03.09.2013 Views

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

102 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp, H. Rikhof<br />

die natuur werd Hij gepredestineerd de Zoon van God <strong>te</strong> zijn. (93)<br />

<strong>Thomas</strong> spreekt opvallenderwijs niet op s<strong>te</strong>llende wijze. Zijn voorzichtigheid<br />

komt naar voren doordat hij zegt dat het be<strong>te</strong>r of meer<br />

geëigend is <strong>te</strong> zeggen dat ... etc. ('potius, magis proprie ... quam'<br />

etc.). Hij probeert met deze invulling van de <strong>te</strong>rmen op een zo<br />

geëigend mogelijke wijze <strong>te</strong> spreken over Christus' predestinatie en<br />

Christus' Zoon zijn van God.<br />

In het ad 1 behandelt <strong>Thomas</strong> twee mogelijkheden op het 'secundum<br />

quod homo' op <strong>te</strong> vat<strong>te</strong>n. Oe eers<strong>te</strong> mogelijkheid ziet de menselijke<br />

natuur ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>r, als object van predestinatie. (94) Deze<br />

mogelijkheid wijst <strong>Thomas</strong> af, omdat op zo'n wijze uit Christus'<br />

predestinatie zou volgen dat Christus als mens Zoon van God is.<br />

Dit staat in <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling met <strong>Thomas</strong>' opvatting dat Christus is<br />

gepredestineerd naar zijn mens-zijn de Zoon van God <strong>te</strong> zijn. <strong>Thomas</strong>'<br />

uitspraak is voorzichtiger en hij vult het Zoon-van-God zijn<br />

niet in. In de opvatting van het ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>r is het Zoon-van-God<br />

zijn al wel ingevuld: Christus als mens is de Zoon van God.<br />

De tweede mogelijkheid gaat over predestinatie, waarbij zij<br />

verwijst naar de handeling van predestineren zelf. De handeling<br />

draagt dan een an<strong>te</strong>cedent in zich en een effect. Ook hier verwijst<br />

<strong>Thomas</strong> vanuit het ad 1 naar de respons. Beide aspec<strong>te</strong>n, an<strong>te</strong>cedent<br />

en effect, passen Christus wat betreft zijn menselijke natuur.<br />

Predestinatie als handeling door God vanaf eeuwig past Christus<br />

en plaatst een zeker effect in de tijd, namelijk zijn gepredestineerd<br />

zijn als mens tot Zoon van God.<br />

5.5. Evaluatie<br />

In de hypothese aan het begin van dit artikel werd ges<strong>te</strong>ld dat<br />

<strong>Thomas</strong> bepaalde regels geeft in zijn spreken over God. Regels die<br />

ervoor zorgen dat inhoudelijk over God spreken zodanig gebeurt<br />

dat er over God gesproken wordt. In <strong>Thomas</strong>' spreken over<br />

predestinatie, in het bijzonder zijn spreken over de predestinatie<br />

van Christus, komt deze manier van spreken duidelijk naar voren.<br />

Predestinatie blijkt allereerst niet een begrip <strong>te</strong> zijn dat gaat over<br />

mensen, maar veeleer is het een begrip dat gaat over God. De handeling<br />

van predestinatie is een handeling van God, een handeling<br />

vanaf eeuwig. Gelijk hier al komt een onderscheid naar voren tussen<br />

God en mensen, een scheiding die ook ons spreken bepaalt.<br />

Doordat <strong>Thomas</strong> God aan het begin van predestinatie plaatst in<br />

<strong>te</strong>rmen van eeuwigheid, vindt er een onderscheiding plaats tussen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!