Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
COMMENTAAR OP THOMAS' DE BELLO 59<br />
gingsoorlog is, dat de afweer direct op de aanval volgt: "Een privé<br />
persoon heeft niet het recht onrecht <strong>te</strong> wreken. Na een bepaald<br />
tijdsverloop mag hij immers de weggenomen goederen niet <strong>te</strong>rugnemen.<br />
Verdediging moet namelijk geschieden op het moment zelf.<br />
Vandaar dat, wanneer de noodzaak van de verdediging er niet<br />
meer is, de aanleiding van de oorlog verdwenen is." (De jure belli,<br />
q. 2, paragraaf 2)<br />
(21) Het begrip wereldgemeenschap, waarvan de sta<strong>te</strong>n een<br />
onderdeel vormen, neemt in het denken van Victoria een<br />
belangrijke plaats in. Hij beschouwt de wereld in zekere zin als een<br />
staat met een eigen bonum commune. Het recht van deze<br />
wereldstaat is het recht der volken, dat alle vors<strong>te</strong>n geacht worden<br />
<strong>te</strong> beschermen. Om vergrijpen <strong>te</strong>gen dit recht <strong>te</strong> bestraffen hebben<br />
de vors<strong>te</strong>n niet alleen gezag over hun onderdanen, maar ook over<br />
vreemdelingen. Dit gezag hebben zij krach<strong>te</strong>ns het natuurrecht,<br />
want "de wereld zou niet in stand kunnen blijven als niemand de<br />
macht en het gezag heeft om de boosdoeners af <strong>te</strong> schrikken en <strong>te</strong><br />
zorgen dat zij de goeden niet schaden. Welnu, alles wat noodzakelijk<br />
is voor het bestuur en de instandhouding van de wereld is<br />
krach<strong>te</strong>ns de natuurwet." (De juri belli, q. 4, p. 1, paragraaf 5) Zie<br />
ook Francisco de Victoria. Leçons sur les lndiens et sur le droit de la<br />
guerre (vertaald en ingeleid door M. Barbier), Genève, 1966, pp.<br />
XLII-XLVI en P. Haggenmacher, Grotius et la doctrine de la guerre<br />
jus<strong>te</strong>, pp. 132-133.<br />
(22) Politica !II, c. 1, 1257b17-21. De gedach<strong>te</strong> van een staat als een<br />
rechtsgemeenschap gaat op Aristo<strong>te</strong>les <strong>te</strong>rug, vergelijk Politica I, c.<br />
2.<br />
(23) Commentaar op de Summa theologiae (ed. Leonina, pp. 313-<br />
314). Cajetanus geeft als cri<strong>te</strong>rium dat onvolmaak<strong>te</strong> sta<strong>te</strong>n deel<br />
hebben aan één koninklijke rechtbank en alle koninklijke belastingen<br />
betalen. Een volmaak<strong>te</strong> staat heeft ook zijn eigen vorst. In De jure<br />
belli, q. 2, paragraaf 3 noemt Victoria een staat volmaakt als deze<br />
eigen wet<strong>te</strong>n, een eigen raad en eigen magistra<strong>te</strong>n heeft. Volmaakt<br />
wil in dit verband zeggen 'dat waaraan niets ontbreekt'. Deze<br />
omschrijving van volmaakt vindt men in de Physica III, c. 6, 207a8<br />
van Aristo<strong>te</strong>les. Een volmaak<strong>te</strong> staat is daarom geen onderdeel van