Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
FRANOSCUS DE VICTORIA'S COMMENTAAR OP DE QUAESTIO DE BELLO VAN mOMAS VAN AQUINO Inleiding Yeriaald door H.A. Krop Sinds het begin van deze eeuw wordt Franciscus de Victoria algemeen als één van de scheppers van het volkenrechtbeschouwd. In de talrijke studies die aan zijn werk gewijd zijn is de relatie tussen Victoriaen Hugo de Groot in veel gevallen het uitgangspunt geweest. (1) Van Victoria'swerken hebben om deze reden vooral de collegesover het recht van oorlogen over de Indianen uit 1539in de belangstelling gestaan. Hierin kan men zijn opvattingen over het internationale recht, de Spaanse kolonisatie van Amerika en het oorlogsrecht aantreffen. De aandacht voor de genoemde colleges blijkt onder meer uit het feit dat ze in het Spaans, Frans, Duits, Engelsen zelfs in het Nederlands (2) vertaald zijn. In vergelijking hiermee hebben Victoria's commentaren op de Summa theologiae weinig aandacht getrokken. Toch is Victoria zijn hele leven als commentator van Thomas werkzaam geweest. Aan de Sorbonne maakte hij via zijn leermeester Crockaert kennis met het werk van Thomas. Peter Crockaertwas de eerste magister in de theologiedie in Parijsde Sententiën van Petrus Lombardus door de Summa theologiae verving als basistekst voor het het onderwijs in de theologie. Op instigatie van Crockaert verzorgde Victoria de eerste gedrukte uitgave van de Secunda secundae in Frankrijk. (3) Volgens Beltran de Heredia, de uitgever van veel van Victoria's werk, stond dit deel van de Summa theologiae ook in Victoria's onderwijs in Salamanca centraal. (4) In de veertien jaar tussen 1526 en 1540heeft hij acht keer college gegeven over de Secunda secundae. Thomas' quaestio De bello heeft Victoriain het cursusjaar 1534/ 1535behandeld. In zijn commentaar worden aan de hand van de tekst van Thomas praktisch dezelfde vragen behandeld als in De jure belli zonder dat zijn opvattingen wezenlijk verschillen. (5) Het vraagstuk van de kolonisatievan Amerika wordt evenmin als in D e jure belli aangeroerd. Als voorbeeld wordt slechts de oorlog tussen
DE BELLO: VICTORIA OVER THO:\1AS .13 Frankrijk en Spanje genomen. Aangezien deze tekst, zoals Regout opmerkt, (6) geen directe invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de leer van de rechtvaardige oorlog, is hij vooral van waarde voor de geschiedenis van de receptie van het denken van Thomas. Inhoud QUAESTIO 40: DE OORLOG ARTIKEL I: IS OORLOG VOEREN ALTIJD EEN ZONDE? Deel I: Het recht van oorlog Een christen mag onder bepaalde voorwaarden oorlog voeren. - Vragen over de voorwaarde van het vereiste gezag. 1.Wat moet men onder vorsten verstaan? 2. Wat is een staat? - Vragen over de voorwaarde van de rechtvaardige grond. 1.Mag een koning op grond van een verbond oorlog voeren? 2. Mag men tegen een koning oorlog voeren? 3. Mag de Spaanse koning het hertogdom Milaan verdedigen tegen de Franse koning? 4. Moeten de onderdanen weten of de oorlog gerechtvaardigd is? Deel II: Het oorlogsrecht 1.Mag men in een oorlog doden? 2. Mogen in een gerechtvaardigde oorlog onschuldige kinderen gedood worden? 3. Mag men in een gerechtvaardigde oorlog plunderen? 4. Wordt buit het eigendom van degene die deze buit genomen heeft? 5. Mag men krijgsgevangenen maken? 6. Worden krijgsgevangenen slaven? 7. Mag men in een oorlog dingen doen die geen voordeel brengen? 8. Mag men gijzelaars doden? 9. Het kerkelijke verbod van toernooien.
- Page 1 and 2: -~ .. uCl> -:::J Cl> -:::J :::J -;
- Page 3 and 4: -.c Cl Q) ... -=.s - =-;: UI C "7'
- Page 5: INHOUDSOPGA VE Voorwoord , 5 - Pete
- Page 8 and 9: 6 VOORWOORD De bundel Eternity of t
- Page 10 and 11: 8 VOORWOORD Secretaris: Dr. J. Wiss
- Page 12 and 13: 10 Peter van Veldhuijsen Nadat Ptol
- Page 14 and 15: 12 Peter van Veldhuijsen Deze tweev
- Page 16 and 17: 14 Peter van Veldhuijsen reden waar
- Page 18 and 19: 16 Peter van Veldhuijsen van de wer
- Page 20 and 21: 18 Peter van Veldhuijsen Noten (1)
- Page 22 and 23: 18 Peter van Veldhuijsen Noten (1)
- Page 24 and 25: 20 Peter van Veldhuijsen (22) Ibide
- Page 26 and 27: 22 Peter van Veldhuijsen SUMMARY On
- Page 28 and 29: 24 J. van Rossum in 1330 benoemd do
- Page 30 and 31: 26 J. van Rossum Door middel van de
- Page 32 and 33: 28 J. van Rossum endorffs karakteri
- Page 34 and 35: 30 J. van Rossum die in Byzantium b
- Page 36 and 37: 32 J. van Rossum denken te boven ga
- Page 38 and 39: 34 J. van Rossum Zijn totaliteit: i
- Page 40 and 41: 36 J. van Rossum Noten (1) Zie hier
- Page 42 and 43: 38 J. van Rossum (24) Tr. II, 3, 54
- Page 44 and 45: 40 J. van Rossum Index of the Summa
- Page 48 and 49: Tekst Franciscus de Victoria 1. Men
- Page 50 and 51: 46 Franciscus de Victoria Ten derde
- Page 52 and 53: 48 Franciscus de Victoria die helpt
- Page 54 and 55: 50 Franciscus de Victoria vijanden
- Page 56 and 57: 52 Franciscus de Victoria voerders
- Page 58 and 59: 54 Franciscus de Victoria tijdens e
- Page 60 and 61: 56 Franciscus de Victoria nate en v
- Page 62 and 63: 58 Franciscus de Victoria (11) De c
- Page 64 and 65: 60 Franciscus de Victoria een ander
- Page 66 and 67: 62 Franciscus de Victoria stellen:
- Page 68 and 69: 64 Franciscus de Victoria Misschien
- Page 70 and 71: 66 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 72 and 73: 68 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 74 and 75: 70 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 76 and 77: 72 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 78 and 79: 74 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 80 and 81: 76 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 82 and 83: 78 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 84 and 85: 80 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 86 and 87: 82 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 88 and 89: 84 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 90 and 91: 86 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 92 and 93: 88 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
- Page 94 and 95: 90 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp
FRANOSCUS DE VICTORIA'S COMMENTAAR OP DE<br />
QUAESTIO DE BELLO VAN mOMAS VAN AQUINO<br />
Inleiding<br />
Yeriaald door H.A. Krop<br />
Sinds het begin van deze eeuw wordt Franciscus de Victoria<br />
algemeen als één van de scheppers van het volkenrechtbeschouwd.<br />
In de talrijke studies die aan zijn werk gewijd zijn is de relatie<br />
tussen Victoriaen Hugo de Groot in veel gevallen het uitgangspunt<br />
geweest. (1) Van Victoria'swerken hebben om deze reden vooral de<br />
collegesover het recht van oorlogen over de Indianen uit 1539in de<br />
belangs<strong>te</strong>lling gestaan. Hierin kan men zijn opvattingen over het<br />
in<strong>te</strong>rnationale recht, de Spaanse kolonisatie van Amerika en het<br />
oorlogsrecht aantreffen. De aandacht voor de genoemde colleges<br />
blijkt onder meer uit het feit dat ze in het Spaans, Frans, Duits,<br />
Engelsen zelfs in het Nederlands (2) vertaald zijn.<br />
In vergelijking hiermee hebben Victoria's commentaren op de<br />
Summa theologiae weinig aandacht getrokken. Toch is Victoria zijn<br />
hele leven als commentator van <strong>Thomas</strong> werkzaam geweest. Aan<br />
de Sorbonne maak<strong>te</strong> hij via zijn leermees<strong>te</strong>r Crockaert kennis met<br />
het werk van <strong>Thomas</strong>. Pe<strong>te</strong>r Crockaertwas de eers<strong>te</strong> magis<strong>te</strong>r in de<br />
theologiedie in Parijsde Sen<strong>te</strong>ntiën van Petrus Lombardus door de<br />
Summa theologiae verving als basis<strong>te</strong>kst voor het het onderwijs in<br />
de theologie. Op instigatie van Crockaert verzorgde Victoria de<br />
eers<strong>te</strong> gedruk<strong>te</strong> uitgave van de Secunda secundae in Frankrijk. (3)<br />
Volgens Beltran de Heredia, de uitgever van veel van Victoria's<br />
werk, stond dit deel van de Summa theologiae ook in Victoria's<br />
onderwijs in Salamanca centraal. (4) In de veertien jaar tussen 1526<br />
en 1540heeft hij acht keer college gegeven over de Secunda secundae.<br />
<strong>Thomas</strong>' quaestio De bello heeft Victoriain het cursusjaar 1534/<br />
1535behandeld. In zijn commentaar worden aan de hand van de<br />
<strong>te</strong>kst van <strong>Thomas</strong> praktisch dezelfde vragen behandeld als in De<br />
jure belli zonder dat zijn opvattingen wezenlijk verschillen. (5) Het<br />
vraagstuk van de kolonisatievan Amerika wordt evenmin als in D e<br />
jure belli aangeroerd. Als voorbeeld wordt slechts de oorlog tussen