03.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

HANNIBALDUS DE HANNIBALDIS 15<br />

onduidelijk is bij Hannibaldus is zijn bewering (zie nt 27) dat volgens<br />

deze filosofen de dingen niet door een wil (van een godheid) in<br />

het zijn ges<strong>te</strong>ld zijn, maar vanuit de noodzakelijkheid van de natuur<br />

(van een godheid?). Natuurnoodzakelijkheid impliceert uit de aard<br />

der zaak eeuwige duur en sluit een eers<strong>te</strong> aanvang uit. (28) Argumentatie<br />

voor een eeuwige wereld op grond van de natuurnoodzakelijkheid<br />

van het zijn van de wereld moet dus zelf ook noodzakelijk<br />

of strikt demonstratief zijn en waarschijnlijkheid, vermoeden<br />

en gissing uitslui<strong>te</strong>n!<br />

Na zijn solutio van de kwestie beantwoordt Hannibaldus de<br />

eerder gemaak<strong>te</strong> vier opwerpingen voor de eeuwigheid van de<br />

wereld. Laat ik hier de weerlegging van de eers<strong>te</strong> twee ui<strong>te</strong>enzet<strong>te</strong>n.<br />

De eers<strong>te</strong> omdat zij typisch is voor de invloed van <strong>Thomas</strong> van<br />

Aquino op Hannibaldus en de tweede omdat zij niet zonder originali<strong>te</strong>it<br />

is.<br />

Arg. 1 luidt als volgt: de hemel is ongeworden en dus eeuwigdurend;<br />

bijgevolg is de gehele wereld van eeuwigheid af. (29)<br />

Met zijn weerlegging bedoelt Hannibaldus twee dingen:<br />

a. Een uitleg van Aristo<strong>te</strong>les <strong>te</strong>rzake: de Filosoof toont met het<br />

genoemde argument aan dat de hemel niet door generatie of<br />

natuurlijke wording tot zijn gebracht is via een natuurlijke werkoorzaak.<br />

b. Een filosofische kritiek: wanneer de hemel (en dus de wereld)<br />

ongeworden is in de zin van fysisch ongeworden, dan sluit dit nog<br />

niet uit dat zij metafysisch tot zijn gebracht is door schepping,<br />

d.w.z. door een werkoorzaak die volgens haar wil handelt. (30) Vgl.<br />

<strong>Thomas</strong> van Aquino, Scriptum, II, 1, 1,5, arg. 1 & ad 1.<br />

Arg. 2 luidt als volgt: de tijd is er altijd geweest, omdat haar kern,<br />

het nunc, het begin van de toekomst en het einde van het verleden<br />

is. (31) Zoals <strong>Thomas</strong> reeds vóór hem gedaan had, richt Hannibaldus<br />

zijn kritiek op de kern van het argument: de bewering dat het nu<br />

als het <strong>te</strong>genwoordige moment (instans) het begin is van de toekomst<br />

en het einde van het verleden. De be<strong>te</strong>kenis hiervan is dat het<br />

instans of nunc de delen van de tijd voortzet. Maar, zo concludeert<br />

Hannibaldus, dan is het niet noodzakelijk dat het primum instans<br />

het einde is van een voorafgaande tijd, noch dat het ultimum<br />

instans het begin is van een toekomende tijd. Immers, geen van beide<br />

zet als zodanig de tijd voort. (32)<br />

Wat Hannibaldus bedoelt <strong>te</strong> zeggen is dat er twee tijdsmomen<strong>te</strong>n<br />

zijn die de universele strekking van de definitie van 'instans'<br />

falsifiëren: het eers<strong>te</strong> en het laats<strong>te</strong> insians, het begin en het einde

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!