontwerp maar in het ene<br />
geval een 70/100 bitumen en in het andere een 10/20 bitumen. De bitumen zouden<br />
van dezelfde producent komen en beiden straight run zijn. Als de resultaten van het<br />
onderzoek een duidelijk grotere healingsfactor laten zien voor het mengsel met de<br />
zachte bitumen dan voor dat met de harde, zou dat een voldoende basis zijn om ook<br />
andere mengsels te gaan onderzoeken. Voor de volledigheid wordt hierbij aangegeven<br />
dat de healingsfactoren niet rond de 4 uit hoeven te komen, aangezien de factor in de<br />
ontwerpmethode meer dan alleen healing bevat. Wel moet het verschil tussen het<br />
mengsel met zachte en harde bitumen zodanig zijn dat dit aansluit bij de<br />
praktijkervaring.<br />
2 Oorspronkelijke benadering<br />
Als we over healing spreken bedoelen we het fenomeen dat een asfalt proefstuk dat<br />
wordt onderworpen aan een vermoeiingsbelasting (herhaald belasten en ontlasten)<br />
meer belastingherhalingen aankan als er rustperiodes (geen belasting op het proefstuk)<br />
in het signaal zitten dan wanneer de pulsen elkaar continue opvolgen. De<br />
healingsfactor of healingscapaciteit is dan het quotiënt van het aantal pulsen dat het<br />
materiaal met en zonder rustperioden aan kan. Op het eerste gezicht ligt het dan ook<br />
voor de hand om proefstukken met en zonder rust perioden te vergelijken om de<br />
healingscapaciteit van een mengsel te bepalen. Daarvoor moeten dan<br />
vermoeiingsproeven op twee proefstukken gecombineerd worden. Door de grote<br />
variatie in de vermoeiingseigenschappen van asfaltbalkjes zou dit een groot aantal<br />
proeven vergen. Er is daarom gekozen voor een benadering waarbij de bepaling van<br />
de healingscapaciteit op een proefstuk kan worden uitgevoerd.<br />
Het idee van dit onderzoek is in eerste instantie gebaseerd op een beschouwing van<br />
het Partial Healing Model [2]. Dit model is ontwikkeld om de stijfheidsverloop (en<br />
het verloop van de fasehoek) in de vierpuntsbuigproef te beschrijven. Zoals de naam<br />
al aangeeft, omvat het model een healingscomponent. De intentie was dat, door dit<br />
model te gebruiken, de healingscapaciteit van een mengsel bepaald kon worden uit<br />
een continue proef. Om die aanname te toetsen is een proefstuk discontinue beproefd,<br />
om het effect van wel en geen rustperiode op het model te zien. De resultaten zijn<br />
opgenomen in Figuur 1. In de proef zijn twee keer 40.000 belasting cycli opgelegd<br />
daar tussen een rust periode van 400.000 cycli. De data tonen het gebruikelijke<br />
verloop van een vierpuntsbuigproef, met een initiële fase waarin een snelle<br />
stijfheidsval plaats vindt, gevolgd door een secundaire fase waarin de afname van de<br />
stijfheid lineair afneemt als functie van het aantal lastherhalingen. Als een<br />
vermoeiingsproef lang genoeg wordt doorgezet wordt uiteindelijk de tertiaire fase<br />
bereikt, waarin de stijfheid steeds sneller afneemt. In dit onderzoek proberen we die<br />
derde fase te vermijden omdat we verwachten dat healing vooral optreedt bij relatief<br />
lage schade niveaus, in de secundaire fase van de proef.<br />
Het effect van de rustperiode is zichtbaar als de plotselinge stijfheids toename. In<br />
werkelijkheid is dit natuurlijk niet plotseling, maar omdat horizontaal belasting cycli<br />
uit staan, niet de tijd, is de rustperiode hier niet zichtbaar.<br />
Het PH model beschrijft dit stijfheids herstel ten gevolge van een rustperiode ook als<br />
alleen het de eerste belastingperiode als invoer wordt gebruikt. In dat geval krijg je de<br />
rode stippellijn, die in het verlengde ligt van de lineaire tak uit de eerste belasting<br />
periode. De werkelijke meetdata (blauwe punten) laten ook een nieuwe lineaire tak<br />
zien, maar die ligt hoger dan de PH voorspelling.<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 3/13
9000<br />
8000<br />
7000<br />
6000<br />
5000<br />
4000<br />
3000<br />
2000<br />
1000<br />
S [MPa]<br />
Data<br />
Prediction continuous test (first loading period only)<br />
Prediction discontinuous test (first& second loading<br />
period)<br />
Corrected slope fit on two loading periods<br />
N [cycles]<br />
0<br />
0 20000 40000 60000 80000 100000 120000 140000 160000 180000<br />
Figuur 1: Voorbeeld van het bepalen van de healingsfactor op een proefstuk<br />
Het PH model voorspelt dus inderdaad stijfheidsherstel na een rustperiode, maar<br />
minder dan dat er optreedt. Dit leidde tot het vermoeden dat het PH model een viscoelastisch<br />
fenomeen beschrijft dat te maken heeft met het opwarmen en weer afkoelen<br />
van de bitumen in het proefstuk. Het aandeel stijfheidherstel dat niet voorspeld wordt<br />
zou dan de het echte schade herstel zijn. Als we op grond van dit soort proeven een<br />
indicatie van de healingscapaciteit willen geven, kan dat door de levensduur met en<br />
zonder rustperiode op elkaar te delen. Als levensduur in de vermoeiingsproef wordt<br />
het aantal lastherhalingen tot een stijfheidsreductie van 50% gehanteerd. In<br />
bovenstaande figuur ligt dat niveau net onder de 4000 [MPa]. In geen van beide<br />
belasting perioden wordt dat niveau bereikt, dus om het aantal lastherhalingen tot<br />
halve stijfheid te bepalen moeten de curves worden geëxtrapoleerd. Daar gebruikten<br />
we in eerste instantie de fits van het PH model op de eerste (rode stippellijn) en beide<br />
lastperioden (zwarte stippellijn) voor. De groene lijn wordt later in deze <strong>bijdrage</strong><br />
verder toegelicht. De halve stijfheid wordt bereikt bij respectievelijk N1=82781 voor<br />
de fit op de eerste belastingperiode en N2=101397 voor die op beiden. Dat geeft een<br />
healingsfactor van H=N2/N1=1,2.<br />
3 Proeven programma<br />
3.1 Gebruikte mengsels<br />
De in het onderzoek gebruikte mengsels waren AC16 base mengsels (EN 13108-1)<br />
met dezelfde volumetrische samenstelling maar met verschillende bitumina (70/100<br />
respectievelijk 10/20). Normaal gesproken wordt in een mengsel met zachte bitumen<br />
minder (4,3%) en met de harde bitumen meer (5,6%) bitumen gebruikt. In dit geval is<br />
een gelijk bitumengehalte genomen zodat de verschillen enkel gekoppeld zouden zijn<br />
aan de hardheid van het bindmiddel. De samenstelling van beide mengsels is gegeven<br />
in<br />
Tabel 1.<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 4/13
Het was de bedoeling om voor beide mengsels te kiezen voor straight run bitumen van<br />
dezelfde bitumen leverancier. In de periode dat de proefplaten gemaakt moesten<br />
worden waren de hardere bitumina van de beoogde leverancier echter niet<br />
beschikbaar. Bij de productie van de proefplaten is vervolgens gebruik gemaakt van<br />
een 10/20 bitumen van een andere leverancier. Dit bleek helaas pas achteraf. Hierdoor<br />
is de opzet van het onderzoek ernstig verstoord omdat de aanname dat het<br />
vergelijkbare bitumen met alleen een andere hardheid betrof niet meer juist hoeft te<br />
zijn. Hierop wordt later in deze <strong>bijdrage</strong> verder in gegaan.<br />
Sieve curve, % m/m through sieve Mix composition 70/100 mix 10/20<br />
mix<br />
Sieve % m/m Material type % m/m % m/m<br />
C22,5 100.0 Bitumen 70/100 4.50 -<br />
C16 97.6 Bitumen 10/20 - 4.50<br />
C8 69.0 Wigras 40K filler 5.41 5.41<br />
C2 43.0 Production dust 0.96 0.96<br />
C125 m 8.0 Putman natural 34.47 34.47<br />
sand<br />
C63 m 6.0 Scottish granite 2/8 23.36 23.36<br />
Scottish granite 8/16 31.30 31.30<br />
Tabel 1: Samenstelling gebruikte mengsels<br />
3.2 Proefcondities<br />
Voor beide mengsels is eerst de ε6 waarde bepaald volgens EN 12697-24 Annex D.<br />
De discontinue healingsproeven zijn vervolgens bij dat rekniveau uitgevoerd. In Tabel<br />
3 zijn de condities gegeven van de proeven waaruit ε6 is bepaald, in Tabel 2 staan de<br />
condities voor de discontinue proeven.<br />
Pen mixture 10/20 70/100<br />
Loading period 400,000 400,000<br />
Pen # tests strain level<br />
cycles cycles<br />
70/100 3 100<br />
Rest period 24 h 24 h<br />
70/100 3 150<br />
Strain level<br />
10/20 1 105<br />
121 με 102 με<br />
10/20 2 115<br />
Temperature 20 o C 20 o C<br />
10/20 3 140<br />
Frequency 30 Hz 30 Hz<br />
10/20 2 150<br />
Tabel 2: condities in de discontinue<br />
Tabel 3: condities voor de<br />
proeven<br />
bepaling van ε6<br />
In de discontinue proeven zijn dezelfde temperatuur en frequentie van EN 12697-24<br />
Annex D aangehouden als in de vermoeiingsproeven: 20 O C en 30 Hz, gecombineerd<br />
met een rustperiode van 24 uur. Voor het aantal cycli in de belasting periode is op<br />
grond van de continue vermoeiingsproeven gekeken bij welk aantal cycli de mengsels<br />
al wel duidelijk in de secundaire fase zaten, maar ook weer niet te ver, met het oog op<br />
een eventuele tertiaire fase.<br />
4 Test resultaten<br />
4.1 Continue proeven<br />
De resultaten van de continue proeven zijn opgenomen in<br />
Figuur 2. Hier wordt voor elke continue proef op de horizontale as het opgelegde<br />
rekniveau weergeven en vertikaal het aantal lastherhalingen tot bezwijken (halvering<br />
van de initiële stijfheid). Uit deze resultaten zijn de ε6 waarden bepaald. Zoals in de<br />
figuur te zien is wijkt een van de resultaten van het 10/20 mengsel zodanig af van de<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 5/13
est dat hij zelfs aan de onderzijde van de lager gelegen data set van het 70/100<br />
mengsel valt. Dat (omcirkelde) data punt is beschouwd als een uitbijter en is niet<br />
meegenomen in de bepaling van de eps6 van het 10/20 mengsel. De gevonden ε6<br />
waarden bedragen 102 μm/m voor het 70/100 mengsel en 121 μm/m voor het 10/20<br />
mengsel. De proeven en resultaten zijn uitgebreid beschreven in [3].<br />
4.2 Discontinue proeven<br />
Vanwege de beperkte ruimte in deze <strong>bijdrage</strong> kunnen niet alle resultaten van de<br />
continue proeven worden opgenomen. Deze zijn wel te vinden in de rapportage over<br />
het onderzoek [3]. In de komende paragraaf over de data analyse worden een aantal<br />
typerende resultaten er uit gelicht.<br />
1,0E+07<br />
1,0E+06<br />
1,0E+05<br />
1,0E+04<br />
Nf<br />
TNO 10/20<br />
BAM 10/20<br />
TNO 70/100<br />
BAM 70/100<br />
10 100 1000<br />
Figuur 2: Resultaten continue proeven in de vorm van vermoeiingslijnen<br />
5 Data analyse<br />
5.1 Oorspronkelijke benadering<br />
In een aantal van de eerste proeven konden de resultaten nog redelijk gefit worden<br />
met het PH model en kon er ook een healingscapaciteit uit de fits worden bepaald<br />
(Figuur 3). Dit trad vooral op in proeven op het 10/20 mengsel.<br />
De meeste proeven op het 70/100 mengsel gaven problemen bij het fitten. De eerste<br />
proeven op dit mengsel vertoonde duidelijk niet-lineair, tertiaire fase gedrag tijdens de<br />
tweede en soms zelfs al tijdens de eerste belasting periode. In dat laatste geval is dat<br />
dus op minder dan de helft van het aantal lastherhalingen dat het mengsel volgens de<br />
continue proeven bij dit rekniveau zou kunnen verdragen! Omdat het model die derde<br />
fase niet bevat, kon het de data ook niet beschrijven (Figuur 4).<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 6/13<br />
eps
S(t) [Mpa]<br />
8000<br />
7000<br />
6000<br />
5000<br />
4000<br />
3000<br />
2000<br />
1000<br />
0<br />
v P3_B19_70100 150um_a.dat<br />
Measurements S(t) [Mpa]<br />
Measurements f(t) [degrees]<br />
0 50000 100000 150000 200000 250000 300000 350000<br />
n_load (cycles)<br />
Figuur 3: Voorbeeld van een test waarvan de data gefit kon worden met het PH model (P3-<br />
B19_1020, 120 με)<br />
Op grond van deze eerste resultaten is het aantal cycli in de belasting periode voor de<br />
latere proeven op 70/100 mengsels aangepast naar 250.000 (in plaats van 400.000) .<br />
Het optreden van de tertiaire fase werd hiermee voorkomen, maar toch gaven ook<br />
deze proeven problemen met het gebruik van het PH-model. In dit geval ontstonden<br />
de problemen doordat er teveel primair gedrag (waar de stijfheidsafname exponentieel<br />
verloopt) en te weinig secundaire fase (met lineaire stijfheidsafname) in de data zat<br />
(Figuur 5). Het gevolg is dat de exponentiële afname dominant is in de data set. Bij<br />
het fitten van het model wordt deze curve redelijk beschreven, met als gevolg een te<br />
lage initiële stijfheid en een verkeerde helling voor de lineaire tak in de secundaire<br />
fase.<br />
S(t) [Mpa]<br />
10000<br />
9000<br />
8000<br />
7000<br />
6000<br />
5000<br />
4000<br />
3000<br />
2000<br />
1000<br />
0<br />
d P4_B27_70100.dat<br />
0 100000 200000 300000 400000 500000 600000<br />
n_load [cycles]<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
f(t) [degrees]<br />
Measurements<br />
Prediction S(t) with PH model (first loading period only)<br />
Prediction S(t) with PH model (first two loading periods)<br />
Extrapolation of first loading period to 0,75*initial stiffness<br />
Extrapolation of first two loading periods to 0,75*initial stiffness<br />
Figuur 4: Voorbeeld van een proef met (te) veel derde-fase gedrag in de eerste belasting periode<br />
(P4-B27-70100, 102 με)<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 7/13
S(t) [Mpa]<br />
10000<br />
9000<br />
8000<br />
7000<br />
6000<br />
5000<br />
4000<br />
3000<br />
2000<br />
1000<br />
0<br />
d P1_B6_70100.dat<br />
Measurements<br />
Prediction S(t) with PH model (first loading period only)<br />
Prediction S(t) with PH model (first two loading periods)<br />
Extrapolation of first loading period to 0,75*initial stiffness<br />
Extrapolation of first two loading periods to 0,75*initial stiffness<br />
0 100000 200000 300000 400000 500000 600000 700000<br />
n_load [cycles]<br />
Figuur 5: voorbeeld van een proef met te weinig lineair traject voor een goede fit met<br />
het model (P1-B6-70100, 102 με)<br />
Doordat juist deze lineaire tak geëxtrapoleerd wordt om het aantal lastherhalingen bij<br />
halvering van de initiële stijfheid te bepalen, heeft juist dit deel van de fit grote<br />
invloed op de bepaalde healingscapaciteit. Dit is goed te zien in Figuur 5, de fit op<br />
alleen de eerste lastperiode (de rode lijn) geeft hier een lagere helling voor de lineaire<br />
tak dan de fit op beide belastingperioden (bruine lijn). Doordat beiden geëxtrapoleerd<br />
worden tot het bereiken van de helft van de initiële stijfheid, komen ze steeds dichter<br />
bij elkaar. In dit geval kruisen ze elkaar zelfs en wordt dus een healingsfactor kleiner<br />
dan 1 gevonden: rust periodes zouden dan dus een negatief effect hebben op de<br />
levensduur!<br />
De problemen die optraden met het fitten van deze data leidden tot een nadere<br />
beschouwing van de verkennende proef waarop deze benadering is gebaseerd (Figuur<br />
1). Als nog eens goed gekeken wordt naar deze figuur, valt op dat de datapunten<br />
(lichtblauw) aan het einde van de tweede lastperiode weliswaar hoger liggen dan in de<br />
eerste, maar dat ze wel dezelfde helling lijken te hebben. De fit op beide lastperioden<br />
geeft echter een andere, minder steile helling dan de fit op alleen de eerste periode.<br />
Ook bij deze, op zich ideale, data geeft de benadering aan de hand van het PH-model<br />
bij nader inzien dus problemen. Het gebruiken van een parallelle lineaire tak bij de fit<br />
op beide lastperiodes (groene stippellijn) laat zien dat de via het model bepaalde<br />
healingsfactor een overschatting is. Indien de groene lijn gebruikt wordt, ligt N2 op<br />
93440 en daarmee komt de healingsfactor op 1,1.<br />
Zoals uit bovenstaande voorbeelden blijkt, is het moeilijk om een aantal<br />
lastherhalingen te definiëren dat met zekerheid bruikbare (voldoende lineaire afname,<br />
geen tertiair gedrag) data op levert om het model betrouwbaar te fitten. Dit is<br />
grotendeels het gevolg van de gevoeligheid van het model voor de vorm van de data.<br />
Het werkelijke stijfheidsverloop blijkt veel grilliger dan het model aanneemt en dat<br />
maakt een nauwkeurige beschrijving ermee lastig. Aangezien de lineaire tak ook nog<br />
eens geëxtrapoleerd moet worden om de healingsfactor te bepalen, wordt die zeer<br />
gevoelig voor kleine afwijkingen in de fit. Daarnaast bleek het fitten van het model<br />
ook nog eens zeer gevoelig voor de keuze van de start parameters, waardoor er veel<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 8/13
handwerk bij kwam kijken en het eindresultaat van de analyse mede afhankelijk wordt<br />
van degene die hem uitvoert. Om deze redenen is er in dit onderzoek voor gekozen de<br />
benadering van het fitten van de data los te laten en de bepaling van de healingsfactor<br />
te doen aan de hand van de test data, zonder tussenkomst van modellen.<br />
5.2 Een meer pragmatische en directe benadering<br />
Voor het bepalen van de healingsfactor rechtstreeks uit de test data, zijn twee<br />
methoden overwogen. In de eerste methode zou een discontinue proef worden<br />
uitgevoerd zoals in de vorige paragraaf beschreven, maar wordt de tweede<br />
belastingperiode door gezet tot 50% stijfheidsreductie wordt bereikt. Het totaal aantal<br />
lastherhalingen tot dat punt wordt dan vergeleken met 1x10 6 , aangezien de proef<br />
wordt uitgevoerd bij eps6 waarbij dit het aantal lastherhalingen is dat gemiddeld<br />
gehaald wordt. Het nadeel van deze benadering is dat het verschillende proefstukken<br />
vergelijkt. Zoals we in de vorige paragraaf al zagen is de variatie in<br />
vermoeiingsgedrag zo groot dat er al derde-fase gedrag op kan treden na 400.000<br />
lastherhalingen, nog niet de helft van de verwachte 1x10 6 . Deze variatie in<br />
vermoeiinggedrag komt dan terug in de healingsbepaling en er zullen daarom veel<br />
proeven nodig zijn om een betrouwbare bepaling te kunnen doen.<br />
De tweede benadering gaat uit van een discontinue proef waarbij de stijfheid aan het<br />
eind van de eerste belastingperiode wordt gebruikt als referentie. Als de stijfheid na<br />
de tweede belastingperiode weer is afgenomen tot dat niveau, wordt het aantal<br />
lastherhalingen dat nodig was in deze tweede last periode gezien als de verlenging in<br />
levensduur (<br />
Figuur 6). Op deze manier kan de healingscapaciteit per proefstuk worden bepaald en<br />
daarom is deze benadering in het vervolg gebruikt. De healingsfactor wordt dan<br />
bepaald als: H = (Nbefore + Nafter) / Nbefore. Het stoppen van de proef na de eerste<br />
periode kan gebeuren bij een bepaald stijfheidsniveau of na een bepaald aantal<br />
lastherhalingen.<br />
Stiffness modulus [MPa]<br />
N before<br />
N before + Nafter<br />
Number of loads<br />
Figuur 6: voorbeeld van de nieuwe benadering<br />
Een vast stijfheidsniveau is lastig, omdat het verloop van de stijfheid sterk afhangt<br />
van het rekniveau en het mengsel en er zelfs binnen een mengsel nog veel variatie<br />
daarin optreedt (Figuur 7). De afhankelijkheid van het rekniveau is in dit onderzoek<br />
ondervangen door elk materiaal te beproeven bij zijn eigen ε 6,<br />
maar de variatie binnen<br />
het mengsel blijft aanwezig. Uit Figuur 7 blijkt dat bij 80% van de initiële stijfheid<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 9/13
stijfheid (onderste horizontale<br />
lijn) zitten de 70/100 mengsels een stuk in hun lineaire tak, maar de 10/20 mengsels<br />
zijn dan deels al in hun derde fase aangeland. Het kiezen van een vast<br />
stijfheidsreductieniveau als criterium voor de rustperiode in een proefprotocol is dan<br />
ook erg lastig. Daarvoor ligt een keuze voor een vast aantal lastherhalingen,<br />
bijvoorbeeld 400.000, meer voor de hand.<br />
Stiffness / initial stiffness<br />
1<br />
0,9<br />
0,8<br />
0,7<br />
0,6<br />
0,5<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,1<br />
0<br />
70/100 samples<br />
10/20 samples<br />
0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1<br />
number of loads / fatigue life<br />
S=80%xSini<br />
S=70%xSini<br />
Figuur 7: Genormaliseerd verloop van stijfheid tegen aantal lastherhalingen in alle<br />
continue proeven op de twee materialen<br />
In het onderzoek zijn er toch een aantal proeven uitgevoerd met als criterium voor de<br />
rustperiode een vooraf vastgestelde stijfheidsdaling, juist om het een breder interval in<br />
zowel N- als relatieve stijfheidswaarden te krijgen. Met de in (<br />
Figuur 6) geschetste benadering kunnen uit alle discontinue proeven healingsfactoren<br />
bepaald worden, onafhankelijk van het aantal cycli of de relatieve stijfheid bij rust. De<br />
proeven die uitgevoerd zijn bij een lager aantal lastherhalingen in een<br />
belastingperiode (N=250.000) om tertiair gedrag te voorkomen in de 70/100<br />
proefstukken, discontinue proeven tot een vastgesteld stijfheidverlies, proeven die<br />
juist al tertiair gedrag vertonen en zelfs proeven die eigenlijk op een verkeerd moment<br />
gestopt zijn, kunnen gewoon worden gebruikt. Voor alle proeven wordt immers<br />
eenvoudigweg de stijfheid aan het eind van de belastingperiode bepaald en het aantal<br />
cycli totdat die zelfde stijfheid weer wordt bereikt in de tweede periode. In Figuur 8<br />
zijn de healingsfactoren voor alle proeven weergegeven. Per datapunt is ook het aantal<br />
belastingcycli tot aan de rustperiode vermeld.<br />
De healingsfactor die op deze manier bepaald wordt kan niet groter zijn dan 2 en niet<br />
kleiner dan 1. Zelfs als de stijfheid meteen na de rustperiode weer terugvalt, blijft er<br />
immers een helaingsfactor 1 over volgens de hierboven beschreven benadering. En als<br />
er helemaal geen schade is opgetreden, zal het proefstuk in de tweede periode<br />
hetzelfde gedrag vertonen als in de eerste en pas helemaal aan het eind van de<br />
lastperiode het zelfde stijfheidsniveau bereiken als aan het eind van de eerste last<br />
periode. Dat geeft dan een healingsfactor 2. De lijnen die in de figuur zijn<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 10/13
opgenomen, zijn bepaald op basis van de datapunten en de randvoorwaarden dat 1 ≤<br />
H ≤ 2 .<br />
Healing<br />
2<br />
1,9<br />
1,8<br />
1,7<br />
1,6<br />
1,5<br />
1,4<br />
1,3<br />
1,2<br />
1,1<br />
1<br />
TNO 10/20<br />
BAM 10/20<br />
TNO 70/100<br />
BAM 70/100<br />
N1=949900<br />
N1=249838<br />
N1=400014<br />
N1=1130915<br />
N1=1499900<br />
N1=1491101<br />
N1=157416<br />
N1=271958<br />
N1=400050<br />
N1=89900<br />
N1=169900<br />
N1=647366<br />
N1=399877<br />
0,5<br />
N1=1049900<br />
N1=539077<br />
N1=574900<br />
N1=399790<br />
0,6<br />
N1=387753<br />
0,7<br />
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1<br />
Stiffness / initial stiffness<br />
Figuur 8: Healingsfactoren als functie van hun relatieve stijfheid, deels uit proeven bij<br />
TNO, deels uit proeven bij BAM<br />
Opvallend aan Figuur 8 is de duidelijke trend in de data. Vooral aangezien de variatie<br />
in het opgelegde aantal lastherhalingen voor rust/de stijfheidsdaling voor rust, het<br />
gebruik van data uit verschillende laboratoria en het feit dat een aantal van de hier<br />
geplotte datapunten komt uit proeven die al tertiair gedrag vertoonden voor de rust<br />
periode. Waarschijnlijk is de consistentie in de data het gevolg van het feit dat elke<br />
bepaling op een enkel proefstuk is gedaan. Hierdoor is de grote variatie in<br />
vermoeiingsgedrag als het ware “weg gefilterd”. Op grond van de relatie in Figuur 8<br />
kan de healingsfactor bij een gegeven of gekozen stijfheidsval (reductie van de<br />
stijfheid ten opzichte van de initiële stijfheid) worden afgelezen. Dat leidt dan meteen<br />
tot de vraag bij welk relatief stijfheidsniveau de relatie moet worden afgelezen en of<br />
dat niveau moet verschillen voor verschillende mengsels. Een hele grote<br />
healingsfactor in een mengsels dat heel snel beschadigd raakt, is immers nog steeds<br />
niet heel aantrekkelijk voor toepassing in de weg. Het is juist de samenhang in<br />
weerstand tegen beschadiging (vermoeiing) en healing die we willen kunnen<br />
beoordelen.<br />
Om het kiezen van stijfheidsniveaus te vermijden, kunnen deze relaties ook gebruikt<br />
worden om een gewogen healingsfactor over het gehele verloop te bepalen. Dit is<br />
weergegeven in Figuur 9 en Figuur 10 waar de grafiek voor de genormaliseerde<br />
stijfheidsafname als functie van het aantal lastherhalingen bij eps6 voor elk van de<br />
twee mengsels in tien stappen is verdeeld. Voor elk van de 10 stappen is de<br />
healingsfactor bepaald aan de hand van de relaties uit Figuur 8. De gemiddelde<br />
healingsfactor per stap is gegeven in de tabellen in Figuur 9 en Figuur 10.<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 11/13<br />
0<br />
0,1<br />
0,2<br />
0,3<br />
0,4<br />
0,8<br />
0,9<br />
1<br />
N/Nfat
Stiffness / initial stiffness<br />
1<br />
0,9<br />
0,8<br />
0,7<br />
0,6<br />
0,5<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,1<br />
0<br />
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1<br />
Number of loads / fatigue life<br />
N/Nfat S/Sini H<br />
0 1 2<br />
0,05 0,919532 1,7<br />
0,15 0,879706 1,47<br />
0,25 0,853549 1,34<br />
0,35 0,832638 1,26<br />
0,45 0,813103 1,2<br />
0,55 0,792701 1,155<br />
0,65 0,771990 1,12<br />
0,75 0,749287 1,09<br />
0,85 0,719732 1,07<br />
0,95 0,649050 1,04<br />
1 0,5 1,01<br />
Weighted 1,245<br />
Figuur 9: Gewogen healingsfactor tegen stijfheidsafname relatie voor<br />
10/20 mengsel<br />
Stiffness / initial stiffness<br />
1<br />
0,9<br />
0,8<br />
0,7<br />
0,6<br />
0,5<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,1<br />
0<br />
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1<br />
Number of loads / fatigue life<br />
N/Nfa<br />
t S/Sini Healing<br />
0 1 2<br />
0,05 0,853913 1,81<br />
0,15 0,794593 1,54<br />
0,25 0,756767 1,37<br />
0,35 0,724119 1,26<br />
0,45 0,694497 1,19<br />
0,55 0,666216 1,15<br />
0,65 0,638684 1,13<br />
0,75 0,609037 1,12<br />
0,85 0,571605 1,11<br />
0,95 0,527544 1,08<br />
1 0,5 1,08<br />
Weighted 1,276<br />
Figuur 10: Gewogen healingsfactor tegen stijfheidsafname relatie voor<br />
70/100 mengsel<br />
6 Conclusies en aanbevelingen<br />
Het bepalen van de healingscapaciteit van asfaltmengsels op basis van de resultaten<br />
van discontinue vierpuntsbuigproeven gefit met modellen bleek niet te werken. Een<br />
meer pragmatische benadering waarbij de data zelf direct worden gebruikt voor het<br />
bepalen van de healingsfactor bleek beter te werken.<br />
De resultaten van de pragmatische benadering leken veel belovend in eenvoud en<br />
duidelijke samenhang in de resultaten en konden worden omgezet naar gewogen<br />
healingswaarden. Deze waarden lagen, ondanks dat het twee mengsels met sterk in<br />
hardheid verschillende bitumen betrof, heel dicht bij elkaar. Pas bij het rapporteren<br />
van de resultaten bleek dat bij de proefstukproductie vanwege leveringsproblemen<br />
afwijkende bitumen is gebruikt. In plaats van twee straigth run bitumens van dezelfde<br />
leverancier die alleen verschillen in hardheid, zijn er bitumen van verschillende<br />
producenten gebruikt. Het 10/20 bitumen is bovendien geen straight run bitumen. Dit<br />
betekent dat de basis van het onderzoek, dat mengsels gemaakt met deze bitumen<br />
duidelijk verschillende healing zouden vertonen, niet langer zeker is.<br />
Er wordt daarom op dit moment onderzoek gedaan aan de bitumen, zowel de verse<br />
grondstof als teruggewonnen uit de proefstukken, om te bepalen hoe verschillend de<br />
materialen zijn. Hieruit moet blijken of het uitgangspunt van het onderzoek overeind<br />
blijft. Indien dat zo is, is het kleine verschil dat is gevonden tussen de twee<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 12/13
asfaltmengsels reden om te concluderen dat deze methode niet werkt. Blijken de<br />
bitumina minder van elkaar te verschillen dan vooraf de bedoeling was, dan kan het<br />
kleine verschil in healingscapaciteit een reële uitkomst zijn en is aanvullend<br />
onderzoek, bijvoorbeeld aan een mengsel met een echte straight run 10/20 bitumen<br />
nodig om een definitieve uitspraak te kunnen doen. In elk geval is het, gezien het<br />
grote belang van een goede bepaling van de healing voor zowel opdrachtgevers als<br />
opdrachtnemers, wenselijk dat er een objectieve bepalingsmethode komt.<br />
7 Dankbetuiging<br />
Gezien het gedeelde belang van dit onderwerp voor opdrachtgevers en<br />
opdrachtnemers, is zowel voorafgaand als gedurende het project contact geweest met<br />
een stuurgroep vanuit VBW-asfalt bestaande uit Evert de Jong, Ids Stuiver en<br />
Berwich Sluer. Daarnaast hebben Maarten Jacobs en Allart Bos namens VBW mee<br />
gedraaid in de klankbordgroep waarin tussentijds de resultaten en aanpassingen in het<br />
onderzoek besproken zijn.<br />
Het onderzoek zelf is grotendeels uitgevoerd binnen InfraQuest, Expertise Centrum<br />
voor Wegen en Constructies. InfraQuest is een samenwerkingsverband van TNO, TU<br />
Delft en Rijkswaterstaat. Ook bij BAM-wegen zijn een aantal proeven uitgevoerd en<br />
zij hebben de proefstuk productie verzorgd. Wij willen alle projectteamleden hartelijk<br />
danken voor hun inzet.<br />
8 Referenties<br />
[1] Rijkswaterstaat, Ontwerp Specificaties Asfaltverhardingen, Rijkswaterstaat, Nederland<br />
(in Dutch), 2011<br />
[2] COST333,European Communities, Transport Research, Cost 333: Develoment of New<br />
Bituminous Pavement Design Method, ISBN 92-828-6796-X<br />
[3] Westera, G.E., “Onderzoek naar het Healingsproces van asfalt beton”, TWAO-F rapport,<br />
1989<br />
[4] Westera G.E., Bouman, S.R., “Studie over healing ten behoeve van het project<br />
ASFLT/TWAO; nadere beschouwing van het fenomeen healing bij asfalt”KOAC-WMD,<br />
rapport 94.0002, 1994<br />
[5] Pronk, A.C. and Cocurullo, A., Investigation of the PH model as a prediction tool in<br />
Fatigue bending tests with Rest Periods, in Advanced Testing and Characterisation of<br />
Bituminous Materials, Loizos, Partl, Scarpas and Al-Qadi (eds), ISBN 978-0-415-55854-9,<br />
Taylor & Francis Group, London, 2009<br />
[6] Dommelen, A.E. van, Erkens, S.M.J.G., Vliet, D. van and Leegwater, G. (2011),<br />
“Healing van asfalt mengsels, onderzoek naar een pragmatische proefmethode”, InfraQuest<br />
report IQ-W-2011-1 (concept)<br />
Bepaling van de Healingscapaciteit van een Asfaltmengsel 13/13