Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
98 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp, H. Rikhof<br />
een begrip dat bij God past. Hij is het die predestineert en derhalve<br />
wordt de <strong>te</strong>rm 'eeuwig' gebruikt. 'Eeuwig' is namelijkeen ca<strong>te</strong>gorie<br />
die God past en mensen niet. 'Eeuwig' is een andere ca<strong>te</strong>gorie dan<br />
'in de tijd' (in <strong>te</strong>mpore),welke een ca<strong>te</strong>gorievan schepselenis. Ditis<br />
een van de kernpun<strong>te</strong>n van <strong>Thomas</strong>' opvatting over predestinatie.<br />
God en zijn predestinatie horen bij de eeuwigheid; schepselen, de<br />
gepredestineerden, horen bij de geschiedenis. God en mensen,<br />
eeuwig en in de tijd, zijn verschillendeca<strong>te</strong>gorieën die niet <strong>te</strong> overbruggen<br />
zijn. Ze staan wel in een zekere relatie tot elkaar. Van<br />
eeuwigheid gaat God een relatie aan met mensen die staan in de<br />
geschiedenis. Predestinatie is de <strong>te</strong>rm die deze betrokkenheid aangeeft.<br />
(83)<br />
Na zijn begripsbepaling van predestinatie n.a.v. de Prima pars,<br />
past <strong>Thomas</strong> predestinatie toe op Christus. Deze toepassing blijkt<br />
uit de volgende zin van de respons, welke specifiekbetrekkingheeft<br />
op Christus: "Est au<strong>te</strong>m hoc in <strong>te</strong>mpore factum per gratiam unionis<br />
a Deo, ut homo esset Deus et Deus esset homo." Hier komt gelijkal<br />
het bijzondere van Christus naar voren: twee naturen in één<br />
persoon. Inhet ad 2 van q. 24,a. 1 gaat <strong>Thomas</strong> hier uitvoeriger op<br />
in. Predestinatie komt toe aan de gehele persoon van Christus,<br />
maar hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen zijn<br />
goddelijke en zijn menselijkenatuur. (84) Wat betreft de goddelijke<br />
natuur van Christus is predestinatie niet mogelijk. De handeling<br />
van predestineren is namelijk, zoals we eerder zagen, een handeling<br />
van God. De goddelijke natuur van Christus zou de handeling<br />
van predestinatie in de weg staan. Zijn menselijkenatuur staat dit<br />
niet in de weg, omdat juist die natuur predestinatie mogelijkmaakt.<br />
We zien hier eenzelfde soort onderscheid als hiervoor: God en<br />
mens, eeuwig en in de tijd, goddelijke en menselijke natuur zijn<br />
onderscheiden en verschillendvan aard.<br />
De verbinding van de twee naturen in Christus en het feit dat het<br />
mogelijkis om over Christus <strong>te</strong> spreken als gepredestineerd worden<br />
in verband gebracht met genade. Genade is een geschiedenis-<strong>te</strong>rm,<br />
ze is van tijdelijke aard en ze wordt door God gegeven. Door de<br />
genade, hier specifiekde genade van eenheid, zijn de twee naturen<br />
in één persoon verbonden, de persoon van Christus. De menselijke<br />
natuur van Christus plaatst hem in de tijd, maakt hem deel van de<br />
geschiedenis.Zijnmenselijkenatuur maakt het mogelijkdat predestinatie<br />
hem past, langs de weg van de verbinding van zijn twee naturen<br />
door de 'gratia unionis'. (85) Alle uitspraken over zijn predestinatie<br />
worden beperkt tot uitspraken over predestinatie wat betreft