03.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

EEN HYPOTIiESE GETOETST 89<br />

mogelijkheid zien van de vereniging van de mens met God. "Fuit<br />

igitur convenientissimum quod Deus humanam naturam assumeret<br />

ad spem hominis in beatitudinem sublevandam." De 'unio hypostatica'<br />

wordt als mogelijkheidsvoorwaarde voor en als bewijs van de<br />

vereniging van de mens met God gezien. Alleen de achts<strong>te</strong> reden<br />

leert "ex traditione ecclesiae" dat de menswording er ook is voor<br />

het hers<strong>te</strong>l van de zonde.<br />

<strong>Thomas</strong> wil de openbaring snappen, inzicht krijgen om het<br />

mys<strong>te</strong>rie van God en Gods werken be<strong>te</strong>r en voller <strong>te</strong> begrijpen.<br />

Maar dat houdt in dat hij ook van mening kan veranderen. Hoe<br />

kunnen we het feit van de menswording begrijpen? Natuurlijk is het<br />

a priori duidelijk voor <strong>Thomas</strong> dat de menswording passend isdat<br />

geloven wij - maar hoe kunnen we het beredeneren? In de<br />

Summa theologiae (1266-1273) denkt <strong>Thomas</strong> weer na over het<br />

'motivum incarnationis' . Hij komt hier tot een synthese van zijn<br />

vorige standpun<strong>te</strong>n. De analyse die nu volgt van q. 1 van de Tertia<br />

pars van de Summa theologiae, "De convenientia incarnationis,"<br />

wil la<strong>te</strong>n zien dat dit onder meer het gevolg is van de regels met<br />

betrekking tot het spreken over God uit de Prima pars zoals die in<br />

de hypothese beschreven zijn. Door zo <strong>te</strong> spreken komt <strong>Thomas</strong> tot<br />

een in<strong>te</strong>gratie van het so<strong>te</strong>riologische en het ontologische motief.<br />

4.2. Analyse<br />

In een analyse van q. 1 van de Tertia pars (66) worden, zoals<br />

gezegd met behulp van onze hypothese, de beslissende momen<strong>te</strong>n in<br />

<strong>Thomas</strong>' argumentatie bekeken. Kort gezegd behandelt het eers<strong>te</strong><br />

artikel Gods kant van de menswording: is het passend voor God?<br />

Vervolgens s<strong>te</strong>lt <strong>Thomas</strong> de vraag naar de menselijke kant: was het<br />

nodig voor het hers<strong>te</strong>l van de menselijke natuur? Het derde artikel<br />

gaat weer <strong>te</strong>rug naar God: was God ook mens geworden indien de<br />

mens niet had gezondigd? (67)<br />

4.2.1. "Utrum fuerit conveniens Deus incarnari" (a. 1)<br />

De objecties brengen het problematische van de verbinding van<br />

Schepper en schepsel naar voren. De menswording doet afbreuk<br />

aan Gods transcendentie. <strong>Thomas</strong> geeft daarop twee argumentaties<br />

om aan <strong>te</strong> tonen dat de menswording wel passend is voor<br />

God. In het sed contra laat hij met een beroep op Paulus (Rom. 1:20)<br />

zien dat het zeer pasend is dat door zichtbare dingen de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!