03.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

128 Wal<strong>te</strong>r Krikilion<br />

taties van M. Seckler, Gh. Lafont, F. Marinelli, O.H. Pesch). Hij<br />

duidt deze 'circulatio' vooral als een Kreislauf van de liefde, van de<br />

dynamiek, waarin het ene en het vele, het algemene en het bijzondere<br />

innerlijk op elkaar betrokken zijn. Verder duidt hij op de dubbelzinnigheden<br />

van <strong>Thomas</strong>' liefdesconcept in het algemeen en in het<br />

bijzonder m.b.t. de 'spiratio' van de Geest (373). Een eigen invalshoek<br />

van Salmann is de vraag hoe de innerlijkheid van de beminde<br />

in de beminnende (amatus in aman<strong>te</strong>) en zijn anders-zijn samengedacht<br />

kunnen worden (374). Het heeft <strong>te</strong> maken met Salmanns<br />

fundamen<strong>te</strong>le zoeken naar een in elkaar denken van zelfheid en<br />

andersheid. Ook speelt hierbij mee zijn in<strong>te</strong>ntie om innerlijkheid en<br />

ui<strong>te</strong>rlijkheid in hun dynamische samengroei <strong>te</strong> vat<strong>te</strong>n. Verder in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>ert<br />

hij <strong>Thomas</strong> vooral vanuit het reeds vermelde begrip connaturalitas.<br />

Op het niveau van de liefde voor anderen (374-375;<br />

referenties aan Compo theol., ST I-II, II-II) be<strong>te</strong>kent dit dat er een<br />

ontologische overeens<strong>te</strong>mming in het goede is tussen de beminde en<br />

de beminnende. Op het niveau van de zelfliefde (375-376;referenties<br />

aan ST I, I-II, II-II) is er een opdracht om s<strong>te</strong>eds meer in een<br />

soort spiraalbeweging 'amatus in aman<strong>te</strong>' <strong>te</strong> worden, bij zichzelf<br />

aan <strong>te</strong> komen en daarbij ook het participeren aan een gro<strong>te</strong>r 'bonum'<br />

<strong>te</strong> erkennen en lief <strong>te</strong> hebben, naar een gro<strong>te</strong>re 'connaturalitas'<br />

met God en anderen toe. Op het niveau van Gods liefde (376-<br />

377; referenties aan ScG I, IV) voor zichzelf en de wereld gaat het<br />

om een scheppende liefde, die niet ge<strong>te</strong>kend is door bepaalde,<br />

afzonderlijke motieven, maar door de wil om het andere van de<br />

wereld als zodanig <strong>te</strong> scheppen. Salmann ontwikkelt dus een perspectief<br />

waarin de liefde, ontologisch gesproken, de eers<strong>te</strong> werkelijkheid<br />

is. Hij trekt dit door naar God toe met een duidelijke klemtoon<br />

op Gods liefdesbewustzijn. Dit bepaalt in s<strong>te</strong>rke ma<strong>te</strong> zijn <strong>Thomas</strong>in<strong>te</strong>rpretatie.<br />

Ook in het volgende perspectief is het primaat<br />

van de liefde (d.383)herkenbaar.<br />

4.2. Perspectief van eenheid van kennen en willen<br />

Salmann ontwikkelt een perspectief waarin de eenheid tussen<br />

kennen en willen vanuit de liefde wordt belicht. De gemeenschappelijke<br />

innerlijke liefdesdynamiek van de hele werkelijkheid brengt<br />

mee dat kennen en willen uitingen zijn van deze zelfde dynamiek en<br />

er in eenheid door gedragen worden. T.o.v. <strong>Thomas</strong> en vele <strong>Thomas</strong>in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>n<br />

(o.a. 337 & 382), die zonder bevraging het onderscheid<br />

tussen kennen en willen aannemen en overdragen op de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!