Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
54 Franciscus de Victoria tijdens een gerechtvaardigde oorlog, want als wij overwonnen hebben, ons voor onze kosten schadeloos gesteld hebben, de vergrijpen bestraft zijn en de straffen aan de vijanden voltrokken zijn, dan mogen wij tijdens een feitelijke oorlogstoestand buit nemen en dan is dit van ons, maar wij mogen niet langer verder plunderen. dat al de goederen die wij gedurende de rechtvaardige oorlog in bezit nemen, zodat wij dus niet ongerechtvaardigd strijden, van ons zijn, heeft betrekking op roerende goederen. Ten zesde is het anders bij onroerende goederen. (-8) In plaats van een bepaalde buit maken de Spanjaarden zich meester van tien Franse steden. Deze zijn niet van de Spaanse koning en hij kan hen ook niet behouden. Veronderstellen wij dat de koning van Frankrijk zijn onderdaan is, dan zou deze straf buitensporig groot zijn. Welnu, nadat een koning zich schadeloos gesteld heeft, zijn kosten vergoed zijn en het vergrijp bestraft is, mag hij volstrekt niet die steden behouden. Ten zevende, als de Spaanse koning één stad van Frankrijk in bezit neemt en het behouden hiervan dient ter bestraffing van de vergrijpen die de Fransen begaan hebben, dan mag hij hem behouden en hoeft hij hem nooit aan de Franse koning terug te geven, omdat hij hem mag straffen. Dit hoeft niet te geschieden in overeenstemming met het oordeel van de overwonnene, maar met dat van de overwinnaar. Gesteld dat de Franse koning hem een andere genoegdoening aanbiedt, dan mag hij deze niet aanvaarden, maar liever de stad houden. De reden is dat hij rechter in deze zaak is. 17. Mag men mensen in een oorlog gevangen nemen en krijgsgevangen maken? Dit is mijns inziens geoorloofd. Dit volgt uit het recht der volken. Niemand veroordeelt dit of veroordeelt tot teruggave, maar men kan hen behouden totdat zij vergoed worden. Ten tweede mag men hen niet meer doden, omdat zij krijgsgevangenen zijn en het niet nodig is voor de overwinning. 18.Zijn krijgsgevangenen slaven? was dit, mijns inziens, volgens het recht der volken stellig soms het geval, want ten tijde van de Romeinen werd het gebruik in acht genomen dat krijgsgevangenen slaven werden. (50) Ten tweede stem ik met de opvatting van Petrus Paludanus in zijn commentaar op het vierde boek van de Sententiën, d. 15, q. 3, a. 5, con. I (51) in dat christenen nu, zelfs in een gerechtvaardigde oorlog, niet tot slaaf gemaakt kunnen worden, ook al worden zij op een
COMMENT AAR OP THOMAS' DE BELLO 55 geoorloofde wijze gevangen genomen. De reden is dat zij kunnen getuigen en eigen bezit hebben, wat slaven niet geoorloofd is. Ten derde, in oorlogen tegen anderen, bij voorbeeld tegen heidenen of Moren, worden de krijgsgevangenen slaven. Ik zeg als de oorlog met hen gerechtvaardigd was, omdat als dit niet het geval is, dan kunnen zij die gevangen genomen zijn niet tot slaaf gemaakt worden. Dit is de juiste opvatting. 19. Mogen wij in een oorlog dingen doen die ons geen voordeel brengen? Bij voorbeeld, mogen de Spanjaarden Franse steden en landerijen in brand steken, omdat dit voor de Spanjaarden geen nut heeft? Uit wellust dit doen is, mijns inziens, duivels en het is een hels vuur, omdat het niet nodig is voor het doel, de overwinning. Het is tussen christenen God ook niet welgevallig. Men vernietigt steden die nadien in vele jaren niet herbouwd worden, zoals Socrates tegen Alexander zei, die een stad vernietigd had: waarschijnlijk in vele jaren zult gij zo'n stad niet bouwen. (52) 20. Ten aanzien van gijzelaars, zij die als waarborg dienen, geldt het volgende. Koningen hebben een verdrag gesloten dat inhoudt dat sommige mensen in de macht van de ene koning worden gegeven zodat, als de andere koning zich niet aan dat verdrag houdt, zij ter dood gebracht worden, zoals enkele jaren geleden gebeurde tussen Spanje en de Fransen. Mogen zij ter dood gebracht worden als de ander niet doet wat hij beloofd heeft? Het lijkt aannemelijk van wel, omdat zij als onderpand gegeven zijn, zodat zij gedood worden als de bepalingen niet in acht genomen worden. Hiertegen pleit dat zij onschuldig zijn. Waarom moeten zij gedood worden voor een vergrijp van een ander? Ook bevorderen zij het niet of zijn ze schuldig. (53) Mijns inziens mag men hen volstrekt niet doden, maar moeten zij gevangen gehouden worden. Die wet en dat verdrag is onrechtvaardig. De reden is dat zij onschuldig zijn. 21. Het laatste discussiepunt betreft het vierde argument uit de tekst om aan te tonen dat de oorlog niet geoorloofd is. (54) Men toont aan dat oefeningen voor de strijd door de Kerk verboden zijn. Dit is duidelijk, omdat toernooien verboden zijn. Degenen die in een toernooi meedoen krijgen dientengevolge geen kerkelijke begrafenis als zij komen te sterven. De oorlog is dus ook niet geoorloofd. Verder wordt deze conclusie daardoor ondersteund, dat wij in Spanje zien dat in deze lansgevechten en toernooien sommigen sterven, bij voorbeeld de oudste zoon van Oüa-
- Page 8 and 9: 6 VOORWOORD De bundel Eternity of t
- Page 10 and 11: 8 VOORWOORD Secretaris: Dr. J. Wiss
- Page 12 and 13: 10 Peter van Veldhuijsen Nadat Ptol
- Page 14 and 15: 12 Peter van Veldhuijsen Deze tweev
- Page 16 and 17: 14 Peter van Veldhuijsen reden waar
- Page 18 and 19: 16 Peter van Veldhuijsen van de wer
- Page 20 and 21: 18 Peter van Veldhuijsen Noten (1)
- Page 22 and 23: 18 Peter van Veldhuijsen Noten (1)
- Page 24 and 25: 20 Peter van Veldhuijsen (22) Ibide
- Page 26 and 27: 22 Peter van Veldhuijsen SUMMARY On
- Page 28 and 29: 24 J. van Rossum in 1330 benoemd do
- Page 30 and 31: 26 J. van Rossum Door middel van de
- Page 32 and 33: 28 J. van Rossum endorffs karakteri
- Page 34 and 35: 30 J. van Rossum die in Byzantium b
- Page 36 and 37: 32 J. van Rossum denken te boven ga
- Page 38 and 39: 34 J. van Rossum Zijn totaliteit: i
- Page 40 and 41: 36 J. van Rossum Noten (1) Zie hier
- Page 42 and 43: 38 J. van Rossum (24) Tr. II, 3, 54
- Page 44 and 45: 40 J. van Rossum Index of the Summa
- Page 46 and 47: FRANOSCUS DE VICTORIA'S COMMENTAAR
- Page 48 and 49: Tekst Franciscus de Victoria 1. Men
- Page 50 and 51: 46 Franciscus de Victoria Ten derde
- Page 52 and 53: 48 Franciscus de Victoria die helpt
- Page 54 and 55: 50 Franciscus de Victoria vijanden
- Page 56 and 57: 52 Franciscus de Victoria voerders
- Page 60 and 61: 56 Franciscus de Victoria nate en v
- Page 62 and 63: 58 Franciscus de Victoria (11) De c
- Page 64 and 65: 60 Franciscus de Victoria een ander
- Page 66 and 67: 62 Franciscus de Victoria stellen:
- Page 68 and 69: 64 Franciscus de Victoria Misschien
- Page 70 and 71: 66 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 72 and 73: 68 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 74 and 75: 70 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 76 and 77: 72 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 78 and 79: 74 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 80 and 81: 76 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 82 and 83: 78 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 84 and 85: 80 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 86 and 87: 82 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 88 and 89: 84 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 90 and 91: 86 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 92 and 93: 88 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 94 and 95: 90 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 96 and 97: 92 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 98 and 99: 94 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 100 and 101: 96 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 102 and 103: 98 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 104 and 105: 100 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kam
- Page 106 and 107: 102 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kam
54 Franciscus de Victoria<br />
tijdens een gerechtvaardigde oorlog, want als wij overwonnen<br />
hebben, ons voor onze kos<strong>te</strong>n schadeloos ges<strong>te</strong>ld hebben, de<br />
vergrijpen bestraft zijn en de straffen aan de vijanden voltrokken<br />
zijn, dan mogen wij tijdens een fei<strong>te</strong>lijke oorlogstoestand buit<br />
nemen en dan is dit van ons, maar wij mogen niet langer verder<br />
plunderen. dat al de goederen die wij gedurende<br />
de rechtvaardige oorlog in bezit nemen, zodat wij dus niet<br />
ongerechtvaardigd strijden, van ons zijn, heeft betrekking op<br />
roerende goederen.<br />
Ten zesde is het anders bij onroerende goederen. (-8) In plaats<br />
van een bepaalde buit maken de Spanjaarden zich mees<strong>te</strong>r van tien<br />
Franse s<strong>te</strong>den. Deze zijn niet van de Spaanse koning en hij kan hen<br />
ook niet behouden. Veronders<strong>te</strong>llen wij dat de koning van Frankrijk<br />
zijn onderdaan is, dan zou deze straf bui<strong>te</strong>nsporig groot zijn.<br />
Welnu, nadat een koning zich schadeloos ges<strong>te</strong>ld heeft, zijn kos<strong>te</strong>n<br />
vergoed zijn en het vergrijp bestraft is, mag hij volstrekt niet die<br />
s<strong>te</strong>den behouden.<br />
Ten zevende, als de Spaanse koning één stad van Frankrijk in<br />
bezit neemt en het behouden hiervan dient <strong>te</strong>r bestraffing van de<br />
vergrijpen die de Fransen begaan hebben, dan mag hij hem<br />
behouden en hoeft hij hem nooit aan de Franse koning <strong>te</strong>rug <strong>te</strong><br />
geven, omdat hij hem mag straffen. Dit hoeft niet <strong>te</strong> geschieden in<br />
overeens<strong>te</strong>mming met het oordeel van de overwonnene, maar met<br />
dat van de overwinnaar. Ges<strong>te</strong>ld dat de Franse koning hem een<br />
andere genoegdoening aanbiedt, dan mag hij deze niet aanvaarden,<br />
maar liever de stad houden. De reden is dat hij rech<strong>te</strong>r in deze<br />
zaak is.<br />
17. Mag men mensen in een oorlog gevangen nemen en<br />
krijgsgevangen maken? Dit is mijns inziens geoorloofd.<br />
Dit volgt uit het recht der volken. Niemand veroordeelt dit of<br />
veroordeelt tot <strong>te</strong>ruggave, maar men kan hen behouden totdat zij<br />
vergoed worden. Ten tweede mag men hen niet meer doden, omdat<br />
zij krijgsgevangenen zijn en het niet nodig is voor de overwinning.<br />
18.Zijn krijgsgevangenen slaven?<br />
was dit, mijns inziens, volgens het recht der volken<br />
s<strong>te</strong>llig soms het geval, want <strong>te</strong>n tijde van de Romeinen werd het gebruik<br />
in acht genomen dat krijgsgevangenen slaven werden. (50)<br />
Ten tweede s<strong>te</strong>m ik met de opvatting van Petrus Paludanus in zijn<br />
commentaar op het vierde boek van de Sen<strong>te</strong>ntiën, d. 15, q. 3, a. 5,<br />
con. I (51) in dat chris<strong>te</strong>nen nu, zelfs in een gerechtvaardigde oorlog,<br />
niet tot slaaf gemaakt kunnen worden, ook al worden zij op een