Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
EEN HYPOTHESE GETOETST<br />
tigheid als behorend bij elk opus Dei, als definitie-elemen<strong>te</strong>n van<br />
het handelen Gods.<br />
Oe formulering van de vraag van a. 4 laat zien, dat <strong>Thomas</strong>hier<br />
twee met elkaar in<strong>te</strong>rfererende vragen aan de orde s<strong>te</strong>lt. De<br />
primaire vraag van a. 4 is de vraag naar rechtvaardigheid en<br />
barmhartigheid als elemen<strong>te</strong>n van de grondstructuur van Gods<br />
opus. De secundaire vraag van a. 4 is de vraag naar de onderlinge<br />
verhouding van rechtvaardigheid en barmhartigheid. (23) In <strong>Thomas</strong>'<br />
positiebepaling fungeert het antwoord op de secundaire<br />
vraag als basis voor het antwoord op de primaire vraag.<br />
Oe vier objectiones argumen<strong>te</strong>ren voor het V idetur quod non<br />
langs een tweetallijnen. De eers<strong>te</strong> drie objectioneszijn argumen<strong>te</strong>n<br />
op het niveau van Gods gubematio, (24) dat er een scheidingbestaat<br />
tussen werken van Gods rechtvaardigheid en werken van zijnbarmhartigheid.<br />
Hiermee argumen<strong>te</strong>ren deze objectionesvia de secundaire<br />
vraag van a. 4. De vierde objectie legt het accent op de primaire<br />
vraag van a. 4. Deze objectio argumen<strong>te</strong>ert op het niveau<br />
van het scheppingskader,dat <strong>Thomas</strong> in a. 1 heeft bepaald als fundamen<strong>te</strong>le<br />
vooronders<strong>te</strong>llingom überhaupt zinvolover Gods rechtvaardigheid<br />
<strong>te</strong> kunnen spreken. Het argument toont, dat op het<br />
niveau van Gods scheppingshandelen geen sprake kan zijn van<br />
rechtvaardigheiden barmhartigheid, omdat precies dit scheppingskader<br />
vooronders<strong>te</strong>ld moet worden bij ieder spreken over Gods<br />
rechtvaardigheid en barmhartigheid. Inhoudelijk verloopt dit<br />
argument via de notie 'vooronders<strong>te</strong>llen': (25)<br />
Prae<strong>te</strong>rea, iustitiae est reddere debitum, misericordlae au<strong>te</strong>m<br />
sublevare miseriam; et sic tam iustitia quam misericordia aliquid<br />
praesupponit in suo opere. Sed creatio nihil praesupponit. Ergo in<br />
creatione neque misericordia est, neque iustitia.<br />
<strong>Thomas</strong>' respons bestaat uit een formulering van zijn positie -<br />
rechtvaardigheid en barmhartigheid worden noodzakelijkerwijs<br />
aangetroffen in elk werk Gods - (26) en een uitleg van deze noodzaak.<br />
De kembeweging van deze uitleg bestaat in het <strong>te</strong>rugredeneren<br />
van Gods rechtvaardigheiden barmhartigheid, als species,<br />
naar Gods goedheid, waarbij wederom de verwijzing naar Gods<br />
scheppingshandelen een belangrijkerol speelt. De eers<strong>te</strong> stap in de<br />
uitleg bepaalt dat in ieder werk van God rechtvaardigheid is, door<br />
de boven weergegeven analyse uit a. 1 (ad 3) over <strong>te</strong> nemen en <strong>te</strong><br />
la<strong>te</strong>n zien dat in deze analyse beslo<strong>te</strong>n ligt dat rechtvaardigheid<br />
behoort tot de grondstructuur van Gods handelen. (27) Het reddere<br />
73