03.09.2013 Views

MIRT Verkenning Zandhonger Oosterschelde Notitie Reikwijdte en ...

MIRT Verkenning Zandhonger Oosterschelde Notitie Reikwijdte en ...

MIRT Verkenning Zandhonger Oosterschelde Notitie Reikwijdte en ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Rijkswaterstaat Zeeland<br />

<strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong><br />

<strong>Oosterschelde</strong><br />

<strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong> Detailniveau


INHOUDSOPGAVE blz.<br />

1. AANLEIDING EN DOEL 1<br />

1.1. Aanleiding 1<br />

1.2. Doel van de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning 1<br />

1.3. Doel van deze notitie <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong> Detailniveau 2<br />

1.4. De m.e.r-procedure binn<strong>en</strong> <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> 2<br />

1.5. Leeswijzer 3<br />

2. OMSCHRIJVING VAN PLANGEBIED EN PROBLEMEN 5<br />

2.1. Tijdsafbak<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> plangebied PlanMER 5<br />

2.2. Verlies aan plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> door zandhonger 6<br />

3. BELEIDSKADER 13<br />

3.1. Wettelijke aanleiding voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning 13<br />

3.2. Kaderstell<strong>en</strong>de wetgeving <strong>en</strong> beleid 14<br />

3.3. Beheer- <strong>en</strong> omgevingsplann<strong>en</strong> 15<br />

4. REIKWIJDTE PLANMER ZANDHONGER OOSTERSCHELDE 17<br />

4.1. Selectie van kansrijke maatregel<strong>en</strong> 17<br />

4.1.1. Afvall<strong>en</strong> van maatregel<strong>en</strong> voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning 17<br />

4.1.2. Kansrijke maatregel<strong>en</strong> 22<br />

4.2. Nader onderzoek kansrijke maatregel<strong>en</strong> 25<br />

4.2.1. Veldexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 25<br />

4.2.2. Studies 27<br />

4.3. Uitgangspunt<strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong> 28<br />

5. ALTERNATIEVEN EN AFWEGINGSPROCES 31<br />

5.1. De alternatiev<strong>en</strong> 31<br />

5.2. Afwegingsproces 32<br />

6. EFFECTBEOORDELING ALTERNATIEVEN 33<br />

6.1. Beoordeling effect<strong>en</strong> in PlanMER 33<br />

6.1.1. Natuur 33<br />

6.1.2. Veiligheid 34<br />

6.1.3. Gebruiksfuncties 34<br />

6.1.4. Cultuurhistorie <strong>en</strong> archeologie 35<br />

6.2. Maatschappelijke Kost<strong>en</strong> Bat<strong>en</strong> Analyse (MKBA) 36<br />

7. VERDERE UITWERKING VOORKEURSALTERNATIEF 37<br />

7.1. Overzicht mijlpal<strong>en</strong>, participatie <strong>en</strong> beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 37<br />

7.2. Structuurvisie 37<br />

8. REFERENTIES 39<br />

9. AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN 41<br />

laatste bladzijde 42<br />

BIJLAGEN aantal blz.<br />

-


1. AANLEIDING EN DOEL<br />

1.1. Aanleiding<br />

Na de overstromingsramp van 1953 was duidelijk dat Zeeland beter beschermd moest<br />

word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> overstroming<strong>en</strong>. Het eerste plan bestond uit het afdamm<strong>en</strong> van vrijwel alle<br />

zeearm<strong>en</strong> in de delta. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig, to<strong>en</strong> de eerste afsluiting<strong>en</strong> e<strong>en</strong> feit war<strong>en</strong>, ontstond<br />

e<strong>en</strong> w<strong>en</strong>ding in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Onder invloed van natuur- <strong>en</strong> visserijorganisaties besloot<br />

de regering de <strong>Oosterschelde</strong> niet af te damm<strong>en</strong>, maar te voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stormvloedkering.<br />

Zo zoud<strong>en</strong> de achterligg<strong>en</strong>de eiland<strong>en</strong> beter beschermd word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> stormvloed<strong>en</strong><br />

terwijl de waardevolle getijd<strong>en</strong>natuur <strong>en</strong> de schelpdiervisserij grot<strong>en</strong>deels behoud<strong>en</strong> kond<strong>en</strong><br />

blijv<strong>en</strong>. Deskundig<strong>en</strong> voorspeld<strong>en</strong> to<strong>en</strong> al dat de ingrep<strong>en</strong> effect zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op het<br />

onderwaterlandschap. De plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> eroder<strong>en</strong> <strong>en</strong> het losgewoelde sedim<strong>en</strong>t<br />

zou word<strong>en</strong> verplaatst naar de geul<strong>en</strong>, die daardoor <strong>en</strong>igszins zoud<strong>en</strong> niveller<strong>en</strong>. Dit proces<br />

kreeg de naam ‘zandhonger’. Inmiddels zijn de effect<strong>en</strong> zichtbaar. De erosie van de<br />

slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plat<strong>en</strong> gaat zelfs sneller dan voorspeld.<br />

Plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> zijn buit<strong>en</strong>dijks geleg<strong>en</strong> grond<strong>en</strong> die bij hoogwater vrijwel helemaal onder<br />

water kom<strong>en</strong> te staan <strong>en</strong> bij eb weer droog vall<strong>en</strong>. De plat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> als eiland<strong>en</strong> in het water,<br />

de slikk<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan de dijk. Ze zijn gevormd door zand (plat<strong>en</strong>) <strong>en</strong> slib (slikk<strong>en</strong>).<br />

Het verlies aan plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> is nadelig voor de natuur, instandhouding van dijk<strong>en</strong>,<br />

scheepvaart, recreatie <strong>en</strong> kokkelvisserij. Het ministerie van Infrastructuur <strong>en</strong> Milieu (I&M)<br />

zoekt in sam<strong>en</strong>werking met het ministerie van Economische zak<strong>en</strong>, Landbouw <strong>en</strong> Innovatie<br />

(EL&I) naar mogelijke maatregel<strong>en</strong> om het verlies aan plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>. De<br />

staatssecretaris van I&M heeft opdracht gegev<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> uit te voer<strong>en</strong>,<br />

e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning binn<strong>en</strong> het Meerjar<strong>en</strong>programma Infrastructuur, Ruimte <strong>en</strong> Transport. Deze<br />

verk<strong>en</strong>ning moet leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> voorkeursaanpak voor het beperk<strong>en</strong> van verlies van plat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> rijksstructuurvisie, e<strong>en</strong> ruimtelijk plan voor de <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

De voorkeursaanpak wordt vastgelegd in e<strong>en</strong> Structuurvisie <strong>Oosterschelde</strong>. Ter onderbouwing<br />

van de voorkeursaanpak, word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> milieueffectrapport (e<strong>en</strong> PlanMER) <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

maatschappelijke kost<strong>en</strong> bat<strong>en</strong> analyse (MKBA) opgesteld. Voor de totstandkoming van<br />

het PlanMER wordt de planm.e.r. procedure doorlop<strong>en</strong>. Het doel van het PlanMER is om<br />

milieugevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> plan in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> voordat e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Zo<br />

kan het milieubelang volwaardig meegewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De MKBA bekijkt de welvaartseffect<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beslissing door de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje te zett<strong>en</strong>.<br />

1.2. Doel van de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<br />

In de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> wordt toegewerkt naar e<strong>en</strong> voorkeursaanpak<br />

om de nadelige gevolg<strong>en</strong> van de zandhonger het hoofd te bied<strong>en</strong>. De verk<strong>en</strong>ning<br />

spreekt zich onder meer uit over de gew<strong>en</strong>ste mate van behoud van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>,<br />

vanuit hun bijdrage aan veiligheid <strong>en</strong> instandhoudingsdoel<strong>en</strong> voor natuur. Daarbij wordt ook<br />

e<strong>en</strong> doorkijk gegev<strong>en</strong> naar de toekomst voor de <strong>Oosterschelde</strong> met zeespiegelstijging. De<br />

huidige kering zal op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t niet meer voldo<strong>en</strong>, waardoor alternatiev<strong>en</strong> voor<br />

de kering in beeld kom<strong>en</strong> gebaseerd op meer of juist minder afsluiting van de <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

In de voorkeursaanpak moet de veiligheid in de <strong>Oosterschelde</strong> minimaal voldo<strong>en</strong> aan de<br />

wettelijke norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet duidelijkheid gekreg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de haalbaarheid <strong>en</strong> betaalbaarheid<br />

van instandhoudingsdoel<strong>en</strong> voor natuur.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

1


De <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> leidt tot de volg<strong>en</strong>de c<strong>en</strong>trale product<strong>en</strong>:<br />

- e<strong>en</strong> onderbouwing van de keuze voor de voorkeursaanpak. Deze onderbouwing wordt<br />

met name geleverd door het PlanMER rapport <strong>en</strong> e<strong>en</strong> maatschappelijke kost<strong>en</strong> bat<strong>en</strong><br />

analyse;<br />

- uitwerking <strong>en</strong> vastlegging van de voorkeursaanpak in tekst <strong>en</strong> beeld - de eig<strong>en</strong>lijke<br />

structuurvisie - sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> plan procedures <strong>en</strong> vergunning<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> plan van aanpak<br />

uitvoering <strong>en</strong> beheer voorkeursaanpak. Dit deel zet feitelijk de kaders voor de vervolgfas<strong>en</strong><br />

(de planuitwerking).<br />

1.3. Doel van deze notitie <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong> Detailniveau<br />

Deze notitie bepaalt de reikwijdte <strong>en</strong> het detailniveau van de op te stell<strong>en</strong> PlanMER voor de<br />

<strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong>. Het is e<strong>en</strong> belangrijke stap in de selectie<br />

van de oplossingsrichting<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> beschouwd voor het beperk<strong>en</strong> van verlies van plat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>. De notitie maakt inzichtelijk:<br />

- op welke wijze alternatiev<strong>en</strong> voor de toekomst van de <strong>Oosterschelde</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

ontwikkeld;<br />

- welke ingrep<strong>en</strong> deze alternatiev<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>;<br />

- wat het plangebied voor deze alternatiev<strong>en</strong> is;<br />

- op welke effect<strong>en</strong> de alternatiev<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld;<br />

- op welke wijze deze effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderzocht.<br />

E<strong>en</strong> plan.m.e.r. procedure wordt in het <strong>MIRT</strong>-spelregelkader voorgeschrev<strong>en</strong> voor de <strong>MIRT</strong><br />

verk<strong>en</strong>ning <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> om twee red<strong>en</strong><strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste di<strong>en</strong>t de rijksstructuurvisie<br />

voor zowel het rijk als de provincie als strategisch beleidsdocum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> is het richtinggev<strong>en</strong>d<br />

<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>d voor toekomstige omgevingsplann<strong>en</strong> die kaders stell<strong>en</strong> voor milieueffectrapportage-<br />

plichtige activiteit<strong>en</strong> zijn. Het gaat hierbij om het wijzig<strong>en</strong> van kustwerk<strong>en</strong><br />

om erosie te bestrijd<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede spel<strong>en</strong> de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gebied<br />

dat is aangewez<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> Natura 2000-gebied <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> ze mogelijk tot significante gevolg<strong>en</strong><br />

voor de natuurdoel<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de aanleg.<br />

Deze notitie staat aan het begin van de Plan.m.e.r. procedure voor de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong><br />

<strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t als basis voor het raadpleg<strong>en</strong> van belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

over de <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong> Detailniveau van het op te stell<strong>en</strong> PlanMER.<br />

1.4. De m.e.r-procedure binn<strong>en</strong> <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong><br />

Bestuurlijke <strong>en</strong> ambtelijke verankering<br />

De initiatiefnemer voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> is de staatsecretaris<br />

van I&M. De zandhonger <strong>Oosterschelde</strong> is aangemeld als <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> daarmee<br />

is de besluitvorming ondergebracht bij het Bestuurlijk Overleg (BO) <strong>MIRT</strong>. Het BO <strong>MIRT</strong> is<br />

e<strong>en</strong> tweejaarlijks overleg tuss<strong>en</strong> de bewindslied<strong>en</strong> van het rijk <strong>en</strong> bestuurders van regionale<br />

overhed<strong>en</strong> over <strong>MIRT</strong> project<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s deze overlegg<strong>en</strong> staan de voortgang van <strong>en</strong><br />

besluitvorming over deze project<strong>en</strong> op de ag<strong>en</strong>da.<br />

Drie overheidsinstanties zijn eindverantwoordelijk voor het opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> van het<br />

PlanMER-plichtige plan <strong>en</strong> het correct doorlop<strong>en</strong> van de planm.e.r.-procedure: 1) het ministerie<br />

van I&M, initiatiefnemer voor de verk<strong>en</strong>ning; 2) het ministerie van EL&I, omdat de<br />

<strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> effect heeft op de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> vanuit Natura 2000-beleid <strong>en</strong><br />

mogelijk op de ligging <strong>en</strong> begr<strong>en</strong>zing van oester- <strong>en</strong> mosselpercel<strong>en</strong> <strong>en</strong> visvakk<strong>en</strong>; 3) de<br />

provincie zeeland, omdat de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> kan rak<strong>en</strong> aan het omgevingsplan <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

2<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


T<strong>en</strong> slotte bepaalt de stuurgroep de koers van de verk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> de voorbereiding van de<br />

besluitvorming over de <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> in het BO <strong>MIRT</strong>. In de stuurgroep zitt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiger<br />

van het Directoraat-G<strong>en</strong>eraal Water van het ministerie van I&M, e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiger<br />

van het ministerie van EL&I, de gedeputeerde ruimte <strong>en</strong> milieu van provincie<br />

Zeeland, de directeur water <strong>en</strong> scheepvaart van Rijkswaterstaat, de voorzitter van het nationaal<br />

park <strong>Oosterschelde</strong>, de projectleider verk<strong>en</strong>ning zandhonger <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiger<br />

van programmabureau zuidwestelijke Delta.<br />

Planm.e.r. procedure<br />

De m.e.r.-procedure <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> bestaat uit e<strong>en</strong> aantal<br />

stapp<strong>en</strong>:<br />

1. op<strong>en</strong>bare k<strong>en</strong>nisgeving van het opstart<strong>en</strong> van de m.e.r.-procedure <strong>en</strong> raadpleging adviseurs,<br />

bestuursorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Commissie m.e.r. over de notitie reikwijdte <strong>en</strong> detailniveau.<br />

Nam<strong>en</strong>s de bevoegde gezag<strong>en</strong> maakt de stuurgroep <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong><br />

via regionale media <strong>en</strong> internet formeel bek<strong>en</strong>d dat ze e<strong>en</strong> plan gaat opstell<strong>en</strong><br />

waarvoor e<strong>en</strong> PlanMER verplicht is. In de bek<strong>en</strong>dmaking staat onder meer wanneer <strong>en</strong><br />

waar de rapport<strong>en</strong> ter inzage word<strong>en</strong> gelegd <strong>en</strong> wat de inspraakmogelijkhed<strong>en</strong> zijn. Op<br />

dit voornem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d.<br />

Gelijktijdig met de op<strong>en</strong>bare k<strong>en</strong>nisgeving raadpleegt de bestuurscommissie <strong>MIRT</strong><br />

<strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> schriftelijk adviseurs, bestuursorgan<strong>en</strong>, de<br />

Commissie m.e.r. <strong>en</strong> overige instanties over de notitie reikwijdte <strong>en</strong> detailniveau. Deze<br />

eerste stap in de procedure is voorzi<strong>en</strong> van september tot november 2011;<br />

2. opstelling milieueffectrapport (PlanMER). Conform de (ev<strong>en</strong>tueel aangepaste) notitie<br />

reikwijdte <strong>en</strong> detailniveau wordt het PlanMER opgesteld;<br />

3. inspraak <strong>en</strong> advies. Sam<strong>en</strong> met de ontwerp-structuurvisie wordt het PlanMER door de<br />

bestuurscommissie gepubliceerd. Iedere<strong>en</strong> kan opmerking<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> over het PlanMER<br />

<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong> indi<strong>en</strong><strong>en</strong> over het ontwerpplan. Hiervoor heeft m<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong><br />

zes wek<strong>en</strong> de tijd, maar de periode volgt de termijn van bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> van de procedure<br />

voor het besluit over het plan. Het PlanMER zal word<strong>en</strong> getoetst door de Commissie<br />

m.e.r.;<br />

4. motivering in besluit. De stuurgroep <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> bereidt<br />

e<strong>en</strong> voorkeursbeslissing voor over het plan. Daarbij rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de milieugevolg<strong>en</strong>,<br />

inspraakreacties <strong>en</strong> adviez<strong>en</strong>. Hierin wordt uitgelegd wat er met de resultat<strong>en</strong><br />

van het PlanMER is gedaan. De voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voorkeursbeslissing wordt ter besluitvorming<br />

voorgelegd aan het BO-<strong>MIRT</strong>;<br />

5. evaluatie. E<strong>en</strong> evaluatie van het besluit wordt uitgevoerd. Indi<strong>en</strong> nodig neemt de overheid<br />

aanvull<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> om de gevolg<strong>en</strong> voor het milieu te beperk<strong>en</strong>.<br />

1.5. Leeswijzer<br />

In deze notitie word<strong>en</strong> in hoofdstuk 2 allereerst het plangebied <strong>en</strong> de tijdsafbak<strong>en</strong>ing van<br />

de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> toegelicht <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s wordt het probleem van het verlies aan plat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> beschrev<strong>en</strong>. Daarna volgt in hoofdstuk 3 e<strong>en</strong> overzicht<br />

van relevant beleid <strong>en</strong> wettelijke kaders. In hoofdstuk 4 word<strong>en</strong> de kansrijke oplossingsrichting<strong>en</strong><br />

voor de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> geselecteerd <strong>en</strong> verder ingekaderd. Daarnaast wordt beschrev<strong>en</strong><br />

welk onderzoek er in gang is gezet om meer inzicht te krijg<strong>en</strong> in deze oplossingsrichting<strong>en</strong>.<br />

In hoofdstuk 5 word<strong>en</strong> de twee alternatiev<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> die verder word<strong>en</strong> uit-<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

3


werkt, waarbij er van één alternatief meerdere variant<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. Daarna word<strong>en</strong><br />

de stapp<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> voorkeursaanpak te kom<strong>en</strong>.<br />

Hoofdstuk 6 gaat in op de beoordeling van de effect<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> geeft het beoordelingskader. Wanneer e<strong>en</strong> voorkeursaanpak is gekoz<strong>en</strong> wordt deze uitgewerkt<br />

in e<strong>en</strong> structuurvisie. Hoofdstuk 7 gaat in op de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de structuurvisie:<br />

hoe komt de structuurvisie eruit te zi<strong>en</strong>. Hoofdstuk 8 bevat de refer<strong>en</strong>ties. Hoofdstuk 9 t<strong>en</strong>slotte,<br />

bevat e<strong>en</strong> overzicht van gebruikte afkorting<strong>en</strong> <strong>en</strong> begripp<strong>en</strong>.<br />

4<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


2. OMSCHRIJVING VAN PLANGEBIED EN PROBLEMEN<br />

2.1. Tijdsafbak<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> plangebied PlanMER<br />

Tijdsafbak<strong>en</strong>ing<br />

De <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning zandhonger k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> doorlooptijd van twee jaar tot halverwege 2013.<br />

De alternatiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op twee niveau’s uitgewerkt: op de korte termijn van 2013-2020<br />

<strong>en</strong> op de lange termijn tot 2050. Op de korte termijn tot 2020 wordt gekek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> beperkt<br />

aantal maatregel<strong>en</strong> waarvan e<strong>en</strong> relatief goede inschatting van effectiviteit <strong>en</strong> nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong><br />

gemaakt kan word<strong>en</strong>. Daarnaast wordt e<strong>en</strong> (of meerdere) maatregel geselecteerd<br />

voor strategisch uitbreid<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis vanuit het principe ‘ler<strong>en</strong> door te do<strong>en</strong>’. De geselecteerde<br />

maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld in het PlanMER. Op de langere termijn tot 2060<br />

(ev<strong>en</strong>tueel met doorkijk tot 2100) wordt e<strong>en</strong> gebiedsvisie op hoofdlijn<strong>en</strong> vastgesteld: e<strong>en</strong><br />

ambiti<strong>en</strong>iveau met maatregel<strong>en</strong>pakket op hoofdlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de investering<strong>en</strong>. Hiervan<br />

word<strong>en</strong> de globale effect<strong>en</strong> beoordeeld in het PlanMER.<br />

De <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning kijkt daarmee naar maatregel<strong>en</strong> voor de <strong>Oosterschelde</strong> op de korte<br />

tot middellange termijn. E<strong>en</strong> aantal overweging<strong>en</strong> speelt daarbij e<strong>en</strong> rol:<br />

- de zandhonger is e<strong>en</strong> lange termijn ontwikkeling, waarbij e<strong>en</strong> kort tijdraam niet w<strong>en</strong>selijk<br />

is. E<strong>en</strong> lang tijdraam gaat echter gepaard met veel onzekerhed<strong>en</strong>, zowel voor effect<strong>en</strong><br />

van maatregel<strong>en</strong> als voor de ontwikkeling<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong>. De tijdsafbak<strong>en</strong>ing<br />

voor de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> zoekt hierin e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>weg;<br />

- t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van maatregel<strong>en</strong> komt steeds meer k<strong>en</strong>nis beschikbaar, waardoor gedetailleerde<br />

maatregel<strong>en</strong> na 2020 waarschijnlijk ingehaald zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door nieuwe inzicht<strong>en</strong>;<br />

- de ontwikkeling<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> word<strong>en</strong> sterk bepaald door besluit<strong>en</strong> over de<br />

ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing van de zuidwestelijke delta, zoals verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deltawater<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> aanpassing<strong>en</strong> aan de <strong>Oosterschelde</strong>kering. Voor de huidige <strong>Oosterschelde</strong>kering<br />

is rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zeespiegelstijging van 50 cm. In de verk<strong>en</strong>ning<br />

zandhonger wordt met e<strong>en</strong> zeespiegelstijging van 60 cm tot 2100 gerek<strong>en</strong>d. Met die<br />

zeespiegelstijging voldoet de kering niet meer teg<strong>en</strong> het einde van 21 ste eeuw. E<strong>en</strong> besluit<br />

over de toekomst van de kering wordt dan ook rond 2050 verwacht, waarbij zowel<br />

kan word<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> tot verdere afsluiting als verdere op<strong>en</strong>ing van de <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

De ontwikkeling van de zandhonger wordt door dit besluit sterk beïnvloed <strong>en</strong> daarom is<br />

beslot<strong>en</strong> om het tijdraam voor de middellange termijn te eindig<strong>en</strong> in 2050.<br />

Plangebied<br />

Het plangebied voor de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> wordt begr<strong>en</strong>sd door de dijk<strong>en</strong> van<br />

de eiland<strong>en</strong> Schouw<strong>en</strong>-Duiveland, Thol<strong>en</strong> <strong>en</strong> Sint Philipsland, Noord-Beveland <strong>en</strong> Zuid-<br />

Beveland <strong>en</strong> de damm<strong>en</strong> van de Deltawerk<strong>en</strong>. De grootte van het gebied is gelijk aan het<br />

oppervlak van Nationaal Park <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong> betreft circa 370 km² (waarvan 350 km²<br />

buit<strong>en</strong>dijks).<br />

Plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong><br />

Abeelding 2.1 geeft het plangebied weer. Volg<strong>en</strong>d uit de selectie van kansrijke maatregel<strong>en</strong><br />

(hoofdstuk 4), komt het studiegebied voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning overe<strong>en</strong> met dit plangebied.<br />

Binn<strong>en</strong> het plangebied wordt voornamelijk gekek<strong>en</strong> naar het intergetijd<strong>en</strong>gebied, de onbegroeide<br />

droogvall<strong>en</strong>de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de hoog- <strong>en</strong> laagwaterlijn. Voor de effect<strong>en</strong><br />

van maatregel<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong> naar het gebied b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de laagwaterlijn <strong>en</strong> de perman<strong>en</strong>t<br />

droge gebied<strong>en</strong> van de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>. Voor de kansrijke maatregel zandsuppletie<br />

is zandwinning nodig. Voor de locatie van zandwinning wordt in de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> vooralsnog<br />

alle<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar de <strong>Oosterschelde</strong>, wel wordt voor de toekomst winning van<br />

Noordzeezand op<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

5


Schorr<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> onderdeel <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<br />

Voor schorr<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> zijn al maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om de erosie te beperk<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> schor is buit<strong>en</strong>dijks geleg<strong>en</strong> aangeslibd land dat begroeid is <strong>en</strong> met vloed niet onder<br />

water loopt. De maatregel<strong>en</strong> zijn grot<strong>en</strong>deels uitgevoerd <strong>en</strong> zijn toereik<strong>en</strong>d om de erosie te<br />

beperk<strong>en</strong>. De schorr<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarom niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning.<br />

Zeespiegelstijging<br />

De zeespiegelstijging leidt tot e<strong>en</strong> verhoging van de waterstand<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong><br />

zorgt daarmee voor extra verdrinking van de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>. Met hoeveel zeespiegelstijging<br />

de <strong>Oosterschelde</strong> geconfronteerd gaat word<strong>en</strong> in de planperiode is nog onbek<strong>en</strong>d. Het<br />

KNMI heeft e<strong>en</strong> laag <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoog sc<strong>en</strong>ario uitgewerkt waarbij de zeespiegelstijging tuss<strong>en</strong><br />

1990 <strong>en</strong> 2100 respectievelijk 35 to 60 cm <strong>en</strong> 40 tot 85 cm bedraagt. De derde kustnota<br />

hanteert e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale waarde tuss<strong>en</strong> het hoge <strong>en</strong> lage sc<strong>en</strong>ario van 60 cm. Deze 60 cm<br />

wordt ook gehanteerd in de verk<strong>en</strong>ning zandhonger.<br />

Afbeelding 2.1. Plan- <strong>en</strong> studiegebied de <strong>Oosterschelde</strong>. De 10 grootste plaat- <strong>en</strong><br />

slikcomplex<strong>en</strong> zijn hierbinn<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong><br />

2.2. Verlies aan plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> door zandhonger<br />

Sinds de aanleg van de stormvloedkering in de jar<strong>en</strong> ’80 stroomt er minder water in <strong>en</strong> uit<br />

de <strong>Oosterschelde</strong>. De kleinere hoeveelheid water in combinatie met de relatief grote getijd<strong>en</strong>geul<strong>en</strong><br />

heeft geleid tot e<strong>en</strong> afname van de stroomsnelheid. Het water heeft daardoor<br />

onvoldo<strong>en</strong>de kracht om sedim<strong>en</strong>t te verplaats<strong>en</strong> van de geul<strong>en</strong> naar het intergetijd<strong>en</strong>gebied.<br />

Bij storm spoelt er echter wel zand van het intergetijd<strong>en</strong>gebied in de geul<strong>en</strong>. De afbrek<strong>en</strong>de<br />

kracht<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> dus nog wel, maar de opbouw<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> niet <strong>en</strong> hierdoor is<br />

het ev<strong>en</strong>wicht verstoord. De afbraak van intergetijd<strong>en</strong>gebied overheerst <strong>en</strong> dit proces staat<br />

bek<strong>en</strong>d als de ‘zandhonger’ (Van Zant<strong>en</strong> <strong>en</strong> Adriaanse 2008).<br />

6<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


Afbeelding 2.2. Schematische weergav<strong>en</strong> zandhonger<br />

De zandhonger is e<strong>en</strong> lange termijn proces. Sinds de aanleg van de Deltawerk<strong>en</strong> is ongeveer<br />

1.100 ha plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> definitief verdronk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> gemiddeld<br />

25 cm lager geword<strong>en</strong>. Er wordt ingeschat dat het ongeveer honderd jaar duurt voordat de<br />

erosie is uitgewerkt (Van Zant<strong>en</strong> <strong>en</strong> Adriaanse 2008). De zeespiegelstijging versnelt het<br />

verdrink<strong>en</strong> van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>. Wanneer plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal zijn verdronk<strong>en</strong> is dit<br />

proces lastig om te ker<strong>en</strong>.<br />

Als er ge<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor het behoud van het intergetijd<strong>en</strong>gebied,<br />

zull<strong>en</strong> rond 2050 de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> gehalveerd zijn. Het oppervlak<br />

neemt dan af van meer dan 11.000 ha in 1986 tot ongeveer 5.000 ha in 2045 (zie afbeelding<br />

2.2). In de periode tot 2100 bereikt het intergetijd<strong>en</strong>gebied e<strong>en</strong> eindsituatie van ongeveer<br />

1.500 ha. De intergetijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> door twee process<strong>en</strong>: de rand<strong>en</strong> brokkel<strong>en</strong><br />

af <strong>en</strong> de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> lager. Door dit tweede proces ‘verdrink<strong>en</strong>’ de intergetijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong><br />

langzaam. Het verdwijn<strong>en</strong> van de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> leidt op korte termijn<br />

(binn<strong>en</strong> 30 jaar) tot problem<strong>en</strong> voor veiligheid <strong>en</strong> natuur (steltloperpopulaties) in de <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

Deze ontwikkeling<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> door t<strong>en</strong>zij maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Afbeelding 2.3. Ontwikkeling bodemhoogte 1986 - 2075 (Van Zant<strong>en</strong> <strong>en</strong> Adriaanse<br />

2008)<br />

Veiligheid<br />

De dijk<strong>en</strong> rond de <strong>Oosterschelde</strong> word<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>teel versterkt door het projectbureau<br />

Zeewering<strong>en</strong>. De versterking<strong>en</strong> zijn ontworp<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sduur van 50 jaar. E<strong>en</strong> aantal<br />

dijkvakk<strong>en</strong> rondom de <strong>Oosterschelde</strong> moet<strong>en</strong> waarschijnlijk eerder word<strong>en</strong> aangepast<br />

om de effect<strong>en</strong> van de zandhonger te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. De dijk<strong>en</strong> rondom de <strong>Oosterschelde</strong><br />

moet<strong>en</strong> hoge waterstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> golv<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ker<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kans van optred<strong>en</strong> van<br />

1/4000 per jaar. Als e<strong>en</strong> dijk direct gr<strong>en</strong>st aan e<strong>en</strong> diepe geul of e<strong>en</strong> uitgestrekte watervlakte<br />

kunn<strong>en</strong> golv<strong>en</strong> hoog oplop<strong>en</strong>. De bekleding <strong>en</strong> de hoogte van de dijk moet<strong>en</strong> daarteg<strong>en</strong><br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

7


estand zijn. Ligt er e<strong>en</strong> zandplaat, slik of schor voor de dijk dan zull<strong>en</strong> de golv<strong>en</strong> gedempt<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder kracht uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de dijk. De vooroevers in de <strong>Oosterschelde</strong> werk<strong>en</strong><br />

van nature namelijk golfdemp<strong>en</strong>d, maar verliez<strong>en</strong> deze functie wanneer ze verdwijn<strong>en</strong> door<br />

de zandhonger.<br />

Oorspronkelijk is ervan uitgegaan dat de dijk<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> tot 2060 voldo<strong>en</strong> aan<br />

de veiligheidsnorm. Bij onverminderd voortzett<strong>en</strong> van de zandhonger bestaat het risico dat<br />

dijk<strong>en</strong> die nu beschermd word<strong>en</strong> door slikk<strong>en</strong> 20 jaar eerder onderhoud aan de ste<strong>en</strong>bekleding<br />

of verhoging van de kruinhoogte nodig hebb<strong>en</strong> dan oorspronkelijk geraamd (van<br />

Zant<strong>en</strong> <strong>en</strong> Adriaanse 2008). Dit effect wordt nog verergerd door de zeespiegelstijging.<br />

Natuur<br />

De <strong>Oosterschelde</strong> is van nature e<strong>en</strong> estuari<strong>en</strong> gebied <strong>en</strong> verle<strong>en</strong>t met haar dynamische getijd<strong>en</strong>stroming<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> leefgebied aan e<strong>en</strong> grote variëteit aan flora <strong>en</strong> fauna. Het gebied k<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> rijk bodemlev<strong>en</strong> met unieke soort<strong>en</strong>, waarbij e<strong>en</strong> hoge biomassa <strong>en</strong> productiviteit vele<br />

viss<strong>en</strong>, wadvogels <strong>en</strong> zeehond<strong>en</strong> van voedsel voorziet. De <strong>Oosterschelde</strong> is van internationaal<br />

belang voor overwinter<strong>en</strong>de watervogelsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> trekvogels, die vaak e<strong>en</strong> stop mak<strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s de Noord-Atlantische trek. Omdat de <strong>Oosterschelde</strong> het voortbestaan van verscheid<strong>en</strong>e<br />

beschermde vogelsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gewone zeehond ondersteunt, k<strong>en</strong>t het gebied<br />

instandhoudingsdoel<strong>en</strong> vanuit het Europese Natura 2000-beleid. Ook is de <strong>Oosterschelde</strong><br />

sinds 2002 aangewez<strong>en</strong> als nationaal park. Aantasting van natuurwaard<strong>en</strong> door de zandhonger<br />

leidt ertoe dat de vastgestelde Natura 2000-instandhoudingsdoel<strong>en</strong> onder druk<br />

staan.<br />

Afbeelding 2.4. Aantall<strong>en</strong> overwinter<strong>en</strong>de steltlopers in intergetijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong><br />

Vooral de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> voor steltlopers staan onder druk. De steltlopers zijn voor<br />

hun voedsel afhankelijk van het integetijd<strong>en</strong>gebied. Ze et<strong>en</strong> bodemdier<strong>en</strong> die ze tijd<strong>en</strong>s de<br />

het droogvall<strong>en</strong> van de slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plat<strong>en</strong> hal<strong>en</strong>. Met de zandhonger vermindert zowel het<br />

areaal als de droogvalduur van deze plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontstaat e<strong>en</strong> tekort aan voedsel.<br />

Hiermee zull<strong>en</strong> op termijn de populaties steltlopers afnem<strong>en</strong>.<br />

8<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


Afbeelding 2.5. Prognose van de populatieontwikkeling van Scholekster als gevolg<br />

van de zandhonger<br />

Sociaaleconomische belang<strong>en</strong><br />

Naast de gevolg<strong>en</strong> voor veiligheid <strong>en</strong> natuurwaard<strong>en</strong>, heeft het verdrink<strong>en</strong> van slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

plat<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> ook e<strong>en</strong> belangrijke invloed op sociaaleconomische belang<strong>en</strong> in<br />

het gebied.<br />

Visserij<br />

Kokkelvisserij vindt plaats op de intergetijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong>. Dit is alle<strong>en</strong> toegestaan voor vergunninghouders<br />

<strong>en</strong> beperkt tot de Rogg<strong>en</strong>plaat, de Galgeplaat <strong>en</strong> de Slikk<strong>en</strong> van d<strong>en</strong><br />

Dortsman. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mag kokkelvisserij alle<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> in jar<strong>en</strong> dat er meer kokkels<br />

zijn dan de steltlopers nodig hebb<strong>en</strong> als voedsel. Door de zandhonger neemt het leefgebied<br />

voor kokkels af <strong>en</strong> naar verwachting is het kokkelbestand in 2045 nog maar de helft<br />

van nu. Het zal daardoor op korte termijn vaker voorkom<strong>en</strong> dat de steltlopers alle kokkels<br />

nodig hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> kokkelvisserij niet toegestaan is.<br />

De schelpdiervisserij heeft e<strong>en</strong> groot belang in de <strong>Oosterschelde</strong>, vooral de mossel <strong>en</strong> oesterteelt.<br />

Het effect van zandhonger op deze economische sector is niet geheel duidelijk,<br />

maar waarschijnlijk niet groot. Voor de mossel- <strong>en</strong> oesterteelt zijn luwe gebied<strong>en</strong> met kleine<br />

golfslag noodzakelijk. Door het eroder<strong>en</strong> van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> de golv<strong>en</strong> inde <strong>Oosterschelde</strong><br />

toe waardoor op e<strong>en</strong> aantal locaties de huidige mosselpercel<strong>en</strong> minder geschikt<br />

zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daar staat teg<strong>en</strong>over dat de verdrinking van integetijd<strong>en</strong>gebied elders weer<br />

nieuwe geschikte gebied<strong>en</strong> creëert.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

9


Afbeelding 2.6. Luchtfoto: schelpdierpercel<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong><br />

Recreatie<br />

De <strong>Oosterschelde</strong> is e<strong>en</strong> uniek <strong>en</strong> geliefd vaarwater voor plezierjacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> charterschep<strong>en</strong>,<br />

vanwege het getij, het wissel<strong>en</strong>de landschap van periodiek droogvall<strong>en</strong>de slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de gedempte golfslag. E<strong>en</strong> tochtje rond de plaat, met zicht op zeehond<strong>en</strong> <strong>en</strong> vogels, is<br />

e<strong>en</strong> belangrijke attractie van de <strong>Oosterschelde</strong>, ook voor recreant<strong>en</strong> uit andere del<strong>en</strong> van<br />

Nederland <strong>en</strong> uit het buit<strong>en</strong>land. Bij het verdwijn<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong><br />

door de zandhonger wordt het landschap minder afwissel<strong>en</strong>d <strong>en</strong> verandert het de <strong>Oosterschelde</strong><br />

in e<strong>en</strong> ‘IJsselmeer met getij’.<br />

Afbeelding 2.7. Krabbekreek<br />

10<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


De teloorgang van het intergetijd<strong>en</strong>gebied zal weinig effect hebb<strong>en</strong> op het gebruik van de<br />

<strong>Oosterschelde</strong> als duikwater. De <strong>Oosterschelde</strong> is e<strong>en</strong> geliefd duikgebied omdat het water<br />

helder is <strong>en</strong> omdat zich e<strong>en</strong> kleurrijk plant<strong>en</strong>- <strong>en</strong> dier<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> ontwikkeld heeft op het grote<br />

oppervlak harde oeverbestorting<strong>en</strong>. Voor duikers is intergetijd<strong>en</strong>gebied minder interessant.<br />

Scheepvaart<br />

De diepe getijd<strong>en</strong>geul<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schakel in de belangrijke<br />

scheepvaartverbinding G<strong>en</strong>t/Terneuz<strong>en</strong> naar Rotterdam. De doorgaande erosie door de<br />

zandhonger zorgt voor ophoping van sedim<strong>en</strong>t in de geul<strong>en</strong>, maar de geul<strong>en</strong> zijn zo diep<br />

dat slechts op twee plaats<strong>en</strong> periodiek baggerwerk noodzakelijk is. Deze twee plaats<strong>en</strong> zijn<br />

de zuidelijke aanloop van de Witte Tonn<strong>en</strong> Vlije <strong>en</strong> Brabantsch vaarwater. Beide locaties<br />

zijn in 2008 door Rijkswaterstaat op diepte gebracht.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

11


12<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


3. BELEIDSKADER<br />

3.1. Wettelijke aanleiding voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<br />

Waterwet<br />

De waterwet vormt e<strong>en</strong> directe aanleiding voor het opstart<strong>en</strong> van de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

Dijk<strong>en</strong> rond de <strong>Oosterschelde</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> storm kunn<strong>en</strong> weerstaan met e<strong>en</strong><br />

kans van voorkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>s per 4.000 jaar, waarbij de toetsing rek<strong>en</strong>ing houdt met de<br />

aanwezigheid van het voorland voor de dijk. Verlies van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> voor de dijk kan<br />

leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> zwaardere belasting van de dijk<strong>en</strong> waardoor e<strong>en</strong> aantal dijkvakk<strong>en</strong> voortijdig<br />

niet meer zull<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan de veiligheidsnorm. De wet legt op maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> om<br />

het veiligheidsniveau te behoud<strong>en</strong>.<br />

Natura 2000-beleid verankerd in de Natuurbeschermingswet<br />

Het Europese Natura 2000-beleid vormt e<strong>en</strong> tweede aanleiding voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning.<br />

De <strong>Oosterschelde</strong> is aangewez<strong>en</strong> als Natura 2000-gebied in e<strong>en</strong> netwerk van beschermde<br />

natuurgebied<strong>en</strong> op het grondgebied van de lidstat<strong>en</strong> van de Europese Unie. Natura 2000 is<br />

in de Natuurbeschermingswet (1998) verankerd in de Nederlandse regelgeving. De <strong>Oosterschelde</strong><br />

is e<strong>en</strong> Speciale Beschermingszone doordat het e<strong>en</strong> belangrijke stop is voor migrer<strong>en</strong>de<br />

vogels, e<strong>en</strong> belangrijk broedgebied voor bijzondere vogelsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> er in het gebied<br />

waardevolle habitats zoals Atlantische <strong>en</strong> contin<strong>en</strong>tale kwelders <strong>en</strong> schorr<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.<br />

De natuuropgave voor de Noordzee, Wadd<strong>en</strong>zee <strong>en</strong> Delta, waaronder de <strong>Oosterschelde</strong><br />

valt, is vastgesteld door het ministerie van LNV in e<strong>en</strong> doel<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t met instandhoudingsdoel<strong>en</strong>.<br />

<strong>Zandhonger</strong> wordt in het Doel<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t aangehaald als e<strong>en</strong> belangrijk obstakel<br />

voor het behal<strong>en</strong> van de instandhoudingsdoel<strong>en</strong>. Er is daarom beslot<strong>en</strong> om instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

te formuler<strong>en</strong> waarin rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afname van het integetijd<strong>en</strong>gebied<br />

met 50 ha/jaar <strong>en</strong> de verplichting op korte termijn te onderzoek<strong>en</strong> welke<br />

maatregel<strong>en</strong> mogelijk zijn dit verlies te beperk<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> aanwijzingsbesluit voor het Natura<br />

2000-gebied <strong>Oosterschelde</strong> heeft de minister van LNV de begr<strong>en</strong>zing <strong>en</strong> de instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

inmiddels definitief vastgesteld. In e<strong>en</strong> beheerplan zull<strong>en</strong> de maatregel<strong>en</strong> voor<br />

de doelrealisatie voor de eerstkom<strong>en</strong>de 6 jaar word<strong>en</strong> bepaald, waarbij onder meer haalbaarheid<br />

<strong>en</strong> betaalbaarheid e<strong>en</strong> rol speelt.<br />

De <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning geeft invulling aan deze onderzoeksverplichting naar de haalbaarheid<br />

<strong>en</strong> betaalbaarheid van het behoud<strong>en</strong> van integetijd<strong>en</strong>gebied. Met het relater<strong>en</strong> van instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

aan investeringskost<strong>en</strong> legt de verk<strong>en</strong>ning de basis voor het formuler<strong>en</strong><br />

van de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> Natura 2000 na 2015. Gemotiveerd kan er beslot<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> de huidige instandhoudingsdoel<strong>en</strong> bij te stell<strong>en</strong>.<br />

Nationaal Waterplan (NWP)<br />

Het Nationaal Waterplan beschrijft welke maatregel<strong>en</strong> in de periode 2009-2015 g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om Nederland ook voor toekomstige g<strong>en</strong>eraties veilig <strong>en</strong> leefbaar te houd<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de kans<strong>en</strong> die water biedt te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. Het plan bevat e<strong>en</strong> eerste uitwerking van het<br />

advies van de Deltacommissie (zie kader). In het NWP is het opstart<strong>en</strong> van de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<br />

zandhonger aangekondigd. De grondgedachte van het NWP is meebeweg<strong>en</strong> met<br />

natuurlijke process<strong>en</strong> waar het kan. Voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning betek<strong>en</strong>t dit dat - indi<strong>en</strong> mogelijk<br />

- natuurlijke alternatiev<strong>en</strong> de voorkeur hebb<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> harde oplossing<strong>en</strong>. Het Nationaal<br />

Waterplan is e<strong>en</strong> structuurvisie volg<strong>en</strong>s de Wet op de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> werkt<br />

door in ruimtelijke plann<strong>en</strong> van overhed<strong>en</strong> in de zuidwestelijke delta.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

13


Deltaprogramma<br />

Het advies van de Deltacommissie in 2008 schetst e<strong>en</strong> lange termijn visie voor het waterbeheer in Nederland. Voor<br />

de <strong>Oosterschelde</strong> wordt gedacht aan zandsuppleties van buit<strong>en</strong> de <strong>Oosterschelde</strong> voor bestrijding van de zandhon-<br />

ger <strong>en</strong> op lange termijn het terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de getijd<strong>en</strong>dynamiek. Het Deltaprogramma is gestart om het toekomsti-<br />

ge waterbeleid verder vorm te gev<strong>en</strong>.<br />

3.2. Kaderstell<strong>en</strong>de wetgeving <strong>en</strong> beleid<br />

Vanuit verschill<strong>en</strong>de wettelijke kaders <strong>en</strong> beleidsplann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verdere voorwaard<strong>en</strong> gesteld<br />

aan de te ontwikkel<strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong> in de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>. Belangrijke wettelijke<br />

kaders zijn het internationaal water- <strong>en</strong> natuurbeleid (Kaderrichtlijn Water KRW, Vogel- <strong>en</strong><br />

Habitatrichtlijn<strong>en</strong> VHR) <strong>en</strong> de Flora <strong>en</strong> faunawet. De VHR is overig<strong>en</strong>s geïmplem<strong>en</strong>teerd in<br />

de Natuurbeschermingswet 1998.<br />

Natuurbeschermingswet<br />

De <strong>Oosterschelde</strong> is geruime tijd geled<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> als natuurmonum<strong>en</strong>t. Dit betek<strong>en</strong>t<br />

dat in het gebied de rust niet verstoord mag word<strong>en</strong>, de bodem <strong>en</strong> het water niet verontreinigd<br />

mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> schade aan het gebied mag word<strong>en</strong> toegebracht. Van rec<strong>en</strong>te<br />

datum is het voornem<strong>en</strong> van het rijk de nationale kopp<strong>en</strong> van het natuurbeleid t<strong>en</strong><br />

opzichte van de internationale verplichting<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t voor de <strong>Oosterschelde</strong><br />

dat de extra aanduiding<strong>en</strong> die de status als natuurmonum<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> opzichte van instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

ingevolge Natura 2000 oplever<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> te vervall<strong>en</strong>. (Brief Staatsecretaris<br />

EL&I aan de Tweede Kamer 23 februari 2011).<br />

Op basis van de natuurbeschermingswet is e<strong>en</strong> toegankelijkheidsregeling van toepassing,<br />

die omwille van bescherming van de natuurwaard<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de gebruiksfuncties plaatselijk<br />

beperkt.<br />

Voor de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> betek<strong>en</strong>t de wettelijke bescherming van de <strong>Oosterschelde</strong> in het<br />

kader van de natuurbeschermingswet dat uitvoeringsoplossing<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de schade<br />

mog<strong>en</strong> aanricht<strong>en</strong> aan beschermde flora <strong>en</strong> fauna bij de implem<strong>en</strong>tatie van het voorkeursalternatief.<br />

Flora <strong>en</strong> faunawet<br />

De Flora <strong>en</strong> faunawet staan soort<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> die beschermd word<strong>en</strong> in Nederland. De<br />

uitvoer van plann<strong>en</strong> zoals gepres<strong>en</strong>teerd in de toekomstige structuurvisie <strong>Oosterschelde</strong><br />

moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan de Flora <strong>en</strong> faunawet, dat betek<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> (of beperkte) negatieve effect<strong>en</strong><br />

op soort<strong>en</strong> die in de wet beschrev<strong>en</strong> staan. Dit houdt bijvoorbeeld in dat tijd<strong>en</strong>s het<br />

broedseizo<strong>en</strong> van vogels <strong>en</strong> zoogperiode van zeehond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verstoring mag plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

De structuurvisie zelf is te abstract voor toetsing aan de Flora <strong>en</strong> faunawet; dit is ook<br />

niet verplicht. Wel is het zinvol om mogelijke beïnvloeding van de str<strong>en</strong>gst beschermde<br />

soort<strong>en</strong> in het PlanMER in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Kaderrichtlijn Water (KRW)<br />

De Europese Kaderrichtlijn Water, die in 2000 in werking is getred<strong>en</strong>, heeft tot doel om<br />

aquatische ecosystem<strong>en</strong> <strong>en</strong> waterafhankelijke terrestrische natuur voor achteruitgang te<br />

behoed<strong>en</strong> of te verbeter<strong>en</strong>. De <strong>Oosterschelde</strong> wordt gerek<strong>en</strong>d als Scheldestroomgebied <strong>en</strong><br />

is daarbij aangewez<strong>en</strong> tot kustwater. In de KRW zijn er doel<strong>en</strong> gesteld voor het areaal integetijd<strong>en</strong>gebied<br />

in de <strong>Oosterschelde</strong>. Daarnaast zijn er binn<strong>en</strong> het integetijd<strong>en</strong>gebied doel<strong>en</strong><br />

gesteld voor het perc<strong>en</strong>tage bedekking met zeegras <strong>en</strong> litorale mosselbank<strong>en</strong>. Bij maatregel<strong>en</strong><br />

voor het integetijd<strong>en</strong>gebied in de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> moet hiermee rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong>.<br />

14<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


3.3. Beheer- <strong>en</strong> omgevingsplann<strong>en</strong><br />

De nationale overheid <strong>en</strong> regionale overhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> beheerplann<strong>en</strong> ontwikkeld voor de<br />

<strong>Oosterschelde</strong>. In deze plann<strong>en</strong> wordt het beleid vanuit onder andere het Nationaal Waterplan,<br />

Natura 2000 <strong>en</strong> de KRW sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d uitgewerkt voor het gebied. Het is belangrijk<br />

de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>Oosterschelde</strong> af te stemm<strong>en</strong> met deze plann<strong>en</strong>.<br />

Nationaal beheer- <strong>en</strong> omgevingsplan<br />

Op nationaal niveau is er het beheer- <strong>en</strong> ontwikkelplan voor de Rijkswater<strong>en</strong>. De <strong>Oosterschelde</strong><br />

is in het plan opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als ‘s<strong>en</strong>se of urg<strong>en</strong>cy’ opgave, waarin het belang wordt<br />

onderstreept om haalbare <strong>en</strong> betaalbare oplossing<strong>en</strong> voor de zandhongerproblematiek te<br />

ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>, voornamelijk vanuit het oogpunt van waterveiligheid.<br />

Regionale beheer- <strong>en</strong> omgevingsplann<strong>en</strong><br />

Het nationale beheer- <strong>en</strong> ontwikkelplan Rijkswater<strong>en</strong> is regionaal vertaald in e<strong>en</strong> Regionaal<br />

Beheerplan Nat, waarin streefbeeld<strong>en</strong> voor gebied<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld. De streefbeeld<strong>en</strong><br />

zijn: 1) behoud <strong>en</strong> ontwikkeling van process<strong>en</strong> die behor<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> zeearm of estuarium<br />

(getij- <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel rivierstrom<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder invloed daarvan erosie <strong>en</strong> sedim<strong>en</strong>tatie in dynamisch<br />

ev<strong>en</strong>wicht); 2) behoud <strong>en</strong> ontwikkeling van patron<strong>en</strong> die behor<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> zeearm<br />

of estuarium (geul<strong>en</strong>, slikk<strong>en</strong>, plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> schorr<strong>en</strong>) met bijbehor<strong>en</strong>d reliëf (schorrand<strong>en</strong>, krek<strong>en</strong>,<br />

plaatoevers), inclusief biotische compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (als kokkel- <strong>en</strong> mosselbank<strong>en</strong>, schorvegetaties);<br />

zo mogelijk behoud <strong>en</strong> ontwikkeling van overgang<strong>en</strong> van zoet-, via brak- naar<br />

zoutwatersystem<strong>en</strong>; 3) behoud <strong>en</strong> ontwikkeling van de complete voedselket<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

zeearm of e<strong>en</strong> estuari<strong>en</strong> systeem.<br />

Met het beheerplan Natura 2000 Deltawater<strong>en</strong> stelt Rijkswaterstaat voor de neg<strong>en</strong> deltawater<strong>en</strong><br />

in Nederland één beheerplan op, met uitwerking<strong>en</strong> per deelgebied. In het plan<br />

word<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> gedefinieerd om de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong>. Gebruikersactiveit<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> getoetst aan het voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gevoeligheid van aanwezige natuurdoel<strong>en</strong>.<br />

Het concept-beheerplan zal begin 2012 afgerond word<strong>en</strong>.<br />

Het stroomgebiedbeheerplan Schelde 2009-2015, opgesteld door het Rijk, werkt het beleid<br />

van de Kaderrichtlijn Water uit. In dit plan zijn maatregel<strong>en</strong> gedefinieerd die g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

om aan de doelstelling<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. Voor de periode 2015-2021 zal er e<strong>en</strong> nieuw beheerplan<br />

word<strong>en</strong> vastgesteld.<br />

T<strong>en</strong> slotte zijn er het beheers- <strong>en</strong> inrichtingsplan Nationaal Park <strong>Oosterschelde</strong>, het omgevingsplan<br />

Zeeland <strong>en</strong> het waterbeheerplan van waterschap Zeeuwse Eiland<strong>en</strong>. In het plan<br />

van Nationaal Park de <strong>Oosterschelde</strong> wordt beschrev<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s welke richtlijn<strong>en</strong> beheer<br />

<strong>en</strong> inrichting vorm moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong>. In het omgevingsplan is het provinciaal<br />

beleid voor milieu, ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, water <strong>en</strong> natuur in één plan zijn sam<strong>en</strong>gebracht.<br />

Het beheerplan van het waterschap is afgestemd op de andere beheersplann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

werkt de doel<strong>en</strong> vanuit de KRW, Natura 2000 <strong>en</strong> de waterwet uit in concreet beleid voor het<br />

waterschap. Dit plan wordt mom<strong>en</strong>teel geactualiseerd.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

15


16<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


4. REIKWIJDTE PLANMER ZANDHONGER OOSTERSCHELDE<br />

4.1. Selectie van kansrijke maatregel<strong>en</strong><br />

Deze notitie <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong> Detailniveau di<strong>en</strong>t om kansrijke oplossingsrichting<strong>en</strong> voor de<br />

zandhonger in de <strong>Oosterschelde</strong> te selecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beargum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> waarom andere oplossingsrichting<strong>en</strong><br />

niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De kansrijke oplossingsrichting<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

verder uitgewerkt <strong>en</strong> beoordeeld in het PlanMER. Het rapport ‘Verminderd Getij’ (Van Zant<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> Adriaanse 2008) biedt e<strong>en</strong> belangrijk startpunt voor de selectie. Dit rapport pres<strong>en</strong>teert,<br />

op basis van eerder uitgevoerd onderzoek, e<strong>en</strong> overzicht van mogelijke maatregel<strong>en</strong><br />

om de zandhonger in de <strong>Oosterschelde</strong> teg<strong>en</strong> te gaan. Voor iedere maatregel zijn de technische<br />

uitvoerbaarheid, de effectiviteit <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> onderzocht. De mogelijke maatregel<strong>en</strong><br />

uit het rapport zijn gerelateerd aan drie thema’s.<br />

De oorzaak van de zandhonger bestrijd<strong>en</strong> door meer water door de geul<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> strom<strong>en</strong>:<br />

1. verwijder<strong>en</strong> <strong>Oosterschelde</strong>kering <strong>en</strong> compartim<strong>en</strong>teringsdamm<strong>en</strong>;<br />

2. meer water door de <strong>Oosterschelde</strong>kering lat<strong>en</strong> strom<strong>en</strong>;<br />

3. de <strong>Oosterschelde</strong> verbind<strong>en</strong> met het Volkerak-Zoommeer of de Westerschelde.<br />

De oorzaak van de zandhonger bestrijd<strong>en</strong> door de geul<strong>en</strong> te verklein<strong>en</strong> met zand:<br />

4. ontgrondingskuil<strong>en</strong> opvull<strong>en</strong> om de zandimport te vergrot<strong>en</strong>;<br />

5. geul<strong>en</strong> opvull<strong>en</strong> tot de ev<strong>en</strong>wichtssituatie;<br />

De afname van slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gaan:<br />

6. periodiek suppler<strong>en</strong> van integetijd<strong>en</strong>gebied in de <strong>Oosterschelde</strong>;<br />

7. schelpdierbank<strong>en</strong> aanlegg<strong>en</strong> om afslag te vertrag<strong>en</strong>;<br />

8. oeververdediging aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> om afslag te vertrag<strong>en</strong>;<br />

9. paalhoofd<strong>en</strong> als golfbrekers om afslag te vertrag<strong>en</strong>.<br />

Vergelijkbare natuur elders ontwikkel<strong>en</strong>:<br />

10. vergelijkbare natuur elders ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

4.1.1. Afvall<strong>en</strong> van maatregel<strong>en</strong> voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<br />

Maatregel<strong>en</strong> waarvan in Verminderd Getij wordt geoordeeld dat ze niet (of heel beperkt) effectief<br />

zijn, erg duur zijn, e<strong>en</strong> groot negatief effect hebb<strong>en</strong> op gebruiksfuncties in de <strong>Oosterschelde</strong><br />

(natuur, visserij, recreatie <strong>en</strong> scheepvaart) of waarbij grote (op middellange termijn<br />

onoplosbare) onzekerheid is over de effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de <strong>MIRT</strong><br />

<strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong>. Het uitgangspunt voor de selectie van maatregel<strong>en</strong> in de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> is<br />

hun bijdrage aan bestrijding van zandhonger op de korte tot middellange termijn 1 .<br />

Op basis van bov<strong>en</strong>staande criteria word<strong>en</strong> de maatregel<strong>en</strong> 1 tot <strong>en</strong> met 5 <strong>en</strong> 10 beoordeeld<br />

als niet kansrijk voor uitwerking in de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong>. Voor elke maatregel wordt<br />

hier besprok<strong>en</strong> wat de maatregel beoogt <strong>en</strong> waarom de maatregel afvalt.<br />

1 Op termijn is het mogelijk dat maatregel<strong>en</strong> die afvall<strong>en</strong> voor de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> wel weer interessant word<strong>en</strong> voor<br />

besluitvorming door verandering<strong>en</strong> in bijvoorbeeld klimaat, gebruik van de <strong>Oosterschelde</strong>, bestuurlijke voorkeur<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> voortschrijd<strong>en</strong>d inzicht door langlop<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nisontwikkeling.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

17


De oorzaak van de zandhonger bestrijd<strong>en</strong><br />

De eerste vijf maatregel<strong>en</strong> beog<strong>en</strong> de oorzaak van de zandhonger te bestrijd<strong>en</strong>. Die oorzaak<br />

is e<strong>en</strong>voudig gezegd dat de hoeveelheid water dat door de geul<strong>en</strong> stroomt te klein is<br />

in verhouding tot de omvang van de geul<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>en</strong>ige bron om de geul<strong>en</strong> op te vull<strong>en</strong><br />

sedim<strong>en</strong>t uit de intergetijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong> is. Structurele oplossing<strong>en</strong> zijn daarom het vergrot<strong>en</strong><br />

van de hoeveelheid water door de geul<strong>en</strong> of het opvull<strong>en</strong> van de geul<strong>en</strong> met zand.<br />

Het verwijder<strong>en</strong> van de <strong>Oosterschelde</strong>werk<strong>en</strong><br />

De zandhonger is ontstaan door de <strong>Oosterschelde</strong>werk<strong>en</strong> (<strong>Oosterschelde</strong>kering, Philipsdam<br />

<strong>en</strong> Oesterdam). Sinds de aanleg van de <strong>Oosterschelde</strong>werk<strong>en</strong> stroomt er per getij<br />

30 % minder water in <strong>en</strong> uit de <strong>Oosterschelde</strong> terwijl de geul<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> groot zijn geblev<strong>en</strong> als<br />

voor die tijd. De afname van het getijvolume is voor 60 % toe te schrijv<strong>en</strong> aan de kleinere<br />

doorstroomop<strong>en</strong>ing in de monding van de <strong>Oosterschelde</strong> als gevolg van de <strong>Oosterschelde</strong>kering<br />

<strong>en</strong> voor 40 % aan het afkoppel<strong>en</strong> van Markiezaat <strong>en</strong> Krammer-Volkerak (Liev<strong>en</strong>se,<br />

2002). In theorie is herstel van het getijvolume mogelijk door zowel de kering als de compartim<strong>en</strong>teringsdamm<strong>en</strong><br />

weer te verwijder<strong>en</strong>.<br />

Afbeelding 4.1. <strong>Oosterschelde</strong>kering<br />

De maatregel valt af vanwege de hoge kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> grote onzekerheid met betrekking tot de<br />

reactie van het watersysteem. Allereerst zijn voor de veiligheid, scheepvaart <strong>en</strong> behoud<br />

van oeververbinding<strong>en</strong> kostbare <strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> nodig: de ruwweg 250 km dijk<strong>en</strong><br />

rond de <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong> het Volkerak moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> versterkt <strong>en</strong> verhoogd om te<br />

voldo<strong>en</strong> aan de wettelijke veiligheidsnorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de damm<strong>en</strong> van de <strong>Oosterschelde</strong>werk<strong>en</strong><br />

zijn belangrijke oeververbinding<strong>en</strong> geword<strong>en</strong>, dus de damm<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong><br />

door bijvoorbeeld brugg<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede is het ongewis hoe het herstelde watersysteem zal<br />

reager<strong>en</strong>. Mogelijke reacties zijn het uitruim<strong>en</strong> van de geul<strong>en</strong> of juist het op gang kom<strong>en</strong><br />

van zandimport vanuit de Noordzee om de geul<strong>en</strong> op te vull<strong>en</strong> met zand. Bij het uitruim<strong>en</strong><br />

van de geul<strong>en</strong> kan de stabiliteit van de dijk<strong>en</strong> direct langs de geul<strong>en</strong> in gevaar kom<strong>en</strong>, wat<br />

bestorting noodzakelijk maakt. Zandimport gaat t<strong>en</strong> koste van het kustfundam<strong>en</strong>t van de<br />

Noordzee. Beide opties zijn ongew<strong>en</strong>st <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot grote vervolginvestering<strong>en</strong>.<br />

18<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


Het vergrot<strong>en</strong> van de doorstroomcapaciteit van de <strong>Oosterschelde</strong>kering<br />

Met civieltechnische maatregel<strong>en</strong> is het mogelijk de doorstroomcapaciteit van de <strong>Oosterschelde</strong>kering<br />

te vergrot<strong>en</strong>. Hierdoor zal meer water door de geul<strong>en</strong> gaan strom<strong>en</strong>. Jongeling<br />

(2007) ziet drie mogelijkhed<strong>en</strong>:<br />

- de pijlers stroomlijn<strong>en</strong>, hiermee kan e<strong>en</strong> extra doorstroomcapaciteit van 5 % word<strong>en</strong><br />

gerealiseerd;<br />

- het talud voor de dorpels flauwer mak<strong>en</strong>, om e<strong>en</strong> gelijkmatiger toestroming te verkrijg<strong>en</strong>.<br />

De doorstroomcapaciteit kan hiermee to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> met 15 tot 30 %;<br />

- op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de damaanzett<strong>en</strong>. De to<strong>en</strong>ame in doorstroomcapaciteit is<br />

hiermee maximaal 7 %.<br />

Daarbov<strong>en</strong>op bestaat er e<strong>en</strong> mogelijkheid om op Neeltje Jans e<strong>en</strong> extra doorlaatmiddel te<br />

bouw<strong>en</strong>. Dit doorlaatmiddel kan ev<strong>en</strong>tueel word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> getijd<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trale voor<br />

<strong>en</strong>ergiewinning. De meest logische plaats voor e<strong>en</strong> dergelijk doorlaatmiddel is de Matt<strong>en</strong>hav<strong>en</strong><br />

aan de zuidzijde van het voormalige werkeiland. Van der Biez<strong>en</strong> et al (2007) hebb<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>d dat e<strong>en</strong> fors doorlaatmiddel in de Matt<strong>en</strong>hav<strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de<br />

doorstroomcapaciteit met 20 %.<br />

De to<strong>en</strong>ame van de doorstroomcapaciteit leidt tot e<strong>en</strong> groter getijverschil <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter getijvolume<br />

(zie afbeelding 4.1). Bij combinatie van deze maatregel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> niet<br />

zonder meer bij elkaar opgeteld word<strong>en</strong>.<br />

Afbeelding 4.2. Effect van vergroting van de doorstroomcapaciteit op het getij-<br />

verschil bij Yerseke <strong>en</strong> het getijvolume bij Wemeldinge<br />

De maatregel valt af omdat de gecombineerde ingrep<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de effect hebb<strong>en</strong> om de<br />

zandhonger te still<strong>en</strong>. De zandhonger is gestild als het getijvolume herstelt tot de oorspronkelijke<br />

waarde. Uit afbeelding 4.1 blijkt het effect op het getijverschil groter is dan het effect<br />

op het getijvolume. Door de grotere getijslag neemt het intergetijd<strong>en</strong>gebied in eerste instantie<br />

wel toe omdat e<strong>en</strong> groter deel van de waterbodem droog valt tijd<strong>en</strong>s eb. Deze to<strong>en</strong>ame<br />

is 200 à 250 ha bij het stroomlijn<strong>en</strong> van de pijlers of op<strong>en</strong><strong>en</strong> van de damaanzett<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

maximaal 800 ha bij het verflauw<strong>en</strong> van het talud. De to<strong>en</strong>ame is echter tijdelijk omdat de<br />

zandhonger niet wordt gestopt, daarvoor is de to<strong>en</strong>ame van het getijvolume te gering. Deze<br />

maatregel heeft dan ook ge<strong>en</strong> effect op het eindbeeld van schorr<strong>en</strong>, slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plat<strong>en</strong>. De<br />

oorzaak van de beperkte to<strong>en</strong>ame van het getijvolume is dat de compartim<strong>en</strong>teringdamm<strong>en</strong><br />

het bekk<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk kleiner hebb<strong>en</strong> gemaakt <strong>en</strong> daardoor het getijvolume limiter<strong>en</strong>.<br />

De maatregel<strong>en</strong> om de doorstroomcapaciteit te vergrot<strong>en</strong> zijn daarmee onvoldo<strong>en</strong>de om de<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

19


geul<strong>en</strong> weer in ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Daardoor is de afname van de zandhonger klein <strong>en</strong><br />

zijn de effect<strong>en</strong> niet blijv<strong>en</strong>d.<br />

Aantakk<strong>en</strong> Volkerak<br />

Het aantakk<strong>en</strong> van het Volkerak zou e<strong>en</strong> positief effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de zandhonger<br />

door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het getijvolume in de <strong>Oosterschelde</strong>. Het Volkerak kan weer in verbinding<br />

kom<strong>en</strong> te staan met de <strong>Oosterschelde</strong> door e<strong>en</strong> doorlaatmiddel in de Philipsdam<br />

aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het waterberg<strong>en</strong>d oppervlak van de <strong>Oosterschelde</strong> neemt daarmee toe<br />

met 8.300 ha (Jöriss<strong>en</strong>, 2003).<br />

Teg<strong>en</strong>gesteld aan de verwachting leidt het aantakk<strong>en</strong> van het Volkerak echter tot e<strong>en</strong> afname<br />

in getijvolume <strong>en</strong> getijslag in de <strong>Oosterschelde</strong>. Daarmee is de maatregel niet effectief.<br />

Liev<strong>en</strong>se (2008 in prep.) heeft berek<strong>en</strong>d wat het effect is van e<strong>en</strong> doorlaatmiddel met<br />

e<strong>en</strong> getijgemiddeld debiet van 100 m 3 <strong>en</strong> 600 m 3 . Deze debiet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de<br />

onder <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>gr<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> doorlaatmiddel tuss<strong>en</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong> Volkerak-<br />

Zoommeer zoals bekek<strong>en</strong> in de m.e.r. waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer, specifiek de<br />

aanvull<strong>en</strong>de studie naar e<strong>en</strong> optimaal doorlaatmiddel. Het doel van dit doorlaatmiddel is<br />

doorspoeling van het Volkerak-Zoommeer met zout <strong>Oosterschelde</strong>water ter bestrijd<strong>en</strong> van<br />

blauwalg<strong>en</strong>. Het effect van het 100 m 3 doorlaatmiddel is e<strong>en</strong> minimale daling van het getijvolume<br />

<strong>en</strong> de getijslag in de <strong>Oosterschelde</strong>. Het effect van het 600 m 3 doorlaatmiddel is<br />

iets groter. Het getijvolume door de kering neemt af met 1,3 % <strong>en</strong> de getijslag met 6 cm,<br />

gelijk verdeeld over de hoog-, <strong>en</strong> laagwaterstand. Door de stijging van de laagwaterstand<br />

verdrinkt 100 tot 150 ha intergetijd<strong>en</strong>gebied perman<strong>en</strong>t.<br />

Afbeelding 4.3. Getijcurv<strong>en</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong> Volkerak bij e<strong>en</strong> doorlaatmiddel van<br />

600 m 3<br />

De oorzaak van de afname in getijvolume <strong>en</strong> getijslag ligt in het faseverschil in het getij dat<br />

ontstaat tuss<strong>en</strong> beide bekk<strong>en</strong>s. Dit faseverschil bedraagt ongeveer 2,5 uur. (zie afbeelding<br />

4.2). Gedur<strong>en</strong>de dit faseverschil loopt het water door het doorlaatmiddel in teg<strong>en</strong>overgestelde<br />

richting als in de <strong>Oosterschelde</strong> zelf. Hierdoor kan het getij in de <strong>Oosterschelde</strong><br />

zich niet volledig ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Zandimport mogelijk mak<strong>en</strong> door opvull<strong>en</strong> ontgrondingskuil<strong>en</strong>.<br />

De kering maakt zanduitwisseling tuss<strong>en</strong> de <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong> de voordelta onmogelijk.<br />

Waarom dat zo is, was lang onbegrep<strong>en</strong>. Geurts van Kessel (2004) lanceerde de hypothese<br />

dat de ontgrondingskuil<strong>en</strong> aan weerzijde van de kering de zanduitwisseling hinderd<strong>en</strong>.<br />

20<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


Huisman (2009) toonde aan dat afdekk<strong>en</strong> van de ontgrondingskuil<strong>en</strong> het zandtransport<br />

naar de <strong>Oosterschelde</strong> kan help<strong>en</strong>, maar dat de natuurlijke stroomrichting van sedim<strong>en</strong>t bij<br />

de kering zeewaarts is. Daarmee is de effectiviteit van de maatregel beperkt. De zeewaartse<br />

stroomrichting van sedim<strong>en</strong>t wordt veroorzaakt door e<strong>en</strong> snellere eb dan vloed stroom<br />

aan voordelta zijde (afbeelding 4.3) vanwege de trechterwerking van de kering. Bij vloed<br />

stroomt water van alle kant<strong>en</strong> toe naar de <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong> versnelt bij het passer<strong>en</strong> van<br />

de kering om na de passage weer langzaam te vertrag<strong>en</strong>. Bij eb is de trechterwerking de<br />

andere kant op, waardoor de versnelling plaatsvindt in de voordelta. Aangezi<strong>en</strong> sedim<strong>en</strong>ttransport<br />

tot de 3 e tot 5 e macht afhankelijk is van stroomsnelheid is de netto transportrichting<br />

van sedim<strong>en</strong>t in de voordelta dus van de kering af gericht.<br />

Afbeelding 4.4. Stroming aan de voordelta zijde van de <strong>Oosterschelde</strong>kering bij<br />

vloed (links) <strong>en</strong> eb (rechts)<br />

Geul<strong>en</strong> opvull<strong>en</strong><br />

Door de geul<strong>en</strong> kleiner te mak<strong>en</strong>, kan e<strong>en</strong> nieuw ev<strong>en</strong>wicht ontstaan tuss<strong>en</strong> de geul<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de verkleinde waterstroom van de <strong>Oosterschelde</strong>. De zandhonger zou hiermee effectief<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelost, waarmee het oppervlak intergetijd<strong>en</strong>gebied fors to<strong>en</strong>eemt.<br />

De maatregel valt af omdat t<strong>en</strong> eerste onzeker is of het nieuwe ev<strong>en</strong>wicht werkelijk wordt<br />

bereikt <strong>en</strong> t<strong>en</strong> tweede de kost<strong>en</strong> hoog zijn. Er is onzekerheid of het getijvolume gelijk blijft<br />

bij verkleining van de geul<strong>en</strong>. Wanneer geulverkleining leidt tot afnem<strong>en</strong>d getij wordt de<br />

zandhonger niet opgelost. De hoge kost<strong>en</strong> van de maatregel zijn gerelateerd aan de hoeveelheid<br />

b<strong>en</strong>odigd zand <strong>en</strong> grote ongew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong>. Om de zandhonger volledig op te<br />

loss<strong>en</strong>, is in totaal 400 à 600 miljo<strong>en</strong> kubieke meter zand nodig. Dit zand moet uit de<br />

Noordzee kom<strong>en</strong>, ver buit<strong>en</strong> de kust om te voorkom<strong>en</strong> dat de kustveiligheid eronder te lijd<strong>en</strong><br />

heeft. De ongew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong> zijn groot voor de mossel- <strong>en</strong> oestervisserij, ecologie <strong>en</strong><br />

het onderhoud van vaargeul<strong>en</strong>. De huidige mossel- <strong>en</strong> oesterpercel<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> waarschijnlijk<br />

zwaar te lijd<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> van het stort<strong>en</strong> van de grote hoeveelhed<strong>en</strong> zand: tijd<strong>en</strong>s het stort<strong>en</strong><br />

zal het water vertroebel<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee neemt de primaire productie af. Deze vertroebeling<br />

kan naast effect op de opbr<strong>en</strong>gst van mosselpercel<strong>en</strong> ook grote (tijdelijke) effect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

op de ecologie. Met de verkleining van de geul<strong>en</strong> neemt de inspanning om de vaargeul<strong>en</strong><br />

op diepte te houd<strong>en</strong> immers toe. De totale kost<strong>en</strong> van deze maatregel bedrag<strong>en</strong> naar<br />

schatting <strong>en</strong>kele miljard<strong>en</strong> euro’s. De onzekerheid daarbij meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, lijkt het opvull<strong>en</strong><br />

van de geul<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onrealistische maatregel.<br />

Lokaal kan het opvull<strong>en</strong> van geul<strong>en</strong> wel aantrekkelijk zijn. Doordat e<strong>en</strong> beperktere hoeveelheid<br />

zand nodig is zijn de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ongew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong> kleiner. De omstandighed<strong>en</strong><br />

zijn het meest geschikt als de getijd<strong>en</strong>stroom geconc<strong>en</strong>treerd is in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele geul die<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

21


omringd is met veel intergetijd<strong>en</strong>gebied, de Krabb<strong>en</strong>kreek <strong>en</strong> de geul voor de Slaak zijn<br />

daar voorbeeld<strong>en</strong> van. Deze lokale maatregel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkt effect op de zandhongerproblematiek<br />

<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarom in het PlanMER als lokale aanvulling<strong>en</strong> in de maatregelpakkett<strong>en</strong><br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Vergelijkbare natuur elders ontwikkel<strong>en</strong><br />

Het creër<strong>en</strong> van vergelijkbare natuur elders kan de achteruitgang van natuurwaard<strong>en</strong> in de<br />

<strong>Oosterschelde</strong> comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Wellicht is het mogelijk buit<strong>en</strong> de <strong>Oosterschelde</strong> natuurwaard<strong>en</strong><br />

te ontwikkel<strong>en</strong> die vergelijkbaar zijn met de waard<strong>en</strong> die in de <strong>Oosterschelde</strong> verlor<strong>en</strong><br />

gaan.<br />

De maatregel valt af omdat de realisatie van gelijkwaardige natuur elders op problem<strong>en</strong> aldaar<br />

stuit. Meest veelbelov<strong>en</strong>de voor comp<strong>en</strong>satie van de natuurwaard<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong><br />

is het herstel van getij in voormalige zeearm<strong>en</strong>. In het Volkerak-Zoommeer, het<br />

Haringvliet, de Greveling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Veerse Meer kan getij in gedempte vorm terugker<strong>en</strong> met<br />

behulp van doorlaatmiddel<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> grotere getijslag is in deze gebied<strong>en</strong> niet haalbaar. Het<br />

beperkt getij vergt e<strong>en</strong> investering van honderd<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> euro’s <strong>en</strong> is voor de natuur in<br />

de delta als geheel e<strong>en</strong> grote vooruitgang. Echter, met e<strong>en</strong> gedempte vorm van getij kan<br />

e<strong>en</strong>zelfde hoogwaardige kwaliteit als de bestaande intergetijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong><br />

niet word<strong>en</strong> bereikt door e<strong>en</strong> gebrek aan dynamiek (getijdewerking, stroming) <strong>en</strong><br />

daardoor verminderd voedselaanbod.<br />

4.1.2. Kansrijke maatregel<strong>en</strong><br />

In de voorgaande paragraaf blijkt dat er ge<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> zijn die op middellange termijn<br />

het proces van de zandhonger in de <strong>Oosterschelde</strong> kunn<strong>en</strong> stopp<strong>en</strong>. Maatregel<strong>en</strong> in de<br />

<strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning zull<strong>en</strong> zich daarom moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op het teg<strong>en</strong>gaan van het verlies van<br />

plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>. Dit kan door het sedim<strong>en</strong>t met suppleties terug te stort<strong>en</strong> op deze plat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> met erosievertrag<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> (maatregel<strong>en</strong> 6 tot <strong>en</strong> met 9). Deze<br />

maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verdere uitgewerkt in de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> hun effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

beoordeeld in het PlanMER.<br />

Suppleties<br />

Het periodiek suppler<strong>en</strong> van integetijd<strong>en</strong>gebied beoogt het aanvull<strong>en</strong> van verlor<strong>en</strong> zand op<br />

plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> suppletie is e<strong>en</strong> depot van zand gestort op e<strong>en</strong> plaat of slik. Golv<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> stroming verspreid<strong>en</strong> het zand vervolg<strong>en</strong>s geleidelijk over het integetijd<strong>en</strong>gebied.<br />

Bij het ontbrek<strong>en</strong> van natuurlijke zandaanvoer is dit e<strong>en</strong> geschikte maatregel. Langs de<br />

kust word<strong>en</strong> suppleties met succes toegepast om de kustlijn te handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoeveelheid<br />

zand in de kustzone op peil te houd<strong>en</strong>. In de <strong>Oosterschelde</strong> kunn<strong>en</strong> suppleties word<strong>en</strong><br />

uitgevoerd op de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> om hun oppervlakte <strong>en</strong> de hoogte te herstell<strong>en</strong> t<strong>en</strong> bate<br />

van natuur <strong>en</strong> veiligheid. De maatregel is e<strong>en</strong> vervanging van de verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> natuurlijke<br />

aanvoer van zand <strong>en</strong> zal gelijk in de natuur, herhaald moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omdat het extra zand<br />

langzaam weer weggespoeld wordt. Daarom zal bij het toepass<strong>en</strong> van deze maatregel in<br />

de alternatiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingegaan op aanleg <strong>en</strong> onderhoudsfrequ<strong>en</strong>tie.<br />

22<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


Afbeelding 4.5. Proef suppletie Galgeplaat<br />

Daarnaast wordt ingegaan op zandwinning. Voor het aanlegg<strong>en</strong> van suppleties is zand nodig.<br />

In de <strong>Oosterschelde</strong> zelf zijn <strong>en</strong>kele miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> kubieke meters zand beschikbaar in de<br />

diepe geul<strong>en</strong> van de <strong>Oosterschelde</strong>. Het winn<strong>en</strong> van zand in deze geul<strong>en</strong> verergert de<br />

zandhonger niet. Dit komt omdat de natuurlijke toevoer van zand uit de geul<strong>en</strong> reeds is gestopt<br />

<strong>en</strong> de erosie van de intergetijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> proces is dat wordt gedrev<strong>en</strong> door<br />

windgedrev<strong>en</strong> golfwerking hoog in de waterkolom. Door verdieping van de geul<strong>en</strong> verander<strong>en</strong><br />

deze beide process<strong>en</strong> niet. Naast zandwinning uit de <strong>Oosterschelde</strong> is ook de Noordzee<br />

e<strong>en</strong> mogelijke plek voor zandwinning.<br />

Suppleties hebb<strong>en</strong> het voordeel dat ze flexibel zijn in te zett<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan kiez<strong>en</strong> alle intergetijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong><br />

te suppler<strong>en</strong>, maar kan ook kiez<strong>en</strong> om op basis van e<strong>en</strong> selectie e<strong>en</strong> deel<br />

van de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de slikk<strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tijdelijk negatief effect van suppleties is dat<br />

het bodemlev<strong>en</strong> t<strong>en</strong> plaatse van de suppletie voor e<strong>en</strong> aantal jaar verlor<strong>en</strong> gaat.<br />

Combiner<strong>en</strong> van suppleties met oeververdediging.<br />

Afslag bestrijd<strong>en</strong>de of erosiebeperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als doel het zand zoveel<br />

mogelijk op de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Daarvoor is het nodig de opwoel<strong>en</strong>de werking<br />

van golv<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>. Dat kan op twee manier<strong>en</strong>: door golv<strong>en</strong> te demp<strong>en</strong> of door<br />

zand te fixer<strong>en</strong>. De erosie kan nooit helemaal gestopt word<strong>en</strong> met de voorgestelde maatregel<strong>en</strong>,<br />

er zal altijd sedim<strong>en</strong>t in beweging kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar de geul<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getransporteerd.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zorgt de zeespiegelstijging voor extra verdrinking van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong><br />

die alle<strong>en</strong> met suppleties gecomp<strong>en</strong>seerd kan word<strong>en</strong>. De kans<strong>en</strong> voor erosiebeperk<strong>en</strong>de<br />

maatregel<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> vooral in de combinatie met suppler<strong>en</strong>. Erosieremm<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong><br />

houd<strong>en</strong> het gesuppleerde zand langer vast zodat herhaling van suppletie minder vaak nodig<br />

is. Er zijn meerdere vorm<strong>en</strong> van erosiebeperking d<strong>en</strong>kbaar. Meest kansrijk lijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

getrapte oeververdediging met harde constructies <strong>en</strong> de aanleg van oesterbank<strong>en</strong>.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

23


Afbeelding 4.6. Schematische weergave getrapte oeververdediging<br />

E<strong>en</strong> getrapte oeververdediging bestaat uit e<strong>en</strong> serie harde constructies die als walletjes in<br />

de plaat of het slik zijn begrav<strong>en</strong>. De constructies zijn ongeveer e<strong>en</strong> halve meter tot e<strong>en</strong><br />

meter hoog. De ingreep zorgt er voor dat veel sedim<strong>en</strong>t achter de walletjes blijft hang<strong>en</strong>.<br />

Door de getrapte uitvoering blijft het oorspronkelijke profiel van de plaat of slik min of meer<br />

behoud<strong>en</strong>, dit in teg<strong>en</strong>stelling tot e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kelvoudige oeververdediging van <strong>en</strong>kele meters<br />

hoog rond de laagwaterlijn. Daarmee blijv<strong>en</strong> het landschap, de toegankelijkheid voor viss<strong>en</strong><br />

(foerageermogelijkhed<strong>en</strong> voor vogels), toegankelijkheid voor vissers <strong>en</strong> de golfdemp<strong>en</strong>de<br />

werking van plat<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> natuurlijk alternatief voor e<strong>en</strong> kunstmatige constructie is e<strong>en</strong> oesterbank. Oesterbank<strong>en</strong><br />

lijk<strong>en</strong> effectief voor de beperking van erosie, vooral wanneer de golfbelasting hoog is,<br />

maar zijn alle<strong>en</strong> inzetbaar voor het bescherm<strong>en</strong> van plaat- <strong>en</strong> slikrand<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> oesters<br />

niet op hoog integetijd<strong>en</strong>gebied kunn<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>. Daarnaast leidt e<strong>en</strong> ongelimiteerde inzet<br />

van oesterriff<strong>en</strong> tot voedselconcurr<strong>en</strong>tie met de commerciële schelpdierteelt omdat<br />

voedsel voor schelpdier<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> beperkt is. T<strong>en</strong>slotte veroorzak<strong>en</strong> de Japanse<br />

oesters lelijke verwonding<strong>en</strong> aan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die erop trapp<strong>en</strong> of vall<strong>en</strong>. De oesterriff<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> daarom niet word<strong>en</strong> ingezet in de nabijheid van recreatieve voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Inzet<br />

van oesterriff<strong>en</strong> zal daarom alle<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>, als e<strong>en</strong> analyse heeft aangetoond dat van het<br />

oesterrif ge<strong>en</strong> productieverlies veroorzaakt voor commerciële teelt <strong>en</strong> dat de locatie niet<br />

door strand of watersportrecreant<strong>en</strong> wordt bezocht.<br />

24<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


Afbeelding 4.7. Oesterbank<strong>en</strong><br />

De inzet van mosselbank<strong>en</strong> is minder effectief dan oesterbank<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt daarom in de<br />

verk<strong>en</strong>ning niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Van mossels is bek<strong>en</strong>d dat ze de e<strong>en</strong> erosieremm<strong>en</strong>de<br />

werking hebb<strong>en</strong>, maar om overwoekering met Japanse oesters te voorkom<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> mosselbank<strong>en</strong><br />

onderhoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit onderhoud gebeurt door de mossels op te viss<strong>en</strong>.<br />

Daarbij wordt sedim<strong>en</strong>t losgewoeld, waardoor de erosie versneld wordt. Ook de inzet<br />

van pal<strong>en</strong>rij<strong>en</strong> lijkt niet bijzonder effectief als erosiebeperking omdat ontgronding rondom<br />

de pal<strong>en</strong> de erosieremm<strong>en</strong>de werking deels t<strong>en</strong>ietdo<strong>en</strong>. Ook deze maatregel wordt daarom<br />

niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

4.2. Nader onderzoek kansrijke maatregel<strong>en</strong><br />

Rond de kansrijke maatregel<strong>en</strong> zijn nog veel onzekerhed<strong>en</strong>. Er is nog te weinig inzicht in<br />

hun effectiviteit, uitvoerbaarheid <strong>en</strong> kost<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> van de maatregel<strong>en</strong> nog<br />

voldo<strong>en</strong>de getest in de <strong>Oosterschelde</strong>. De <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning maakt daarom gebruik van de<br />

resultat<strong>en</strong> van de lop<strong>en</strong>de veldexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> studies voor het ontwikkel<strong>en</strong> van de alternatiev<strong>en</strong>.<br />

4.2.1. Veldexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Proefsuppletie Galgeplaat<br />

Op de Galgeplaat, e<strong>en</strong> groot integetijd<strong>en</strong>gebied in de <strong>Oosterschelde</strong>, is in 2008 e<strong>en</strong> zandsuppletie<br />

van 130.000 m 3 zand uitgevoerd. Het betreft e<strong>en</strong> unieke proef vanuit Rijkswaterstaat<br />

Zeeland, omdat het voor het eerst is dat suppleties in het kader van zandhonger in de<br />

praktijk word<strong>en</strong> uitgevoerd. Met de proef wordt ervaring opgedaan met de aanbr<strong>en</strong>gmethode.<br />

Ook br<strong>en</strong>gt de proef in kaart welke effect<strong>en</strong> de suppleties hebb<strong>en</strong> op de bodemdier<strong>en</strong>,<br />

vogels <strong>en</strong> de nabijgeleg<strong>en</strong> mosselpercel<strong>en</strong>. De belangrijkste vrag<strong>en</strong> daarbij zijn hoe lang<br />

het zand blijft ligg<strong>en</strong> op de plaat <strong>en</strong> hoe lang het duurt voordat het zand weer volledig bewoond<br />

is door de bodemdier<strong>en</strong>. De ontwikkeling van de proefsuppletie <strong>en</strong> het bodemlev<strong>en</strong><br />

wordt gevolgd met e<strong>en</strong> uitgebreid meetprogramma <strong>en</strong> jaarlijks geëvalueerd. Die evaluatie<br />

vindt onder andere plaats door vogeltelling<strong>en</strong>, het monitor<strong>en</strong> van hoeveelhed<strong>en</strong> bodemsoort<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> soort<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>, <strong>en</strong> maandelijkse hoogtemeting<strong>en</strong> om erosie <strong>en</strong> sedim<strong>en</strong>tatie<br />

in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

25


Afbeelding 4.8. De suppletie Galgeplaat gaat op in zijn omgeving (ontwikkeling 2008-<br />

2010)<br />

In de voortgangsrapportage 2010 proefsuppletie Galgeplaat (Holzhauer et al. 2010) word<strong>en</strong><br />

de gegev<strong>en</strong>s van de proef tot <strong>en</strong> met december 2009 geanalyseerd. Deze analyse laat zi<strong>en</strong><br />

dat de suppletie voor het overgrote deel blijft ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervoor gezorgd heeft dat de droogvalduur<br />

van de plaat ter plaatse is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Met name de hogere del<strong>en</strong> van de suppletie<br />

vlakk<strong>en</strong> af. Het geërodeerde zand zet zich direct naast de suppletie af <strong>en</strong> blijft zo beschikbaar<br />

op de plaat. Omdat het zand niet ver wordt getransporteerd is nog ge<strong>en</strong> sprake<br />

van het voed<strong>en</strong> van het omligg<strong>en</strong>de gebied vanuit de suppletie. Er zijn duidelijk aanwijzing<strong>en</strong><br />

voor herstel van de bodemdiergeme<strong>en</strong>schap ter plaatse van de suppletie, maar de<br />

geme<strong>en</strong>schap is nog niet hersteld tot het niveau van voor de suppletie in 2007. Daarbij is<br />

de biomassa in het hoogste deel minder snel toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dan in het lager geleg<strong>en</strong> gebied.<br />

Vogels fourageerd<strong>en</strong> in 2009 niet op de suppletie maar in 2010 alweer met 50 % van de<br />

dichthed<strong>en</strong> van 2007. Er zijn ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> van de suppletiewerkzaamhed<strong>en</strong> op<br />

de groei <strong>en</strong> ontwikkeling van mossel<strong>en</strong> in de omgeving.<br />

Proef oesterrif<br />

In de Zuidwestelijke Delta bestudeert het onderzoeksprogramma Building with Nature<br />

(www.ecoshape.nl) de zandhongerproblematiek van de <strong>Oosterschelde</strong>. Het project zoekt<br />

naar duurzame oplossing<strong>en</strong>, waarbij wordt uitgegaan van natuurlijke process<strong>en</strong> om het<br />

huidige proces van afbraak van het plaatareaal te stopp<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> erosiebeperk<strong>en</strong>de maatregel<br />

die in Building with Nature wordt getest is het toepass<strong>en</strong> van lev<strong>en</strong>de oesterriff<strong>en</strong> om<br />

zandafslag te vertrag<strong>en</strong> op zwaar aangevall<strong>en</strong> slikrand<strong>en</strong> van de slikk<strong>en</strong> van viane <strong>en</strong> het<br />

Stelletje bij Zierikzee. De riff<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangelegd door brede platte korv<strong>en</strong> van grof kipp<strong>en</strong>gaas<br />

te vull<strong>en</strong> met oesterschelp<strong>en</strong>. Deze word<strong>en</strong> naast elkaar geplaatst tot e<strong>en</strong> 200 m<br />

lang <strong>en</strong> 8 m breed rif. Het is de bedoeling dat het de schelp<strong>en</strong> in de korv<strong>en</strong> begroeid rak<strong>en</strong><br />

met oesterbroedjes die in augustus in het water zwev<strong>en</strong>. Uit de broedjes groei<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><br />

oesters die de korv<strong>en</strong> langzaamaan in e<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>d natuurlijk oesterrif omvorm<strong>en</strong>.<br />

26<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


4.2.2. Studies<br />

Afbeelding 4.9. Experim<strong>en</strong>tele aanleg oesterrif bij De Val, aangelegd door Stichting<br />

Ecoshape voor het programma ‘Building with Nature’<br />

Proef schelphoek<br />

De Proef Schelphoek wordt binn<strong>en</strong> de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning ingezet om meer inzicht te krijg<strong>en</strong><br />

in het combiner<strong>en</strong> van suppleties met erosiebeperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>. De proef zal start<strong>en</strong><br />

in de zomer van 2011 op de proeflocatie schelphoek. Er wordt e<strong>en</strong> dijksuppletie aangelegd<br />

sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> serie cascades: zandvangdrempels die als walletjes in de plaat of slik zijn<br />

ingegrav<strong>en</strong>. De cascades moet<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat de suppletie wegspoelt naar de geul. De<br />

proef monitort de verspreiding van het suppletiezand door getij <strong>en</strong> golv<strong>en</strong>. Het meetplan<br />

richt zich daarnaast op de ecologische parameters die beïnvloed word<strong>en</strong> door de proef,<br />

met name parameters gerelateerd aan Natura 2000 doel<strong>en</strong>. Hierbij valt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan vogelaantall<strong>en</strong>,<br />

zeehond<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>, de (kwaliteit van) areal<strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zilte vegetatie.<br />

Ook zal het meetplan zo ingericht word<strong>en</strong> dat ev<strong>en</strong>tuele gevolg<strong>en</strong> op de schelpdierkwekerijsector<br />

in beeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebracht. In de proef schelphoek wordt als cascade<br />

e<strong>en</strong> oesterrif opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om het concept verder te test<strong>en</strong> op mogelijkhed<strong>en</strong> voor bestrijding<br />

van de zandhonger.<br />

Deelstudie suppletiestrategieën<br />

De deelstudie suppletiestrategieën (Witteve<strong>en</strong>+Bos 2010) is uitgevoerd om meer inzicht te<br />

krijg<strong>en</strong> in mogelijke uitvoeringsstrategieën voor suppleties <strong>en</strong> hun effect<strong>en</strong> op de ecologie<br />

<strong>en</strong> gebruiksfuncties in de <strong>Oosterschelde</strong>. Verschill<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong> van suppler<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> daarmee word<strong>en</strong> de keuzes inzichtelijk gemaakt. De vergelijking is gemaakt op<br />

basis van e<strong>en</strong> multicriteria-analyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>effectiviteitsanalyse, waarin de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bat<strong>en</strong> voor ecologie <strong>en</strong> gebruiksfuncties zijn meegewog<strong>en</strong>. In het rapport wordt gekek<strong>en</strong><br />

naar de meest economische manier om het gehele areaal integetijd<strong>en</strong>gebied door suppletie<br />

te behoud<strong>en</strong>. Er kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal uitgangspunt<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>:<br />

- e<strong>en</strong> uitvoeringstechnische randvoorwaarde is e<strong>en</strong> minimale suppletiedikte op e<strong>en</strong> plaat<br />

of slik van 0,5 m;<br />

- zandwinlocaties in de Noordzee scor<strong>en</strong> lager dan winlocaties in de <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

Winning in de Noordzee is (onder andere) minimaal e<strong>en</strong> factor 2 duurder, ecologisch<br />

minder aantrekkelijk omdat het zand waarschijnlijk minder lijkt op gebiedseig<strong>en</strong> materi-<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

27


aal <strong>en</strong> complexer door meer overslag <strong>en</strong> ingewikkelde planning waardoor de uitvoeringsrisico’s<br />

groter zijn;<br />

- het mak<strong>en</strong> van zandreservoirs op plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> lijkt ecologisch gezi<strong>en</strong> gunstiger<br />

dan het bedekk<strong>en</strong> van de hele plaat met zand.<br />

Autonoom Neerwaartse Tr<strong>en</strong>d (ANT)<br />

De ANT studie wordt uitgevoerd door Deltares in opdracht van Rijkswaterstaat. Deze studie<br />

br<strong>en</strong>gt de gevolg<strong>en</strong> van zandhonger in de <strong>Oosterschelde</strong> in kaart <strong>en</strong> beschrijft de effect<strong>en</strong><br />

op natuur (instandhoudingsdoel<strong>en</strong>) <strong>en</strong> veiligheid (overstromingsrisico’s). ANT geeft naast<br />

voorspelling<strong>en</strong> voor de toekomst (tot 2060) op 4 mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 2013 advies over de mogelijke<br />

aanpak van de zandhongerproblematiek, in de vorm van handelingsperspectiev<strong>en</strong><br />

voor beheer. Om antwoord te kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> op de vraag welke instandhoudingsdoel<strong>en</strong> van<br />

2015 tot 2060 haalbaar zijn, g<strong>en</strong>ereert de studie in sam<strong>en</strong>spraak met de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning<br />

oplossingsrichting<strong>en</strong> voor de zandhonger problematiek. Daarbij wordt de relatie beschrev<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de te nem<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het te bereik<strong>en</strong> niveau van natuurdoel<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning zull<strong>en</strong> de inzicht<strong>en</strong> vanuit ANT di<strong>en</strong><strong>en</strong> als input voor de effectbeschrijving<br />

van alternatiev<strong>en</strong> in het PlanMER. Ook zijn de adviez<strong>en</strong> van ANT van belang<br />

voor het opstell<strong>en</strong> van het ‘plan van aanpak beheer <strong>en</strong> onderhoud’ van de voorkeursaanpak.<br />

De onderzoeksvrag<strong>en</strong> vanuit de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> word<strong>en</strong><br />

afgestemd met het onderzoeksspoor in ANT. Hiervoor wordt regelmatig gezam<strong>en</strong>lijk overlegd.<br />

Tot nu toe zijn de volg<strong>en</strong>de uitgangspunt<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> voor de <strong>MIRT</strong> verk<strong>en</strong>ning:<br />

- als in het integetijd<strong>en</strong>gebied de wadvogeldoel<strong>en</strong> van het Natura 2000-beleid word<strong>en</strong><br />

gehaald, haalt de <strong>Oosterschelde</strong> alle doel<strong>en</strong> die van deze zone afhankelijk zijn. Daarmee<br />

zijn de wadvogels in deze zone normstell<strong>en</strong>d. Het gaat daarbij om de volg<strong>en</strong>de<br />

wadvogels die negatieve effect<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong> van de zandhonger: Scholekster, Kanoetstrandloper,<br />

Wulp, Rosse grutto, Kluut, Zilverplevier, Tureluur, Ste<strong>en</strong>loper, Bonte<br />

standloper, Driete<strong>en</strong>strandloper, Zwarte ruiter <strong>en</strong> Gro<strong>en</strong>pootruiter;<br />

- door de grote onzekerheid lijkt flexibiliteit van de alternatiev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk pluspunt:<br />

ler<strong>en</strong> door te do<strong>en</strong>.<br />

4.3. Uitgangspunt<strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong><br />

Naar aanleiding van de selectie van kansrijke maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eerste onderzoeksresultat<strong>en</strong><br />

van de veldexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> studies wordt de scope van de alternatiev<strong>en</strong> verder ingekaderd:<br />

- als uitgangspunt voor de locatie van suppleties <strong>en</strong> erosiebeperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> in de<br />

alternatiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de bestaande plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze gebied<strong>en</strong> zijn<br />

duidelijk begr<strong>en</strong>sd door dijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> geul<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> welbek<strong>en</strong>de nam<strong>en</strong> (zie afbeelding<br />

2.1). Er wordt niet gekek<strong>en</strong> naar aanleg van nieuw integetijd<strong>en</strong>gebied omdat de<br />

aanleg- <strong>en</strong> onderhoudskost<strong>en</strong> hiervoor vele mal<strong>en</strong> hoger zijn;<br />

- ler<strong>en</strong> door te do<strong>en</strong>. Over het effect <strong>en</strong> de effectiviteit van suppler<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> van<br />

erosie in het integetijd<strong>en</strong>gebied is weinig bek<strong>en</strong>d. Daarom is beslot<strong>en</strong> om maatregel<strong>en</strong><br />

te beproev<strong>en</strong> in het veld <strong>en</strong> de ontwikkeling int<strong>en</strong>sief te volg<strong>en</strong> met monitoring. Dit leerproces<br />

zal doorlop<strong>en</strong> na de ontwikkeling van alternatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de keuze voor e<strong>en</strong> voorkeursaanpak.<br />

Alternatiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarom vastgelegd op hoofdlijn<strong>en</strong> vanuit de nu beschikbare<br />

k<strong>en</strong>nis. Er wordt ruimte gelat<strong>en</strong> om de alternatiev<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze hoofdlijn<strong>en</strong><br />

flexibel in te vull<strong>en</strong>, waardoor waardevolle informatie uit toekomstige studies <strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

optimaal kan word<strong>en</strong> ingezet;<br />

- als zandwinlocatie wordt in eerste instantie gekoz<strong>en</strong> voor de <strong>Oosterschelde</strong>, omdat<br />

zandwinning in de Noordzee economisch <strong>en</strong> ecologisch minder aantrekkelijk is. Met<br />

e<strong>en</strong> interne herverdeling van zand wordt de zandhonger niet structureel verminderd,<br />

28<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


maar word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> wel bestred<strong>en</strong>. De zandwinlocaties moet<strong>en</strong> nog bepaald word<strong>en</strong><br />

voor de alternatiev<strong>en</strong>. Als blijkt dat de geul<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> onvoldo<strong>en</strong>de<br />

zand kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> of er negatieve effect<strong>en</strong> zijn op de stabiliteit van de dijk<strong>en</strong>, plat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> of op gebruiksfuncties, dan wordt gekek<strong>en</strong> naar winning van Noordzeezand;<br />

- voor de beoordeling in het PlanMER van effect<strong>en</strong> op de Natura 2000-instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

in het intergetijd<strong>en</strong>gebied zijn de wadvogeldoel<strong>en</strong> normstell<strong>en</strong>d.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

29


30<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


5. ALTERNATIEVEN EN AFWEGINGSPROCES<br />

5.1. De alternatiev<strong>en</strong><br />

In de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> word<strong>en</strong> op hoofdlijn<strong>en</strong> drie alternatiev<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong> waarvan de effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld in het PlanMER.<br />

Refer<strong>en</strong>tiealternatief<br />

In het refer<strong>en</strong>tiealternatief wordt aan de wettelijke veiligheidsnorm uit de waterwet voldaan<br />

door dijkverzwaring. Er word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> voor natuur g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

slikk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hierdoor langzaam verdwijn<strong>en</strong>. De instandhoudingsdoel<strong>en</strong> vanuit het Natura<br />

2000-beleid moet<strong>en</strong> hierbij naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bijgesteld, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> afname<br />

van het integetijd<strong>en</strong>gebied met 50 ha/jaar.<br />

Voorlandalternatief<br />

In het voorlandalternatief wordt aan de wettelijke veiligheidsnorm uit de waterwet voldaan,<br />

waarbij gekoz<strong>en</strong> wordt voor het principe: vooroeversuppleties waar het kan, dijkverzwaring<br />

als dat economisch optimaal is. De vooroeversuppleties gev<strong>en</strong> beperkte bat<strong>en</strong> voor natuur.<br />

Uit studies blijkt dat vooroeversuppletie aan de voet van e<strong>en</strong> dijk e<strong>en</strong> efficiënte manier is<br />

om golfaanval op de dijk te demp<strong>en</strong>. De vooroeversuppletie moet dan e<strong>en</strong> minimale breedte<br />

van ongeveer 80 m hebb<strong>en</strong> (Blom 2007) <strong>en</strong> steekt maximaal e<strong>en</strong> meter uit bov<strong>en</strong> het<br />

omring<strong>en</strong>de integetijd<strong>en</strong>gebied. Bij hoogwater wordt de vooroeversuppletie overspoeld.<br />

Door de vooroeversuppleties kan dijkverzwaring voorkom<strong>en</strong> of uitgesteld word<strong>en</strong>. Blom<br />

(2007) geeft aan dat vooroeversuppleties financieel e<strong>en</strong> reële optie is bij ongeveer 50 %<br />

van de locaties met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de golfbelasting in de <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

Plat<strong>en</strong>alternatief<br />

Het plat<strong>en</strong>alternatief is e<strong>en</strong> uitbreiding van het voorlandalternatief: naast suppleties op<br />

vooroevers word<strong>en</strong> ook andere (del<strong>en</strong> van) plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> periodiek gesuppleerd. Bov<strong>en</strong>op<br />

het voldo<strong>en</strong> aan de wettelijke veiligheidsnorm<strong>en</strong> wordt daarmee ingezet op behoud<br />

van foerageergebied in de <strong>Oosterschelde</strong> vanuit de Natura 2000 natuuropgave. In aanvulling<br />

op de suppleties kunn<strong>en</strong> erosiebeperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet als dit economisch<br />

<strong>en</strong> ecologisch efficiënt lijkt.<br />

Voor het plat<strong>en</strong>alternatief word<strong>en</strong> vier variant<strong>en</strong> opgesteld met als uitgangspunt e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

kost<strong>en</strong>plaatje. De eerste variant gaat uit van voldo<strong>en</strong>de behoud aan plaat <strong>en</strong><br />

slikareaal om aan de huidige Natura 2000-instandhoudingsdoel<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. De andere<br />

drie variant<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> wat bereikt kan word<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel van het budget dat b<strong>en</strong>odigd<br />

is voor 100 % behal<strong>en</strong> van de instandhoudingsdoel<strong>en</strong>. Deze variant<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als uitgangspunt<br />

e<strong>en</strong> besteding van respectievelijk 1/10, 1/3 <strong>en</strong> 2/3 deel van het budget van de<br />

eerste variant. Hierbij wordt in beeld gebracht welke plat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wat de bat<strong>en</strong> dan zijn voor natuur. De invulling van de variant<strong>en</strong> vindt plaats door plat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

slikk<strong>en</strong> te prioriter<strong>en</strong> op:<br />

- ecologische waarde;<br />

- de urg<strong>en</strong>tie van ingrijp<strong>en</strong>;<br />

- kost<strong>en</strong> van suppler<strong>en</strong> <strong>en</strong> erosiebeperking (inclusief onderhoud);<br />

- effect<strong>en</strong> van suppler<strong>en</strong> <strong>en</strong> erosiebeperking op het huidige gebruik (schelpdierteelt, recreatie,<br />

scheepvaart <strong>en</strong> natuur).<br />

E<strong>en</strong> slik of e<strong>en</strong> plaat maakt veel kans geselecteerd te word<strong>en</strong> bij: e<strong>en</strong> hoge natuurwaarde,<br />

relatief lage kost<strong>en</strong> voor behoud <strong>en</strong> weinig hinder voor de mossel- <strong>en</strong> oesterkweek op nabijgeleg<strong>en</strong><br />

percel<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere gebruikers. Dit is voor e<strong>en</strong> deel e<strong>en</strong> rationeel proces, maar<br />

ook e<strong>en</strong> emotioneel proces, het gaat immers om de vraag ‘welke plaat wel/niet’.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

31


5.2. Afwegingsproces<br />

Bij de procedure van alternatiefvorming is inspraak van belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> belangrijk. De<br />

stuurgroep komt hiervoor met e<strong>en</strong> voorstel dat zal word<strong>en</strong> afgestemd met de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />

De alternatiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s beoordeeld in het PlanMER. Hoofdstuk 6 gaat specifiek<br />

in op de criteria die bij deze beoordeling e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Over de resultat<strong>en</strong> in het<br />

PlanMER vindt inspraak <strong>en</strong> advies plaats (zie paragraaf 1.4). Verder wordt e<strong>en</strong> Maatschappelijke<br />

Kost<strong>en</strong> Bat<strong>en</strong> Analyse uitgevoerd.<br />

De stuurgroep <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> neemt e<strong>en</strong> voorstel voorkeursbeslissing<br />

voor het bestrijd<strong>en</strong> van de zandhonger, daarbij rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de<br />

milieugevolg<strong>en</strong>, inspraakreacties <strong>en</strong> adviez<strong>en</strong>. De voorkeursbeslissing wordt ter besluitvorming<br />

voorgelegd aan het BO-<strong>MIRT</strong> in het voorjaar van 2013. Dit voorkeursalternatief<br />

(VKA) wordt gepres<strong>en</strong>teerd in de vorm van e<strong>en</strong> structuurvisie, waarop hoofdstuk 7 nader<br />

ingaat, sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> concept-bestuursovere<strong>en</strong>komst. Afhankelijk van de beslissing wordt<br />

het project voortgezet in de planuitwerkingsfase. De voorkeursaanpak wordt uitgewerkt in<br />

e<strong>en</strong> plan procedures <strong>en</strong> vergunning<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> plan van aanpak uitvoering <strong>en</strong> beheer. Afbeelding<br />

5.1 geeft e<strong>en</strong> overzicht van de te doorlop<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong>.<br />

Afbeelding 5.1. Te doorlop<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> in de <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong><br />

32<br />

Plan-<br />

MER<br />

+<br />

MKBA<br />

Alternatiev<strong>en</strong><br />

Variant<strong>en</strong><br />

Vastlegg<strong>en</strong><br />

VKA<br />

Refer<strong>en</strong>tie<br />

alternatief<br />

Refer<strong>en</strong>tie<br />

alternatief<br />

Voorland<br />

alternatief<br />

Voorland<br />

alternatief<br />

1/10 budget<br />

plaatvariant<br />

Plat<strong>en</strong><br />

alternatief<br />

Voorkeursalternatief<br />

1/3 budget<br />

plaatvariant<br />

Structuurvisie zandhonger Structuurvisie Plan zandhonger Procedures <strong>en</strong><br />

<strong>Oosterschelde</strong> <strong>Oosterschelde</strong><br />

Vergunning<strong>en</strong><br />

2/3 budget 100% budget<br />

plaatvariant plaatvariant<br />

Plan van aanpak<br />

uitvoering <strong>en</strong> beheer<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


6. EFFECTBEOORDELING ALTERNATIEVEN<br />

Het PlanMER geeft inzicht in de milieu-effect<strong>en</strong> van de geselecteerde alternatiev<strong>en</strong>. Het<br />

MKBA vergelijkt de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> per alternatief. Deze afweging<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de onderbouwing<br />

voor de keuze van de voorkeursaanpak. Dit hoofdstuk bespreekt welke aspect<strong>en</strong><br />

van belang zijn voor de vergelijking van de alternatiev<strong>en</strong> in het PlanMER <strong>en</strong> MKBA.<br />

6.1. Beoordeling effect<strong>en</strong> in PlanMER<br />

6.1.1. Natuur<br />

De beoordelingscriteria zijn sam<strong>en</strong>gevat in tabel 6.1 Tijd<strong>en</strong>s de beoordeling wordt bij voorkeur<br />

e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt in effect<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de implem<strong>en</strong>tatie van maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong><br />

van het gerealiseerde plan.<br />

E<strong>en</strong> belangrijk aspect om te onderzoek<strong>en</strong> in het kader van het PlanMER is het effect van<br />

de alternatiev<strong>en</strong> op de ecologie. Suppletie van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> positief effect<br />

voor de natuurwaard<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> op de lange termijn, maar leidt wel tot e<strong>en</strong><br />

aanlegschade van twee tot drie jaar (ervaring suppletie Galgeplaat). Uiteindelijk di<strong>en</strong>t de<br />

uitvoer van de voorkeursaanpak te leid<strong>en</strong> tot maatregel<strong>en</strong> die de Natura 2000-instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

in het gebied ondersteun<strong>en</strong>.<br />

Uitgangspunt voor de beoordeling van ecologische effect<strong>en</strong> zijn de instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

vanuit het Natura 2000-beleid. Normstell<strong>en</strong>d zijn hierbij de wadvogeldoel<strong>en</strong>, gekwantificeerd<br />

in vogelaantall<strong>en</strong>. Als de <strong>Oosterschelde</strong> de wadvogeldoel<strong>en</strong> haalt, dan haalt het gebied<br />

alle natuurdoel<strong>en</strong> voor de droogvall<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong> (plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>) (de Ronde et al.<br />

2010). De wadvogels zijn namelijk afhankelijk van mogelijkhed<strong>en</strong> voedsel te vind<strong>en</strong> in deze<br />

gebied<strong>en</strong>. In het PlanMER wordt gekek<strong>en</strong> naar het areaal dat bijzonder geschikt, geschikt<br />

<strong>en</strong> beperkt geschikt is voor wadvogels, ev<strong>en</strong>tueel gespecificeerd naar het type wadvogel.<br />

Aan de hand hiervan wordt e<strong>en</strong> vertaling gemaakt van verwachte vogelaantall<strong>en</strong>. Daarnaast<br />

wordt specifiek gekek<strong>en</strong> naar aanlegschade aan de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> door<br />

suppleties.<br />

Aanvull<strong>en</strong>d wordt gekek<strong>en</strong> naar de natuurwaard<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong> water in verband met<br />

zandwinlocaties <strong>en</strong> neerdal<strong>en</strong>d zweefstof. T<strong>en</strong> slotte wordt gekek<strong>en</strong> naar verstoring<strong>en</strong> voor<br />

de gebied<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de gemiddelde hoogwaterlijn door vaarbeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong>.<br />

Pass<strong>en</strong>de beoordeling<br />

E<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de beoordeling bij e<strong>en</strong> structuurvisie is bedoeld om de planonderdel<strong>en</strong> in beeld<br />

te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot significante effect<strong>en</strong> op natuurwaard<strong>en</strong> die beschermd<br />

word<strong>en</strong> door de Natuurbeschermingswet (Nbwet) <strong>en</strong> de Flora <strong>en</strong> faunawet. Of e<strong>en</strong> effect<br />

significant is, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vanuit de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong>; er is sprake<br />

van significantie wanneer de doel<strong>en</strong> in gevaar kom<strong>en</strong>. De structuurvisie is niet vergunningplichtig<br />

in het kader van de Nbwet maar er is wel e<strong>en</strong> goedkeuringsvereiste. Bij de uitwerking<br />

van de visie in e<strong>en</strong> plan van uitvoer is e<strong>en</strong> Nbwet vergunning wel nodig. Het abstracti<strong>en</strong>iveau<br />

van de beoordeling zal aansluit<strong>en</strong> bij het abstracti<strong>en</strong>iveau van de structuurvisie.<br />

Bij plaatsuppleties ontstaat er e<strong>en</strong> interessante situatie: de natuurwaard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op de<br />

korte termijn aangetast door aanlegschade van suppleties, maar voor behoud van natuurwaard<strong>en</strong><br />

op de lange termijn is dit noodzakelijk. De red<strong>en</strong>ering is dat het lange termijn behoud<br />

van de plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> zwaarder weegt dan het belang van korte termijn bescherming<br />

van natuurgebied<strong>en</strong>. Comp<strong>en</strong>satie van tijdelijk verlies van natuurwaard<strong>en</strong> door sup-<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

33


pleties moet in de <strong>Oosterschelde</strong> word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> in de vorm van suppletie van aanvull<strong>en</strong>d<br />

integetijd<strong>en</strong>gebied. Daarbij leidt de comp<strong>en</strong>satie van natuurwaard<strong>en</strong> tot dezelfde schade<br />

als waarvoor gecomp<strong>en</strong>seerd moet word<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> niet doelmatig is. In de pass<strong>en</strong>de<br />

beoordeling wordt daarom gezocht naar aanpassing<strong>en</strong> in aanpak <strong>en</strong> werkwijze waarmee<br />

deze aanlegschade wordt geminimaliseerd.<br />

6.1.2. Veiligheid<br />

De wettelijke veiligheidsnorm<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> randvoorwaarde voor alle alternatiev<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> alternatief meer veiligheid garandeert dan de wettelijke norm wordt dit aangegev<strong>en</strong>.<br />

Daarbov<strong>en</strong>op wordt gekek<strong>en</strong> naar de flexibiliteit dat e<strong>en</strong> alternatief biedt om verandering<strong>en</strong><br />

in norm<strong>en</strong> of omstandighed<strong>en</strong> (zoals e<strong>en</strong> ander sluitregime van de kering) te faciliter<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte wordt gecheckt of de zandwinning niet leidt tot instabiliteit van waterkering<strong>en</strong>.<br />

6.1.3. Gebruiksfuncties<br />

Schelpdierkweek<br />

De <strong>Oosterschelde</strong> is e<strong>en</strong> belangrijk gebied voor de mossel- <strong>en</strong> oestervisserij. Het kwek<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> oogst<strong>en</strong> van mossel<strong>en</strong> <strong>en</strong> oesters is alle<strong>en</strong> toegestaan met e<strong>en</strong> vergunning <strong>en</strong> gebond<strong>en</strong><br />

aan percel<strong>en</strong>. Op de percel<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> de mossel<strong>en</strong> in twee tot drie jaar uit tot consumptiemossel<strong>en</strong>.<br />

In de <strong>Oosterschelde</strong> is ongeveer 4.000 ha (11 % van het totale oppervlak)<br />

aangewez<strong>en</strong> als mosselperceel <strong>en</strong> 1.500 ha als kweekperceel van oesters. Deze percel<strong>en</strong><br />

bevind<strong>en</strong> zich oostelijk van Yerseke. Aangezi<strong>en</strong> de meeste mosselpercel<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

deel van de oesterpercel<strong>en</strong> zich op de plaat- <strong>en</strong> slikrand<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze effect ondervind<strong>en</strong><br />

van inspoel<strong>en</strong>d zand <strong>en</strong> zwev<strong>en</strong>de stof van suppleties. Inspoel<strong>en</strong>d zand <strong>en</strong> zwev<strong>en</strong>de<br />

stof hor<strong>en</strong> thuis in e<strong>en</strong> zeearm met getij zoals de <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong> mossel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

oesters zijn daar van nature op ingesteld. De suppleties kunn<strong>en</strong> echter tot e<strong>en</strong> zodanige<br />

stress leid<strong>en</strong> dat er sprake is van productieverlies t<strong>en</strong> opzichte van ongestoorde omstandighed<strong>en</strong>.<br />

In het PlanMER word<strong>en</strong> deze effect<strong>en</strong> beoordeeld. In het geval productieverlies<br />

wordt verwacht, wordt uitgezocht hoe die is te voorkom<strong>en</strong> met aanvull<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong><br />

zoals bijvoorbeeld de aanleg van perskades. Als er dan nog sprake is van ongew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong>,<br />

wordt uitgezocht waar <strong>en</strong> wanneer deze zich voordo<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe ze zijn te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong><br />

met bijvoorbeeld het inricht<strong>en</strong> van tijdelijke percel<strong>en</strong> op andere locaties.<br />

Visserij<br />

In de <strong>Oosterschelde</strong> wordt met vaste vistuig<strong>en</strong> gevist op paling, zeebaars e.a., met sleepnett<strong>en</strong><br />

op platvis <strong>en</strong> met vall<strong>en</strong> op kreeft. De kreeft<strong>en</strong>visserij is e<strong>en</strong> belangrijke economische<br />

activiteit in de <strong>Oosterschelde</strong>. De kreeft<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> in de nabijheid van onderwateroeverbestorting<strong>en</strong>,<br />

waar de kreeft<strong>en</strong> hun hol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De onderwateroeverbestorting<strong>en</strong><br />

bevind<strong>en</strong> zich op plekk<strong>en</strong> waar diepe geul<strong>en</strong> direct aan de dijk ligg<strong>en</strong>. Op deze<br />

plekk<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> inter-getijd<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanleg van suppleties zal daarom de kreeft<strong>en</strong>visserij<br />

niet negatief beïnvloed<strong>en</strong>. Mogelijk ondervindt de kreeft<strong>en</strong>visserij wel e<strong>en</strong> negatieve<br />

invloed van zandwinning in de <strong>Oosterschelde</strong>. E<strong>en</strong> beoordeling van dit effect wordt<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het PlanMER.<br />

Recreatie<br />

Binn<strong>en</strong> het thema recreatie zal het effect<strong>en</strong>onderzoek zich <strong>en</strong>erzijds richt<strong>en</strong> op de ontwikkelingsruimte<br />

voor recreatieve activiteit<strong>en</strong> in het gebied. Anderzijds zull<strong>en</strong> mogelijke aantasting<br />

of verdringing van bestaande recreatieve voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> onderzocht word<strong>en</strong>. Er zal<br />

word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar mogelijke effect<strong>en</strong> op duik<strong>en</strong>, dagrecreatie, zeeaasstek<strong>en</strong>, h<strong>en</strong>gelsport<br />

<strong>en</strong> watersport.<br />

34<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


Scheepvaart<br />

De <strong>Oosterschelde</strong> k<strong>en</strong>t <strong>en</strong>kele scheepvaartroutes, waarvan de route Krammersluiz<strong>en</strong> -<br />

Wemeldinge de belangrijkere beroepsvaart faciliteert. Recreatievaart vindt veelal plaats<br />

tuss<strong>en</strong> de verscheid<strong>en</strong>e jachthav<strong>en</strong>s in de <strong>Oosterschelde</strong>. Niet zo zeer voor het kiez<strong>en</strong> van<br />

de voorkeursstrategie zelf, maar vooral voor de keuze van het uitvoeringsalternatief zull<strong>en</strong><br />

de effect<strong>en</strong> op deze gebruiksfuncties van belang zijn, omdat tijd<strong>en</strong>s de uitvoering vaarroutes<br />

drukker bezet zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarnaast kunn<strong>en</strong> cascades ev<strong>en</strong>tueel gevaar op lever<strong>en</strong><br />

voor de recreatievaart wanneer deze niet duidelijk word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>.<br />

6.1.4. Cultuurhistorie <strong>en</strong> archeologie<br />

Cultuurhistorie<br />

De <strong>Oosterschelde</strong>dijk<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rijke historie <strong>en</strong> zijn tegelijkertijd ook k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d in<br />

het landschap aan de rand<strong>en</strong> van het studiegebied van de verk<strong>en</strong>ning. Dorp, Stad <strong>en</strong> Lande<br />

adviseurs hebb<strong>en</strong> reeds rec<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie geleverd van de cultuurhistorische<br />

waard<strong>en</strong> in het gebied in het rapport ‘Cultuurhistorie aan de <strong>Oosterschelde</strong>dijk<strong>en</strong>’. Het<br />

PlanMER zal beschrijv<strong>en</strong> welke effect<strong>en</strong> de alternatiev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op herk<strong>en</strong>baarheid van<br />

de cultuurhistorische waard<strong>en</strong>, karakteristieke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het landschap, de ongereptheid<br />

van de <strong>Oosterschelde</strong>, <strong>en</strong> of er landschappelijke inpassing mogelijk is.<br />

Archeologie<br />

In de <strong>Oosterschelde</strong> bevind<strong>en</strong> zich mogelijk gebied<strong>en</strong> waar archeologische waard<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong><br />

of waar e<strong>en</strong> reële verwachting bestaat dat zij aanwezig zijn. Hiermee di<strong>en</strong>t rek<strong>en</strong>ing<br />

te word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> bij het afweg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voorkeursaanpak. Archeologisch erfgoed betreft<br />

onder andere:<br />

- beschermde terrein<strong>en</strong> op grond van de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet;<br />

- terrein<strong>en</strong> van groot archeologisch belang volg<strong>en</strong>s de Archeologische Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Kaart;<br />

- terrein<strong>en</strong> met reële archeologische verwachtingswaard<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de Indicatieve Kaart<br />

Archeologische Waard<strong>en</strong>.<br />

In het beoordel<strong>en</strong> van de alternatiev<strong>en</strong> op het aspect archeologie wordt er gekek<strong>en</strong> naar de<br />

pot<strong>en</strong>tiële aantasting van het archeologisch erfgoed.<br />

Tabel 6.1. Beoordelingskader voor alternatiev<strong>en</strong> in het PlanMER.<br />

thema aspect beoordeling<br />

natuur<br />

effect op instandhoudingsdoel<strong>en</strong> areaal geschikt voor foerager<strong>en</strong> wadvo-<br />

effect op beschermde flora <strong>en</strong> fauna<br />

door suppleties<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

gels<br />

mogelijkheid doding beschermde flora <strong>en</strong><br />

fauna<br />

effect zandwinning - mate van beschadiging onderwater<br />

effect van zweefstof door zandwinning<br />

<strong>en</strong> suppleties<br />

effect vaarbeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkzaamhe-<br />

d<strong>en</strong><br />

waterbodem effect van de suppleties op de waterbo-<br />

demkwaliteit<br />

habitat van de habitatrichtlijn<br />

- instabiliteit plat<strong>en</strong><br />

areaal met conc<strong>en</strong>traties zweefstof<br />

schadelijk voor onderwaterlev<strong>en</strong> (filter-<br />

feeders, doorzicht)<br />

verstoring zeezoogdier<strong>en</strong> <strong>en</strong> foerage-<br />

r<strong>en</strong>de vogels<br />

verslechtering kwaliteit van de bodem<br />

van slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plat<strong>en</strong><br />

35


veiligheid<br />

gebruiksfuncties<br />

cultuurhistorie <strong>en</strong> archeologie<br />

36<br />

effect suppleties <strong>en</strong> dijkverzwaring - veiligheidsnorm<strong>en</strong> waterwet<br />

- flexibiliteit voor aanpassing<strong>en</strong> be-<br />

heer in de toekomst<br />

effect zandwinning instabiliteit waterkering<strong>en</strong><br />

6.2. Maatschappelijke Kost<strong>en</strong> Bat<strong>en</strong> Analyse (MKBA)<br />

visserij <strong>en</strong> schelpdierkwekerij - effect suppleties op productiviteit<br />

mossel- <strong>en</strong> oesterpercel<strong>en</strong><br />

- effect<strong>en</strong> zandwinning op kreeft<strong>en</strong>-<br />

visserij<br />

recreatie - mogelijke aantasting of verdringing<br />

recreatieve voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

- ontwikkelingsruimte recreatieve ac-<br />

tiviteit<strong>en</strong> in het gebied<br />

scheepvaart - hinder voor beroeps- <strong>en</strong> recreatie-<br />

vaart door drukkere vaarroutes<br />

- gevaar cascades voor scheepvaart<br />

cultuurhistorie effect op herk<strong>en</strong>baarheid van de cultuur-<br />

historische waard<strong>en</strong>, karakteristieke<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het landschap <strong>en</strong> onge-<br />

reptheid van de <strong>Oosterschelde</strong><br />

archeologie pot<strong>en</strong>tiële aantasting archeologisch erf-<br />

In het MKBA word<strong>en</strong> de fysieke aspect<strong>en</strong> uit het MER gewaardeerd. Deze aspect<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

zoveel mogelijk in geld uitgedrukt. Het MKBA zal voldo<strong>en</strong> aan de OEI-richtlijn met de<br />

daarop versch<strong>en</strong><strong>en</strong> aanvulling<strong>en</strong>. De MKBA geeft e<strong>en</strong> overzicht van de welvaartseffect<strong>en</strong><br />

van de verschill<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong> om zandhonger te bestrijd<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> <strong>en</strong><br />

maakt daarbij gebruik van k<strong>en</strong>tall<strong>en</strong>. De analyse neemt daarbij ook de niet-gebruikswaarde<br />

mee: de waarde die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan het behoud van slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plat<strong>en</strong> voor toekomstige<br />

g<strong>en</strong>eraties.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

goed


7. VERDERE UITWERKING VOORKEURSALTERNATIEF<br />

7.1. Overzicht mijlpal<strong>en</strong>, participatie <strong>en</strong> beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Publicatie notitie <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong> Detailniveau<br />

Tervisielegging <strong>en</strong> mogelijkheid indi<strong>en</strong><strong>en</strong> zi<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong><br />

Consultatie belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

Vaststell<strong>en</strong> notitie <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong> Detailniveau<br />

Bepal<strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong> voor verdere uitwerking<br />

Consultatie belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

Publicatie PlanMER, MKBA <strong>en</strong> ontwerp-structuurvisie<br />

Tervisielegging <strong>en</strong> mogelijkheid indi<strong>en</strong><strong>en</strong> zi<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong><br />

Consultatie belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

Voorkeursbeslissing stuurgroep <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong><br />

oktober 2011<br />

januari 2012<br />

februari 2012<br />

oktober 2012<br />

maart 2013<br />

Besluitvorming in Bestuurlijk Overleg <strong>MIRT</strong> voorjaar 2013<br />

7.2. Structuurvisie<br />

De structuurvisie legt de voorkeursaanpak voor het plangebied vast in woord <strong>en</strong> beeld. Het<br />

vaststell<strong>en</strong> van deze visie gebeurt in het voorjaar van 2013. De voorkeursaanpak wordt op<br />

twee niveau’s uitgewerkt: concreet voor de korte termijn van 2013-2020 <strong>en</strong> op hoofdlijn<strong>en</strong><br />

voor de lange termijn tot 2050 (zie ook paragraaf 2.1). Van de voorkeursaanpak moet<br />

daarbij duidelijk word<strong>en</strong>:<br />

- welke initiële <strong>en</strong> vervolginvestering<strong>en</strong> noodzakelijk zijn, sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voorstel van financiering<br />

van de investering<strong>en</strong>;<br />

- wat de bijhor<strong>en</strong>de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> voor Natura 2000 zijn (in term<strong>en</strong> van orde<br />

grootte vogelaantall<strong>en</strong> <strong>en</strong> habitatareaal);<br />

- welk deel van de investering<strong>en</strong> is toe te schrijv<strong>en</strong> aan de veiligheid;<br />

- wat het effect is op het huidige gebruik van de <strong>Oosterschelde</strong> (scheepvaart, mossel <strong>en</strong><br />

oesterkweek, <strong>en</strong> recreatie);<br />

- wat het effect is op de huidige natuurwaard<strong>en</strong> van de <strong>Oosterschelde</strong>;<br />

- hoe negatieve effect<strong>en</strong> op functies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> danwel verzacht.<br />

De structuurvisie legt voor de korte termijn vast welke plat<strong>en</strong>, slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooroevers gesuppleerd<br />

zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> geeft inzicht in de opgave per plaat, slik of vooroever. Voor de langere<br />

termijn geeft de visie e<strong>en</strong> prioritering van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> voor suppletie, sam<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> ambiti<strong>en</strong>iveau voor bestrijding van de zandhonger <strong>en</strong> maatregelpakket op hoofdlijn<strong>en</strong>.<br />

De visie geeft daarnaast inzicht in de locaties voor zandwinning. Voor de methode van<br />

suppler<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de uitgangspunt<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>, zowel van de uitvoeringswerkzaamhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> fasering hiervan, als van de voorkeur voor de wijze van suppletie of erosiebeperking.<br />

In de planuitwerkingsfase die mogelijk volgt op de voorkeursbeslissing word<strong>en</strong> de<br />

plann<strong>en</strong> verder uitgewerkt.<br />

Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de structuurvisie<br />

De structuurvisie bestaat, in combinatie met het PlanMER, MKBA <strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de beoordeling,<br />

uit de volg<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

- definitieve erk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> definitie van opgave;<br />

- bered<strong>en</strong>eerde keuze voor de voorkeursaanpak;<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

37


- effect<strong>en</strong> voorkeursalternatief <strong>en</strong> motivatie voor het verwerp<strong>en</strong> van de andere onderzochte<br />

alternatiev<strong>en</strong>;<br />

- maatschappelijke kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse <strong>en</strong> beoordeling daarvan;<br />

- b<strong>en</strong>odigde budget <strong>en</strong> aanduiding van de financieringsbronn<strong>en</strong>;<br />

- natuur- <strong>en</strong> milieumaatregel<strong>en</strong> (in relatie tot de geld<strong>en</strong>de natuur- <strong>en</strong> milieueis<strong>en</strong>);<br />

- uitkomst<strong>en</strong> marktscan/ consultatie;<br />

- verantwoording van de wijze waarop de omgeving is betrokk<strong>en</strong>;<br />

- verantwoordelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> (procedureel <strong>en</strong> financieel);<br />

- formele procedures planuitwerkingsfase;<br />

- procesontwerp, uitvoeringsstrategie <strong>en</strong> planning planuitwerkingsfase;<br />

- omgang met leemt<strong>en</strong> in k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> evaluatiemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Leg<strong>en</strong>da kaart structuurvisie<br />

De kaart van de structuurvisie (A3 formaat) bevat informatie over de volg<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong>:<br />

- plaatsuppletie <strong>en</strong> erosiebeperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>;<br />

- vooroeversuppleties;<br />

- dijkverzwaring;<br />

- zandwinlocaties;<br />

- indicatie prioritering van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> voor behoud.<br />

38<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


8. REFERENTIES<br />

1. Van der Biez<strong>en</strong>, S. <strong>en</strong> Buter, E. (2007). Bat<strong>en</strong>g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>de oplossing<strong>en</strong> MKBA zandhonger<br />

<strong>Oosterschelde</strong>. Witteve<strong>en</strong>+Bos, Rotterdam RW1633-1.<br />

2. Blom, J. (2007). Robuuste dijk<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong>, ondanks de zandhonger. E<strong>en</strong><br />

verk<strong>en</strong>ning van alternatiev<strong>en</strong> voor klassieke versterking. Rapportnr.<br />

9S7317.A0/R0002/SJAC/SSOM/Rott1, Royal Haskoning, Rotterdam.<br />

3. De Ronde, J.G., Mulder, J.P.M., van Dur<strong>en</strong>, L.A. <strong>en</strong> Ysebaert, T. (2010). Eerste Interimadvies<br />

ANT <strong>Oosterschelde</strong>, maatregel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoud van natuur <strong>en</strong> veiligheid in de<br />

<strong>Oosterschelde</strong> met het oog op Natura 2000-instandhoudingsdoel<strong>en</strong>. Concept. Rapportnr.<br />

1202177-000-ZKS-0008, Deltares, Delft.<br />

4. Geurts van Kessel, A.J.M., B.J. Kater <strong>en</strong> T.C. Prins (2003). Veranderde draagkracht<br />

van de <strong>Oosterschelde</strong> voor kokkels. RIKZ/RRIVO. Rapport RIKZ 2003.043. RIVO rapport<br />

C062/03. ISBN 90-369-3487-7.<br />

5. Holzhauer, H., van der Werf, J., Dijkstra, J. <strong>en</strong> Moreliss<strong>en</strong>, R. (2010). Voortgangsrapportage<br />

2010 proefsuppletie Galgeplaat. Morfologische <strong>en</strong> ecologische ontwikkeling<strong>en</strong>,<br />

15 maand<strong>en</strong> na aanleg. Rapport 1201819-000-ZKS-0006, Deltares, Delft.<br />

6. Jongeling, T.H.G. (2007). Maatregel<strong>en</strong> ter vergroting van de doorstroomcapaciteit <strong>en</strong><br />

zanddoorvoer stormvloedkering <strong>Oosterschelde</strong>. Waterloopkundig Laboratorium, Delft.<br />

Rapport Q4264-deelrapport 3.<br />

7. Jöriss<strong>en</strong>, J.G.L. (2003). Herstructurering sluiz<strong>en</strong>complex Krammer. Rijkswaterstaat<br />

Bouwdi<strong>en</strong>st.<br />

8. Liev<strong>en</strong>se, P. <strong>en</strong> Dekker, L. (2002). Relatie getijvolume met doorstroomop<strong>en</strong>ing OSmond.<br />

Rijkswaterstaat, directie Zeeland, Middelburg. Interne adviesnota.<br />

9. Van Zant<strong>en</strong>, E. <strong>en</strong> Adriaanse, L.A. (2008). Verminderd getij. <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> naar mogelijke<br />

maatregel<strong>en</strong> om het verlies van plat<strong>en</strong>, slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> schorr<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> te beperk<strong>en</strong>.<br />

Rapport RWS, Rijkswaterstaat Zeeland, Middelburg.<br />

10. Witteve<strong>en</strong>+Bos (2010). <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> deelstudie suppletiestrategieën.<br />

Rapportnr. RW1809-28/schs5/034, Witteve<strong>en</strong>+Bos, Dev<strong>en</strong>ter.<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

39


40<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau


9. AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN<br />

Kwelder: zie schor.<br />

Macrofyt<strong>en</strong>: waterplant<strong>en</strong>, meercellige alg<strong>en</strong>.<br />

Fytoplankton: in het water zwev<strong>en</strong>de, kleine plantaardige of dierlijke organism<strong>en</strong> die weinig<br />

of ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> beweging bezitt<strong>en</strong>.<br />

m.e.r.: milieueffectrapportage, procedure in de Wet Milieubeheer waarmee het milieubelang<br />

e<strong>en</strong> volwaardige plaats krijgt in de besluitvorming over activiteit<strong>en</strong> of plann<strong>en</strong> met mogelijke<br />

belangrijke gevolg<strong>en</strong> voor milieu.<br />

MER: Milieueffectrapport, e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar docum<strong>en</strong>t waarin voor e<strong>en</strong> voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> activiteit,<br />

of voor e<strong>en</strong> plan, de mogelijke alternatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de te verwacht<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> voor het milieu<br />

op e<strong>en</strong> systematische wijze word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>.<br />

<strong>MIRT</strong>: Meerjar<strong>en</strong>programma Infrastructuur, Ruimte <strong>en</strong> Transport. E<strong>en</strong> programma waarin<br />

de rijksoverheid sam<strong>en</strong> met de regionale overhed<strong>en</strong> zorgt dat grote ruimtelijke project<strong>en</strong> in<br />

sam<strong>en</strong>hang met elkaar word<strong>en</strong> voorbereid <strong>en</strong> uitgevoerd. Het meerjar<strong>en</strong>programma loopt<br />

tot 2020.<br />

MKBA: Maatschappelijke Kost<strong>en</strong> Bat<strong>en</strong> Analyse. De MKBA geeft e<strong>en</strong> overzicht van de welvaartseffect<strong>en</strong><br />

van alternatiev<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> integraal afwegingsinstrum<strong>en</strong>t dat de huidige<br />

<strong>en</strong> toekomstige maatschappelijke voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> project teg<strong>en</strong> elkaar afweegt<br />

door ze zoveel mogelijk in geld uit te drukk<strong>en</strong>.<br />

Natura 2000-gebied<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d netwerk van beschermde natuurgebied<strong>en</strong> die<br />

van belang zijn vanuit het perspectief van de Europese Unie als geheel, ingesteld door de<br />

Europese Unie. Op de gebied<strong>en</strong> is ter implem<strong>en</strong>tatie van de Vogel- <strong>en</strong> Habitatrichtlijn de<br />

Natuurbeschermingswet 1998 van toepassing.<br />

Plaat: e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>dijks geleg<strong>en</strong> door zand ontstaan stuk grond, dat als e<strong>en</strong> eiland in het water<br />

ligt <strong>en</strong> bij hoog water vrijwel geheel onder water komt te staan. Ze zijn bij laag water<br />

vaak plaats voor rust<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zonn<strong>en</strong>de zeehond<strong>en</strong>. Bij hoogwater als de plat<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels<br />

onder water ligg<strong>en</strong>, zijn ze van belang als voedselbron voor onder meer (plat)viss<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vogels.<br />

Schor: e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>dijks geleg<strong>en</strong> aangeslibd land dat begroeid is <strong>en</strong> met vloed niet meer onder<br />

water loopt, ook wel kwelder g<strong>en</strong>oemd. De naam schor is vooral in Zuidwest-Nederland<br />

in gebruik.<br />

Slik: e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>dijks geleg<strong>en</strong> aangeslibd land, dat in verbinding staat met de dijk <strong>en</strong> bij<br />

hoog water vrijwel geheel onder water komt te staan. Het is e<strong>en</strong> voedselrijk gebied. Vele<br />

vogels foerager<strong>en</strong> bij laagwater op deze droogvall<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong>.<br />

Structuurvisie: e<strong>en</strong> ruimtelijke visie in woord <strong>en</strong> beeld voor e<strong>en</strong> gebied. E<strong>en</strong> structuurvisie<br />

wordt opgesteld door e<strong>en</strong> overheidsorganisatie.<br />

<strong>Zandhonger</strong>: e<strong>en</strong> langzaam proces van afbraak van integetijd<strong>en</strong>gebied in de <strong>Oosterschelde</strong>.<br />

Sinds de aanleg van de stormvloedkering in de jar<strong>en</strong> ’80 stroomt er minder water in <strong>en</strong><br />

uit de <strong>Oosterschelde</strong>. De kleinere hoeveelheid water in combinatie met de relatief grote getijd<strong>en</strong>geul<strong>en</strong><br />

heeft geleid tot e<strong>en</strong> afname van de stroomsnelheid. Het water heeft daardoor<br />

onvoldo<strong>en</strong>de kracht om sedim<strong>en</strong>t te verplaats<strong>en</strong> van de geul<strong>en</strong> naar het intergetijd<strong>en</strong>gebied.<br />

Bij storm spoelt er echter wel zand van het intergetijd<strong>en</strong>gebied in de geul<strong>en</strong>. De afbrek<strong>en</strong>de<br />

kracht<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> dus nog wel, maar de opbouw<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> niet <strong>en</strong> hierdoor is<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau<br />

41


het ev<strong>en</strong>wicht verstoord. Het is dus niet zo dat de geul<strong>en</strong> in de <strong>Oosterschelde</strong> actief ‘trekk<strong>en</strong>’<br />

aan het sedim<strong>en</strong>t van plat<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong>.<br />

42<br />

Witteve<strong>en</strong>+Bos, RW1809-28/houi/082 definitief d.d. 13 september 2011, <strong>MIRT</strong> <strong>Verk<strong>en</strong>ning</strong> <strong>Zandhonger</strong> <strong>Oosterschelde</strong> <strong>Notitie</strong> <strong>Reikwijdte</strong> <strong>en</strong><br />

Detailniveau

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!