03.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

78 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp, H. Rikhof<br />

Maar in de quaestiones 33-43 is de basis een andere. Met een<br />

beroep op q. 32, a. 1, waar <strong>Thomas</strong> argumen<strong>te</strong>ert dat wij via de<br />

natuurlijke rede niet tot kennis van de goddelijke personen van<br />

de Trini<strong>te</strong>it kunnen komen, wijst O'Brien op de implicatie dat<br />

de be<strong>te</strong>kenis van de benaming niet berust op de verhouding van<br />

God tot schepselen maar op de onderlinge verhoudingen in de<br />

Trini<strong>te</strong>it. Hij wijst bovendien op de vooronders<strong>te</strong>lling dat de<br />

benamingen gebruikt in de Schrift eigenlijke benamingen zijn.<br />

De Schrift is hier het cri<strong>te</strong>rium. (43)<br />

Hoewel O'Brien dus een aantal opmerkingen maakt die onze<br />

hypothese aannemelijk maken, wijzen zijn notities over de<br />

analogie in een <strong>te</strong>genoverges<strong>te</strong>lde richting. Zijn betoog maakt<br />

duidelijk dat, met het oog op een aannemelijk maken van de<br />

hypothese, het niet voldoende is <strong>te</strong> wijzen op talige elemen<strong>te</strong>n<br />

in <strong>Thomas</strong>' behandeling van de kwesties, maar dat ook<br />

gekeken moet worden naar mogelijke veranderingen of<br />

verschuivingen in de analyse van taal en taalgebruik. Het<br />

verschil dat O'Brien aanwijst moet daarbij een rol spelen.<br />

De hypothese die in de inleiding is geformuleerd kan nu in<br />

het licht van het bovenstaande als volgt worden gespecificeerd:<br />

in het gedeel<strong>te</strong> waarin <strong>Thomas</strong> de kwesties bespreekt die<br />

betrekking hebben op de Trini<strong>te</strong>it volgt hij de regels die hij in de<br />

openingsquaestiones en dan met name in q. 13 heeft<br />

aangegeven en maakt hierop geen uitzonderingen en brengt<br />

ook geen veranderingen aan. Deze hypothese zal nu worden<br />

getoetst in de lezing van een quaestio, waarin de vraag naar de<br />

benaming Woord' voor de Zoon centraal staat.<br />

3.2. Plaats en structuur van q. 34<br />

<strong>Thomas</strong> begint zijn discussie van kwesties die met de Trini<strong>te</strong>it<br />

samenhangen met de voortkoms<strong>te</strong>n in God (q, 27), omdat de<br />

personen onderscheiden worden door oorsprongs-relaties. De<br />

relaties in God komen daarna <strong>te</strong>r sprake (q, 28). Na deze twee<br />

inleidende en fundamen<strong>te</strong>le quaestiones volgt de discussie van<br />

zaken die met de personen <strong>te</strong> maken hebben (q. 29-43). Dit<br />

gedeel<strong>te</strong> verdeelt <strong>Thomas</strong> weer in tweeën: de personen op zich<br />

(absolutam) en de personen vergelijkenderwijs (comparativam)<br />

beschouwd. Bij de beschouwing vergelijkenderwijs gaat<br />

het o.a. om vragen naar de onderlinge verhouding, bij de beschouwing<br />

op zich gaat het om vragen die met de eigenheid

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!