Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

thomasinstituut.org
from thomasinstituut.org More from this publisher
03.09.2013 Views

126 Walter Krikilion hier om een dynamiek die ons krachtig aanzet tot aandacht voor de triniteit in ons gewoonmenselijkleven. 3.5. De dynamiek van de ontmoeting vanuit de Geest en het Woord De Geest wordt gezien als tussenpersoonlijk (197), als de diepste bindende kracht tussen mensen in de dialoog, in de ontmoeting, in het gesprek. De Geest is de omgevende 'aura' van het tussenmenselijke, van het interpersoonlijke (197). Het Woord wordt, in de context van het dialogaal waarheidszoeken, gezien enerzijds als de anonieme dragende grond van het interpersoonlijke en anderzijds als de tegenoverstaande Medialperson van de gesprekspartners. In het waarheidszoekend gesprek is het Woord betrokken als de uiteindelijkeWaarheidin persoon (200). Ontmoeting en gesprek zijn dynamische elementen van de werkelijkheid,waarin God zich als Woord en Geestin ons uitdrukt. Ontmoeting en gesprek zijn ten diepste toe gedreven door de (transcendente) horizon van God, die meewandelt in onze tussenmenselijkeontmoetingen.Ontmoeting is getekend door een trinitaire openbaringsdiepte (170). De dialoog tussen mensen vindt zijn 'oergrond' en 'oerbeeld' in God (161).In het tussenmenselijkspreken grijpt het enig gebeuren van schepping, openbaring en verlossing plaats (84; referentie aan Fr. Rosenzweig). 4. Thomasreceptie Salmanns Thomasreceptie is in eerste instantie niet historisch en niet descriptief. Het gaat vooralom een systematische reflectie op de 'zaak' (Sache), het object van de theologie, denkend met en verder dan Thomas in de huidige situatie. (10) Het is Salmanns bedoeling om, in een wisselwerking, zijn eigen denken door de kritische bemiddeling van Thomas gestalte te geven én tevens moeilijkhedenin Thomas' visie en in de Thomasinterpretatieop een nieuwe, hedendaagse manier op te lichten (355). Vooral de behandeling van de verhouding tussen Gods kennen en willen en het ontbreken van een echte band tussen de belichting van de processiones vanuit kennen-willen en de behandeling van de intratrinitaire relaties worden bevraagd (356& 385).Hierbij spelen vraagstellingen vanuit de moderniteit een belangrijke rol (356).Dit gebeurt binnen Salmanns eigen verstaanshorizon, die ik boven

SALMANN, NEUZElT lIND OFFENBARUNG 127 geschetst heb. In overeenstemming met deze horizon wil ik nu zijn Thomasreceptie belichten aan de hand van enkele grotere 'perspectieven'. Analoog met de boven gebruikte pathoselementen en dynamieken probeer ik haar te onderzoeken aan de hand van de ruimere perspectieven waarbinnen zij gestalte krijgt. Hiermee wordt ook duidelijk dat Salmann op een thematische manier Thomas recipieert. 4.1. Perspectief van een liefdesontologie Salmann ontwikkelt een liefdesontologie (o.a, 59, 68, 118 & 174). Dit hangt samen met zijn denken over het perichoretisch, dialogaal (209) karakter van de hele werkelijkheid, in het bijzonder van de mens. Ook de samenhang tussen God-schepper en schepping wordt uitgewerkt vanuit de liefde ("Liebe als Rhythmus und Dynamik der connaturalitas," 325-329). Van belang is vooral dit laatste begrip connaturalitas dat als een grondmodel fungeert voor het samendenken van eenheid en afstand (387),van gemeenschap en afzonderlijke personen. De hele werkelijkheid wordt begrepen vanuit een zelfde innerlijke liefdesdynamiek, waardoor aile werkelijkheidselementen samen creatief zijn. In dit perspectief kunnen bepaalde elementen van zijn Thomasreceptie begrepen worden. In "Studie V" spreekt Salmann, in de context van zijn fenomenologische analyse van de dialoog, over Thomas' categorie van het transcendentale Bonum (176-177;referenties aan ST I, I-II, II-II). Hij interpreteert Thomas' denken inde zin van een sapiëntieel-ontologisch liefdesconcept, dat ais zodanig structureei verwant is met een meer transcendentaal-persoonlijk liefdesconcept en er complementair mee verbonden moet worden (177;d. 325 & 383).Welontbreekt volgens Salmann bij Thomas het specifiek-dialogische element van het wederzijdse, ondanks het gegeven dat Thomas in ST I­ II, q. 28, a. 2 spreekt over de mutua inhaesio (177 & 196). Verder spreekt Salmann, in zijn systematische reflectie op de dialoog, over de samenhang bij Thomas van zelf-, vriendschaps- en Wir-liefdeals vormen waarin het ene transcendentale Bonum en daarin God zelf worden waargenomen (196-197;hij refereert aan ST I, I-II en aan SeC ill; d. 358:hier ook toepassing op Gods zelfliefde en zijn liefde voor de wereld). In "Studie IX" wijst Salmann op de dynamische grondcategorie van de cireulatio bij Thomas als horizon en centrum van Thomas' wereldbeeld en denken (357-359;referenties aan Thomasinterpre-

SALMANN, NEUZElT lIND OFFENBARUNG 127<br />

geschetst heb. In overeens<strong>te</strong>mming met deze horizon wil ik nu zijn<br />

<strong>Thomas</strong>receptie belich<strong>te</strong>n aan de hand van enkele gro<strong>te</strong>re 'perspectieven'.<br />

Analoog met de boven gebruik<strong>te</strong> pathoselemen<strong>te</strong>n en dynamieken<br />

probeer ik haar <strong>te</strong> onderzoeken aan de hand van de ruimere<br />

perspectieven waarbinnen zij gestal<strong>te</strong> krijgt. Hiermee wordt ook<br />

duidelijk dat Salmann op een thematische manier <strong>Thomas</strong> recipieert.<br />

4.1. Perspectief van een liefdesontologie<br />

Salmann ontwikkelt een liefdesontologie (o.a, 59, 68, 118 & 174).<br />

Dit hangt samen met zijn denken over het perichoretisch, dialogaal<br />

(209) karak<strong>te</strong>r van de hele werkelijkheid, in het bijzonder van de<br />

mens. Ook de samenhang tussen God-schepper en schepping wordt<br />

uitgewerkt vanuit de liefde ("Liebe als Rhythmus und Dynamik der<br />

connaturalitas," 325-329). Van belang is vooral dit laats<strong>te</strong> begrip<br />

connaturalitas dat als een grondmodel fungeert voor het samendenken<br />

van eenheid en afstand (387),van gemeenschap en afzonderlijke<br />

personen. De hele werkelijkheid wordt begrepen vanuit een zelfde<br />

innerlijke liefdesdynamiek, waardoor aile werkelijkheidselemen<strong>te</strong>n<br />

samen creatief zijn. In dit perspectief kunnen bepaalde elemen<strong>te</strong>n<br />

van zijn <strong>Thomas</strong>receptie begrepen worden.<br />

In "Studie V" spreekt Salmann, in de con<strong>te</strong>xt van zijn fenomenologische<br />

analyse van de dialoog, over <strong>Thomas</strong>' ca<strong>te</strong>gorie van het<br />

transcendentale Bonum (176-177;referenties aan ST I, I-II, II-II).<br />

Hij in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>ert <strong>Thomas</strong>' denken inde zin van een sapiëntieel-ontologisch<br />

liefdesconcept, dat ais zodanig structureei verwant is met<br />

een meer transcendentaal-persoonlijk liefdesconcept en er complementair<br />

mee verbonden moet worden (177;d. 325 & 383).Welontbreekt<br />

volgens Salmann bij <strong>Thomas</strong> het specifiek-dialogische element<br />

van het wederzijdse, ondanks het gegeven dat <strong>Thomas</strong> in ST I­<br />

II, q. 28, a. 2 spreekt over de mutua inhaesio (177 & 196). Verder<br />

spreekt Salmann, in zijn sys<strong>te</strong>matische reflectie op de dialoog, over<br />

de samenhang bij <strong>Thomas</strong> van zelf-, vriendschaps- en Wir-liefdeals<br />

vormen waarin het ene transcendentale Bonum en daarin God zelf<br />

worden waargenomen (196-197;hij refereert aan ST I, I-II en aan<br />

SeC ill; d. 358:hier ook toepassing op Gods zelfliefde en zijn liefde<br />

voor de wereld).<br />

In "Studie IX" wijst Salmann op de dynamische grondca<strong>te</strong>gorie<br />

van de cireulatio bij <strong>Thomas</strong> als horizon en centrum van <strong>Thomas</strong>'<br />

wereldbeeld en denken (357-359;referenties aan <strong>Thomas</strong>in<strong>te</strong>rpre-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!