Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
64 Franciscus de Victoria Misschien heeft Victoria het aan één van de vele in die tijd in omloop zijnde Alexanderromans ontleend. Wel wordt over Anaximenes, die Alexander in de rhetorica zou hebben onderwezen, verteld dat hij met een list een stad van de ondergang gered zou hebben. Alexander ziet Anaximenes aankomen en, wetend dat deze hem verwijten zal maken dat hij de vernietiging van de stad bevolen heeft, zweert hij dat hij het eerste wat Anaximenes hem zal zeggen niet zal doen. Het eerste wat deze echter zegt is: "Vernietig de stad zo snel mogelijk." Zie Walter Burleigh, De vita en moribus philosophorum (H. Knust ed.), Tübingen, 1886, c. 63, p. 272. (53) Lees in noxa i.p.v. innoxa. (54) Het vierde van de inleidende argumenten in de quaestio De bello. Dit argument houdt in dat de oefening tot iets wat toegestaan is ook geoorloofd is. Welnu, toernooien zijn oefeningen voor de oorlog en door de kerk verboden. Dit blijkt uit het feit dat de kerk degenen die bij toernooien sneuvelen een kerkelijke begrafenis onthoudt. (55) Gevechten waarbij groepen ruiters alleen met rieten stokken (Spaans caiia) gewapend waren. (56) Dat doden het gevolg zijn van het houden van toernooien is een objectie tegen de in de regel ervoor genoemde opvatting dat zij als zodanig geoorloofd zijn.
1. Inleiding EEN HYPOTHESE GETOETST Een lezing van enkele quaestiones uit Thomas' Summa theologiae Paul Bakker, Marc Brinkhuis, Albert Kamp, Hertui Rikhof (1) De quaestiones waarmee Thomas zijn Summa theologiae opent blijven intrigeren, al was het alleen maar om de verschillende en uiteenlopende reacties die ze oproepen. Met die reacties komt de vraag naar de interpretatie, naar de wijze van lezen naar voren. In de laatste jaren zijn daarvoor binnen de werkgroep Thomas van Aquino ideeën ontwikkeld en de discussie daarover gaat verder. Aan deze discussie wil dit artikel een bijdrage leveren en wel' door een hypothese, die in eerste instantie met betrekking tot de quaestiones 3-13 van de Prima pars geformuleerd is, te gebruiken bij de lezing van latere quaestiones uit de Summa en zo deze enigszins intern te toetsen. De hypothese luidt als volgt. Thomas opent zijn Summa met een onderzoek naar regels die het spreken over God" betreffen. Deze regels dienen ertoe dat, wanneer inhoudelijk over God gesproken wordt, zó gesproken wordt dat inderdaad over Gód gesproken wordt. De regels hebben een overwegend negatief karakter en worden geformuleerd aan de hand van formele trekken. Ter toelichting en verheldering kunnen kort de volgende opmerkingen gemaakt worden. De hypothese kan allereerst ook polemisch geformuleerd worden via eontrasten of ontkenningen van leeswijzen die dikwijls gevonden worden: Thomas opent zijn Summa niet met een (al dan niet filosofisch bepaalde of geïnspireerde) Godsleer, niet met een positieve uiteenzetting van de attributen Gods, niet met een informatieve beschrijving van het wezen Gods. Het overwegend negatieve van de spraakregels kan vervolgens toegelicht worden door Thomas' uitgangspunt bij dit onderzoek naar spraakregels, namelijk dat God "principium rerum et finis earum" is. (2) Het is een gelovig uitgangspunt, omdat het de
- Page 18 and 19: 16 Peter van Veldhuijsen van de wer
- Page 20 and 21: 18 Peter van Veldhuijsen Noten (1)
- Page 22 and 23: 18 Peter van Veldhuijsen Noten (1)
- Page 24 and 25: 20 Peter van Veldhuijsen (22) Ibide
- Page 26 and 27: 22 Peter van Veldhuijsen SUMMARY On
- Page 28 and 29: 24 J. van Rossum in 1330 benoemd do
- Page 30 and 31: 26 J. van Rossum Door middel van de
- Page 32 and 33: 28 J. van Rossum endorffs karakteri
- Page 34 and 35: 30 J. van Rossum die in Byzantium b
- Page 36 and 37: 32 J. van Rossum denken te boven ga
- Page 38 and 39: 34 J. van Rossum Zijn totaliteit: i
- Page 40 and 41: 36 J. van Rossum Noten (1) Zie hier
- Page 42 and 43: 38 J. van Rossum (24) Tr. II, 3, 54
- Page 44 and 45: 40 J. van Rossum Index of the Summa
- Page 46 and 47: FRANOSCUS DE VICTORIA'S COMMENTAAR
- Page 48 and 49: Tekst Franciscus de Victoria 1. Men
- Page 50 and 51: 46 Franciscus de Victoria Ten derde
- Page 52 and 53: 48 Franciscus de Victoria die helpt
- Page 54 and 55: 50 Franciscus de Victoria vijanden
- Page 56 and 57: 52 Franciscus de Victoria voerders
- Page 58 and 59: 54 Franciscus de Victoria tijdens e
- Page 60 and 61: 56 Franciscus de Victoria nate en v
- Page 62 and 63: 58 Franciscus de Victoria (11) De c
- Page 64 and 65: 60 Franciscus de Victoria een ander
- Page 66 and 67: 62 Franciscus de Victoria stellen:
- Page 70 and 71: 66 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 72 and 73: 68 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 74 and 75: 70 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 76 and 77: 72 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 78 and 79: 74 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 80 and 81: 76 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 82 and 83: 78 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 84 and 85: 80 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 86 and 87: 82 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 88 and 89: 84 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 90 and 91: 86 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 92 and 93: 88 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 94 and 95: 90 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 96 and 97: 92 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 98 and 99: 94 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 100 and 101: 96 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 102 and 103: 98 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 104 and 105: 100 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kam
- Page 106 and 107: 102 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kam
- Page 108 and 109: 104 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kam
- Page 110 and 111: 106 P. Bakker, M. Brinkhuis. A. Kam
- Page 112 and 113: 108 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kam
- Page 114 and 115: 110 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kam
- Page 116 and 117: 112 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kam
1. Inleiding<br />
EEN HYPOTHESE GETOETST<br />
Een lezing van enkele quaestiones<br />
uit <strong>Thomas</strong>' Summa theologiae<br />
Paul Bakker, Marc Brinkhuis,<br />
Albert Kamp, Hertui Rikhof (1)<br />
De quaestiones waarmee <strong>Thomas</strong> zijn Summa theologiae opent<br />
blijven intrigeren, al was het alleen maar om de verschillende en ui<strong>te</strong>enlopende<br />
reacties die ze oproepen. Met die reacties komt de<br />
vraag naar de in<strong>te</strong>rpretatie, naar de wijze van lezen naar voren. In<br />
de laats<strong>te</strong> jaren zijn daarvoor binnen de werkgroep <strong>Thomas</strong> van<br />
Aquino ideeën ontwikkeld en de discussie daarover gaat verder.<br />
Aan deze discussie wil dit artikel een bijdrage leveren en wel' door<br />
een hypothese, die in eers<strong>te</strong> instantie met betrekking tot de quaestiones<br />
3-13 van de Prima pars geformuleerd is, <strong>te</strong> gebruiken bij de<br />
lezing van la<strong>te</strong>re quaestiones uit de Summa en zo deze enigszins<br />
in<strong>te</strong>rn <strong>te</strong> toetsen.<br />
De hypothese luidt als volgt. <strong>Thomas</strong> opent zijn Summa met een<br />
onderzoek naar regels die het spreken over God" betreffen. Deze<br />
regels dienen ertoe dat, wanneer inhoudelijk over God gesproken<br />
wordt, zó gesproken wordt dat inderdaad over Gód gesproken<br />
wordt. De regels hebben een overwegend negatief karak<strong>te</strong>r en<br />
worden geformuleerd aan de hand van formele trekken.<br />
Ter toelichting en verheldering kunnen kort de volgende<br />
opmerkingen gemaakt worden. De hypothese kan allereerst ook<br />
polemisch geformuleerd worden via eontras<strong>te</strong>n of ontkenningen<br />
van leeswijzen die dikwijls gevonden worden: <strong>Thomas</strong> opent zijn<br />
Summa niet met een (al dan niet filosofisch bepaalde of geïnspireerde)<br />
Godsleer, niet met een positieve ui<strong>te</strong>enzetting van de<br />
attribu<strong>te</strong>n Gods, niet met een informatieve beschrijving van het<br />
wezen Gods. Het overwegend negatieve van de spraakregels kan<br />
vervolgens toegelicht worden door <strong>Thomas</strong>' uitgangspunt bij dit<br />
onderzoek naar spraakregels, namelijk dat God "principium rerum<br />
et finis earum" is. (2) Het is een gelovig uitgangspunt, omdat het de