03.09.2013 Views

De Journalist

De Journalist

De Journalist

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3de Jaargang No. 10<br />

Verschijnt maandelijks<br />

Mei 1949<br />

<strong>De</strong> <strong>Journalist</strong><br />

Redactie: J. J. F. v. d. Bergh<br />

Mr. E. Elias - Yge Foppema<br />

ORGAAN VAN DE NEDERLANDSE JOURNALISTENKRING<br />

Algemeen verbindende tuchtrechtspraak<br />

Onmisbaar voor de journalistiek<br />

Door Mr. M. Rooy<br />

ET is een goed-journalistieke eis,<br />

H dat degene, die een juist, eerlflk en<br />

verantwoord oordeel over een bepaald<br />

onderwerp wil vormen, zich ten volle<br />

rekenschap geeft van de desbetreffende<br />

materie. Geldt deze eis reeds<br />

in het algemeen, hij is in nog sterkere<br />

mate toepasselijk indien de uitoefening<br />

van het journalistieke<br />

beroep zelf in het geding is. Zulks<br />

vast te stellen is zeker niet overbodig,<br />

nu de geesten nogal in beroering<br />

blijken te zijn geraakt door het<br />

bij de Tweede Kamer aanhangige<br />

wetsontwerp op de journalistieke<br />

verantwoordelijkheid; het is mij de<br />

laatste weken meermalen overkomen,<br />

dat een collega lucht gaf aan zijn<br />

blijkbaar onwrikbare bezwaren tegen<br />

het ontwerp, zonder dat hij daaromtrent<br />

meer kennis bleek te bezitten<br />

dan kon worden vergaard uit het<br />

uittreksel, hetwelk de meeste dagbladen<br />

slechts van de Memorie van<br />

Toelichting hebben gegeven, een uittreksel,<br />

dat van de essentiële punten<br />

van de regeling een niet meer dan<br />

onvoldoende beeld kon geven. Bezinning<br />

op dit ongetwijfeld belangrijke<br />

voorstel moet daarom beginnen met<br />

een bestudering van de tekst van het<br />

ontwerp en de daarbij gegeven toelichting.<br />

Daarbij kan het echter niet<br />

blijven; ook kennisneming van de<br />

achtergronden van het ontwerp —<br />

welke journalist voelt zich niet op<br />

glad ijs, indien hij niet tevens over<br />

„background information" beschikt?<br />

-— is noodzakelijk. Vandaar dat collega<br />

Hanekroot en ik, die aan de<br />

wieg van het voorstel hebben gestaan,<br />

ons geroepen en verplicht<br />

achten de voor de vorming van een<br />

oordeel vereiste gegevens te verschaffen<br />

en deze te rangschikken, —<br />

zulks mede ter voorbereiding van<br />

het congres, dat op 7 Mei a.s. te<br />

Utrecht, onder auspiciën van de Federatie<br />

van Nederlandse <strong>Journalist</strong>en,<br />

over het ontwerp zal worden gehouden.<br />

Ter opruiming van een klaarblijkelijk<br />

bestaand misverstand stel ik<br />

voorop, dat collega Hanekroot en ik,<br />

weliswaar in onze hoedanigheid van<br />

voorzitter resp. van de K.N.J.K. en<br />

de N.J.K., doch op onze persoonlijke<br />

verantwoordelijkheid werden uitgenodigd,<br />

in de Commissie-Pompe zitting<br />

te nemen en op deze voet de<br />

uitnodiging ook hebben aanvaard.<br />

En wij staan voor onze werkzaamheid<br />

in de Commissie dan ook als<br />

voor een persoonlijke daad, zodat de<br />

organisaties daardoor in het minst<br />

niet gebonden zijn. Wij zijn ons van<br />

deze situatie van de aanvang af<br />

volkomen bewust geweest, zulks te<br />

meer omdat, gegeven de aard van<br />

de arbeid van de commissie, tijdens<br />

haar werkzaamheid (welke om<br />

resultaat te kunnen dragen een openhartig<br />

doch vertrouwelijk karakter<br />

droeg), raadpleging van onze leden<br />

uitgesloten was te achten. Maar wij<br />

beiden konden ons bij voorbaat van<br />

één ding verzekerd weten, n.1. van<br />

de principiële bereidheid van onze<br />

organisaties om een algemeen-verbindende<br />

tuchtrechtspraak te aanvaarden.<br />

Is een disciplinair toezicht<br />

immers niet een wezenlijk bestanddeel<br />

van onze statuten en heeft de<br />

instelling van de Raad van Tucht niet<br />

de algemene instemming verworven?<br />

En heeft niet evenzeer ons streven<br />

om, langs de weg van het verplichte<br />

lidmaatschap in de C.A.O. voor dag-<br />

Correspondentie voor redactie en<br />

administratie a.u.b. richten<br />

p/a Bureau der<br />

FED. v. NED. JOURNALISTEN<br />

gebouw Persmuseum<br />

Nieuwezijdskolk 28<br />

Amsterdam-C.<br />

Telefoon 46910 — Giro 418318<br />

(t. n. van de Fed. v. Ned. Journ.)<br />

bladjournalisten, deze tuchtrechtspraak<br />

althans voor deze categorie<br />

vakgenoten een in feite algemeenverbindend<br />

karakter te geven —<br />

met als ernstige consequentie, dat<br />

uitstoting uit de organisatie tevens i<br />

de verbanning uit de dagbladjourna- •<br />

listiek zou betekenen! — de steun<br />

van onze ledenvergaderingen gekregen?<br />

Wie thans meer het sentiment<br />

en minder het verstand wil laten<br />

spreken, moge dan ook bedenken,<br />

dat de strekking van het organisatorische<br />

beleid van de laatste jaren<br />

in wezen gelijk was aan wat thans<br />

van de wetgever wordt gevraagd.<br />

Wettelijke status voor de<br />

journalist<br />

ANNEER ik het thans tot mijn<br />

W verdere taak reken, een beredeneerd<br />

overzicht van de inhoud van<br />

het ontwerp te geven, dan breng ik in<br />

herinnering, dat, sinds het begin van<br />

het organisatorische optreden van de<br />

journalisten, zij er naar hebben gestreefd,<br />

ideëel en sociaal de erkenning<br />

te vinden, waarop zij, gezien<br />

de betekenis van hun beroep in de<br />

maatschappij, aanspraak meenden te<br />

kunnen maken, — een erkenning<br />

welke zij wensten te „verdienen"<br />

door verhoging van het verantwoordelijkheidsbesef<br />

en de vakbekwaamheid,<br />

alsmede door verheffing van<br />

hun sociale positie.<br />

Zij zijn er zich bij hun streven<br />

steeds bewust van gebleven, dat in<br />

de journalistieke hof vogels van<br />

diverse pluimage rondfladderden en<br />

dat een groot gedeelte van de inhoud<br />

der dagbladen, nieuwsbladen en tijdschriften,<br />

hoewel meestal geredigeerd<br />

door journalisten van professie, afkomstig<br />

is van schrijvers, die niet<br />

de journalistiek als hoofdberoep beoefenen.<br />

Doch de opneming van<br />

„kopij" van deze kant geschiedt in<br />

het algemeen slechts, nadat zij getoetst<br />

is door een beroepsjournalist,<br />

die voor deze opneming de verantwoordelijkheid<br />

wenst te aanvaarden.<br />

Zo is en blijft de positie, welke de<br />

journalist in de pers inneemt, centraal<br />

en uit deze positie heeft zich<br />

1


dan ook een afzonderlijke journalistieke<br />

stand gevormd, waarbinnen een<br />

standsmoraal geldt. Voor het peil<br />

van de pers is het gedrag van de<br />

beroepsjournalisten beslissend. <strong>De</strong>ze<br />

ontwikkeling^ heef t zich na de jongste<br />

oorlog duidelijk geopenbaard in<br />

de opzet van de journalistenorganisaties,<br />

welke als leden niet meer<br />

publicisten, die de journalistiek niet<br />

als hoofdgroep uitoefenen, aannemen,<br />

en voorts door een interne tuchtregeling<br />

de handhaving van de<br />

standsmoraal nastreven.<br />

Wanneer derhalve in het aanhangige<br />

wetsontwerp de journalistieke<br />

stand uitdrukkelijk wordt genoemd,<br />

dan beoogt de wetgever aüerminst<br />

deze uit het niet te scheppen, doch<br />

wil hij een wettelijk sluitstuk leveren<br />

op een vrije maatschappelijke ontwikkeling.<br />

Dit sluitstuk is onmisbaar,<br />

omdat de journalistenorganisaties<br />

als vrije verenigingen, dus<br />

zonder verplicht lidmaatschap, juist<br />

niet bij machte zijn de positie van<br />

de journalistieke stand af te ronden<br />

en misstanden, vooral aan de zelfkant<br />

van het vak, te bestrijden. Het<br />

komt herhaaldelijk voor, dat buitenstaanders<br />

zich bij onze besturen beklagen<br />

over bepaalde journalistieke<br />

uitingen, doch ten antwoord moeten<br />

krijgen, dat deze afkomstig zijn van<br />

niet-leden en dat deze journalisten<br />

buiten de rechtsmaat van de verenigingen<br />

vallen. Onze eigen tuchtrechtspraak<br />

is derhalve niet voldoende<br />

effectief om het aanzien en de waardigheid<br />

van de journalistiek naar<br />

buiten te beschermen, zodat een wettelijke<br />

voorziening geboden is.<br />

Met het oog hierop is een duidelijke<br />

begrenzing van de stand der<br />

journalisten noodzakelijk.<br />

Het ontwerp geeft hiertoe allereerst<br />

een definitie van de begrippen<br />

„journalistieke arbeid" en „journalist".<br />

<strong>Journalist</strong>ieke arbeid is: het medewerken<br />

aan de redactionele inlwud<br />

van een in Nederland verschijnend<br />

dagblad, nieuwsblad of tijdschrift,<br />

dan wel aan de samenstelling van<br />

nieuwstijdingen, verslagen of artikelen,<br />

die door een persbureau (voorzover<br />

dit zijn bedrijf in Nederland<br />

uitoefent) worden verspreid (artikel<br />

1, sub a-e). <strong>Journalist</strong>iejke arbeid,<br />

verricht ten behoeve van buiten<br />

Nederland verschijnende persorganen<br />

wordt door de wet niet bestreken,<br />

zodat de hier te lande gevestigde<br />

correspondenten van buitenlandse<br />

bladen, die zich tot deze arbeid bepalen,<br />

'buiten de regeling vallen; de<br />

bier te lande werkzame buitenlandse<br />

persbureaux, die immers ook aan<br />

Nederlandse bladen nieuws leveren,<br />

zijn daarentegen terecht binnen de<br />

sfeer van het ontwerp getrokken,<br />

voorzover hun Nederlands bedrijf<br />

betreft. Over dit punt hieronder intussen<br />

nog nader.<br />

<strong>Journalist</strong>en zijn (volgens art. 1<br />

sub f): lo. degenen, wier hoofdberoep<br />

het verrichten van journalistieke<br />

arbeid is; 2o. degenen, die in<br />

een dagblad als hoofdredacteur vermeld<br />

zijn. Ten aanzien van de laatstgenoemde<br />

categorie merkt de Me-<br />

2<br />

morie van Toelichting terecht op, dat<br />

degenen, wier hoofdberoep buiten de<br />

pers ligt doch die als hoofdartikelenschrijver<br />

optreden, „een dusdanige<br />

invloed op de vorming van de openbare<br />

mening hebben, üat zij, wat hun<br />

tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid<br />

betreft, met journalisten van hoofdberoep<br />

gelijk moeten worden gesteld."<br />

Dit geldt evenzeer ten aanzien<br />

van de directeuren-hoofdredacteuren.<br />

Voor beide groepen ligt hun<br />

bijzondere positie tegenover andere<br />

publicisten, die als vaste medewerkers<br />

van een dagblad optreden, hierin,<br />

dat over de opneming van hun<br />

kopjj niet door een journalist van<br />

professie wordt beslist, zodat zij uit<br />

dezen hoofde met de journalist van<br />

hoofdberoep gelijk gesteld moeten<br />

worden, immers een gelijke verantwoordelijkheid<br />

dragen.<br />

<strong>De</strong> bovenvermelde begripsomschrijvingen<br />

beantwoorden in haar algemene<br />

strekking aan onze statutaire<br />

definities; er zijn evenwel twee verschilpunten.<br />

In onze statuten zijn de<br />

z.g. foto-journalisten van het lidmaatschap<br />

uitgesloten, omdat vooral<br />

de free lancers onder hen in de<br />

practh'k tevens als ondernemer optreden<br />

en deze vermenging van journalistieke<br />

en economische activiteit<br />

afbreuk doet aan de journalistieke<br />

onafhankelijkheid van de betrokkenen.<br />

<strong>De</strong> fotopersbureaux zijn blijkens<br />

de definitie van „persbureau" in elk<br />

geval van de gelding van de wet<br />

uitgesloten (er is ten aanzien van<br />

de persbureaux immers slechts sprake<br />

van „nieuwstijdingen, verslagen of<br />

artikelen" en niet van illustraties);<br />

de foto's zijn echter zeker te rekenen<br />

tot de „redactionele inhoud" van<br />

persorganen, zodat m.i. degenen, die<br />

foto's ten behoeve van persorganen<br />

vervaardigen, voorzover ik het zien<br />

kan, geacht moeten worden „journalistieke<br />

arbeid" te verrichten, immers<br />

medewerken aan de redactionele<br />

inhoud van bladen. Anderen<br />

mogen dit echter een twijfelpunt achten,<br />

doch dan moet het nader uit de<br />

weg worden geruimd en wel m.i. in<br />

de zin van onze statuten. Vooral nu<br />

de titel „journalist" bescherming zal<br />

krijgen, moet er tegen worden gewaakt,<br />

dat deze titel niet wordt toegekend<br />

aan een groep, die — hoe<br />

honorabel op Zichzelf ook •— aan het<br />

voortdurende gevaar van de genoemde<br />

vermenging van journalistieke en<br />

economische activiteit blootstaan.<br />

<strong>De</strong> tweede afwijking van de statutaire<br />

begripsomschrijving betreft<br />

de radio-journalisten, die welkome<br />

leden in onze organisaties zijn, doch<br />

die door de wet niet onder de „journalisten"<br />

worden begrepen. Dit zal<br />

onder de betrokkenen, die zich ten<br />

volle journalist gevoelen en dit in<br />

wezen ook zijn, teleurstelling wekken.<br />

Zij mogen echter bedenken, dat,<br />

nu het nog onzeker is op welke wijze<br />

het radiobestel in het algemeen en<br />

de verantwoordelijkheden van radiofunctionarissen<br />

in het bijzonder geregeld<br />

zullen worden, niet een groep<br />

van hen aan de regel van de journalistiek<br />

kon worden onderworpen. Ik<br />

acht net echter de plicht van onze<br />

organisaties ten deze diligent te zijn<br />

en, zodra het ontwerp-Radiowet<br />

wordt ingediend, voor de belangen<br />

van deze leden op te komen en binnen<br />

het kader van zulk een wet naar<br />

een rechtspositie te streven) welke<br />

aan het feit, dat zij in wezen journalistieke<br />

arbeid verrichten, zomede aan<br />

hun plaats in het radiobestel recht<br />

doet wedervaren. Overwogen kan<br />

worden om ook thans reeds, nu het<br />

onderhavige ontwerp aanhangig is,<br />

op de positie van de radio-journalisten<br />

de aandacht van Regering en<br />

Volksvertegenwoordiging te vestigen.<br />

Een journalistenregister<br />

OLGENS het ontwerp zal een<br />

V register van journalisten worden<br />

gehouden door het tevens in te stellen<br />

persgerecht (waarover hieronder<br />

nader). Ten einde twijfel uit te sluiten<br />

over de vraag, of iemand journalist<br />

is en ook gerechtigd is, zich<br />

zo te noemen en zich als zodanig te<br />

gedragen, is deze registratie noodzakelijk.<br />

Zij is volstrekt niets bijzonders,<br />

want de advocaten kennen haar<br />

al meer dan 100 jaar en voor de<br />

accountants en de architecten is zulk<br />

een registratie eveneens voorgesteld.<br />

Het is pure demagogie, in dit verband<br />

naar het Duitse <strong>Journalist</strong>enbesluit<br />

1941 te verwijzen. Dit besluit<br />

immers had de strekking, de Nederlandse<br />

journalistiek aan de macht<br />

van de bezetter te onderwerpen;<br />

vandaar dan ook dat de inschrijving<br />

of de schrapping uit het toenmalige<br />

register in handen van de uitvoerende<br />

macht was gelegd.<br />

Elke bedoeling om de journalistiek<br />

aan de staatsraison ondergeschikt<br />

te maken, is aan het aanhangige<br />

ontwerp echter vreemd. Slechts<br />

omdat de journalisten aan een tuchtrecht<br />

worden onderworpen, waarbij<br />

de „eer van de stand" tevens als<br />

norm geldt (vgl. art. 35, eerste lid)<br />

is het noodzakelijk de groep der<br />

justitiabelen duidelijk te onderscheiden.<br />

Wie het etiquet „Duits" op het<br />

ontwerp wil plakken) ontbreekt het<br />

overigens blijkbaar aan steekhoudende<br />

argumenten!<br />

Dit alles klemt des te meer, aangezien<br />

het register wordt bijgehouden<br />

door het van de uitvoerende<br />

macht onafhankelijke persgerecht,<br />

met mogelijkheid van beroep op de<br />

al evenzeer onafhankelijke perskamer<br />

van het Amsterdamse Gerechtshof.<br />

Inschrijving in het register<br />

OOR de inschrijving in het pers-<br />

V register wordt als positieve eis<br />

gesteld, dat men is journalist in de<br />

zin van de wet (en zulks ook uiteraard<br />

aantoont). Het persgerecht kan<br />

de inschrijving alleen weigeren, indien<br />

aan genoemd positief vereiste<br />

niet is voldaan, „dan wel indien er<br />

gegronde vrees bestaat, dat zij de<br />

eer van de stand der journalisten<br />

zal schaden." (art 27). Tegen de<br />

vaagheid van deze laatste formulering<br />

zijn reeds bezwaren opgeworpen,<br />

o.a. door op al te goedkope manier


Wetsontwerp<br />

<strong>Journalist</strong>ieke Verantwoordelijkheid<br />

Aan de leden van de N.J.K. en van de K.N.J.K. is een uitnodiging<br />

gezonden voor een door de Federatie belegd congres ter bespreking<br />

van het Wetsontwerp op de journalistieke verantwoordelijkheid.<br />

Dit congres zal worden gehouden op Zaterdag 7 Mei a.s. om 13 uur<br />

ir» de Dietsche Taveerne, Oudkerkhof 31, Utrecht.<br />

<strong>De</strong> aandacht zij gevestigd op de artikelen van Coll. Mr. M. Rooy en<br />

L. S. J. Hanekroot in dit nummer, welke als prae-adviezen voor dit<br />

congres kunnen worden beschouwd.<br />

<strong>De</strong> besturen verwachten, dat de leden in groten getale aanwezig<br />

zullen zijn ter behandeling van dit belangrijke onderwerp.<br />

bepaalde lachwekkende casusposities,<br />

waarin het gevaar van weigering van<br />

een inschrijving zou dreigen, aan te<br />

voeren. Laat ik beginnen met vast<br />

te stellen, dat een dergelijke norm<br />

om onwaardigen (men denke aan de<br />

zuiveringsperikelen!) te weren, niet<br />

kan worden gemist. Wij kennen haar<br />

ook in onze eigen statuten en ieder<br />

heeft haar geaccepteerd. Binnenkort<br />

zullen enkele zaken, waarin de statutaire<br />

norm toegepast zou kunnen<br />

worden ter fine van advies bij onze<br />

Raad van Tucht in behandeling<br />

komen. Wanneer wij deze zaken, ook<br />

al betreffen zij alleen het lidmaatschap<br />

van onze organisaties, niet<br />

ernstig zouden nemen, zouden wij<br />

onszelf met ons gehele streven om<br />

langs organisatorische weg tot verheffing<br />

van het vak te geraken, een<br />

testimonium paupertatis uitreiken.<br />

Maar als wij ons organisatorische<br />

optreden zo serieus nemen, als dit<br />

verdient, mogen wij ons er dan bij<br />

neerleggen, dat buiten onze verenigingen<br />

Gods water over Gods akker<br />

loopt? Immers neen! <strong>De</strong> journalistieke<br />

stand heeft er als groep belang<br />

bij, dat onwaardige individuen uit<br />

zijn rijen worden geweerd.<br />

Bij de advocaten heeft de bewuste<br />

norm gedurende meer dan 100 jaar<br />

zo bevredigend gewerkt, dat zij in<br />

het ontwerp-Advocatenwet is overgegaan.<br />

Juist bij een toetsing van<br />

de voorkomende gevallen in twee<br />

onafhankelijke instanties behoeft voor<br />

willekeur niet gevreesd te worden.<br />

Geleidelijk aan zal de „eer van de<br />

stand" in een jurisprudentie worden<br />

geconcretiseerd, zoals ook bij de<br />

advocaten is geschied. En men mag<br />

aannemen, dat de tevens uit deskundigen<br />

bestaande gerechten zich zullen<br />

richten naar wat in elk geval<br />

als communis opinio omtrent journalistieke<br />

waardigheid geldt en overigens<br />

het „in dubiïs pro reo" zullen<br />

laten gelden.<br />

Daarenboven dient bedacht, dat<br />

ook de representatieve journalistenorganisaties<br />

een rol ten deze is toegedacht.<br />

Zij krijgen van elk verzoek<br />

tot inschrijving mededeling en kunnen<br />

dan bezwaren daartegen indienen<br />

(art. 26). Het optreden van de<br />

organisaties kan een factor worden<br />

bg de vorming van de jurisprudentie,<br />

o.a. door het aanhangig maken van<br />

z.g. test-cases.<br />

Eisen van vakbekwaamheid worden<br />

voor de inschrijving in het register<br />

niet gesteld. <strong>De</strong> regering vraagt<br />

zich zelfs af, of dit in de toekomst<br />

wel mogelijk zal blijken. Hoe dit ook<br />

zij, voor het ogenblik bevindt de journalistieke<br />

opleiding zich nog te zeer<br />

in het stadium van voorbereiding of<br />

van eerste experiment, dan dat wij<br />

thans reeds op het stellen van dergelijke<br />

eisen zouden mogen aandringen.<br />

Het punt blijft ook voor de toekomst<br />

voor ons aan de orde.<br />

Een rechtstreekse verplichting tot<br />

aangifte bij het register wordt door<br />

de wet niet gevestigd. Een indirecte<br />

plicht ligt echter opgesloten in artikel<br />

33, dat ieder Nederlands onderdaan<br />

het recht ontzegt zich journalist<br />

te noemen, dan wel de journalistiek<br />

bij wijze van hoofdberoep uit<br />

te oefenen, indien hij niet is ingeschreven,<br />

althans voor de eerste maal<br />

het verzoek daartoe heeft gedaan en<br />

daarop nog niet bij onherroepelijk<br />

geworden uitspraak is beslist. Een<br />

tweede sanctie op het achterwege<br />

blijven van inschrijving is neergelegd<br />

in art. 34, dat een uitgever (of directeur<br />

van een persbureau) verbiedt,<br />

daartoe onbevoegden journalistieke<br />

arbeid als hoofdberoep te laten verrichten.<br />

Ten aanzien van deze sancties valt<br />

tweeërlei op te merken: ten eerste<br />

dat het verbod, zich journalist te<br />

noemen dan wel zich als zodanig te<br />

gedragen, niet geldt voor vreemdelingen,<br />

ongeacht of zij hier te lande<br />

voor buitenlandse dan wel voor Nederlandse<br />

bladen werken, zodat zij<br />

zich journalist kunnen noemen zonder<br />

ingeschreven te zijn: voorzover<br />

zij ten behoeve van Nederlandse<br />

bladen arbeiden, zijn vreemdelingen<br />

echter wel journalist in de zin van<br />

de wet en derhalve aan de tuchtrechtspraak<br />

onderworpen, zodat zij<br />

bij schorsing of ontzetting tot de<br />

,,onbevoegden" gaan behoren, die een<br />

uitgever niet als journalist in dienst<br />

mag nemen of houden;<br />

ten tweede dat de Nederlandse<br />

onderdaan, die bij wijze van hoofdberoep<br />

uitsluitend correspondent van<br />

een buitenlands blad is, geen „jour­<br />

nalistieke arbeid" in de zin van de<br />

wet verricht en dus ook geen journalist<br />

in de zin van de wet is, zodat<br />

hij niet in het persregister kan worden<br />

ingeschreven, zich ook geen<br />

„journalist" mag noemen en ook niet<br />

aan de tuchtrechtspraak is onderworpen.<br />

Beide punten schijnen wat vreemd,<br />

doch bij nadere overweging blijkt een<br />

en ander een logisch voortvloeisel te<br />

zijn van de opzet van de wet, die de<br />

journalistieke activiteit hier te lande<br />

uitsluitend ten behoeve van de buitenlandse<br />

pers niet wil bestrijken en<br />

alleen zodanige arbeid ten behoeve<br />

van de Nederlandse pers aan een<br />

tuchtrechtspraak wil onderwerpen.<br />

Om dit laatste scherper te laten uitkomen<br />

ware het wenselijk aan de<br />

definitie van „persbureau" (art. 1<br />

sub d; zie hierboven) toe te voegen:<br />

„aan in Nederland verschijnende<br />

dagbladen, nieuwsbladen of tijdschriften";<br />

de voorlichting van de<br />

buitenlandse persbureaux naar het<br />

buitenland zou dan ontwijfelbaar aan<br />

de gelding van de wet zijn onttrokken.<br />

Het persgerecht<br />

OOR de toepassing van de wet<br />

V zijn de aard en de samenstelling<br />

van de rechterlijke instanties, die<br />

het persregister onder haar hoede<br />

zullen nemen en de tuchtrechtspraak<br />

zullen uitoefenen, van beslissende<br />

betekenis.<br />

Volgens hoofdstuk II wordt ingesteld<br />

een persgerecht, dat te Amsterdam<br />

is gevestigd. Het bestaat uit<br />

een voorzitter en een aantal ondervoorzitters,<br />

die jurist moeten zijn<br />

en geen functie in de pers mogen<br />

bekleden, alsmede uit ten minste acht<br />

en ten hoogste zestien leden, die voor<br />

de ene helft journalist of verantwoordelijk<br />

redacteur van een nieuwsblad,<br />

tijdschrift of van een persbureau<br />

moeten zijn, en voor de andere<br />

helft uitgever van een persorgaan<br />

of directeur van een persbureau; deze<br />

leden moeten ten minste vijf jaar een<br />

functie in de pers hebben bekleed.<br />

Allen worden door de Kroon voor<br />

hei leven (d.w.z., als alle rechters<br />

tot hun zeventigste jaar) benoemd;<br />

zij kunnen tussentijds alleen door de<br />

Hoge Raad op in de wet genoemde<br />

gronden worden ontslagen of geschorst.<br />

<strong>De</strong> voorzitter en ondervoorzitters<br />

en de leden worden ter benoeming<br />

voorgedragen door de ministers<br />

van O.K. en W. en Justitie;<br />

wat de leden betreft, kunnen representatieve<br />

organisaties van journalisten,<br />

resp. van uitgevers, een<br />

aanbeveling indienen. Ook onze verenigingen,<br />

die zeker als representatief<br />

zullen worden erkend, zullen dus op<br />

de samenstelling van het persgerecht<br />

een zekere invloed kunnen uitoefenen<br />

(artti 5 tot en met 11).<br />

Eenzelfde regeling bevat het ontwerp<br />

ten aanzien van de in te stellen<br />

beroepsinstantie, t.w. de perskamer<br />

van het gerechtshof te Amsterdam,<br />

welke kamer zal bestaan uit een<br />

normale kamer van het hof (van drie<br />

raadsleden), aangevuld met een<br />

3


journalistiek" en een uitgever-lid<br />

(Hoofdstuk V; artt. 49 en 52).<br />

Het persgerecht zal zitten in<br />

kamers van vijf leden, t.w. de voorzitter<br />

(óf een ondervoorzitter), alsmede<br />

twee journalistieke leden en<br />

twee leden-uitgevers (art. 16). In<br />

eerste instantie hebben de deskundige<br />

leden dus de meerderheid; in<br />

beroep zijn de deskundigen in de<br />

minderheid, doch beslissen mede.<br />

<strong>De</strong>ze regeling toont ten duidelijkste<br />

aan dat de persgerechten eenzelfde<br />

onafhankelijkheid bezitten als<br />

onze reeds bestaande rechterlijke<br />

organen. En, wat juist met het oog<br />

op de pers zeer belangrijk is, de<br />

eerste instantie, het persgerecht, is<br />

bij uitstek deskundig te achten, terwijl<br />

de tweede instantie wel deskundigen<br />

telt, maar in haar overige<br />

samenstelling de waarborg inhoudt,<br />

dat het groepsbelang van de pers,<br />

ten detrimente van de publieke voorlichting<br />

niet de overhand krijgt, zodat<br />

'bij in appèl behandelde zaken naar<br />

buiten toe de einduitspraak het<br />

grootst mogelijke gezag kan verkrijgen.<br />

<strong>De</strong>ze laatste overweging heeft<br />

onze organisaties er toe gebracht de<br />

meerderlieid van onze Raad van<br />

Tucht niet-joürnalisten te laten zijn.<br />

Wat de procedure aangaat, bevat<br />

de wet in de artt. 21, 41 tot en met<br />

47 de fundamentele rechten van klagers<br />

en „verdachten". Volgens art.<br />

46 worden nadere processuele bepalingen<br />

door de Kroon bij algemene<br />

maatregel van bestuur gegeven, maar<br />

met het medisch tuchtrecht, dat grotendeels<br />

in een A.M.v.B. is neergelegd,<br />

is er dit belangrijke verschil,<br />

dat de wet de grondbeginselen van<br />

het procesrecht bevat. Met het oog<br />

op de bijzondere positie van de pers<br />

(art. 7 van de Grondwet) behoort<br />

dit ook zo te zijn.<br />

Volgens de artt. 18 en 19 kan het<br />

persgerecht (en volgens art. 53 in<br />

beroep de perskamer van het Hof)<br />

getuigen en deskundigen, uiteraard<br />

onder ede, horen. Volgens art. 20<br />

kan een onderzoek in de desbetreffende<br />

personderneming vanwege het<br />

persgerecht (of vanwege het Hof)<br />

plaats vinden. Er zijn er die menen,<br />

dat dit een aanslag is op het grondwettelijke<br />

huisrecht. Dit is onzin,<br />

want dit is geen absoluut recht; de<br />

wetgever is volgens de Grondwet<br />

bevoegd daarop inbreuk te maken en<br />

het wetsontwerp voldoet aan de bij<br />

onze hoogste Staatswet gestelde<br />

eisen. In hoeveel andere wetten<br />

komen trouwens soortgelijke bevoegdheden<br />

van rechterlijke instanties<br />

niet voor?<br />

In dit verband worde overigens<br />

nog eens uitdrukkelijk vastgesteld,<br />

dat wie zou willen betogen, dat deze<br />

tuchtregeling de pers aan de macht<br />

van de „regering" zou uitleveren, inhoud<br />

en strekking geweld aandoen.<br />

Ook dit zou niets anders dan pure<br />

demagogie zijn!<br />

<strong>De</strong> tuchtrechtelijke norm<br />

f TOE belangrijk vorenbehandelde,<br />

formele bepalingen op zich zelf<br />

ook zijn, de kern van het ontwerp<br />

4<br />

ligt in de materieelrechtelijke norm,<br />

vervat in art. 35 en luidende: „<strong>De</strong><br />

journalist, aan wiens opzet of grove<br />

schuld feitelijk onjuiste, dan wel oneerlijke<br />

of onverantwoordelijke voorlichting<br />

te wijten is, of die zich<br />

opzettelijk of door grove schuld<br />

gedraagt in strijd met de zorgvuldigheid,<br />

die de journalist in het<br />

maatschappelijk verkeer betaamt, of<br />

met de eer van zijn stand, kan, onverminderd<br />

zijn aansprakelijkheid<br />

naar burgerlijk of naar strafrecht,<br />

worden onderworpen" aan een der in<br />

het ontwerp omschreven tuchtmaatregelen.<br />

In onze eigen statuten luidt de<br />

tuchtrechtelijke norm: „<strong>De</strong> journalist<br />

N.J.K. (of K.N.J.K.) is verplicht zich<br />

te onthouden van alle handelingen<br />

en gedragingen, welke de waardigheid,<br />

van de stand der Nederlandse<br />

journalisten schaden."<br />

<strong>De</strong> norm van het wetsontwerp is<br />

meer uitgewerkt dan onze statutaire<br />

bepaling. <strong>De</strong> Memorie van Toelichting<br />

wijst er evenwel nadrukkelijk<br />

op, dat de drie elementen (voorlichting,<br />

ontzien van individuele belangen,<br />

de eer van de stand) naast<br />

elkaar zijn genoemd, doch dat men<br />

misschien kan zeggen, dat zowel het<br />

tweede als het derde de beide andere<br />

mede omvat. Vastgesteld kan daarom<br />

worden, dat de wettelijke norm<br />

dezelfde strekking heeft als onze<br />

statutaire regel. Met deze belangrijke<br />

beperking echter, dat, in tegenstelling<br />

tot onze statuten, het ontwerp<br />

alleen treft die handelingen<br />

of gedragingen, welke opzet of<br />

grove schuld van de betrokken<br />

journalist verraden. Op de betekenis<br />

van deze beperking kan<br />

niet genoeg de nadruk worden gelegd,<br />

omdat bij afwezigheid van<br />

opzet of grove schuld geen maatregel<br />

kan worden opgelegd. <strong>De</strong> journalist,<br />

die zijn beroep op fatsoenlijke<br />

wijze wil uitoefenen en die zich van<br />

wezen en strekking van zijn handelingen<br />

rekenschap geeft, behoeft zich<br />

in zijn vrijheid niet belemmerd te<br />

gevoelen, al brengt de aard van zijn<br />

werkzaamheid „tegen de deadline"<br />

mee, dat hij dikwijls het risico van<br />

achteraf blijkende fouten en foutjes<br />

moet nemen. Hij zal zich uit eigen<br />

vrije wil houden binnen de grenzen,<br />

welke de eer van zijn stand stelt en<br />

dit betekent, dat hij feitelijk juiste,<br />

naar de vorm eerlijke en wat het<br />

algemeen belang aangaat opportune<br />

journalistiek bedrijft, waarmee hij,<br />

binnen de grenzen van datzelfde<br />

algemene belang, individuele belangen<br />

ontziet. Daarover zal toch onder<br />

journalisten geen verschil van inzicht<br />

bestaan.<br />

<strong>De</strong> bezwaren, welke tegen de tekst<br />

van art. 35 worden aangevoerd, worden<br />

echter gevoed door het gevoel,<br />

dat de norm in haar formulering te<br />

vaag is en derhalve tot toepassingen<br />

kan leiden buiten de grenzen, welke<br />

de fatsoenlijke journalist voor zich<br />

zelf wenst te trekken. En dit zou<br />

kunnen meebrengen, dat de journalist<br />

zou worden beperkt in zijn vrijheid<br />

om te doen wat hij zijn plicht<br />

acht.<br />

Is deze vrees echter reëel ? In de<br />

eerste plaats is het persgerecht<br />

samengesteld uit deskundigen, die<br />

met hetzelfde bijltje hakken en die<br />

juist voor het inachtnemen van de<br />

juiste grenzen evenzeer gevoel hebben<br />

als de journalist over wie naar<br />

zijn gevoel ten onrechte wordt geklaagd.<br />

In de tweede plaats werkt<br />

steeds de beperking, opgesloten in<br />

het vereiste van „opzet en grove<br />

schuld".<br />

Toegegeven moet intussen worden<br />

— en de Memorie van Toelichting<br />

doet dit ook —, dat de norm vager<br />

is dan de regels van het strafrecht.<br />

Doch vergeten wij niet, dat een<br />

zekere vaagheid van delictsomschrijving<br />

inhaerent is aan elk tuchtrecht<br />

(zie dat der advocaten en der medici,<br />

alsmede onze eigen statutaire tuchtregel),<br />

een vaagheid, die evenzeer<br />

in het voordeel van de betrokkene<br />

kan strekken; de tuchtrechter is,<br />

meer dan de strafrechter, vrij aan<br />

de bijzondere merites van het geval<br />

recht te laten wedervaren. Bovendien,<br />

naar het geldende burgerlijk<br />

en strafrecht is er ook reeds van<br />

vaagheid van normen sprake; art.<br />

1401 B.W., in recente persprocessen,<br />

toegepast, geeft de — ondeskundige<br />

— burgerlijke rechter een grote<br />

mate van bewegingsvrijheid. En wat<br />

het strafrecht aangaat, de journalist,<br />

die wegens belediging terechtstaat,<br />

mag aan de — alweer ondeskundige<br />

— strafrechter duidelijk maken,<br />

dat hij „klaarblijkelijk heeft gehandeld<br />

in het algemeen belang". <strong>De</strong><br />

kans dat hij op grond van deze bepalingen<br />

naar journalistieke opvatting<br />

ten onrechte zou worden veroordeeld,<br />

heeft geen journalist in zijn<br />

vrijheid bij mijn weten ooit belemmerd.<br />

In wezen komt de norm van<br />

art. 35 er op neer, dat de journalist,<br />

die voor de tuchtrechter terecht zal<br />

staan, vrij uit zal gaan, indien hij<br />

„klaarblijkelijk het algemeen belang"<br />

op het oog heeft gehad. Het algemeen<br />

belang brengt immers mee, dat zijn<br />

voorlichting feitelijk juist is, eerlijk<br />

en verantwoord, d.w.z. opportuun.<br />

Wie meent, dat hij als publieke voorlichter<br />

deze eisen kan veronachtzamen,<br />

handelt in strijd met de eer<br />

van zijn stand.<br />

Naar in de Memorie van Toelichting<br />

wordt medegedeeld, is een minderheid<br />

in de Commissie-Pompe echter<br />

van oordeel, dat instede van<br />

„voorlichting" gelezen zou dienen te<br />

worden „berichtgeving". M.i. terecht<br />

wordt deze opvatting in de M.V.T.<br />

als volgt bestreden: „<strong>De</strong> ondergetekenden<br />

zijn van mening, dat berichtgeving<br />

en voorlichting, onderling<br />

vervlochten als zij in talloze courantenartikelen<br />

zijn, niet gescheiden<br />

en door het publiek, waarvoor zij<br />

bestemd zijn, veelal niet eens onderscheiden<br />

kunnen worden. <strong>De</strong> beperking<br />

van het tuchtrechtelijk ingrijpen<br />

tot ohoirbare „berichtgeving" zou<br />

tot allerlei gezochte en spitsvondige<br />

onderscheidingen leiden; de hiermede<br />

beoogde verenging van de delictsomschrijving<br />

zou de deur openzetten<br />

tot talloze ontduikingen."<br />

En laat men ten slotte niet uit het


oog verliezen, dat de einduitspraken<br />

in het algemeen openbaar worden<br />

gemaakt en dat zij, evenals alle rechterlijke<br />

vonnissen, onderworpen kunnen<br />

worden aan zeer wel oirbare<br />

publieke critiek. We leven in een<br />

democratisch land, waar de handelingen<br />

van welke instantie ook aan<br />

openbare, controle onderhevig zijn.<br />

Geldt in een land als Engeland, waar<br />

de pers geldt als het bolwerk van<br />

de vrijheid, het rechterlijk oordeel in<br />

z.g. libel-cases en in zaken van<br />

contempt of court — in wezen een<br />

tuchtrechtelijk optreden tegen de<br />

pers — als een ongeoorloofde aantasting<br />

van de persvrijheid? Waarlijk,<br />

laten wij toch geen spoken op<br />

klaarlichte dag zien en integendeel<br />

beseffen, dat de mogelijkheid van<br />

tuchtrechtelijke repressie het gezag<br />

en het aanzien van de pers, welke<br />

zeker wel enige versterking van node<br />

hébben, slechts ten goede kan komen.<br />

Wellicht zullen sommige journalisten<br />

zich in de toekomst verplicht gevoelen,<br />

zich nog meer dan thans<br />

rekenschap van hun handelingen te<br />

geven. Dit kan alleen maar winst<br />

betekenen, want beklaagde niet onlangs<br />

een van de regering onafhankelijk,<br />

vooraanstaand Nederlander<br />

zich tegenover mij, dat de pers,<br />

hoezeer ook te goeder trouw optredende,<br />

voor ingewijden zo dikwijls<br />

te weinig exact in haar berichtgeving<br />

en voorlichting te werk gaat?<br />

<strong>De</strong> maatregelen<br />

E voorgestelde tuchtmaatregelen,<br />

D in de toepassing waarvan de<br />

tuchtrechter geheel vrij is, bieden de<br />

nodige differentiatie: a. waarschuwing;<br />

b. berisping; c. geldboete tot<br />

ƒ 1000; d. schorsing als journalist<br />

voor ten hoogste een jaar; ontzetting<br />

als zodanig voor ten hoogste vijf<br />

jaar (art. 35). <strong>De</strong> laatste maatregel<br />

brengt tevens schrapping uit het<br />

journalistenregister mede, met als<br />

nadere sancties de bepalingen inzake<br />

het gebruik van de titel „journalist"<br />

en de uitoefening van het journalistieke<br />

beroep (artt. 33 en 34; zie hierboven).<br />

Behoudens de geldboete lopen<br />

deze maatregelen parallel met onze<br />

eigen statutaire tuchtmaatregelen. In<br />

het ontwerp is de schrapping echter<br />

beperkt tot een termijn van vijf jaar.<br />

Bij een hernieuwd verzoek van een<br />

geschrapte journalist om in het register<br />

te worden ingeschreven, zal<br />

het persgerecht evenwel moeten beoordelen,<br />

of de inschrijving de eer<br />

van de stand zal schaden. Onder de<br />

gelding van onze statuten is het niet<br />

anders gesteld.<br />

Soortgelijke maatregelen als hierboven<br />

zijn vermeld zullen kunnen<br />

worden toegepast op uitgevers of<br />

directeuren van persbureaux, terzake<br />

van door hen uitgeoefende journalistieke<br />

werkzaamheden (art. 36).<br />

<strong>De</strong> M.v.T. motiveert dit aldus, dat<br />

onder de huidige omstandigheden<br />

uitgevers veelal in de gelegenheid zijn<br />

invloed op de redactionele inhoud<br />

van een blad uit te oefenen; „misbruik<br />

hiervan brengt ook hen in<br />

aanraking met de tuchtrechter. <strong>De</strong><br />

M.v.T. stelt echter voorop, dat zij<br />

zich te dezen aanzien niet wil begeven<br />

in beschouwingen omtrent de<br />

verhouding van directie en (hoofd)<br />

redactie van een blad. Dit punt wordt<br />

derhalve door het ontwerp niet beslist;<br />

het gaat uit van de bestaande<br />

toestand, waarbij de rechtstreekse<br />

directionele invloed op de redactionele<br />

inhoud nu eenmaal voorkomt.<br />

<strong>De</strong> journalisten beschouwen dit als<br />

een ongewenste toestand, welke aan<br />

hun verantwoordelijkheid afbreuk<br />

doet. Nu deze verantwoordelijkheid<br />

door het onderhavige ontwerp nog<br />

eens dubbel wordt onderstreept, wordt<br />

de eis, dat de betrekking tussen<br />

directie en hoofdredactie voorwerp<br />

van een wettelijke voorziening zal<br />

zijn, des te klemmender. Men dient<br />

evenwel oog te hebben voor de omstandigheid,<br />

dat een dergelijke regeling<br />

met het oog op alle consequenties<br />

niet incidenteel, doch slechts in<br />

het verband van een algemene perswet<br />

dient te geschieden.<br />

Verantwoordelijke redacteuren<br />

OEZEER de journalisten van<br />

H beroep, zoals hierboven werd<br />

betoogd, in de pers een centrale<br />

positie innemen, mag toch niet voorbij<br />

worden gezien, dat vooral aan<br />

nieuwsbladen en tijdschriften de<br />

journalistieke verantwoordelijkheid<br />

berust bij personen, die geen journalist<br />

van beroep zijn, doch die door<br />

het verrichten van deze journalistieke<br />

werkzaamheden naar buiten<br />

toe een soortgelijke invloed als de<br />

beroepsjournalisten kunnen uitoefenen.<br />

Het is dan ook logisch, dat, met<br />

de instelling van een tuchtrechtspraak<br />

voor journalisten een soortgelijke<br />

regeling wordt getroffen voor „verantwoordelijke<br />

redacteuren", d.w.z.<br />

voor hen, die in een nieuwsblad of<br />

tijdschrift vermeld staan als verantwoordelijk<br />

voor de redactionele inhoud,<br />

alsmede voor hen, die als verantwoordelijk<br />

redacteur van een<br />

persbureau optreden (art. 1 sub g).<br />

<strong>De</strong> norm en de maatregelen, waaraan<br />

zij zijn onderworpen, zijn dezelfde<br />

als voor journalisten, met dien verstande,<br />

dat bij hen niet gesproken<br />

kan worden van een stand, voorzover<br />

zij geen journalist van hoofdberoep<br />

zijn (art. 36); zijn zij dit wel, dan<br />

vallen zij, ongeacht hun functie in<br />

het perswezen, onder de regeling voor<br />

journalisten.<br />

Ik acht het juist, dat aldus aan<br />

degenen, die tegenover het publiek<br />

journalistieke verantwoordelijkheid<br />

dragen zonder zelf journalist te zijn,<br />

de normen van een juiste, eerlijke en<br />

verantwoorde voorlichting worden<br />

ingescherpt. Een dergelijke wettelijke<br />

regeling zal in de kring der<br />

verantwoordelijke redacteuren het<br />

verlangen kunnen wekken naar een<br />

eigen organisatorisch verband ter<br />

behartiging van gemeenschappelijke<br />

belangen. Onze organisaties zullen<br />

een dergelijke ontwikkeling van zaken<br />

zeker toejuichen en bereid zijn,<br />

morele en materiële steun aan zulk<br />

een streven te verlenen; door de<br />

beschikbaarstelling bijv. van onze<br />

organen zulten wij onder de „verantwoordelijke<br />

redacteuren" een beter<br />

begrip van de eisen der journalistiek<br />

kunnen verbreiden.<br />

Het ontwerp en de persvrijheid<br />

EN SLOTTE moge ik nog aan­<br />

T dacht schenken aan het reeds<br />

geuite bezwaar, dat het ontwerp in<br />

strijd zou zijn met de grondwettelijke<br />

persvrijheid. Ik acht dit bezwaar<br />

niet gegrond. Met de hoofdredactie<br />

van <strong>De</strong> Rotterdammer ben ik van<br />

oordeel, dat de tuchtrechtspraak van<br />

zuiver repressieve aard is en derhalve<br />

begrepen moet worden onder<br />

de regeling van de „verantwoordelijkheid<br />

volgens de wet", waarvan<br />

artikel 7 van de Grondwet gewaagt,<br />

In dit opzicht is er geen principieel<br />

verschil met het strafrecht. Noch<br />

met de letter, noch met de geest van<br />

art. 7 is het ontwerp in strijd. Dat<br />

de regering aan dit punt aandacht<br />

heeft geschonken kan mede blijken<br />

uit de naam van het ontwerp: Wet<br />

op de journalistieke verantwoordelijkheid.<br />

Een enkel punt van twijfel zou<br />

kunnen rijzen t.a.v. de vereiste inschrijving<br />

van journalisten in een<br />

register. Hoewel ik ook dit niet in<br />

strijd met de Grondwet acht (ook<br />

een uitgesloten journalist kan als<br />

elke andere burger blijven publiceren),<br />

zou het aanbeveling verdienen,<br />

bij een komende Grondwetsherziening<br />

het punt buiten alle twijfel te stellen,<br />

door art. 7 aan te vullen in<br />

dezelfde zin als indertijd t.a.v. de<br />

vrijheid van onderwijs is geschied,<br />

n.1. aldus dat de wetgever eisen kan<br />

stellen met betrekking tot de zedelijkheid<br />

(en bekwaamheid) van journalisten<br />

(vgl. art. 200 Gw.).<br />

Mijn conclusie kan, na het vorenstaande,<br />

niet meer aan twijfel onderhevig<br />

zijn. Ik ben van oordeel, dat<br />

dit ontwerp wezenlijk kan bijdragen<br />

tot de verheffing van de journalistiek,<br />

doordat het verantwoordelijkheidsbesef<br />

zal worden verlevendigd<br />

en misstanden kunnen worden uitgesneden.<br />

In het kader van deze wet<br />

zal het tevens mogelijk zijn om een<br />

oplossing te vinden voor het verschoningsrecht<br />

van de journalist; ik<br />

onthoud mij ervan dit nader uit te<br />

werken, omdat ik niet vooruit wil<br />

lopen op het rapport van de commissie,<br />

die onder leiding van jhr. mr.<br />

G. W. van Vierssen Trip haar arbeid<br />

heeft aangevangen, wanneer dit<br />

nummer verschijnt. Ook biedt deze<br />

wet de mogelijkheid om een soepele<br />

practijk inzake het droit de réponse<br />

te verkrijgen. In dit opzicht is art. 48<br />

van betekenis, dat het persgerecht<br />

de bevoegdheid verleent om de uitgever<br />

de verplichting op te leggen<br />

een ter zake van de inhoud van zijn<br />

blad gewezen beslissing in dat blad<br />

te publiceren.<br />

Ik spreek de hoop uit, dat onze<br />

organisaties van eenzelfde gevoelen<br />

zullen blijken te zijn en daaraan<br />

uiting zullen geven door een duidelijke<br />

uitspraak op het a.s. congres<br />

van de Federatie.<br />

5


WETTELIJKE TUCHTRECHTSPRAAK<br />

<strong>De</strong> journalist draagt een persoonlijke en een<br />

publieke verantwoordelijkheid<br />

M tot een enigszins juiste waar­<br />

O dering te kunnen komen van<br />

'het wetsontwerp op de journalistieke<br />

verantwoordelijkheid dient men er<br />

zich rekenschap van te geven, dat<br />

de journalist verantwoordelijkheid<br />

draagt, nader gepreciseerd: een verantwoordelijkheid<br />

van tweeërlei aard,<br />

een persoonlijke en een publieke. <strong>De</strong><br />

eerste is de zaak van zijn eigen geweten;<br />

de tweede raakt rechtstreeks<br />

het algemeen belang. Voor het algemeen<br />

.belang is journalistiek van<br />

enorme betekenis. Het wordt door<br />

goede, dat is door moreel verantwoorde<br />

journalistiek in hoge mate<br />

gediend; het wordt door slechte, door<br />

moreel niet-verantwoorde journalistiek<br />

zeer ernstig geschaad.<br />

In dit feit vindt men één rechtvaardigingsgrond<br />

voor een journalistiek<br />

tuchtrecht. Het is niet alleen<br />

een wapen, waarmee het algemeen<br />

belang zich verweert tegen slechte<br />

journalistiek, het is in gelijke mate<br />

een middel, waardoor de journalistiek<br />

zichzelf op een hoger niveau<br />

verheft. Het tast onmiddellijk excessen<br />

aan, het is een vingerwijzing<br />

naar rotte plekken, het brengt fouten<br />

aan het licht, het werkt waarschuwend<br />

ea op de duur in toenemende<br />

mate preventief.<br />

Maar er is een tweede reden: het<br />

beschermt ook de reputatie en het<br />

prestige van de journalistiek en het<br />

kan voor iedere journalist individueel<br />

in maatschappelijk opzicht een schild<br />

zijn. Wij kennen tot dusver slechts<br />

één geval, dat men in zekere zin met<br />

de werking van een tuchtrechtelijk<br />

college zou kunnen vergelijken, het<br />

befaamde geval-Kiek, waarin de<br />

meest krasse beschuldiging door de<br />

hoogste autoriteit hier te lande tegen<br />

een journalist werd geuit op een<br />

zo overtuigende wijze, dat de betrokkene<br />

alle schijn tegen zich had en<br />

zijn hele maatschappelijke existentie<br />

ernstig gevaar liep. In die kwestie<br />

heeft die Federatie, zoals men zich<br />

herinneren zal, een ereraad ingesteld.<br />

Het kan een toeval zijn, maar het<br />

geeft toch te denken, dat in dit eerste<br />

en einige geval, waarin men met<br />

rechterlijke objectiviteit een zaak<br />

ging uitzoeken, de uitkomst was, dat<br />

de aangeklaagde journalist geheel<br />

werd vrijgesproken, zijn maatschappelijk<br />

bestaan gered was en de pers<br />

in het algemeen van een blaam werd<br />

gezuiverd. <strong>De</strong>ze mogelijkheid is in de<br />

eerste plaats van betekenis voor de<br />

journalistiek, maar het algemeen belang<br />

is er op zijn beurt ook mee gebaat.<br />

6<br />

Door Leo Hanekroot<br />

UCHTRECHT voor de journalis­<br />

T tiek is de erkenning door de<br />

wetgever, dat journalistiek het<br />

algemeen belang dient en daarin<br />

dan ook haar hele maatschappelijke<br />

en morele rechtvaardiging<br />

vindt. Dit moge ons, die altijd<br />

aan een prinsheerlijke vrijheid gewend<br />

zijn geweest en die dan nog<br />

als een -recht beschouwden, dat wij<br />

baseerden op een bepaalde interpretatie<br />

van art. 7 van de Grondwet,<br />

wat ongewoon voorkomen, sommigen<br />

mogen er misschien aanvankelijk een<br />

aantasting van de grondwettelijke<br />

vrijheid van drukpers in zien, bij nadere<br />

overweging zal men moeten<br />

erkennen, dat voor dergelijke bezwaren<br />

geen reden bestaat. Wanneer de<br />

pers er zich op beroept, dat zij het<br />

algemeen belang dient, dan sluit dit<br />

in, dat zij de normen, die door het<br />

algemeen belang worden gesteld erkent<br />

als bindende normen. Maar gesteld,<br />

dat er zouden zijn, die ontkennen,<br />

dat het algemeen belang de norm<br />

voor de werkzaamheid van de pers<br />

aangeeft, betekent dit dan, dat in<br />

beginsel alles, wat niet strikt op het<br />

terrein van de strafrechter valt, aan<br />

de pers geoorloofd zou zijn? Onder<br />

alle omstandigheden is het de natuur<br />

van de pers te handelen op dat uitermate<br />

belangrijke terrein van openbaar<br />

belang, dat de voorlichting en<br />

de informatie betreft. Zij doet dit<br />

volkomen vrij, als een organisme dat<br />

gedreven wordt door zedelijke we-,<br />

zens, door mensen met verstand en<br />

rede begaafd en dus met verantwoordelijkheid<br />

en verantwoordingsplicht<br />

belast. Die vrijheid blijft onaangetast,<br />

zoals ook de vrijheid van iedere<br />

burger niet wordt aangetast door het<br />

Strafrecht. Vrijheid echter is geen<br />

ongebondenheid. Men mag zeggen en<br />

schrijven wat men wil, doch men mag<br />

niet sehrijven op een manier, die de<br />

normen van goede efn eerlijke voorlichting<br />

en informatie overschrijdt.<br />

Men imag als journalist leven en handelen<br />

zoals men wil, doch men mag<br />

niet door misgedrag — let wel in de<br />

uitoefening van het beroep, want<br />

daar gaat het hier oni — het vertrouwen,<br />

dat voor de werking van<br />

de journalistiek een noodzakelijke<br />

voorwaarde is, ondermijnen.<br />

Dit zijn de grondgedachten van de<br />

wet op de journalistieke verantwoordelijkheid.<br />

Het zijn normen, die reeds<br />

lang voor het maatschappelijke handelen<br />

erkend worden en die hier nu<br />

eindelijk ook worden toegepast op<br />

een gebied, dat zo wezenlijk en on*<br />

verbrekelijk met de samenleving is<br />

verbonden als de journalistiek.<br />

Noodzakelijk en urgent<br />

UCHTRECHTSPRAAK is ge­<br />

T rechtvaardigd. Is zij ook nodig?<br />

Men kan daar om te beginnen<br />

op antwoorden, dat de<br />

vraag naar haar gerechtvaardigdheid<br />

niet actueel geworden! zou zijn,<br />

indien men niet in brede 1 kring haar<br />

noodzakelijkheid had ingezien. Zij zou<br />

in ieder geval omstreeks! deze tijd<br />

aam de orde gesteld zijn, indien de<br />

Rijksbemiddelaars het verplichte lidmaatschap<br />

van de erkende journalistenorg-anisaties<br />

volgens de C. A. O.<br />

hadden goedgekeurd. <strong>De</strong> verenigingstuchtrechtspraak,<br />

die wij thans reeds<br />

bezitten, zou zich in dat geval over<br />

alle aangeslotenen hebben uitgestrekt.<br />

Maar bovendien: ook indien<br />

de commissie-Pompe haar grote rapport<br />

op een korte termijn had kunnen<br />

voltooien, zou de tuchtrechtspraak<br />

bij wet geregeld zijn, geworden.<br />

Het zal echter nog vele jaren<br />

duren alvorens de commissie-Potmpe<br />

haar complete voorstellen tot perswetgeving<br />

geformuleerd kan hebben.<br />

Over één onderwerp echter bleek in<br />

de gehele zeer geschakeerd samengestelde<br />

commissie eenstemmigheid<br />

van inzicht te bestaan: de tuchtrechtspraak,<br />

zij het dat zich op een<br />

onderdeel een kleine minderheid aftekende.<br />

Tuchtrechtspraak is inderdaad niet<br />

alleen noodzakelijk, zij is ook urgent.<br />

<strong>De</strong> rol van de pers djn het moderne<br />

maatschappelijke verkeer is zeer ingrijpend<br />

en het bewustzijn van een<br />

welbegrepen vrijheid, die zichzelf<br />

zedelijke normen oplegt, heeft zich<br />

aanzienlijk verscherpt. Welnu, er komen<br />

in de pers bamdeloosheden voor<br />

van allerlei aard en vorm, en ik zou<br />

niet eens heel zeker durven beweren,<br />

dat zij uitzonderlijk genoeg zijn om<br />

het algemene aanzien van de pers<br />

niet wezenlijk te kunnen schaden.<br />

Zonder ook maar in het minst behoefte<br />

te gevoelen aan een uitbarsting<br />

in een jammerklacht over de<br />

perszeden, behoeft men zich zelf toch<br />

ook niet- te paaien niet de dooddoemer,<br />

dat de pers, die wij allen maken<br />

zo goed en zich van haar verantwoordelijkheid<br />

zo diep bewust is. Van dit<br />

laatste kan men inderdaad talloze<br />

voorbeelden aantreffen, dagelijks,<br />

maar van het eerste ook en meer<br />

dan menigeen misschien denkt.<br />

Zie ik daarom, in de toekomst de<br />

delinquenten in rijen voor de deur<br />

van de tuchtrechter staan? Geenszins.<br />

Tuchtrecht werkt ook preventief,<br />

en dit is de voornaamste bedoeling,<br />

die ieder zinnig mens met tuchtrecht<br />

beoogt. En zoals gezegd, het<br />

zal ook een aantal journalisten, die


Wetenschappelijke aandacht<br />

voor de pers<br />

Op 19 Maart promoveerde in<br />

Groningen mr. Th. W. van Veen op<br />

een proefschrift over „Generale preventie".<br />

Mr. dr. Van Veen is, behalve<br />

op het gebied van hei strafrecht, ook<br />

thuis in het onderwijs (hij was vóór<br />

de oorlog directeur van een H.B.S.<br />

in Groningen) én in de journalistiek:<br />

na de oorlog heeft hij de Groningse<br />

editie van Het Vrije Volk geredigeerd.<br />

Hoeseer hij zich ook als jurist in<br />

persproblemen heeft verdiept, blijkt<br />

uit de bij zijn proefschrift behoreïtdè<br />

stellingen, waarvan er niet' minder<br />

dan acht aan de pers zijn gewijd. Wij<br />

laten deze belangrijke en ten dele<br />

zéér actuele stellingen (nr. 7 over<br />

hei verschoningsrecht!) hier volgen.<br />

STELLINGEN VAN MR VAN VKEJN<br />

„1. <strong>De</strong> pers behoort zich te onthouden<br />

van het geven van haar<br />

zienswijze op de feitelijke toedracht<br />

van een gebeurtenis, die tot een<br />

strafvervolging of een civiele- vordering<br />

aanleiding heeft gegeven, zolang<br />

het rechterlijk vonnis in eerste<br />

aanleg niet is gewezen. Het in acht<br />

nemen van deze regel, waarvan de<br />

overtreding in een perswet strafbaar<br />

zou kunnen worden gesteld,<br />

tast de vrijheid, die de pers behoort<br />

te genieten om ook de handelingen<br />

en beslissingen van het Openbaar<br />

Ministerie en den rechter aan cri-<br />

ten onrechte met blaam beladen worden,<br />

vrijspreken.<br />

Ongeschreven recht<br />

O^t tuchtrecht zal worden gehan-<br />

* * teerd door met zorg te kiezen vakgenoten,<br />

uitgevers en juristen en het<br />

zal gebaseerd worden op dd algemene<br />

normen van journalistiek fatsoen,<br />

zoals ze onder ons, journalisten,<br />

leven. Dit vinden sommigen te vaag,<br />

doch zij mogen toedenken, dat het dan<br />

ook tuchtrecht is, dat door vakgenoten<br />

wordt uitgeoefend, en dat het<br />

ten dele ongeschreven recht is, maar<br />

daarom niet minder recht. Men gaat<br />

echter te ver, wanneer men opmerkt,<br />

dat er geen journalistieke erecode<br />

bestaat. Zij bestaat wèl; onder ons<br />

leeft zij en men kan er herhaaldelijk<br />

getuige van 1 zijn welk een grote mate<br />

van eensgezindheid daarover bestaat<br />

onder vakgenoten.<br />

Tuchtrecht is noodzakelijk, omdat<br />

er onder de journalisten kwaadaardige<br />

knoeiers bestaan, zo goed als ze<br />

te vinden zijn onder de medici. Maar<br />

er zijn ooki onnozele knoeiers, wier<br />

onnozelheid zo groot ia, dat men van<br />

schuldige nalatigheid kan spreken,<br />

wanneer men ziet hoe zij de aard en<br />

de vakmatige wetten van het instrument,<br />

dat zij hanteren miskennen,<br />

om niet te zeggen ignoreren.<br />

<strong>De</strong> journalistiek maakt aanspraak<br />

tiek te mogen onderwerpen, niet aan.<br />

2. Een tijdelijk verschijningsverbod<br />

van een dagblad of een ander<br />

periodiek is in strijd met de geest<br />

en de strekking van artikel 7 van<br />

de Grondwet. Een dergelijke strijdigheid<br />

bestaat niet wanneer de wetgever<br />

aan den strafrechter wil toestaan,<br />

bij veroordeling wegens bepaalde in<br />

de wet opgesomde delicten, als bijkomende<br />

maatregel op te leggen een<br />

verbod van verschijning van het persorgaan<br />

door middel waarvan zulk<br />

een delict is gepleegd.<br />

3. Bij een waarheidsgetrouw persverslag<br />

van het gesprokene en het<br />

gebeurde op een openbare zitting van<br />

een overheidsorgaan kan een persorgaan<br />

niet in rechte worden aangesproken<br />

uit artikel 1401 of artikel<br />

1408 van het Burgerlijk Wetboek,<br />

tenzij het verslag in krenkende<br />

vorm is opgesteld of kennelijk<br />

uitsluitend is geplaatst om iemand<br />

te beledigen.<br />

4. Reeds artikel 1401 van het<br />

Burgerlijk Wetboek geeft aan den<br />

rechter de mogelijkheid het „droit de<br />

réponse", waaraan grotere behoefte<br />

kan ontstaan naarmate de pers —<br />

o.m. doordat zij gedwongen is de<br />

snelheid van berichtgeving op te voeren<br />

— minder zorgvuldig zou zijn in<br />

het verifiëren van berichten vóór de<br />

op een verschoningsrecht, doch men<br />

behoeft zich niet te verbeelden, dat<br />

zij het in lengte van jaren in generaliserende<br />

zin toegekend iztal krijgen.<br />

Men kan wel met kans op succes een<br />

ernstige poging wagen om de tegenstanders<br />

van het verschoningsrecht'<br />

gevoelig te maken voor het algemeen<br />

belang, dat de pers dient en daarmee<br />

't principe van het verschoningsrecht<br />

erkend zien worden. Doch men komt<br />

niet heen over de drempel van de<br />

aarzeling om zoveel vertrouwen als<br />

verschoningsrecht impliceert, aan de<br />

pers toe te kennen. Kan dit ons in de<br />

eerste plaats al te denken geven over<br />

het prestige, dat de pers in het algemeen<br />

bezit, het kan ons bovendien<br />

ook een aanwijzing geven omtrent<br />

het nut, dat een wettelijke tuchtrechtspraak<br />

ook op dit kardinale<br />

punt kan stichten. <strong>De</strong>ze tuchtrecht-.<br />

spraak is op zichzelf reeds een erkenning<br />

van het algemeen belang<br />

van de pers door de wetgever. Maar<br />

zij is ook de waarborg, die de overheid<br />

en de openbare mening voor de<br />

betrouwbaarheid van de journalist<br />

verlangen. <strong>De</strong> deskundige tuchtrechter<br />

kan het beroep op verschoningsrecht<br />

van de individuele journalist<br />

op zijn gegrondheid onderzoeken. Dit<br />

is niet het minst belangrijke argument<br />

voor de wettelijke tuchtrechtspraak<br />

voor de journalistiek,<br />

publicatie, in ons recht te introduceren<br />

en vorm te geven door, gelijk<br />

Mr G. E. "Langemeyer bepleitte<br />

(N.J.B1. 1938 blz. 461-472), het weigeren<br />

van een gegrond verzoek tot<br />

rectificatie op te vatten als een onrechtmatige<br />

daad. <strong>De</strong>ze weg verdient<br />

de voorkeur boven die welke in<br />

artikel 30 van de Wet noodvoorziening<br />

Perswezen (S.H. 381), in navolging<br />

van de Tijdelijke Persbesluiten,<br />

zou zijn geopend.<br />

5. Artikel 1409 van het Burgerlijk<br />

Wetboek geeft aan de beledigde<br />

geen voldoende mogelijkheid herstel<br />

van eer en goede naam te verkrijgen,<br />

zolang de rechter vasthoudt aan de<br />

opvatting, dat de mogelijkheid van<br />

aanplakking in het openbaar van<br />

het vonnis, die dit artikel kent, aan<br />

de veroordeling tot een andere vorm<br />

van publicatie in de weg staat. Wie<br />

door een persorgaan is beledigd, moet<br />

een veroordeling van dit persorgaan<br />

kunnen verkrijgen tot publicatie van<br />

het rechterlijk vonnis in een door de<br />

rechter vast te stellen vorm.<br />

6. Onze wettelijke bepalingen aangaande<br />

gerechtelijke oproepingen en<br />

bekendmakingen en openbaarmaking<br />

van rechterlijke uitspraken in de<br />

pers zijn niet geheel doeltreffend,<br />

aangezien de pers niet verplicht is<br />

bedoelde publicaties op te nemen.<br />

Hierin dient een perswet te .voorzien.<br />

7. <strong>De</strong> aanspraak van een voor<br />

den rechter als. getuige opgeroepen<br />

journalist zich te mogen verschonen<br />

van het geven van antwoord op<br />

vragen naar feiten, die hem als zodanig<br />

bekend zijn of waarvan hem de<br />

kennis als zodanig is toevertrouwd,<br />

is van geheel andere aard dan de<br />

aanspraak van artsen, geestelijken en<br />

advocaten op het recht om zich te<br />

verschonin van het geven van antwoord<br />

op vragen door den rechter<br />

gesteld (vgl. H.R. H <strong>De</strong>c. 19Jt8, N.J.<br />

'Jf9 nr 95). <strong>De</strong> aanspraak van een<br />

journalist dient slechts te worden<br />

erkend in die gevallen, waarin volgens<br />

den rechter het algemeen<br />

belang dat in abstracto eist.<br />

(<strong>De</strong>ze stelling door ons gecursiveerd.<br />

— Red. D.J.)<br />

8. In een publiekrechtelijke regeling<br />

van het tuchtrecht voor journalisten<br />

dient de rechtspraak te worden<br />

opgedragen aan een college van<br />

rechters, door den Koning benoemd<br />

uit hooggeplaatste leden van de<br />

rechterlijke macht en uit een aantal<br />

door de journalisten voorgedragen<br />

beroepsgenoten, zonder dat van de<br />

uitspraken van dit college hoger beroep<br />

mogelijk is."<br />

SOHAAKJOURNALIST<br />

met goede relaties en ruime ervaring<br />

— o.m. het tournooi om het<br />

wereldkampioenschap — verzorgt<br />

zowel actuele algemene schaaktechnische<br />

artikelen, als rubrieken<br />

afgestemd op het plaatselijke -<br />

of regionale schaakleven, voor<br />

dagbladen of periodieken.<br />

Brieven onder No. 104/48, „<strong>De</strong><br />

<strong>Journalist</strong>", N.Z. Kolk 28, A'dam.<br />

7


Over de waardigheid der journalistiek<br />

En de onwaardigheid van sommige journalisten<br />

EMAND die bestolen wordt, en dan<br />

I hartelijk lacht en de diefstal een<br />

klucht noemt — zo iemand is stellig<br />

een beminnelijk mens. Maar de<br />

diefstal blijft daarom niet minder<br />

diefstal, en als zodanig immoreel.<br />

Collega Lodewijk, de actieve redacteur<br />

van het Nieuwsblad voor de<br />

Bloembollenstreek, noemt het een<br />

„klucht in drie bedrijven". Goed, dat<br />

is het ook. Maar de nasmaak is bitter<br />

als gal.<br />

„<strong>De</strong> situatie bij de brug over de<br />

Ringvaart aan de Hillegommerdijk<br />

behoeft dringend verbetering," schreef<br />

het Nieuwsblad. Van een radicale<br />

vernieuwing kon echter geen sprake<br />

zijn, omdat er een wegverlegging op<br />

komst was. Aangezien de toestand<br />

ook niet zo kon blijven, had de onderhoudsplichtigeHaarlemmermeerpolder<br />

naar een noodvoorziening gegrepen;<br />

ze had een tweedehandsej maar<br />

nog heel bruikbare brug gekocht,<br />

„n.1. de draaiburg over de Verwoldse<br />

beek tussen de stations Veldhoek en<br />

Laren (Geld.) van de spoorlijn <strong>De</strong>venter-Borculo",<br />

welke brug kon<br />

worden gemist, doordat de spoorlijn<br />

was vervangen door een busdienst<br />

van de Gelderse Tramweg Mij. Na<br />

revisie in de werkplaatsen van de<br />

Kon. Ned. Grofsmederij te Leiden<br />

zou de brug door het Sleep- en Bergingsbedrijf<br />

te Hardinxveld over de<br />

Ringvaart worden geplaatst. Een<br />

drijvende kraan zou er aan te pas<br />

komen; een bok van de werf Stork-<br />

Conrad zou de oude brug van de<br />

pijler lichten en naar Haarlem voeren.<br />

„Naar wij vernemen zal daartoe<br />

in de nacht van Donderdag op<br />

Vrijdag van 23.30 tot 2.30 uur het<br />

verkeer over de Ringvaartbrug zijn<br />

gestremd Het werk, dat wordt<br />

uitgevoerd onder het schijnsel van<br />

een zeer krachtige schijnwerperbatterij,<br />

zal ongetwijfeld weer een knap<br />

staaltje te zien geven van het kunnen<br />

onzer Nederlandse waterbouwkundigen."<br />

Dat was dat. Maar dan komt de<br />

Leidse Courant met een bericht:<br />

„Hillegom. Ringvaart-brug wordt<br />

vernieuwd", dat precies hetzelfde<br />

bevat, een beetje bekort, een beetje<br />

herschreven. Zonder bronvermelding!<br />

En dan komt, weer twee dagen<br />

later, de gewestelijke editie van Het<br />

Vrije Volk en deelt onder het opschrift<br />

„Nieuwe brug over de Ringvaart"<br />

wederom precies hetzelfde<br />

mee, alleen — want de nacht van<br />

Donderdag op Vrijdag is inmiddels<br />

voorbijgegaan — nu in de verleden<br />

tijd: ,,Het plaatsen van de brug was<br />

een zeer omvangrijk en secuur werk<br />

en toch hebben de uitvoerders slechts<br />

enkele uren nodig gehad voor het<br />

aanbrengen van het gevaarte. Het<br />

werk werd uitgevoerd. Een drijvende<br />

kraan heeft de brug in<br />

de takels genomen, terwijl aan de<br />

8<br />

andere kant een drijvende bok van<br />

Stork-Conrad de oude brug uit haar<br />

lichters tilde. Schijnbaar zonder veel<br />

moeite werd Voortaan kan "<br />

Enzovoort. Opnieuw: Zonder bronvermelding.'<br />

(Alleen dat van die<br />

„lichters" waar de oude brug blijkbaar<br />

in lag of hing, was origineel.<br />

Maar dat was dan ook onzin).<br />

Maar, zal men zeggen, waarom<br />

zouden de publicaties van de Leidse<br />

Courant en Het Vrije Volk noodzakelijk<br />

moeten worden herleid tot het<br />

eerste bericht in het Nieuwsblad<br />

voor de Bloembollenstreek?<br />

Daar zijn enkele afdoende redenen<br />

voor:<br />

1. Er is nooit een spoorlijn <strong>De</strong>venter-Borculo<br />

geweest. Borculo heeft<br />

nooit een spoorwegverbinding gehad.<br />

2. <strong>De</strong> Verwoldse beek loopt niet<br />

tussen Veldhoek, en Laren (G-ld).<br />

3. Er bestaat geen „Sleep- en<br />

Bergingsbedrijf" te Hardinxveld.<br />

Jf. <strong>De</strong> doorvaart van de bruggetjes<br />

over de Ringvaart is veel te smal<br />

dan dat daar ooit een grote bok of<br />

drijvende kraan sou kunnen passeren.<br />

5. „<strong>De</strong> nacht van Donderdag op<br />

Vrijdag" was de nacht van 31 Maart<br />

op 1 April<br />

O ja, het is in zekere zin een<br />

klucht dat twee dieven zich in hun<br />

hemd aan den volke vertonen, ganselijk<br />

onbewust van het schamele<br />

toilet waarin ze zich hebben gestoken<br />

toen ze binnen de veilige wanden<br />

van hun werkvertrek journalistiek<br />

bedreven met schaar en lijmpot.<br />

En collega Lodewijk kan het beschouwen<br />

als een compliment aan<br />

zijn blad en aan zijn voortreffelijke<br />

Aprilgrap.<br />

Maar waar blijft intussen de<br />

waardigheid van de Nederlandse<br />

journalistiek? En de beroepseer?<br />

„Rondweg onbeschoft"<br />

VER een ander geval waarbij de<br />

O waardigheid van Ons beroep in<br />

het gedrang kwam, schreef collega<br />

Broos uit Nijmegen.<br />

In <strong>De</strong>n Bosch was een protestvergadering<br />

van oorlogsslachtoffers.<br />

Twaalfhonderd deelnemers. Op het<br />

podium, behalve het bestuur en de<br />

sprekers, „de pers", vertegenwoordigd<br />

door acht verslaggevers. <strong>De</strong><br />

vergadering was belegd om grieven<br />

te luchten, en de voorzitter verwelkomde<br />

dan ook in zijn openingsrede<br />

speciaal de „vertegenwoordigers<br />

van de koningin der aarde", die<br />

immers die grieven wereldkundig<br />

zouden maken.<br />

Om hun deze taak te vergemakkelijken,<br />

hadden de organisatoren<br />

van de bijeenkomst de in extenso<br />

gedrukte redevoeringen al van tevoren<br />

aan de pers verstrekt. („O slechte<br />

gewoonte van veel goedbedoelende<br />

gastheren! Wat maken jullie luie en<br />

gemakzuchtige óver-schrijvers van<br />

ons!" verzucht coll. Broos).<br />

Halverwege de eerste redevoering<br />

verdween de eerste verslaggever. Na<br />

het applaus tussen de eerste en de<br />

tweede speech volgden vier collega's<br />

zijn voorbeeld. Midden in de tweede<br />

toespraak daalden nummer zes en<br />

zeven van het podium af. Pas bij het<br />

slotwoord (dat niet van tevoren was<br />

uitgereikt) was het achttal weer<br />

volledig.<br />

Laten we nu het gunstigste geval<br />

aannemen, namelijk dat die zeven<br />

verslaggevers allen zijn weggegaan<br />

om aan de hand van de gedrukte<br />

teksten hun verslagen op te stellen<br />

en deze ter bespoediging van hun<br />

berichtgeving naar hun respectieve<br />

redacties door te telefoneren. DaYi<br />

blijft toch, dat twaalfhonderd mensen,<br />

geladen met grieven, naar hun<br />

vaste overtuiging bijeengekomen om<br />

voor een rechtvaardige zaak te strijden,<br />

de indruk hebben gekregen: Wat<br />

óns ten nauwste aan het hart gaat,<br />

kan de heren van de pers geen spat<br />

schelen. Wat hier wordt gezegd, Interesseert<br />

hun niet. Onze reacties op het<br />

gesprokene laten hun koud. Zij geloven<br />

het wel. Zij nemen de benen.<br />

Er is over een geval als dit natuurlijk<br />

heel wat te zeggen. Men kan de<br />

schuld geven aan het verstrekken<br />

van gedrukte teksten. Daar staat<br />

tegenover, dat deze gewoonte stellig<br />

niet is ontstaan doordat sprekers en<br />

organisatoren van vergaderingen<br />

altijd zo tevreden waren over het<br />

verslag dat er later in de krant verscheen<br />

Het middel is echter<br />

erger dan de kwaal, want nü ontstaat<br />

ter redactie de neiging om te<br />

zeggen: „Laat Pietje daar maar<br />

heengaan, hij krijgt toch w^l een<br />

stencil." En Pietje gaat ter vergadering<br />

(waar hij dan toch maar „die<br />

meneer van de pers" is), ontmoet daar<br />

andere Pietjes, en geeft zich met<br />

hen over aan (en nu citeer ik weer<br />

uit een brief van een Kringlid, dat<br />

zich over enige collega's heeft geërgerd)<br />

„laatdunkende, geringschattende<br />

opmerkingen over het publiek<br />

in de zaal. Heus, al hebben die eenvoudige<br />

mensen het gefluister niet<br />

gehoord — uit het stiekeme gegrinnik<br />

van ettelijke persmannen zullen<br />

zij best begrepen hebben, dat dezen<br />

zich lichtelijk over hen amuseerden."<br />

<strong>De</strong>ze collega beschrijft de houding<br />

van een aantal journalisten op een<br />

vergadering waarvoor zij als verslaggevers<br />

waren uitgenodigd als<br />

„rondweg onbeschoft".<br />

Terug naar het fatsoen<br />

AAR zitten we nu. Het eerste<br />

D geval — een „eenvoudige" kwestie<br />

van plagiaat — zou zonder twijfel<br />

voor berechting door de Tuchtraad<br />

in aanmerking komen. Zelfs dit besef<br />

heeft de betrokken collega's —•<br />

die er natuurlijk ook geen vermoeden<br />

van hadden dat hun misdrijf zó


„Geen politiek in de organisatie"<br />

EN DUS WORDT ZIJ POLITIEK STRIJDTONEEL<br />

„<strong>De</strong> <strong>Journalist</strong>" is niet de enige<br />

„<strong>Journalist</strong>". Het orgaan van de Engelse<br />

National Union of <strong>Journalist</strong>s<br />

(N.U.J.) heeft dezelfde naam (die<br />

uiteraard iets anders wordt uitgesproken).<br />

Redacteur van deze „<strong>Journalist</strong>"<br />

is Allen Hutt. Het beleid van<br />

deze onze collega nu is dezer dagen<br />

het voorwerp geweest van een felle<br />

discussie.<br />

Officieel is hierover aan de buitenwacht<br />

slechts het volgende meegedeeld:<br />

„Op de maandelijkse vergadering<br />

van de afdeling Londen-Centrum van<br />

de N.U.J. in „the Feathers" op Dinsdagavond<br />

(5 April — Red. D.J.) is de<br />

volgende resolutie aangenomen: <strong>De</strong><br />

vergadering betreurt de politieke<br />

bevooroordeeldheid die door de redacteur<br />

van de „<strong>Journalist</strong>" aan de dag<br />

wordt gelegd, en vraagt dringend<br />

minder partijdigheid in de wijze<br />

waarop hij de inhoud er van bepaalt".<br />

Het weekblad World's Press News<br />

(„The National Weekly for Press and<br />

Advertising") wist echter meer tevertellen.<br />

Op de vergadering werd door Stanley<br />

Seaton een felle aanval gericht<br />

op Allen Hütt. <strong>De</strong>ze had, zei hij, in<br />

veel opzichten inhoud en vorm van<br />

de (Engelse) „<strong>Journalist</strong>" verbeterd.<br />

Al te vaak echter getuigde zijn keuze<br />

van bijdragen van zijn streven<br />

om communistische propaganda te<br />

maken. In vele gevallen was die propaganda<br />

listig verborgen.<br />

<strong>De</strong> afdeling -Londen-Centrum van<br />

de N.U.J., zo ging Stanley Seaton<br />

voort, telde heel wat actieve communisten<br />

onder haar leden. Allen Hutt<br />

publiceerde bij voorkeur afdelingsverslagen<br />

die gunstig waren voor de<br />

communisten, maar nooit die waarin<br />

de Communistische Partij werd afgemaakt.<br />

Ingezonden stukken tegen<br />

gemakkelijk zou kunnen worden bewezen<br />

— blijkbaar niet binnen de<br />

perken van het meest elementaire<br />

journalistieke fatsoen kunnen houden.<br />

Het tweede geval is misschien niet<br />

zozeer een kwestie van journalistiek<br />

fatsoen als wel van fatsoen „tout<br />

court".<br />

In beide gevallen heeft de waardigheid<br />

van de journalistiek aanmer-<br />

RECTIFICATIE<br />

In het verslag van de rede van<br />

de voorzitter van de Kring, door<br />

deze in de algemene vergadering<br />

op 19 Maart j.1. gehouden, is ten<br />

gevolge van een drukfout, vermeld<br />

dat in 1948 circa 1000 stukken<br />

van het Federatiebureau zijn<br />

uitgegaan. Dit had moeten zijn:<br />

circa 10.000 stukken.<br />

het communisme werden niet geplaatst.<br />

Allen Hutt ontkende dat hij partijdig<br />

was geweest en verwierp met<br />

kracht de beschuldiging als zou hij<br />

aan afdelingsverslagen hebben „ge<br />

dokterd".<br />

Tal van leden oefenden nochtans<br />

felle critiek op het beleid van hun<br />

redacteur. <strong>De</strong> meerderheid betuigde<br />

instemming met deze constatering<br />

(gedaan door Gerald Byrne): „Hutt'<br />

heeft toegegeven, dat hij in één nummer<br />

van de „<strong>Journalist</strong>" 285 cicero<br />

tekst over politieke onderwerpen<br />

heeft opgenomen. (Dat is ruim vijf<br />

kolom van ónze <strong>Journalist</strong>. — Red.<br />

D.J.) Wij willen geen politiek in de*<br />

„<strong>Journalist</strong>". Daarvoor is dit blad<br />

niet bestemd."<br />

<strong>De</strong> hierboven afgedrukte resolutie<br />

werd met een geringe meerderheid<br />

(26 tegen 24 stemmen) aangenomen.<br />

N.U.J. wil uit de I.O.J.<br />

„Wat mijn functie als redacteur<br />

betreft", zei Allen Hutt op de Londense<br />

vergadering van 5 April, „het<br />

oordeel daarover laat ik graag aan<br />

de jaarvergadering te Weymouth<br />

over."<br />

Op de jaarvergadering van de<br />

N.U.J., die op 15 April te Weymouth<br />

is gehouden, hebben de afgevaardigden<br />

van de afdelingen een resolutie<br />

aangenomen die de strekking heeft<br />

dat de N.U.J. zich uit de Internationale<br />

Organisatie zou terugtrekken<br />

omdat deze een platform voor communistische<br />

propaganda is geworden.<br />

Dit besluit werd genomen nadat de<br />

vergadering een verslag door C. J.<br />

Bundock, algemeen secretaris van de<br />

N.U.J., had aangehoord van de vergadering<br />

der I.O.J. in Boedapest in<br />

November 1948. „Drie dagen lang<br />

kelijke schade geleden, een schade<br />

die wij allen, goeden en kwaden,<br />

moeten betalen.<br />

Wat doen we er aan?<br />

Het goede voorbeeld geven onder<br />

alle omstandigheden.<br />

Nooit en nergens aarzelen om —<br />

rustig en waardig, maar beslist —<br />

in. te grijpen met een beroep op de<br />

geschreven en ongeschreven regels<br />

van ons beroep.<br />

Publicatie in ons orgaan (wanneer<br />

het algemeen belang dit eist) of<br />

klacht te bevoegder plaatse (wanneer<br />

de ernst van het geval dit<br />

wettigt).<br />

Want we moeten weer zo ver<br />

komen, dat „journalist" een eretitel<br />

is, en een perskaart een document<br />

dat de houder van tevoren het respect<br />

verzekert van allen met wie hij in<br />

aanraking komt.<br />

hebben we felle politieke propaganda<br />

moeten aanhoren", zei hij,. „<strong>De</strong> I.O.J.<br />

wordt misbruikt en zal aldoor misbruikt<br />

worden — als alle internationale<br />

bijeenkomsten zodra de Oosteuropese<br />

landen ze gaan gebruiken<br />

als platvorm voor politieke propaganda."<br />

,<br />

<strong>De</strong> resolutie van de N.U.J. zegt,<br />

dat deze organisatie niet deel kan<br />

blijven uitmaken van de I.O.J. „zonder<br />

ernstig te worden gecompromitteerd<br />

en bloot te staan aan misverstand."<br />

Aldus een bericht van Associated<br />

Press.<br />

Maar dezelfde jaarvergadering<br />

handhaafde Hutt als redacteur van<br />

de „<strong>Journalist</strong>". Omdat hij het (afgezien<br />

van een paar aanmerkingen) zo<br />

goed deed.<br />

Brussel weigert communisten<br />

Ook in de Brusselse Persvereniging<br />

zijn politieke moeilijkheden gerezen,<br />

zo vernemen wij uit World's Press<br />

News. Niet voor de eerste keer trouwens,<br />

want verleden jaar is aan een<br />

aantal communistische candidaatleden<br />

het lidmaatschap geweigerd<br />

toen zij weigerden te antwoorden op<br />

de vraag of zij instemden met het<br />

beginsel van de persvrijheid zoals dat<br />

is omschreven in de statuten van de<br />

Persvereniging.<br />

Ditmaal waren er bij de nieuwe<br />

aanmeldingen twaalf van redacteuren<br />

van Le Drapeau Rouge en <strong>De</strong><br />

Rode Vaan. Opnieuw werd dezelfde<br />

vraag gesteld. <strong>De</strong> woordvoerder der<br />

communisten antwoordde, dat zij<br />

voorstanders waren van de persvrijheid<br />

zoals die wordt opgevat in de<br />

Sowjet-Unie en de „volksdemocratieën".<br />

<strong>De</strong> algemene vergadering heeft de<br />

toelating geweigerd.<br />

<strong>De</strong> pers kan de hoge en bevoorrechte<br />

plaats die zij in de democratische<br />

samenleving voor zich opeist,<br />

alleen dan innemen, als haar vertegenwoordigers<br />

het hoge voorrecht,<br />

zulk een pers te mogen dienen, waard<br />

zijn. Y. F.<br />

Redacteur met jarenlange ervaring<br />

aan belangrijk Prov. Dagblad<br />

in Gelderland,<br />

ZOEKT EEN FUNCTIE<br />

aan een dagblad te Amsterdam<br />

of omg. Opl. 5-jarige R.H.B.S.<br />

Verzorgt Binnen- en Buitenland,<br />

schrijft toneelcritieken, reportages<br />

etc.<br />

Brieven onder No. 99/48 van „<strong>De</strong><br />

<strong>Journalist</strong>", N.Z. Kolk 28, A'dam.<br />

9


Heden en verleden van de<br />

Belgische Pers<br />

Dr. Maarten Schneider schrijft<br />

ons:<br />

Er is een algemeen oriënterend<br />

boek over de Belgische pers verschenen.<br />

<strong>De</strong>gene die zich wat meer<br />

met de pers onzer Zuiderburen<br />

heeft bezig gehouden en daarom met<br />

belangstelling de verschijning van<br />

dit boek heeft tegemoet gezien, zal<br />

niet teleurgesteld zijn. En wie zijn<br />

tekort aan kennis van of belangstelling<br />

voor de Belgische pers heeft<br />

gemotiveerd met de opmerking, dat<br />

hem geen na oorlogse liter-atuur<br />

over dit onderwerp ter beschikking<br />

staat, zal naar andere motieven<br />

moeten uitzien.<br />

Het boek waarvoor hier aandacht<br />

gevraagd wordt, is een gedenkboek.<br />

Bij gelegenheid van haar 60-jarig<br />

bestaan in 1948 besloot de Brusselse<br />

Afdeling van de Algemene Belgische<br />

Persbond een gedenkboek te publiceren.<br />

Dit besluit op zich zelf reeds<br />

was prijzenswaardig, nog prijzenswaardiger<br />

is de uitvoering daarvan:<br />

dit gedenkboek siert de Brusselse<br />

en de gehele Belgische perswereld.<br />

Twintig artikelen van zo 1 veelzijdige<br />

aard werden geschreven, dat<br />

het praedicaat ,,La Presse-<strong>De</strong> Pers",<br />

waaronder deze gebundeld bij het<br />

Pershuis te Brussel verschenen zijn,<br />

juist geacht mag worden. Reeds bij<br />

het bladeren in dit typografisch zeer<br />

verzorgde boek van ca 200 bladzijden<br />

valt het op, dat figuren van<br />

formaat hun medewerking hebben<br />

verleend. Namen als Ooms, Stijns,<br />

Gauchez, Seyl en <strong>De</strong>landsheere behoeven<br />

geen introductie.<br />

Laten enkele beschouwingen genoemd<br />

mogen worden. Gauchez —<br />

journalist èn letterkundige — geeft<br />

met „Les journalistes belges écrivains"<br />

een zeer duidelijk overzicht<br />

en inzicht in de betekenis die Belgische<br />

journalisten voor de letteren<br />

van hun land hebben gehad en hebben.<br />

Ooms schrijft over „La presse<br />

beige depuis ses origines jusqu' a<br />

1930"; daarin valt het accent op de<br />

tijd na de totstandkoming van België's<br />

onafhankelijkheid en op de<br />

Frans-talige bladen. Een goed en<br />

noodzakelijk supplement daarop<br />

levert Stijns met „Vooruitgang op<br />

persgebied", dat de Vlaamse pers<br />

behandelt. Overzichtelijk eveneens<br />

zijn de artikelen over de illegale pers<br />

en de Belgische pers in de vrije wereld<br />

tijdens de Tweede Wereldoorlog.<br />

„Grandeur et servitude de la Chronique<br />

judiciaire", ,.La Presse et la<br />

Critique artistique", en ,.<strong>De</strong> literaire<br />

kritiek in de dagbladen" verdienen<br />

ook een vermelding, waarmee niets<br />

ten nadele bedoeld wordt ten aanzien<br />

van bijdragen over parlementaire<br />

journalistiek, het Belgisch<br />

persbureau, Pershuis, Instituut voor<br />

journalisten, technische evolutie,<br />

10<br />

radio-journalistiek enz. enz.<br />

Natuurlijk voldoet het éne artikel<br />

meer dan het andere. Zo is dat over<br />

de buitenlandse pers en haar invloed<br />

op de Belgische weinig uit de verf<br />

gekomen, had ik graag de pers in<br />

de Congo wat uitvoeriger behandeld<br />

willen zien, ook de economischstructurele<br />

ontwikkeling en de eventuele<br />

gevolgen en spanningen daarvan<br />

op ideëel-cultureel gebied.<br />

Maar toch kunnen deze en andere<br />

kritische opmerkingen mijn waardering<br />

nauwelijks verminderen. Temeer,<br />

omdat een gedenkboek niet<br />

naar streng systematisch wetenschappelijke<br />

maatstaven beoordeeld<br />

mag worden.<br />

<strong>De</strong> distinctie van dit gedenkboek<br />

wordt nog verhoogd door inleidingen<br />

van vijf autoriteiten, onder wie<br />

— natuurlijk — Camille Huysmans<br />

en Julius Hoste, maar zeker ook<br />

door een belangwekkende keur aan<br />

foto's, instructieve facsimiles en<br />

andere illustraties.<br />

In het kader van Benelux zal het<br />

ook tot een vorm van samenwerking<br />

met de Belgische pers moeten komen.<br />

<strong>De</strong>ze samenwerking zal aan<br />

betekenis kunnen winnen door te<br />

weten van haar en haar mentaliteit.<br />

Daartoe biedt dit Brussels-<br />

Belgische gedenkboek een goede gelegenheid;<br />

bovendien kan het leiden<br />

tot een meer gedetailleerde bestudering<br />

van de pers onzer Zuiderburen.<br />

In de Nederlandse Persbibliotheek<br />

zal dit gedenkboek over heden en<br />

verleden der Belgische pers zeker<br />

opgenomen worden. Moge het binnenkort<br />

ook te vinden zijn in de<br />

boekenrij van vele redacties en<br />

journalisten. En gelezen worden!<br />

Dit Brussels-Belgische gedenkboek<br />

doet verlangen '— en daarin<br />

ligt misschien de hoogste lof —<br />

naar een soortgelijk Amsterdams-<br />

Nederlands boek. Vergis ik mij, of<br />

bestaat <strong>De</strong> Amsterdamse Pers in<br />

Juni van het volgend jaar niet juist<br />

een halve eeuw ?<br />

DE PERS IN WEST-EUROPA<br />

Onze collega Marcel Stijns, oudvoorzitter<br />

van de afdeling Brussel<br />

van de Alg. Belgische Persbond,<br />

heeft in de reeks uitzendingen „Europees<br />

commentaar" een radiotoespraak<br />

gehouden, die op 5 April<br />

door Hilversum I, op 6 April door<br />

de B.B.C. (Home Service) en Radio<br />

Parijs en op 9 April door Brussel<br />

en Luxemburg is uitgezonden. Het<br />

onderwerp — Samenwerking op<br />

persgebied in West-Europa — paste<br />

wel zeer bijzonder in dit internationale<br />

kader.<br />

Radio en pers, zo betoogde coll.<br />

Stijns, zijn geroepen een belangrijke<br />

taak te vervullen bij de verwezenlijking<br />

van de Westeuropese eenheid.<br />

Het verdrag van Brussel kan uiteraard<br />

geen druk uitoefenen op de<br />

pers van vrije landen, maar over 't<br />

algemeen is de pers zeer gezind om<br />

internationale samenwerking te<br />

steunen.<br />

Ten aanzien van de persvrijheid —<br />

ook de vrije toegang tot het nieuws<br />

— bestaan er in de Westerse landen<br />

gemeenschappelijke tradities. Collega<br />

Stijns pleitte in dit verband voor<br />

gelijke persfaciliteiten, met inbegrip<br />

van bijzondere tarieven voor perstelegrammen,<br />

in de landen van het<br />

verdrag van Brussel. Tussen de<br />

verschillende persagentschappen —<br />

met inbegrip van de Zwitserse en<br />

Skandinaafse — bestaat een verheugende<br />

samenwerking.<br />

Helaas heeft de samenwerking in<br />

de Internationale Organisatie van<br />

<strong>Journalist</strong>en, niet aan de verwachtingen<br />

beantwoord. „In de laatste<br />

tijden werd de I.O.J. voortdurend<br />

misbruikt voor hevige politieke propaganda.<br />

Een ijzeren gordijn splitst<br />

de organisatie. Terwijl wij deze<br />

jammerlijke wending betreuren, zul­<br />

len wij er de logische gevolgtrekking<br />

moeten uit halen en pogen een<br />

nieuwe organisatie op te richten,<br />

waarin wij ons beter thuis gevoelen",<br />

aldus coll. Stijns.<br />

Wij zullen, zo ging hij voort, een<br />

. zuivere berichtgeving en de solidariteit<br />

onder de journalisten blijven<br />

bevorderen.<br />

<strong>De</strong> verspreiding van kennis van<br />

elkanders landen is ook een belangrijke<br />

taak van de pers. <strong>De</strong> gemeenschappelijke<br />

reis van een aantal<br />

journalisten der Beneluxlanden was<br />

in dit opzicht een goede aanloop. <strong>De</strong><br />

uitwisseling van journalisten stuit in<br />

veel gevallen af op taalmoeilijkheden.<br />

Internationale reizen en studievergaderingen<br />

zouden echer ook reeds<br />

de journalisten helpen bij hun nieuwe<br />

taak: het tot elkander brengen<br />

van de democratische volken.<br />

„<strong>De</strong>t Danske Selskab"<br />

organiseert dit jaar een Nederlands-<br />

Vlaams-<strong>De</strong>ense zomerschool, bestaande<br />

uit een cursus van een week en<br />

een rondreis door <strong>De</strong>nemarken van<br />

een week (17—31 Juli).<br />

<strong>De</strong> cursus wordt gehouden op Vestbirk<br />

Hojskole (15 km. ten N.W. van<br />

Hersens in een zeer mooi gedeelte<br />

van Jutland).<br />

Hier zullen volksopvoedende en<br />

sociale problemen worden behandeld,<br />

zowel van Nederlandse als van<br />

<strong>De</strong>ense zijde (voertaal: Engels en<br />

Duits).<br />

Op de rondreis zal er gelegenheid<br />

zijn om sociale instellingen te bestuderen.<br />

Kosten: 10 kr. p. .dag (rondreis en<br />

uitstapjes inbegrepen) + de reiskosten<br />

Nederland-<strong>De</strong>nemarken en terug.


DE PERSVRIJHEID IN HET GEDING<br />

T_JET conflict tussen de bladen Het<br />

* •* Parool en Trouw enerzijds en de<br />

leiding van <strong>De</strong> Telegraaf anderzijds<br />

heeft ook in journalistieke kringen<br />

de nodige beroering gewekt. Dit is<br />

volkomen begrijpelijk, want niet alleen<br />

dreigden gevaren voor de materiële<br />

positie van de aan eerstgenoemde<br />

bladen verbonden collega's, indien<br />

déze couranten in hun bestaan zouden<br />

worden aangetast, maar meer nog<br />

bleek hier de vrijheid van drukpers in<br />

het geding. Duidelijk trad bij dit conflict<br />

immers aan de dag, dat, althans<br />

voor de dagbladpers, het feitelijk genot<br />

van de persvrijheid afhankelijk is<br />

van de mogelijkheid de vereiste technische<br />

verzorging te vinden. Juist<br />

bladen, die .niet over een eigen installatie<br />

beschikken, verkeren te<br />

dezen aanzien in een wankele positie.<br />

<strong>De</strong> overheid mocht bij dit conflict<br />

niet werkeloos toezien. Zij heeft dit<br />

ook niet gedaan. <strong>De</strong> Persraad,<br />

in spoedvergadering bijeengekomen,<br />

heeft, nu de huidige leiding van het<br />

Telegraafgebouw klaarblijkelijk het<br />

personeel niet voldoende in de hand<br />

kon houden, volkomen terecht op<br />

grond van de Noodperswet op andere<br />

wijze in het bestuur van het technische<br />

bedrijf voorzien. In de tussentijd<br />

hebben andere bedrijven in de<br />

technische verzorging van Het Parool<br />

en Trouw voorzien en wel op een<br />

wijze, die de „.nooduitgaven", vooral<br />

de Paasnummers, maar weinig bij de<br />

gewone edities deed achterstaan. Dit<br />

besluit van de Persraad grijpt diep in,<br />

maar, zoals elders wel mogelijk is gebleken,<br />

had een dergelijk ingrijpen<br />

voorkomen kunnen worden, indien<br />

langs de weg van vrijwilligheid op<br />

behoorlijke wijze aan de geldende<br />

verplichtingen was voldaan.<br />

<strong>De</strong> houding van het technische personeel<br />

van <strong>De</strong> Telegraaf verdient afkeuring.<br />

Ik wil niet treden in een<br />

beoordeling van de vraag, of inderdaad<br />

de sociale positie 'van het personeel,<br />

bij 'n uitblijven van de wederverschijning<br />

van <strong>De</strong> Telegraaf en <strong>De</strong><br />

Courant, gevaar liep. Doch, zelfs indien<br />

dit zo zou zijn, dan nog moet dit<br />

eigenmachtige optreden van het personeel<br />

worden veroordeeld. Om sociale<br />

kwesties op te lossen, zijn er<br />

waarlijk nog wel andere wegen,<br />

welke bewandeld kunnen worden. Het<br />

lijdt echter weinig twijfel, dat de<br />

wilde actie van het personeel tevens<br />

ten doel had, de wederverschijning<br />

van genoemde bladen te forceren en<br />

als zodanig dus een buiten de sociale<br />

sfeer liggende strekking had. Dit is<br />

even onaanvaardbaar als de z.g. politieke<br />

stakingen, welke de grote vakbonden<br />

reeds lang als middel van<br />

strijd hebben verworpen. En dit klemt<br />

in dit geval des te meer, nu hierdoor,<br />

zoals gezegd, het feitelijke genot van<br />

de persvrijheid in gevaar werd gebracht.<br />

<strong>De</strong> Persraad heeft tevens** medegedeeld,<br />

dat in zijn opdracht aan de<br />

nieuwe bewindvoerders mede is ver­<br />

vat „het treffen van voorbereidingen<br />

voor de verschijning van <strong>De</strong> Telegraaf<br />

en Het Nieuws van de Dag,<br />

evenwel niet dan nadat de regelmatige<br />

en tijdige verschijning van de<br />

gastbladen, overeenkomstig de eisen,<br />

die daaraan redelijkerwijze mogen<br />

worden gesteld, ten volle is verzekerd".<br />

<strong>De</strong>ze laatste toevoeging is in<br />

het licht van de jongste gebeurtenissen<br />

volkomen begrijpelijk; zij leert<br />

tevens, dat, indien het optreden van<br />

een nieuw bestuur vertraging van<br />

bedoelde wederverschijning zou veroorzaken,<br />

het personeel zulks in de<br />

eerste plaats aan zich zelf te wijten<br />

heeft.<br />

Ook overigens is de bijkomende opdracht<br />

van de Persraad aan de<br />

bewindvoerders volkomen juist te<br />

achten. Men moge over de perszuivering<br />

denken zo men "wil, doch nu in<br />

hoogste instantie in de Telegraafzaken<br />

uitspraak is gedaan, zou het<br />

détournement de pouvoir zijn, indien<br />

de overheid, doordat zij anderszins<br />

„a finger in the pie" heeft, de wederverschijning<br />

langer zou ophouden dan<br />

noodzakelijk is om de vereiste opheldering<br />

in de situatie te brengen. Ik<br />

stel dit, niet omdat ik deze wederverschijning<br />

op zich zelf wil bepleiten,<br />

Het Secretariaat van bovengenoemde<br />

vereniging verzoekt opneming<br />

van 't volgende communiqué:<br />

,,<strong>De</strong> beunhazerij op journalistiek<br />

terrein en de vele critiek, welke de<br />

laatste tijd op de persbureaux wordt<br />

geoefend, heeft een aantal leiders<br />

van Nederlandse persbureaux ertoe<br />

gebracht middelen te beramen ten<br />

einde van deze ongezonde toestanden<br />

•een eind te maken.<br />

Als resultaat van dit overleg is<br />

te Utrecht opgericht de NEDER­<br />

LANDSE VERENIGING VAN<br />

PERSBUREAUX (N.V.P.), waarbij<br />

zich op de oprichtingsvergadering<br />

hebben aangesloten (in alfabetische<br />

volgorde) Carto (<strong>De</strong>n Haag), Internationaal<br />

Persbureau (Wassenaar),<br />

Internationaal Persbureau Apeldoorn<br />

(Apeldoorn), Nederlands<br />

Feuilletonbureau (Barneveld), Nederlands<br />

Persartikelen Bureau (Amsterdam),<br />

Onafhankelijk Persbureau<br />

Amsterdam (Amsterdam) en Persbelangen<br />

(Utrecht).<br />

Het voorlopig bestuur bestaat uit<br />

de heren H. van Wermeskerken<br />

(Persbelangen), voorzitter; W. N.<br />

Freni (I.P.B.), Lange Kerkdam 50,<br />

Wassenaar, telef. 2820, secretarispenningmeester,<br />

en N. J. P. Smith,<br />

(I.P.A.), lid.<br />

Op de eerste bijeenkomst werden<br />

reeds belangrijke resultaten verkregen,<br />

o.m. inzake de vaststelling van<br />

minimumprijzen voor het door de<br />

doch omdat een juiste opvatting van<br />

de persvrijheid gebiedend voorschrijft,<br />

dat noch naar de ene noch naar de<br />

andere zijde een discriminerende behandeling<br />

wordt toegepast.<br />

Vooral wij journalisten moeten er<br />

op toezien, dat de vrijheid van drukpers<br />

niet wordt aangetast, en wel<br />

noch door welke machtsformatie ook,<br />

noch door de overheid. Het laatste<br />

woord is ten deze aan het lezend publiek.<br />

Want niet alleen houdt de persvrijheid<br />

in, dat de burger kan<br />

schrijven zonder voorafgaande censuur,<br />

doch tevens dat hij de krant<br />

kan kiezen, welke hij wenst. In een<br />

eerlijke concurrentiestrijd, binnen de<br />

grenzen van de wet, zal moeten<br />

blijken, welk blad bestaansmogelijkheid<br />

heeft en welke niet.<br />

Wie met mij van oordeel is, dat de<br />

eerlijkheid van deze onderlinge mededinging<br />

bevorderd kan worden door<br />

een wettelijke regeling, welke, met<br />

volledige handhaving van de persvrijheid,<br />

de openbaarheid t.a.v. dagbladondernemingen<br />

kan bevorderen, geve<br />

zijn steun aan 't streven onzer organisaties<br />

om de totstandkoming van<br />

zulk een wetgeving te helpen bevorderen.<br />

ROOY, Voorzitter N.J.K.<br />

Ned. Vereniging van Persbureaux<br />

bureaux te leveren materiaal.<br />

Nadere mededelingen hieromtrent<br />

kunnen de bladen binnenkort tegemoet<br />

zien."<br />

Aan een ons door de voorzitter,<br />

de heer H. van Wermeskerken gezonden<br />

verslag van de oprichtingsvergadering,<br />

dat te uitgebreid is om<br />

in deze kolommen opgenomen te<br />

kunnen worden, ontlenen wij nog:<br />

dat men in deze vergadering algemeen<br />

van mening was, „dat een<br />

organisatie van persbureaux zeker<br />

gewenst zou zijn, om daardoor te<br />

bereiken: a. een erkenning als zodanig<br />

door de daarvoor in aanmerking<br />

komende organisaties en instanties;<br />

b. een altijd redelijke vergoeding<br />

voor geleverde kopij; c. een betere<br />

standing van het persbureauwezen."<br />

In afwachting van het contact,<br />

dat de nieuwe vereniging met de<br />

persorganisatiës zal zoeken (naar<br />

onze mening zullen dit zo wel de<br />

uitgeversorganisaties, de N.D.P., de<br />

N.N.P. en de N.O.T.U., als de Federatie<br />

moeten zijn), willen wij volstaan<br />

met er op te wijzen, dat een<br />

tarieven-regeling niet alleen van de<br />

persbureaux en dus ook van de daarbij<br />

werkzame collega's van belang<br />

is, doch indirect ook voor de freelances.<br />

<strong>De</strong> laatste categorie zal er<br />

uiteraard bij gebaat zijn, indien<br />

„oneerlijke concurrentie" van nietbona<br />

fide persbureaux wordt tegengegaan.<br />

11


KWESTIE NUMMERO IA:<br />

DE TELEGRAAF<br />

U moest ons nu eens zien zitten!<br />

Ons altijd zo keurige schrijfbureau<br />

een zee van papieren. Een mer a<br />

boire. Een bittere, onstuimige,<br />

stormachtige zee van knipsels, knippels,<br />

knipsels Telegraaf Parool<br />

Trouw Collega Rooy<br />

heeft, rustig en sereen zoals hij is,<br />

hiervóór zijn oordeel neergeschreven.<br />

Maar wij zitten er maar mee Wij<br />

wilden Ü alles vertellen wat alle<br />

kranten ervan vertellen. Wij zouden<br />

er een tienvoudige <strong>Journalist</strong> mee<br />

kunnen vol-knippen en plakken.<br />

Mogen wij dan maar hier en daar<br />

met een door wanhoop geleide<br />

schaar...... met een in arremoed gedoopte<br />

lijmkwast een greepje<br />

doen ? Vrienden-collegae die hieronder<br />

„gepasseerd" wordt alstublieft<br />

weest mild Vergeeft<br />

ons U moest ons nu hier eens<br />

zien zitten Onrustig, zenuwachtig,<br />

met klamme handen te midden<br />

der baren, van een zee, van<br />

zeven zeeën, van knipsels, knipsels,<br />

knipsels Waarvan wij er hier<br />

tien (slechts tien) doen volgen:<br />

-Nu dan:<br />

Dit is uit <strong>De</strong> Linie:<br />

ODoch de opmerking moet ons van<br />

het hart, dat de onwaarschijnlijk<br />

platvloerse en demagogische hetze<br />

waarmede de „Nooduitgave" van<br />

Het Parool op 12 April zijn tegenspeler<br />

te lijf gaat, op een peil ligt<br />

dat men slechts van een Waarheid<br />

verwacht. Zijn alle illegale Paroollieden<br />

tussen 1940—1945 helden geweest?<br />

Zijn alle Telegraaf-lieden, in<br />

diezelfde periode schurken geweest?<br />

Niemand zal dit een seconde aanvaarden.<br />

Waarom schildert Het Parool<br />

zijn tegenstander dan af als een<br />

platte collaborateur, zichzelf de<br />

lauwerkrans van de smetteloze opoffering<br />

boven de (toch ook niet gehéél<br />

onbaatzuchtige en karaktervolle)<br />

gelaatstrekken plantend ?<br />

<strong>De</strong>ze blinde wraakzucht doet gecompliceerde<br />

en menselijk vaak gehéél<br />

anders liggende verhoudingen tot<br />

een zwart-witte parodie ontaarden,<br />

die met realiteit niets meer te maken<br />

heeft en de critische toeschouwer<br />

slechts met verachting vervult.<br />

*<br />

En dit uit <strong>De</strong> Groene:<br />

Het Telegraaf-personeel doorkruist<br />

met zijn houding de overeenkomst<br />

tussen de Telegraaf en die oud illegale<br />

bladen vrijwillig aangegaan. Het<br />

is een naar conflict, schandelijk voor<br />

de journalistieke tradities van ons<br />

land, schadelijk voor de goodwill —<br />

althans in die kringen die goodwill<br />

te geven hebben — van de Telegraaf.<br />

Voor de gehele arbeidersbeweging<br />

zit er bovendien die nare kant aan,<br />

dat hier het personeel, „de arbeiders",<br />

een standje verdedigen van<br />

een „zaken zijn zaken", onderneming,<br />

zonder enige morele of idealistische<br />

achtergrond, tegen twee bladen als<br />

Trouw en Het Parool. In dit licht is<br />

12<br />

VAN ALLERLEI KAN<br />

het misschien jammer dat Trouw en<br />

het Parool bij andere drukkerijen<br />

proberen, toch zo goed mogelijk uit<br />

te komen. <strong>De</strong> schande die zij dag in<br />

dag uit over het personeel van de<br />

Telegraaf hadden kunnen brengen<br />

door zo slecht mogelijk, i.e. zo als dit<br />

personeel het dienstig achtte, te verschijnen,<br />

had psychologisch sterker<br />

kunnen werken. Daardoor had dan<br />

tevens kunnen blijken, hoever de<br />

verantwoordelijkheid van de leiding<br />

van de Telegraaf in deze gaat. <strong>De</strong><br />

heer Reinalda heeft verklaard de<br />

onderhandelingen over de hele zaak<br />

op te schorten tot het „personeel"<br />

tot inkeer komt. <strong>De</strong> overheid zou in<br />

deze kwestie, die zo gauw mogelijk<br />

de wereld uit moet, mogelijk nog<br />

meer op kunnen schorten om dit<br />

personeel nog grondiger tot andere<br />

inzichten te brengen.<br />

Trouw heeft waardiger gereageerd<br />

dan het Parool op deze gebeurtenissen<br />

in een noodeditie, maar beide<br />

bladen verdienen in dit conflict de<br />

volhardende morele en materiële<br />

steun in de hoogste mate.<br />

Uit Het Vrije Volk:<br />

Een dergelijke greep naar een bevoegdheid,<br />

die de regering en haar<br />

uitvoerende organen toekomt en<br />

haar alleen, kan in geen enkele staat<br />

worden geduld. <strong>De</strong> ervaring in binnenland<br />

en buitenland leert, dat de<br />

groep arbeiders, die deze eenvoudige<br />

waarheid uit het oog verliest, in zeer<br />

snel tempo de sympathie van het<br />

publiek verliest. Toepassing van deze<br />

anarchistische methode heeft nog<br />

altijd een 'averechtse uitwerking<br />

gehad.<br />

Wij waarschuwen zeer ernstig<br />

tegen onberaden stappen op deze<br />

weg.<br />

Wij zouden het betreuren, indien<br />

door een actie van lijdelijk verzet de<br />

drie gastbladen of wel zó laat moesten,<br />

of wel in zó onvolledige vorm<br />

verschijnen, dat hun positie zou<br />

worden benadeeld en hun rechten tot<br />

een aanfluiting werden gemaatk.<br />

Wij vertrouwen, dat de autoriteiten<br />

in geen geval zullen wijken voor<br />

onberaden lieden, die het recht in<br />

eigen hand willen nemen.<br />

En uit <strong>De</strong> Waarheid:<br />

Het is echter inmiddels opgemaakt,<br />

omdat het Telegraaf-conèern<br />

met verlies werkt.<br />

Het personeel heeft zich laten<br />

wijs maken, dat de pensioenrechten<br />

gewaarborgd blijven, indien de Telegraaf-Courant<br />

weer verschijnt. Hiervoor<br />

is vanzelfsprekend geen enkele<br />

garantie. Want niemand kan nu met<br />

zekerheid zeggen, of de Telegraaf<br />

winst zal maken.<br />

Maar hoe dan ook, het personeel<br />

vermindert de sympathie voor zijn<br />

socSale eisen, omdat het deze op<br />

zichzelf volkomen gerechtvaardigde<br />

verlangens aan de verdediging van<br />

de belangen der familie Holdert heeft<br />

gekoppeld.<br />

Het personeel heeft gelijk, wanneer<br />

het waarborging van.zijn pensioenrechten<br />

eist, wanneer het<br />

maatregelen wenst om ontslagen<br />

te voorkomen. Het is ongetwijfeld<br />

een schandaal, dat mensen<br />

van 68 tot 70 jaar in het bedrijf<br />

werkzaam moeten blijven, omdat zij<br />

terecht de honger vrezen.<br />

Maar zij zullen hun goede zaak<br />

niet kunnen winnen door zich — zij<br />

het ook onbewust — voor het karretje<br />

van de Telegraaf-eigenaars te<br />

laten spannen. Het moet ons echter<br />

van het hart: Wat de leden van de<br />

personeelsraad betreft, in het<br />

bijzonder de heren Cappel en Heier,<br />

deze spelen een afkeurenswaardige<br />

rol. Of begrijpen zij niet, dat zij door<br />

hun actie het herverschijnen van twee<br />

bladen willen afdwingen, waarover<br />

het Nederlandse volk reeds lang het<br />

doodvonnis heeft uitgesproken?<br />

Evenmin echter kunnen Parool en<br />

Trouw verwachten, dat hun optreden<br />

gewaardeerd zal worden. Immers, zij<br />

stellen zich op het volkomen onprincipiële<br />

regeringsstandpunt, van de<br />

Telegraaf geen haarbreed in de weg<br />

te Willen leggen, terwijl zij aan de<br />

andere kant mede het conflict geforceerd<br />

hebben.<br />

Het (Rotterdamse) Parool:<br />

Wat wij in de afgelopen jaren alom<br />

in den lande hebben kunnen zien, dat<br />

de uit de illegaliteit voortkomende<br />

kranten getreiterd, gesaboteerd, benadeeld<br />

en geplagieerd werden door<br />

de in de oorlogstijd collaborerende<br />

pers, doordat laatgenoemde in het<br />

bezit zijn van de outillage, welke de<br />

regering in een helder moment aan<br />

de illegaliteit had toegezegd, dit<br />

zelfde zien wij, doch thans op grotere<br />

schaal, geschieden te Amsterdam,<br />

waar het personeel van „<strong>De</strong> Telegraaf"<br />

die sabotage uitoefent, welke<br />

het vergeten heeft in de jaren '40 tot<br />

'4© toe te passen. En wat in die<br />

jaren gold als een eervol praedicaat:<br />

illegaliteit, hetgeen onwettigheid betekent,<br />

moet thans beschouwd worden,<br />

nu wij zijn weergekeerd in een<br />

maatschappij, die zegt orde en regelmaat<br />

in eigen hand te kunnen nemen,<br />

als een uitdaging aan allen, die wars<br />

zijn van de dictatuur ener minderheid.<br />

Het is een uitdaging aan U en<br />

aan de ovenheid, die elk uur dat zij<br />

deze ongehoorde en ongekende toestand<br />

laat bestaan, aan prestige verliest<br />

en buigt voor de mentaliteit,<br />

die vijandig is aan de goede democratie.<br />

TEN EN KRANTEN<br />

Wéér Het Vrije Volk:<br />

Maar leest nu hoe „<strong>De</strong> Waarheid",<br />

die immers, evenals „Het Parool" en<br />

„Trouw", een oud-illegaal blad is,<br />

dat zelf gastrecht geniet bij een<br />

ander blad en op vreemde persen,<br />

hierover schrijft: „Wij hebben altijd<br />

beweerd, dat Het Volk tot taak had,<br />

de officiële zienswijze van het reactionnaire<br />

partijbestuur door dik en<br />

door dun te verdedigen. Terwijl Het<br />

Parool de taak op zich had genomen,<br />

in zekere vraagstukken, zoals b.v.<br />

het Indonesische oppositie te spelen<br />

en aldus de ontrevreden leden van<br />

de P.v.d.A. het gevoel te verschaffen,<br />

dat hun zienswijze doeltreffend in de<br />

partij verdedigd kan worden. <strong>De</strong><br />

Parool-Telegraaf-rel heeft op wonderbaarlijke<br />

wijze deze opvatting<br />

bevestigd.<br />

Toen we gisteravond Het Volk<br />

lazen, dachten we Het Parool te<br />

hebben, en toen onze jongste ons<br />

Het Parool gaf, snauwden we haar<br />

af: „Ik heb niet om Het Volk gevraagd!"<br />

En wat zou „<strong>De</strong> Waarheid", die<br />

de Telegraaf-sabotage op deze<br />

liederlijke manier ondersteunt, schrijven<br />

als de zetters en drukkers van<br />

^Het Handelsblad" het „<strong>De</strong> Waarheid"<br />

onmogelijk maakten te verT<br />

schijnen ?<br />

Een krant, die wegens haar houding<br />

in de bezettingstijd haar naam<br />

niet meer mag dragen en daarom, in<br />

plaats van „<strong>De</strong> Gooi- en Eemlander"<br />

kortweg „<strong>De</strong> Gooi" heet, doet ook<br />

een duit in het zakje van „<strong>De</strong> Telegraaf".<br />

Het blad spreekt van het na<br />

de oorlog „verdrongen recht", dat<br />

zijn rechten begint te hernemen en<br />

doelt daarbij op „<strong>De</strong> Telegraaf", die<br />

volgens „<strong>De</strong> Gooi" een blad is „gezuiverd<br />

en van alle smetten schoongewassen",<br />

dat terecht poogt weer<br />

in zijn eigen gebouw en op zijn eigen<br />

persen te gaan draaien.<br />

Robert en Bertram, een oud verhaal,<br />

dat helaas altijd nieuw blijft.<br />

En de Nieuwe Haagse Courant:<br />

„Trouw en „Parool" behoren tot<br />

de bladen, die in de donkerste jaren<br />

der bezetting ons volk zijn geweest<br />

tot voorbeelden van fierheid en nationale<br />

zin. Niet dan grove ondankbaarheid<br />

zou het zijn, wanneer thans hun<br />

verschijning zou worden bemoeilijkt.<br />

Niet voor niets heeft zowel de Regering<br />

als het Parlement bij meer<br />

dan een' gelegenheid zich uitgesproken<br />

voor een verschijning — ook na<br />

de bevrijding — van deze bladen op<br />

een wijze, die geheel in overeenstemming<br />

zou zijn met de grote verdiensten,<br />

welke zij zich in de donkerste<br />

uren van onze landsgeschiedenis<br />

hebben verworven.<br />

Maar ook „<strong>De</strong> Telegraaf" heeft<br />

niet anders verdiend. Het is, zoals de<br />

motie van de Centrale A.R. Kiesvereniging<br />

het heeft gesteld: terwijl<br />

„Trouw en Parool" de grootste risico's<br />

op zich namen en de grootste<br />

offers brachten in het verzet tegen<br />

de vijand, beijverde „<strong>De</strong> Telegraaf"<br />

zich, meer dan een maatregel van de<br />

vijand, hoe verwerpelijk ook, als<br />

juist en acceptabel voor te stellen.<br />

Nog onlangs hebben wij zelf onze<br />

critiek laten horen op de zeer onbevredigende<br />

manier, waarop de Raad<br />

van Beroep voor de perszuivering<br />

deze houding niet alleen heeft gebagatelliseerd,<br />

maar zelfs in bepaalde<br />

opzichten heeft verdedigd.<br />

Nog eens <strong>De</strong> Waarheid:<br />

Vrijwel de gehele illegale pers is<br />

de steunpilaar geworden en gebleven<br />

van een regering, die onverschillig<br />

is voor de belangen van het werkende<br />

volk en zij heeft de belangen van<br />

hun bladen, van hun lezers, van het<br />

werkende volk, toevertrouwd aan<br />

deze regering.<br />

Is het wonder dat Parool en Trouw<br />

thans.in moeilijkheden zijn gekomen<br />

en er nog wel meer zullen volgen?<br />

Door gebrek aan vertrouwen in de<br />

werkers, door hun verraad aan de<br />

belangen der arbeiders, hebben deze<br />

illegale bladen het eigen fundament<br />

ondergraven, hebben, zij de steun<br />

van het) proletariaat, de enige kracht<br />

die aan de kapitalistische hebzucht<br />

een halt toe kan roepen, versmaad<br />

en verspeeld.<br />

Zo schuilt in deze kleine gebeurtenis<br />

een grote les.<br />

Vrij Nederland:<br />

<strong>De</strong> daad van het Telegraaf-personeel<br />

heeft plotseling de aandacht<br />

van het Nederlandse volk gevestigd<br />

op een rotte plek in ons perswezen,<br />

die zo snel mogelijk gecureerd of<br />

uitgesneden moet worden. <strong>De</strong> onderhandelingen<br />

die reeds enige tijd onder<br />

leiding van de heer Reinalda,<br />

commissaris van de Koningin in de<br />

provincie Utrecht en voorzitter van<br />

de Persraad, werden gevoerd tussen<br />

beide partijen, teneinde te komen tot<br />

een billijke verdeling van het gebruik<br />

van de technische middelen (let wel,<br />

JOURNALIST,<br />

verbonden aan dagblad op de Veluwe<br />

wenst voor dit rayon een of<br />

meer bladen als correspondent te<br />

vertegenwoordigen.<br />

Brieven onder No. 101/48, „<strong>De</strong><br />

<strong>Journalist</strong>", N.Z. Kolk 28, A'dam.<br />

lezer, niet van het eigendom en niet<br />

van de winsten!) zijn door deze<br />

ongehoorde gebeurtenissen ontijdig<br />

verstoord.<br />

Mogelijk is het een blijk van overmoedig<br />

zelfvertrouwen van <strong>De</strong> Telegraaf,<br />

die meent, dat Nederland in<br />

vier jaren tijd alles vergeten is, alles<br />

vergeven heeft en alles tolereert, wat<br />

zich maar met voldoende brutaliteit<br />

aandient. Dat zou wel eens een grote<br />

vergissing kunnen zijn! Dat moet tot<br />

een grote vergissing gemaakt worden!<br />

Zo niet, dan late men op de<br />

komende nationale feest- en gedenkdagen<br />

de bloemen weg van de fusilladeplaatsen<br />

der illegale werkers<br />

en legge ze op het graf van Holdert,<br />

de man, die om een Telegraaf-karakteristiek<br />

uit de bezettingstijd te<br />

citeren, als een echte Hollander „van<br />

wijken wist en waagde niet, waar hij<br />

geen kansen zag".<br />

En <strong>De</strong> Vlam:<br />

Zo. zien we dan het merkwaardige<br />

schouwspel, dat het technische personeel<br />

van het ergste collaborateursblad<br />

opkomt voor zijn spoedige herverschijning<br />

inplaats van te doen,<br />

waarover een aantal hunner in het<br />

laatste deel van de oorlog de mond<br />

zo volhad — het bedrijf te bezetten<br />

en de persen over te dragen aan de<br />

illegaliteit. Zo zien we „revolutionnairen"<br />

zich tot tolk maken van het<br />

ondernemersbelang van de erven<br />

Holdert. Zo beleven we, dat de „vrije<br />

socialist" Wim Cappel op de persconferentie<br />

voor de personeelraad<br />

het woord doet en de ellendige houding<br />

van het technische personeel<br />

verdedigt.<br />

Het personeel van „<strong>De</strong> Telegraaf"<br />

had iets goed te maken. Tegenover<br />

het Nederlandse volk in het algemeen,<br />

tegenover de arbeidersklasse<br />

in het bijzonder. Het had, met op zij<br />

zetten van alle persoonlijke belangen<br />

en tegen de besluiten van de persraad<br />

in de herverschijning van het<br />

collaborateursblad moeten beletten.<br />

In stede daarvan volgt het de lijn,<br />

die het in de oorlog heeft aangenomen:<br />

de persen en de belangen<br />

van de familie Holdert, Sieg Heil!<br />

KWESTIE NUMMERO IB:<br />

WETSONTWERP POMPE<br />

Nu zijn wij, op goed geluk en<br />

tamelijk willekeurig door de éne<br />

knipsel-zee heen en nu ligt er wéér<br />

een voor ons: Pompe of verzuipen...<br />

Daar gaan we:<br />

<strong>De</strong> Nieuwe Haaffse Courant:<br />

Er zijn tegen deze omschrijving<br />

verschillende bedenkingen aan te<br />

voeren. In de eerste plaats is zij<br />

uiterst vaag. Men dient bij deze formulering<br />

reeds vooraf bezield te<br />

zijn met medelijden jegens de tuchtrechter,<br />

die zulke bepalingen zal<br />

hebben toe te passen. Hij kan er alles<br />

van maken en... niets.<br />

13


Maar bovendien schuilen in een<br />

formulering in zulk een vage vorm<br />

ook grote gevaren. Want, als gezegd,<br />

de tuchtrechter kan er alles van<br />

maken: hij kan er ook van alles van<br />

maken. Tweeërlei valt te vrezen: dat<br />

straks de tuchtrechter met zijn rijke<br />

bevoegdheden geen raad weet en<br />

dan neerzit als de ezel tussen twee<br />

schelven hooi, links de zorgvuldigheid<br />

van de journalist jegens het<br />

maatschappelijk leven, rechts de<br />

eer van de journalistenstand."<br />

Teleurstellingen zullen hier niet<br />

kunnen uitblijven. Toch kan men de<br />

bedenkingen ook te zwart afschilderen.<br />

<strong>De</strong> eer van de journalistenstand<br />

is tenslotte niet helemaal een<br />

leeg begrip. En door een verstandige<br />

en vooral wijze tuchtrechter kan de<br />

schepping en totstandkoming van<br />

dit begrip worden bevorderd.<br />

Toch blijft grote opmerkzaamheid<br />

hier geboden. Maar overigens heeft,<br />

menen wij, ;nog niemand een betere<br />

formulering gesuggereerd.<br />

<strong>De</strong> Prinsestad (onder het hoofd<br />

„Seyss Inquart herleefd"):<br />

Wie bepaalt concreet hoe beroepseer<br />

en andere vage begrippen juridisch<br />

moeten worden gewaardeerd?<br />

<strong>De</strong>ze waardering kan slechts zuiver<br />

subjectief zijn en als er kwaadwilligheid<br />

en intrige in het spel is, welnu,<br />

dan staat het veld der willekeur<br />

naar alle horizonten open.<br />

Dit zou vóór de oorlog, toen de<br />

overheidsorganen nog het algemene<br />

vertrouwen verdienden en genoten,<br />

reeds een onoverkomelijk bezwaar<br />

zijn geweest, thans echter, terwijl<br />

reeds in Londen de regering de<br />

meest beproefde rechtsbeginselen<br />

domweg overboord heeft gesmeten<br />

(art. 1. Wetb. v. Strafrecht bijv.),<br />

na de bevrijding, allerlei overheidsorganen<br />

de Nederlandse burger met<br />

de meest denkbare willekeur hebben<br />

bejegend en met' de methoden<br />

der perszuivring als droevig voorbeeld<br />

voor ogen, kan het wetsontwerp<br />

der regering uit een oogpunt<br />

van rechtszekerheid en democratie<br />

niet anders dan in de meest volstrekte<br />

zin verwerpelijk worden genoemd.<br />

<strong>De</strong> Koninklijke Boodschap welke<br />

de aanbieding van ieder wetsontwerp<br />

begeleidt, zo ook dit wetsontwerp,<br />

eindigt stereotiep met de<br />

woorden: ,,En hiermede bevelen Wij<br />

U in Godes heilige bescherming".<br />

<strong>De</strong>ze woorden zouden ook toepasselijk<br />

kunnen zijn op de journalisten,<br />

directeuren en uitgevers, wanneer<br />

dit ontwerp wet wordt en uiteindelijk<br />

op het gehele Nederlandse Volk,<br />

want geen vrij Volk zonder vrije<br />

pers!<br />

Uit het Algemeen Handelsblad:<br />

Wij vrezen dat de regering hier<br />

een bedenkelijke richting inslaat. <strong>De</strong><br />

Drukpersvrijheid, dat wil voor een<br />

zeer belangrijk deel in feite zeggen:<br />

14<br />

de meningsvrijheid van de journalist<br />

om zijn gedachten te publiceren,<br />

is een kostelijk goed. Zoals elke vrijheid,<br />

brengt zij risico's mee. Maar<br />

een vrij, en geestelijk doorgewinterd<br />

volk als het onze, kan wel tegen een<br />

stootje, en bij de geestelijke verscheidenheid<br />

die in Nederland vrij<br />

tot uiting kan komen, zullen ook<br />

journalistieke ontsporingen in vrije<br />

tegen-critiek een ruime mate van<br />

correctie vinden. Te ver gaande inperking<br />

van die geestelijke vrijheid,<br />

ook indirect door de journalisten te<br />

scherp onder controle te stellen, of<br />

althans de gelegenheid daartoe te<br />

ver te openen, brengt echter veel<br />

gevaarlijker risico's mede voor de<br />

vrije geestelijke ontwikkeling van<br />

een volk. Van deze twee soorten<br />

risico's achten wij dit laatste het<br />

grootste en het wetsontwerp in zijn<br />

huidige vorm om die reden onaanvaardbaar.<br />

Wat nu echter in geforceerd<br />

tempo gebeurt, opent de deur voor<br />

willekeur en intimidatie op 't uiterst<br />

waardevolle en gevoelige terrein van<br />

de meningsvrijheid in de perswereld.<br />

Du choc des opinions jaillit la vérité.<br />

Maar de „choc" moet er zijn en waar<br />

meningen op elkaar stuiten kunnen<br />

spaanders vliegen.<br />

Wat meer vertrouwen in de gezonde<br />

critische zin van ons volk lijkt<br />

geboden. „Kennelijk onware mededelingen"<br />

schreef minister Van<br />

Schaak in 1934, „wekken in de openbare<br />

mening een natuurlijke reactie".<br />

Dat is in een vrij land nog altijd de<br />

beste vorm van correctie. Bovendien,<br />

wie de georganiseerde openbare mening<br />

te zeer gaat hinderen, drijft<br />

haar naar ondergrondse wegen.<br />

Zo ergens, dan moet men op dit<br />

terrein met hinderwetten en veiligheidsschermen<br />

voorzichtig zijn. Het<br />

wetsontwerp op de journalistieke<br />

verantwoordelijkheid (een noodzakelijke<br />

eigenschap, waarvoor wij<br />

waarlijk niet minder begrip hebben<br />

dan de regering) schiet in die voorzichtigheid<br />

tekort. Daarom achten<br />

wij het een gevaar voor de persvrijheid,<br />

en dus verwerpelijk. Men moet<br />

de duivel niet met Beëlzebub willen<br />

uitdrijven.<br />

Uit de Haagsche Post:<br />

Men kan zich een keurslijf van<br />

bepalingen, als voorgesteld, indenken<br />

voor landen, onderworpen aan<br />

rriin of meer zachte dictaturen. In<br />

het vrije, democratische Nederland<br />

mag niet de domper worden gezet<br />

op het vrije journalistenberoep.<br />

En uit <strong>De</strong> Waarheid:<br />

Het is onaanvaardbaar, dat de.<br />

overheid op het gebied van de pers<br />

een bepaalde maatstaf aan gaat leggen<br />

met betrekking tot „verantwoordelijke"<br />

voorlichting en het<br />

„schadelijk-zijn voor de journalistenstand".<br />

Met wetten, die zulks wèl<br />

willen, plaveit men de weg naar de<br />

censuur.<br />

Uit Trouw:<br />

Wij zijn over dit hele ontwerp niet<br />

enthousiast.<br />

En wel om de volgende redenen<br />

niet.<br />

Allereerst gevoelen wij weinig<br />

voor deze sluiting en reglementering<br />

van den journalistenstand. Het beroep<br />

van journalist is een zeer apart<br />

vak. Van oudsher hebben daartoe<br />

zeer vreemde snuiters behoord. En<br />

de vreemdsten onder hen zijn voorzeker<br />

vaak niet de slechtsten geweest.<br />

Wil men dat behouden, dan<br />

moeten er niet van te voren over<br />

den adspirant-journalist, waarderingsoordelen<br />

worden gegeven aan<br />

de hand van een zó vagen norm als<br />

„de vrees, dat de eer van den journalistenstand<br />

zal worden geschaad,"<br />

die er toe zou kunnen leiden, dat<br />

iemand wordt uitgesloten.<br />

<strong>De</strong> vrijheid van meningsuiting is<br />

een veel belangrijker goed in onze<br />

samenleving dan de eer van den<br />

journalistenstand.<br />

En al mogen wij niet zeggen, dat<br />

door deze beperking de vrijheid van<br />

meningsuiting in den letterlijken zin<br />

des woords zal worden ingekort, deze<br />

beperking maakt vrije meningsuiting<br />

toch wel moeilijker. En dat achten<br />

wij verkeerd.<br />

In de tweede plaats gevoelen wij<br />

weinig voor deze lekenrechtspraak.<br />

Wij zijn daar in het algemeen al<br />

niet mee ingenomen, maar zeker<br />

niet t.a.v. een beroep, waarbij de<br />

grondwettelijke vrijheid van drukpers<br />

en van meningsuiting in het<br />

algemeen zo nauw is betrokken als<br />

bij de journalistiek.<br />

Als dat in het geding is, geven<br />

wij verre de voorkeur aan een beroepsmatige,<br />

juridisch geschoolde,<br />

rechterlijke macht, die als zodanig<br />

een veel objectiever instelling is dan<br />

een college, dat voor het overgrote<br />

deel uit vakgenoten en ten dele uit<br />

colega's van de justiciabelen bestaat.<br />

Ook dit betekent bedreiging<br />

van de vrijheid.<br />

En in de derde plaats hebben wij<br />

weinig waardering voor delictsomschrijvingen<br />

van een zo vaag en<br />

algemeen karakter als hier worden<br />

gegeven.<br />

(Wijlen) <strong>De</strong> Nederlander:<br />

Voor ons als Protestanten tenslotte<br />

is dit wetsontwerp onaanvaardbaar.<br />

Calvijn en Luther handelden<br />

„onverantwoordelijk", niet<br />

naar de regels van hun tijd, maar<br />

opzettelijk, vaak grof en driftig,<br />

evenals de kerkvaders en de profeten.<br />

JOURNALIST N.J.K.,<br />

opmaak-redacteur periodieken, 20<br />

jaar practijk, schrijver van technische<br />

en algem. artikelen, zoekt<br />

contact met uitgever(s) van periodieken.<br />

Brieven onder No. 93/48, Bureau<br />

„<strong>De</strong> <strong>Journalist</strong>", N.Z. Kolk 28,<br />

Amsterdam-C.


Wij prefereren nochtans hun gezelschap<br />

boven dat van de heren Rutten<br />

en Wyers.<br />

<strong>De</strong> Haagse Courant:<br />

<strong>De</strong> Regering constateert in haar<br />

toelichting terecht, dat een vrije<br />

pers een uitermate belangrijk element<br />

vormt in het democratische<br />

bestel. Hoe is het dan mogelijk, dat<br />

zij in dit wetsontwerp het essentiële<br />

kenmerk van een goede pers „de<br />

vrijheid" aan zo grote gevaren blootstelt?<br />

Het is haar, in zoveel wettelijke<br />

maatregelen blijkende, zonderlinge<br />

manie, dat de ware vrijheid<br />

eerst verwezenlijkt zal zijn, wanneer<br />

alles geregeld is en iedereen onder<br />

ambtelijk toezicht staat.<br />

<strong>De</strong> Maasbode schrijft:<br />

Fors heeft de Persraad ingegrepen<br />

waar het in ons Nederlandse<br />

dagbladwezen dreigde scheef te<br />

gaan. <strong>De</strong> wel clemente houding van<br />

de Raad van Beroep voor de Perszuivering<br />

prikkelde blijkbaar tot<br />

overmoed, ondanks het feit, dat een<br />

officiële beslissing ter zake nog niet<br />

gevallen is. Nu krijgt de „Telegraaf"<br />

een paar bewindvoerders en kan ze<br />

peinzen over de kwade kansen van<br />

het te hard van stapel lopen.<br />

Wij moeten bij deze gang van<br />

zaken denken aan het misbaar dat<br />

de laatste tijd gemaakt wordt om<br />

het ontwerp van wet op de journalistieke<br />

verantwoordelijkheid. Er<br />

lijkt ons te weinig bij overdacht dat<br />

een regeling als hier ter tafel ligt<br />

toch eigenlijk uit de kringen van<br />

belanghebbenden zelf is gegroeid.<br />

Niettemin werd er tot nu toe nauwelijks<br />

één goed woord over gezegd;<br />

men mompelde zelfs van Nazimethoden<br />

die in de wetsvoordracht<br />

toepassing zouden vinden. <strong>De</strong> instelling<br />

van een persregister ter vrijwaring<br />

van de journalistenstand<br />

tegen schadelijke elementen deed<br />

alree het schrikbeeld rijzen van een<br />

Perskamer, waaraan de oprichting<br />

van een „persgereoht" (de instelling<br />

van een tuchtrechtspraak) nog<br />

weer extra relief verleende. <strong>De</strong> mogelijkheid<br />

dat de journalist tuchtmaatregelen<br />

worden opgelegd, schijnt<br />

vele beoefenaars van het edele vak<br />

alsnog af te schrikken.<br />

Natuurlijk moet er voor worden<br />

gewaakt, dat een willekeurig uitgeoefende<br />

repressieve censuur geen<br />

roet in het eten gooit, nu men daarvoor<br />

gevaar ducht, gezien de<br />

inderdaad wel zeer ruime delictsomschrijving<br />

in het ontwerp. Maar<br />

daar is de behandeling voor in onze<br />

Volksvertegenwoordiging, welke inzake<br />

de vrijheid van de burger niet<br />

over één nacht ijs pleegt te gaan.<br />

Er lijkt ons in elk geval geen aanleiding<br />

tot een ach-en-wee-geroep<br />

als tot nu toe uit de kringen van de<br />

journalistiek is opgegaan.<br />

<strong>De</strong> Rotterdammer:<br />

Dat dit wetsontwerp is voorbereid<br />

door een breed samengestelde commiisse<br />

en dat die commissie eenstemmig<br />

bleek, behoudens op een bepaald<br />

punt — overigens, zoals wij<br />

nader zullen zien, een belangrijk<br />

punt —, doet reeds vermoeden, dat<br />

de thans voorgestelde regeling geen<br />

verwerpelijke is.<br />

Dit betekent weer niet, dat het<br />

wetsontwerp aanleiding geeft tot<br />

juichen. Wij moeten dit wetsontwerp<br />

ook zien als een noodzakelijke maatregel<br />

om tegenover de vrijheid, waarvan<br />

de Grondwet uitgaat, de verantwoordelijkheid<br />

van de schrijvers<br />

te verwerpen.<br />

Zulk een maatregel is geen reden<br />

tot verheuging, hierom niet omdat<br />

er een beperking van de vrijheid in<br />

ligt uitgedrukt, maar bovendien<br />

niet, omdat het blijkbaar nodig was,<br />

die verantwoordelijkheid van de<br />

journalisten, welke van huis uit een<br />

morele verantwoordelijkheid is, nog<br />

eens juridisch en wettelijk te gaan<br />

onderstrepen.<br />

* *<br />

Het Parool:<br />

Wanneer straks het deze week<br />

ingediende wetsontwerp op de journalistieke<br />

verantwoordelijkheid de<br />

beide Kamers der Staten Generaal<br />

met succes gepasseerd is, zullen de<br />

journalisten een afgeloten stand<br />

vormen, die beschikt over een afzonderlijke<br />

rechtspraak. Dat is de<br />

kern van het nieuwe ontwerp: een<br />

belangrijke stap naar een betere<br />

structuur van 't perswezen.. Beter,<br />

omdat gebleken is, dat een werkelijke<br />

vrijheid van drukpers niet ontstaat<br />

uit een 19-eeuwse heilige angst<br />

om, waar dan ook, regelend op te<br />

treden, maar dat die vrijheid kostbaar<br />

genoeg is om haar te verzekeren<br />

door welbewuste regulering.<br />

Hetgeen daaraan vooraf moet<br />

gaan is een duidelijke begrenzing<br />

van wat het perswezen omvat; het<br />

belangrijkste onderdeel daarvan, de<br />

HU HUURDE ZIJN KLEEDING BIJ:<br />

Gebr.Lokhoff<br />

GERARD DOUSTRAAT 88<br />

AMSTERDAM ZUID<br />

TROUW-, ROUW- EN<br />

AVONDKLEEDING<br />

journalistiek, wordt in het wetsontwerp<br />

van heden tot een beroep van<br />

grote verantwoordelijkheid. Wie dat<br />

beroep uitoefent zal ingeschreven<br />

moeten zijn in een register van journalisten<br />

en slechts ingeschrevenen<br />

zullen de titel „journalist" mogen<br />

voeren. Maar wie op deze wijze deel<br />

uitmaakt van de journalistenstand<br />

zal zich dan ook moeten gedragen<br />

naar de normen van die stand. Hij<br />

zal zijn lezers eerlijk en verantwoord<br />

moeten voorlichten, hij dient zich te<br />

gedragen overeenkomstig de eer van<br />

zijn stand en met de zorgvuldigheid,<br />

die een journalist tegenover anderen<br />

behoort in acht te nemen.<br />

Ziedaar de omschrijving, die de<br />

wet bevat. Er zullen niet velen zijn,<br />

die menen, dat de ontwerpers hiermede<br />

aan de journalist té hoge<br />

eisen stellen. Het geven van voorlichting<br />

is een belangrijke en verantwoordelijke<br />

taak. Wijdt men zich<br />

daar eenmaal aan, dan mag men<br />

besef eisen van het gewicht daarvan.<br />

Het gedrukte woord is suggestief<br />

en het is waar, dat, zoals de toelichting<br />

op het ontwerp zegt, slechts<br />

de kortzichtige zou kunnen beweren,<br />

dat de publieke opinie zelf voldoende<br />

in staat is om journalistieke<br />

uitwassen te onderkennen en daarop<br />

afdoende te reageren.<br />

Het is duidelijk, dat de wet ook<br />

verlangt, dat de journalist de normen<br />

van zijn stand in acht neemt.<br />

Doet hij dat niet, dan wacht hem een<br />

spéciale rechterlijke macht, het persgerecht.<br />

<strong>De</strong> leden daarvan, journalisten<br />

en uitgevers onder voorzitterschap<br />

van een jurist, worden voor<br />

het leven benoemd, waardoor zij<br />

onafhankelijk zijn van de regering.<br />

Indien vaststaat, dat de overtreder<br />

van de • normen ener fatsoenlijke<br />

journalistiek zulks deed met opzet<br />

of ten gevolge van grove schuld,<br />

dan kan het persgerecht hem tuchtrechtelijk<br />

straffen met een waarschuwing,<br />

berisping, -boete, schorsing<br />

of ontzetting. Éen extra-waarborg<br />

voor goede rechtsbedeling ligt<br />

in de mogelijkheid van beroep op<br />

een speciale kamer van het Amsterdamse<br />

Gerechtshof. Onze wetgeving<br />

kent een dergelijke rechtspraak<br />

voor artsen sinds 1930 en voor advocaten<br />

sinds de vorige eeuw.<br />

Een commissie, onder leiding van<br />

de Voortreffelijke Utrechtse strafrechtkenner<br />

prof. Pompe, heeft het<br />

ontwerp voorbereid. Personen uit<br />

alle geestelijke richtingen — uitgezonderd<br />

communisten — waren in<br />

de commissie opgenomen; zij bevatte<br />

daarenboven vertegenwoordigers<br />

van de drie journalistenorganisaties<br />

en van de verenigingen van<br />

uitgevers van dagbladen, nieuwsbladen<br />

en tijdschriften; géén sector uit<br />

het perswezen was overgeslagen.<br />

Dat een commissie van zo brede<br />

samenstelling unaniem — behoudens<br />

op een ondergeschikt punt — tot<br />

haar advies kwam, is een interessant<br />

bewijs voor de gretigheid, waarmee<br />

de Nederlande pers zelf streeft naar<br />

verheffing van haar peil.<br />

15


„INFORMEEL<br />

Sommige mensen komen er langzamerhand<br />

achter, dat persconferenties<br />

ook niet alles zijn. Zo de zakenman,<br />

die ter jaarbeurze een groep<br />

journalisten met de volgende woorden<br />

begroette:<br />

Mijne Heren, Al heb ik u reeds<br />

bij de ingang begroet, ik heet u allen<br />

nogmaals hartelijk welkom. Wij hebben<br />

u hedenmiddag uitgenodigd en<br />

wij hebben in deze uitnodiging niet<br />

gesproken over een persconferentie,<br />

maar over een informeel samenzijn.<br />

Dit is met opzet gebeurd en wel om<br />

twee redenen.<br />

Het verschil zou menig journalist<br />

ontgaan zijn, ware het niet, dat het<br />

hem hier nu eens duidelijk werd<br />

gemaakt:<br />

Ten eerste zijn de persconferenties<br />

het domein van de Jaarbeurs. Onze<br />

deelneming is een onderdeel van de<br />

Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs<br />

en het ligt niet in onze bedoeling om<br />

zelfstandig grote conferenties te gaan<br />

houden.<br />

En dat werd dan gezegd na een<br />

rondgang, een filmvertoning en een<br />

modeshow, die twee uur in beslag<br />

hadden genomen. Maar verder:<br />

Ten tweede zit u hier niet te gast<br />

bij een officiële instantie, maar bij<br />

een gezelschap gewone nuchtere<br />

Hollandse zakenlieden. Als kooplui<br />

CONTEMPT<br />

Aan de geruchtmakende en interessante<br />

zaak van de Daily Mail<br />

zouden wij een lang artikel hebben<br />

moeten wijden — hadden wij slechts<br />

de plaatsruimte ter beschikking die<br />

wij zouden wensen. Ons vakblad is<br />

te klein. Onze strijd tegen de beperking<br />

wordt vrijwel iedere maand<br />

wanhopiger. Dus volstaan wij dan<br />

maar (onder protest tegen de omstandigheden)<br />

met onderstaand f actueel<br />

overzichtje uit de Haagsche<br />

Post:<br />

In de Haagsche Post van 12 Maart<br />

jl. berichtte ik over het sensationele<br />

verdwijnen van tal van -mensen. <strong>De</strong><br />

politie deed toen de ontdekking, dat<br />

zij werden vermoord en een man, die<br />

nog steeds zijn vonnis afwacht,<br />

werd gearresteerd. Dit 'alles wekte<br />

natuurlijk grote opschudding en dit<br />

wellicht grootste móord-mysterie<br />

van Groot-Brittannië's geschiedenis<br />

heeft tot allerlei gissingen in alle<br />

klassen der bevolking geleid. Maar,<br />

in tegenstelling tot de Verenigde<br />

Staten en Frankrijk, wordt een in<br />

verzekerde bewaring genomen persoon<br />

hier door de wet beschermd en<br />

aan een onbevooroordeeld verhoor<br />

onderworpen. <strong>De</strong> gearresteerde werd<br />

beschuldigd van moord op één<br />

vrouw — maar er zijn "bovendien nog<br />

minstens vijf andere mensen spoor-<br />

16<br />

SAMENZIJN"<br />

iets te vertellen hebben, weten zij<br />

daar de wegen doorgaans wel voor<br />

te vinden.<br />

Toen voelde menigeen zich een<br />

beetje opgelaten vanwege de dubbelzinnigheid<br />

in de woorden, maar<br />

iedereen bleef zitten vanwege de<br />

clou, die nog komen moest; vanwege<br />

het eigenlijke nieuws, dat er in stak,<br />

maar er nog steeds niet uitkwam.<br />

Het openbaarde zich aldus:<br />

Ik zei u, dat wij het beleggen van<br />

conferenties overlaten aan de Jaarbeurs<br />

zelve en nu rijst de vraag,<br />

waarom wij u dan toch hebben uitgenodigd,<br />

al is het niet officieel. Ik<br />

zou hierop willen antwoorden: Omdat<br />

onze Stichting door de industrie<br />

als permanent instituut in het leven<br />

is geroepen, nu al sedert enige jaren<br />

en ik dit feit met een enkel woord<br />

wil toelichten. Ik beland nu meteen<br />

bij de raison d'etre en het doel van<br />

onze deelneming, waaraan wij veel<br />

zorg besteden en waarvoor wij ons<br />

grote offers getroosten.<br />

Had dat dan niet enige jaren geleden<br />

gekund? vroeg men zich toen<br />

af. Enfin, er kwam nog een stroom<br />

van woorden. Er ging nog een uur<br />

mee heen. Maar vele vragen bleven<br />

open en toen zij gesteld werden,<br />

waren de antwoorden erg vaag.<br />

Het was, helaas, een verloren dag,<br />

ondanks de goed aangeklede borrel.<br />

GERHARD WERKMAN<br />

OF COURT<br />

loos verdwenen. <strong>De</strong> Daily Mirror<br />

construeerde hieruit twee gevallen<br />

en publiceerde, dat deze man werd<br />

schuldig bevonden aan moord en<br />

zette er het verhaal naast, dat „een<br />

man" had bekend, vijf gruwelijke<br />

moorden op zijn geweten te hebben.<br />

<strong>De</strong> advocaat van den gearresteerde<br />

beschuldigde de Daily Mirror onmiddellijk<br />

van „contempt of court" (in<br />

dit geval een handeling in strijd met<br />

de wet op de rechtspraak), hetgeen<br />

hier als een ernstig vergrijp geldt.<br />

<strong>De</strong> hoofdredacteur werd voor den<br />

Lord Chief Justice of England, den<br />

höojgsten Engelsen Rechter, gedaagd,<br />

die bepaalde, dat de directeurs<br />

van het blad eveneens voor<br />

hem moesten verschijnen. Hij achtte<br />

het blad schuldig aan een ernstig<br />

„contempt of court". Volgens hem<br />

had de Mirror getracht, de rechtbank<br />

tegen den gearresteerde in te<br />

nemen en een onbevooroordeeld vonnis<br />

onmogelijk te maken. Hij negeerde<br />

het verweer van het blad en verklaarde,<br />

dat het hier niet ging om<br />

een vergissing, maar om de politiek<br />

van een periodiek dat zijn ziel aan<br />

den duivel der sensatie had verkocht.<br />

Hij veroordeelde den hoofdredacteur<br />

tot drie maanden gevangenisstraf<br />

en legde de zaak een<br />

boete van £ 10.000 op.<br />

.*<br />

<strong>De</strong> „Amsterdamse Pers"<br />

vergadert<br />

Op 13 April j.1. heeft de „Amsterdamse<br />

Pers" in Het persinstituut<br />

aan de Keizersgracht een algemene<br />

ledenvergadering gehouden. Helaas<br />

was deze vergadering slechts zeer<br />

matig bezet, vermoedelijk een gevolg<br />

van het feit, dat de convocatie<br />

door middel van dit blad de leden<br />

te laat heeft bereikt, omdat als<br />

gevolg van ziekte van een der<br />

redactieleden, ons orgaan later<br />

verscheen, dan aanvankelijk de bedoeling<br />

was.<br />

<strong>De</strong> vergadering is evenwel een der<br />

gezelligste geweest, ooit door de<br />

AP. gehouden. Zeer waarschijnlijk<br />

een gevolg van het feit, dat de<br />

agenda vrijwel geen huishoudelijke<br />

punten bevatte en het grootste deel<br />

van de avond gewijd was aan een<br />

causerie van Han Knap over: „Menselijke<br />

element in journalistiek".<br />

Het voornaamste huishoudelijke<br />

punt der agenda betrof de verkiezing<br />

van een negende bestuurslid.<br />

Candidaat werden gesteld collega<br />

Besselaar van het Handelsblad en<br />

collega E. Werkman van Het Parool.<br />

Werkman werd gekozen met 10 van<br />

de 15 uitgebrachte geldige stemmen.<br />

In zijn openingswoord bracht<br />

Jan van den Bergh even de „sensaties"<br />

van het ogenblik — de strijd<br />

zetterij Telegraaf contra Parool en<br />

Trouw en het ontwerp Perswet ter<br />

sprake. Daarbij deelde hij mede, dat<br />

wordt overwogen om door N.J.K. en<br />

K.N.J.K. een congres te doen houden,<br />

dat gewijd zal zijn aan dit wets-.<br />

ontwerp. <strong>De</strong> leden der Amsterdamse<br />

Pers werden nadrukkelijk gewezen<br />

op het belang van dit wetsontwerp<br />

en derhalve van dit congres.<br />

Het bestuur heeft sedert de laatste<br />

algemene vergadering verscheidene<br />

onderwerpen ter hand genomen.<br />

Een resultaat is dat de brandmelding<br />

in de hoofdstad wederom<br />

gedecentraliseerd is en nu sneller<br />

werkt. Meldingen zullen worden gegeven<br />

a. voor middel- of grote branden;<br />

b. voor auto's te water; c. voor<br />

kleine branden, indien er ongelukken<br />

bij gebeuren.<br />

<strong>De</strong> kwestie Pers-Gemeentebestuur<br />

is nog in behandeling.<br />

<strong>De</strong> Secretaris.<br />

MODERNE PAGE<br />

20-j. jongeling (5-j. H.B.S., ruime<br />

algem. ontwikk., journ. capaciteiten,<br />

energiek, representatief) zou<br />

graag als<br />

SECRETARIS/ASSISTENT<br />

of CORRESPONDENT<br />

o.m. op correcte wijze de belangen<br />

van een journalist, auteur of blad<br />

— ook buitenlands — behartigen.<br />

(Ev. ook tijdelijk, of als bijverd.)<br />

Brieven onder No. 94/48, Bureau<br />

„<strong>De</strong> <strong>Journalist</strong>", N.Z. kolk 28,<br />

Amsterdam-C.


JOURNALISTIEK JOURNAAL<br />

• Ziet eens, vrienden, wat een<br />

aardig briefje:<br />

<strong>De</strong>n Heer C. Niermeier,<br />

BenschoplaaM 38,<br />

's-Gravenhage.<br />

Waarde Collega,<br />

Van de primeurs hebben wij er<br />

twee geplaatst, n.l. de vrijlating van<br />

Smit en de auto-export naar Indonesië.<br />

Ze zijn gewaardeerd op resp.<br />

f 1.— en f 1.50, welk bedrag op<br />

giro 419392 zal worden overgeschreven.<br />

<strong>De</strong> niet geplaatste gaan hierbij<br />

retour, met dank voor de inzage.<br />

Met vriendelijke groeten,<br />

G. DE BRUYN —<br />

wnd. Hoofdredacteur.<br />

Het is een briefje van de Haagsche<br />

Courant. Ik dacht dat het wel in<br />

onze kolommen vereeuwigd mocht<br />

worden. Wat zou ik er voor commentaar<br />

op moeten geven? Het zou<br />

in twee woorden kunnen: semper<br />

idem. Of ik zou kunnen wijzen op:<br />

„waarde collega" en ,,met vriendelijke<br />

groeten", wat erg aardig aandoet,<br />

nietwaar? Of kunnen zeggen:<br />

de primeurs bij mijn groenteboer<br />

worden hoger gewaardeerd. Enfin,<br />

onze waarde collega Niermeier heeft<br />

(behalve vriendelijke groeten) nu<br />

ook een hele rijksdaalder op zak. En<br />

ik zend, namens alle waarde collega's<br />

mijn vriendelijkste groeten naar de<br />

Wagenstraat. En: alle hoogachting.<br />

Natuurlijk<br />

0 „Americus" heeft in de Groene<br />

het A.N.P. door een Amerikaanse<br />

bril bekeken. Wat hij zag<br />

was niet veel goeds. Uiteraard is<br />

onze ijverige Lambooy onmiddellijk<br />

in de bres gesprongen. En uiteraard<br />

heeft Americus van Lambooy niet<br />

heel veel gelijk gekregen. Zo komen<br />

wij nooit veel verder met critiek. Ik<br />

vond in Americus' betoog veel overdrevens,<br />

maar aan de andere kant<br />

toch ook wel een paar heel juiste<br />

dingen. Het lijkt mij zo toe dat het<br />

A.N.P. er goed aan zou doen de<br />

juistheid van sommige van Americus'<br />

opmerkingen te erkennen. <strong>De</strong>snoods<br />

zwijgend en niet coram populo.<br />

En er naar zou streven die critiek,<br />

de facto, te ontzenuwen. Daarmee<br />

zouden wij verder komen dan met<br />

een krantenpolemiekje van nietes en<br />

welles.<br />

• Hier volgt, in twee telexjes,<br />

één bericht en één kleine ontboezeming,<br />

een klein verhaaltje-uitons-<br />

(mooie) -vak:<br />

ANP-telex 30 Maart ca. 15 uur<br />

132) vorming van werklozen<br />

's-gravenhage, 3013. — vandaag<br />

begint te genève een 'Vierdaagse<br />

bijeenkomst van experts uit de<br />

harshall-landen ter behandeling<br />

van het onderwerp: vorming van<br />

werklozen, deze bijeenkomst....<br />

(etc.)<br />

ANP-telex 30 Maart ca. 17.30<br />

201) mededeling voor de redactie,<br />

niet voor publicatie,<br />

's-gravenhage 3013 — in bericht<br />

132 van heden: „vorming van<br />

werklozen" leze men op plaatsen<br />

waar het woord „werklozen"<br />

voorkomt: werkbazen, dus<br />

ook in de kop.<br />

het ministerie van sociale<br />

zaken, dat ons dit bericht als communiqué<br />

verstrekte, verzoekt de<br />

redacties deze wijziging alsnog<br />

aan te brengen.<br />

— — niet voor publicatie •— —<br />

HAAGS DAGBLAD 31 Maart<br />

Marshall-landen willen<br />

werkloosheid bestrijden<br />

GENEVE. — Vandaag begint te<br />

Genève een vierdaagse bijeenkomst<br />

van experts uit de Marshall-landen<br />

ter behandeling van het onderwerp:<br />

scholing van werklozen.<br />

<strong>De</strong>ze bijeenkomst.... (etc.)<br />

HAAGS DAGBLAD 1 April:<br />

E én Apr il<br />

Hoewel wij alle respect hebben<br />

voor traditie, sagen wij dit jaar<br />

toch liever ervan af, onze nog<br />

steeds geringe plaatsruimte voor<br />

min of meer geslaagde Aprilmoppen<br />

te gebruiken. Bovendien<br />

menen wij, dat een dagblad zijn<br />

lezers niet opzettelijk verkeerde<br />

berichten mag voorleggen die<br />

een schijn van betrouwbaarheid<br />

hebben.<br />

Vandaar dat onze abonné's verstoken<br />

bleven van het „leuke"<br />

Aprilmopje.<br />

0 Het bekende Contact-Centrum<br />

in <strong>De</strong>n Haag doet uitstekend werk —<br />

dat mag wel eens publiekelijk worden<br />

vastgesteld. Wie op die avond aanwezig<br />

was, dat dr Friedericy en<br />

Albert Balink (beiden uit New York;<br />

de eerste regerings- de andere vrije<br />

voorlichter) spraken, kon deze uitstekendheid<br />

aan den lijve bevestigd<br />

vinden. Wat er gezegd werd had<br />

breder en vooral dieper gekund,<br />

maar toch was het „voorlichtend"<br />

voor vele aanwezigen. Eigenlijk<br />

moesten wij een beetje jaloers zijn<br />

op het C.C. Want zulke avonden<br />

te organiseren ligt ook in onze<br />

lijn. Het mag niet alles C.A.O en<br />

Pompe zijn wat de klok slaat bij<br />

ons. Er zijn ook andere geestelijke<br />

en vakmatige onderwerpen die ons,<br />

als organisatie, ter harte moesten<br />

gaan. Dat bewijst het Contact-<br />

Centrum bij herhaling en voortdurend.<br />

9 Op diezelfde avond sprak ik<br />

een bekende publiciteitsman, die een<br />

belangrijke betrekking vervult. Een<br />

heel „moderne" baan. <strong>De</strong> goeierd<br />

vertelde mij dat hij de New York<br />

Herald Tribune en de New York<br />

Times maar erg onvoldoende kranten<br />

vond. „Echt Amerikaans" zei<br />

hij en hij trok een gezicht dat duidelijk<br />

deed blijken dat bij hem „echt<br />

Amerikaans" .— „helemaal niks"<br />

betekent. Ik ben maar niet in een<br />

privé-debat getreden. Men staat versteld<br />

van zulk een oordeel dat op<br />

niet anders dan volstrekte onkunde<br />

kan berusten. En dat bij lang niet<br />

de eerste de beste in ons vak. <strong>De</strong><br />

brave leek nog erg ingenomen met<br />

zijn eigen „inzicht" bovendien. Hij<br />

moet snel en voortijdig gepensionneerd<br />

worden.<br />

• Wanneer men het voorrecht<br />

heeft dit orgaan mede te mogen<br />

redigeren, gaat men pas begrijpen<br />

welk een veelzijdigheid van problematiek<br />

ons vak als vak bezit. Ge<br />

zoudt werkelijk iedere maand honderd<br />

pagina's met gemak kunnen<br />

vullen met de loutere mededeling en<br />

de commentariëring van allerlei gebeurtenissen<br />

en vraagstukken in<br />

schier alle landen van de wereld, die<br />

uit vak-journalistiek oogpunt interessant<br />

zijn. En ook met de biografieën<br />

van mensen uit de journalistiek.<br />

En met de historie van kranten.<br />

Een blad als 't Engelse World's<br />

Press News komt elke week met op<br />

z'n minst 28 pagina's uit en veel<br />

van wat daarin staat is belangwekkend.<br />

En die „World" bepaalt zich<br />

dan meestal grotendeels tot het<br />

Britse Imperium. Het is niet alleen<br />

een voorrecht ons orgaan mede<br />

te redigeren. Het is ook een maandelijks-terugkerende,<br />

wanhopige<br />

worsteling van stof en ruimte. Ik<br />

hoop dat de tijd eens komen zal dat<br />

ons blad elke maand 48 pagina's zal<br />

hebben. Dan begint het er (een<br />

beetje nog maar) op te lijken.<br />

• Ik vind de meeste Engelse<br />

kranten onbeschrijfelijk slecht. En van<br />

de drie Engelse kranten die ik niet<br />

onbeschrijfelijk slecht vind, vind ik<br />

er ten minste één vrijwel onleesbaar<br />

van vervelendheid. In Engeland bestaat<br />

dezelfde critiek. Maar Sentinel<br />

(van bovengenoemd World's<br />

Press News) schrijft over dit, meestal<br />

nogal hypocriet benaderde, onderwerp:<br />

Now the public is not foolish. It<br />

doesn't buy things it doesn't want,<br />

or things that are so noticeably bad<br />

that complaint is universal. So I put<br />

the issue back to the critics: is the<br />

Press as bad as some try to say?<br />

Have the journalistst deteriorated<br />

as alleged?<br />

But, first, what are the factors<br />

that have led to this increased sale?<br />

They are various: let's list a few,<br />

without any attempt at order of<br />

importance. (1) More sport and<br />

17


Ter navolging<br />

Geen enkele redactie, hoe<br />

veelzijdig ook samengesteld,<br />

kan in haar midden deskundigen<br />

lellen op alle gebieden<br />

waarover de pers haar lezers<br />

moet voorlichten.<br />

In Amerika heeft men het<br />

als een bezwaar gevoeld, dat<br />

de nieuwe ontwikkeling op het<br />

gebied van de atoomenergie<br />

op een terrein kwam, dat voor<br />

de mees.e journalisten niet veel<br />

minder vreemd was dan voor<br />

hun lezers.<br />

Met Amerikaanse voortvarendheid<br />

heeft de American<br />

Society of Newspaper Editors<br />

hierin voorzien. Zij organiseerde<br />

een driedaagse cursus<br />

aan de Universiteit van Minnesota,<br />

waaraan 24 redacteuren<br />

hebben deelgenomen. <strong>De</strong>ze<br />

cursus was een succes, en nu<br />

hoopt men heizelfde te doen<br />

aan een twintigtal ariiere universiteiten.<br />

Aldus W.P.N.<br />

In drie dagen atoom-deskundige<br />

? ... Natuurlijk tfiet.<br />

Maar een verstandig journalist<br />

kan in drie dagen net genoeg<br />

leren om te maken dat hij<br />

voortaan op dat gebied geen<br />

blunders meer begaat. En is<br />

dat niet al heel wat f<br />

wider interest in pools, dogs, speedway<br />

racing; (2) wider feminine<br />

readerhip, with increased participation<br />

by women in industry and<br />

business; (3) more leisure with<br />

shorter working hours; (4) greater<br />

public purchasing power and the<br />

fact that a penny now is about<br />

equal to a halfpenny before, so a<br />

newspaper is the cheapest article<br />

available—a column of print for the<br />

price of a single match! (5) the<br />

stimulus of radio on public curiosity;<br />

(6) slightly greater population and<br />

steadily increasing literacy; public<br />

satisfaction with, the fare provided<br />

and a good job well done! All these<br />

factors combine to put one and a<br />

half papers a day into each home<br />

in the country (on the average) and<br />

two on Sundays! So the Press can't<br />

be disliked by the public!<br />

• The Press can't be disliked by<br />

the public. En daarom gaat het,<br />

dunkt mij. Bij ons gaan vele kranten<br />

voort de neus in de wind te houden<br />

en zich boven de publieke<br />

smaak te stellen. Ik heh daar al<br />

eens meer over geschreven. Maar ik<br />

meen dat het de bedoeling van de<br />

krant is gelezen te worden. Het<br />

blijft een altijd-interessante vraag,<br />

ook voor óns landi doch laat ik het<br />

voorbeeld maar „in het Engels"<br />

transponeren: Wie maakt de krant<br />

die het best aan haar journalistieke<br />

doel beantwoordt: de Times met z'n<br />

200.000 lezers of de Daily Express<br />

met z'n meer dan 4.000.000? Of<br />

18<br />

WISTU<br />

=3 ons vorige nummer nog niet koud<br />

was of <strong>De</strong> Nederlander was opgeheven<br />

?<br />

= volgens insiders die krant juist in<br />

lezerstal vooruit was gegaan?<br />

= dit dagblad, zelfs in oer-oude<br />

tijden nooit een erg materieel-bloeiend<br />

bloempje op onze speelweide is geweest<br />

?<br />

=meester Leo Schlichting, nu Nederlands<br />

voorlichter der Canadese openbare<br />

mening, binnenkort hoogleraar<br />

te Nijmegen zal zijn ?<br />

33 en Sadi de Gorter op 1 October<br />

mr. Voorbeytel zal gaan opvolgen als<br />

pers-attaché bij onze ambassade te<br />

Parijs ?<br />

33 de heer Voorbeytel als journalist<br />

en „journalists-journalist" zijn rustin-ere<br />

ten volle verdiend heeft?<br />

= wij er, op deze plaats, nog niet om<br />

gekikt hadden, of de Reflex van de<br />

Spaarnestad was al in de kiosken gekomen?<br />

33 en dat wel op de zelfde dag als<br />

het aloude, doch gemoderniseerde<br />

Astra ?<br />

33 het Rotterdamse Parool hartelijk<br />

afscheid heeft genomen van zijn<br />

hoofdredacteur Th. Ramaker, die vele<br />

waarderende woorden heeft medegekregen<br />

op zijn verdere weg door het<br />

journalistieke leven?<br />

33 de .nieuwe hoofdredacteur W. B.<br />

P. Schaper (zoals te doen gebruikelijk<br />

is) „de hoop heeft uitgesproken<br />

het zelfde vertrouwen te mogen hebben<br />

als zijn voorganger" ?<br />

33 enige redacteuren van <strong>De</strong> Waarheid<br />

wegens belediging tot boeten<br />

(of ) zijn veroordeeld?<br />

ss J. Bakker Niemeyer (alias: James<br />

Yoland —• alias: de man met de<br />

wilde u zeggen dat het eigenlijk<br />

twee geheel onvergelijkbare grootheden<br />

zijn ?<br />

Daar ben ik het dan bij voorbaat<br />

niet mee eens: Ze brengen beide<br />

nieuws. Dit is nu, naar mijn<br />

gevoel, het interessantste probleem<br />

der gehele huidige journalistiek. <strong>De</strong><br />

bespreking ervan wordt in onze<br />

kringen in Nederland blijkbaar stelselmatig<br />

vermeden.<br />

• Mag ik dan, in verband met<br />

die korte kanttekeningen hierboven<br />

eindigen met nóg een citaat van<br />

Sentinel ?<br />

Public taste is undoubtedly rising.<br />

The Press is sensitive to that demand,<br />

and on the facts it is responding<br />

to it. Of course, there is room<br />

for improvement — but you must also<br />

allow for the varied nature of your<br />

public. They don't all live in the<br />

stratosphere!<br />

Met dan deze vraag aan het slot:<br />

is onze Nederlandse pers óók „sensitive<br />

to that demand?" Zo ja: in<br />

hoeverre? Zo neen: waarom dan<br />

niet, hooggeachte collegae ?<br />

ELIAS<br />

DAT...<br />

baard) met 1 Mei de Wereldomroep<br />

verlaat om propagandaleider<br />

van de Avro te worden ?<br />

= Canadese, Zwitserse, Amerikaanse,<br />

Portugese en weten wij veel hoeveel<br />

andere buitenlandse journalisten Nederland<br />

hebben bezocht?<br />

— zij (eventueel) Otto Mohr niet<br />

meer op buitenlandse zaken te hunner<br />

verwelkoming hebben gevonden,<br />

omdat<br />

= deze Mohr naar Batavia is als contactman<br />

voor het Logemanniaanse<br />

culturele contact?<br />

ss het dagelijks bestuur van de Katholieke<br />

Universiteit te Nijmegen<br />

heeft besloten de journalistieke opleiding<br />

binnen het kader van de officiële<br />

universitaire studie te brengen?<br />

s= de ondervinding bij het onderwijs<br />

aan de school voor politieke en sociale<br />

wetenschappen aan de universiteit en<br />

de journalistieke opleiding heeft duidelijk<br />

gemaakt, dat een reorganisatie<br />

in deze geest noodzakelijk is ?<br />

±3 <strong>De</strong> school voor politieke en sociale<br />

wetenschappen nu ook de journalisten<br />

zal opleiden tot het candidaatsexamen<br />

?<br />

= na het candidaatsexamen de studenten<br />

zullen kunnen kiezen tussen<br />

drie richtingen, de politieke, sociale<br />

en culturele?<br />

= een Nederlandse vereniging van<br />

persbureaux is opgericht „met het<br />

doel een einde te maken aan ongezonde<br />

toestanden op het gebied van<br />

persbureaux"?<br />

=3 nu de heer Schaper hoofdredacteur<br />

van <strong>De</strong> Nieuwe Pers is geworden<br />

ook collega J. B. Th. Spaan eervol is<br />

ontslagen als directeur-hoofdredacteur<br />

van het Nieuw Utrechts Dagblad<br />

?<br />

= de Engelse dagbladen weer wat<br />

groter zijn geworden?<br />

s= het Tweede Kamerlid Frans Goedhart<br />

aan de minister van O.G. vragen<br />

heeft gesteld over het verschijningsverbod<br />

van één maand opgelegd aan<br />

het republikeinse blad Waspada te<br />

Medan ?<br />

= er een pers-ataché zal komen aan<br />

het Zuid-Afrikaanse gezantschap in<br />

<strong>De</strong>n Haag?<br />

= het Comité Burgerrecht actie zal<br />

gaan voeren tegen het wetsontwerp<br />

Pompe ?<br />

33 wij op dit punt van ons maandelijkse<br />

leven — bij het afsluiten van<br />

deze rubriek, bedoelen wij — altijd<br />

moeite hebben een juichkreet te onderdrukken,<br />

omdat wij er toch maar<br />

weer in geslaagd zijn u al deze machtig-belangrijke<br />

aaken op te lepelen?<br />

JOURNALIST N.J.K.,<br />

41 j., zeer langdurige ervaring in<br />

binnen- en buitenland, prima opmaker,<br />

doorkneed redactie-organisator,<br />

zoekt positie als chef-redacteur<br />

of eerste redacteur.<br />

Brieven onder No. 92/48, Bureau<br />

„<strong>De</strong> <strong>Journalist</strong>", N.Z. Kolk 28,<br />

Amsterdam-C.


Nieuws uit de Organisaties<br />

Ontvangst Utrechtse Pers<br />

<strong>De</strong> burgemeester van Utrecht Jhr<br />

Mr C. J. A. de Ranitz, vond in de zo<br />

druk bezette Jaarbeursweek nog gelegenheid<br />

de Utrechtse Pers een<br />

„Thee" aan te 'bieden in zijn werkkamer<br />

ten Stadhuize, niet in de<br />

laatste plaats als een blijk van erkentelijkheid<br />

voor de hem door de<br />

dagbladdirecties en journalisten aangeboden<br />

..begroetingsmaaltijd", een<br />

avond waarop weer eens bewezen<br />

werd dat in Utrecht dissen gereed<br />

staan die de rechtgeaarde Sybarieten<br />

onder de mensen kunnen bevredigen.<br />

Burgemeester <strong>De</strong> Ranitz heeft tijdens<br />

die intieme plechtigheid ten<br />

Stadhuize zijn vreugde uitgesproken<br />

over de uitstekende verstandhouding<br />

tussen overheid en pers in de stad<br />

van St. .Maarten. Namens de directeuren<br />

sprak de heer H. M. van der<br />

Vegt, collega C. A. S. Schilp vertolkte<br />

de gevoelens van dankbaarheid<br />

voor dit gastvrije onthaal, der<br />

Utrechtse journalisten. Het was een<br />

charmante attentie van mevrouw <strong>De</strong><br />

Ranitz-<strong>De</strong> Brauw dat zij van deze<br />

„penetration pacifique" der Utrechtse<br />

Pers in dit gemeentelijk „heilige der<br />

heiligen" getuige wilde zijn.<br />

R.J.V.-contacten<br />

Het was alsof gedurende de contact-bijeenkomst<br />

van de R.J.V. op<br />

de eerste Woensdag in Maart een<br />

sneltekenaar de aanwezige collega's<br />

zou gaan bezighouden. In 't zaaltje<br />

van Atlantic was namelijk met tafels<br />

en stoelen een stellage gewrocht,<br />

waaraan grote vellen tekenpapier<br />

prijkten.<br />

Die had echter de architect ir R.<br />

Fledderus nodig om zijn causerie<br />

over de moderne woningbouw toe<br />

te lichten; een onderwerp dus, dat<br />

in het middelpunt van de Rotterdamse<br />

journalistieke belangstelling<br />

staat. Door een zeer prettige behandeling<br />

van het onderwerp werd die<br />

belangstelling zeer zeker nog aangewakkerd.<br />

<strong>De</strong> spreker bleek een man van de<br />

klok te zijn, want hij had voor zijn<br />

inleiding geen minuut langer en<br />

geen minuut minder nodig dan de<br />

hem gegeven tijd.<br />

,,ALL-ROUND"-JOURNALIST<br />

Vele jaren ervaring als redacteur<br />

buitenland en verslaggever, brede<br />

algemene ontwikkeling en veelzijdige<br />

belangstelling, zoekt passende<br />

functie bij dag- of weekblad,<br />

eventueel als Amsterdamse correspondent<br />

of in los verband.<br />

Brieven onder No. 103/48, „<strong>De</strong><br />

<strong>Journalist</strong>", N.Z. Kolk 28, A'dam.<br />

Toch duurde het nog even voordat<br />

hij zijn door conté zwart geworden<br />

handen kon gaan wassen, want<br />

de aanwezigen hadden heel wat pij-,<br />

len op hun vragenboog.<br />

Sw.<br />

Commissie inzake het verschoningsrecht<br />

van de journalist<br />

Aan het slot van het op 19 Maart<br />

jl. gehouden congres over het verschoningsrecht<br />

van de journalist,<br />

deelde de voorzitter der Federatie,<br />

coll. Mr M. Rooy, mede, dat de N.<br />

D. P. 1945 en de Federatie van Nederlandse<br />

<strong>Journalist</strong>en besloten hadden<br />

een commissie in te stellen. <strong>De</strong>ze<br />

zou tot taak hebben een prae-advies<br />

uit te brengen over de vraag op<br />

welke wijze aan het streven naar<br />

een wettelijke erkenning van het verschoningsrecht<br />

van de journalist gevolg<br />

zou kunnen worden gegeven.<br />

<strong>De</strong>ze commissie is thans samengesteld<br />

en heeft reeds met haar werkzaamheden<br />

een aanvang gemaakt.<br />

<strong>De</strong> heer Jhr Mr G. W. van Vierssen<br />

Trip werd bereid gevonden het voorzitterschap<br />

der commissie te aanvaarden.<br />

<strong>De</strong> leden zijn, namens de<br />

N. D. P. Mr H. M. Planten en Mr<br />

H. Dikkers; namens de Federatie Mr<br />

J. <strong>De</strong>rks en Mr A. Stempels. <strong>De</strong> secretaris<br />

der Federatie, Mr A. E. van<br />

Rantwijk, is met het secretariaat belast.<br />

Internationaal Congres van<br />

Dagbladdirecteuren<br />

Van Dinsdag 14 tot Vrijdag 17 Juni<br />

zal in American-hotel te Amsterdam<br />

een internationaal congres van dagblad-directeuren<br />

worden gehouden,<br />

waar verschillende belangrijke onderwerpen<br />

aan de orde komen. Prae-adviezen<br />

zullen worden uitgebracht<br />

door M. Henny (Nederland) over:<br />

Conditions d'impression; M. Sartorius<br />

(Zwitserland) over: Communications<br />

et Abonnements; M. Curtis Willson<br />

(Engeland) over: Prix de revient,<br />

prix de ven te; M. Bourquin (Zwitserland)<br />

over: Liberté d' information<br />

en Mrs Burton en v. d. Borght<br />

(België) over; Papier de presse.<br />

Indien er nog tijd over is, zal rapport<br />

worden uitgebracht over verschillende<br />

onderwerpen, zoals deze<br />

in de afzonderlijke landen zijn geregeld.<br />

Waarschijnlijk zal de heer Van<br />

Wagtendonk een lezing houden over<br />

technische vorderingen in het dagbladbedrijf.<br />

Op de avond van de eerste dag zal<br />

min. prof. dr Rutten namens de regering<br />

de deelnemers aan dit congres<br />

ontvangen in het Rijksmuseum en op<br />

de tweede avond zullen de gedelegeerden<br />

het gala-concert in het Concertgebouw,<br />

ter gelegenheid van de<br />

opening van het Holland-festival, bijwonen.<br />

Donderdag is er een soiree in Kurhaus<br />

te Scheveningen, waarna Vrijdags<br />

een afscheidsmaaltijd wordt<br />

gehouden. Voor degenen, die na afloop<br />

van het congres niet direct naar<br />

hun haardsteden terugkeren, zal Zaterdag<br />

18 Juni een autotocht langs<br />

verschillende plaatsen in West-Nederland<br />

worden georganiseerd.<br />

<strong>De</strong> congres-commissie bestaat uit<br />

de heren J. W. Henny, Joh. Kuypers<br />

en mr K. M. Planten.<br />

Internationale touristen-uitwisseling<br />

ten dienste van Intellectuelen en<br />

beoefenaren van de vrije beroepen<br />

Het verlangen om naar het buitenland<br />

te gaan is sinds de oorlog<br />

aanmerkelijk gestegen. <strong>De</strong> grote<br />

moeilijkheid bestaat echter hierin,<br />

dat ook de kosten van hotels en<br />

restaurants aanzienlijk de hoogte<br />

ingegaan zijn. Bovendien verlangen<br />

de touristen een zo groot mogelijke<br />

onafhankelijkheid in het buitenland.<br />

Om aan deze wens tegemoet te komen,<br />

doen zich twee mogelijkheden<br />

voor, n.1.: het uitwisselen van kamers<br />

tussen touristen van verschillende<br />

landen en het gebruiken van<br />

kamers in het buitenland die gedurende<br />

de vacanties leeg staan.<br />

<strong>De</strong> Internationale Touristen Uitwisseling<br />

ten dienste van Intellectuelen<br />

en van hen die vrije beroepen<br />

uitoefenen, een organisatie die valt<br />

onder de Franse wet op de nietcommerciële<br />

verenigingen en bijgevolg<br />

niet naar «winst streeft, stelt<br />

zich ten doel dergelijke uitwisselingen<br />

te vergemakkelijken door de<br />

nodige garanties te geven. Zij die<br />

belangstelling hebben voor 'n kameruitwisseling<br />

of kamerhuur in het<br />

buitenland gedurende de vacanties,<br />

zodat het hun mogelijk is zeer goedkoop<br />

te reizen met een maximum<br />

aan onafhankelijkheid en garantie,<br />

worden verzocht zich in verbinding<br />

te stellen met het secretariaat van<br />

de vereniging, 91, Bd Malesherbes,<br />

Paris (8°), Frankrijk, met insluiting<br />

van een antwoordcoupon. Hun<br />

zal een vragenlijst worden toegezonden,<br />

waarop zij hun wensen betreffende<br />

plaats, tijd, enz. kunnen<br />

invullen en tevens over welke mogelijkheden<br />

zij zelf beschikken.<br />

JONG JOURNALIST,<br />

21 jaar, zoekt door omstandigheden,<br />

andere werkkring bij landelijk<br />

of provinciaal dag- of<br />

weekblad. Gewend zelfstandig<br />

stadsrubriek en reportages te verzorgen.<br />

Brieven onder No. 105/48, „<strong>De</strong><br />

<strong>Journalist</strong>", N.Z. Kolk 28, A'dam.<br />

19


CHARIVARIA<br />

Mets onregelmatigs gebeurd<br />

dat een aantal van hen zich in<br />

feite regelmatig bezig hielden met ongewenste<br />

activiteit. (Parool).<br />

Daar was een groep van zestien mannen,<br />

die regelmatig voor verschillende<br />

opdrachtgevers smokkelden. (Vrije Volk).<br />

<strong>De</strong> McSwanns zijn naar alle waarschijnlijkheid<br />

in hun eigen keider vermoord.<br />

Het pensioen van de vader werd<br />

echter na zijn verdwijnen nog regelmatig<br />

opgehaald! (Waarheid).<br />

<strong>De</strong> Culturele Advies Commissie heeft<br />

regelmatig films aanbevolen. (Tijd).<br />

Contactname<br />

Het B. F. O. besloot om contact op te<br />

nemen met de voormalige Republikeinse<br />

leiders. (Parool).<br />

Helaas is de afstand te groot om persoonlijk<br />

met hem contact op te nemen.<br />

(Parool).<br />

Dat zij contact' wilden opnemen met<br />

de leiders. (Parool).<br />

Er is reeds geruime tijd geleden contact<br />

opgenomen met P. T. T. (Parool).<br />

Binnen de ramen blflven!<br />

Binnen het raam van de vastgestelde<br />

maximumprijzen. (Vrije Volk).<br />

Binnen het raam van de Republiek.<br />

(Parool).<br />

<strong>De</strong> opbouw van het spel in het raam<br />

van het systeem. (Parool).<br />

Wat denken zij vandaag, nu op de<br />

Haagse ministerconferentie het raam is<br />

afgebouwd, waarbinnen de „Benelux"<br />

tot leven zal komen? (Volkskrant).<br />

Verschonend dan soms?<br />

In het proces Lunshof is, naar de<br />

woorden van de Secretaris der vereniging<br />

<strong>De</strong> Nederlandse Dagbladpers 1945,<br />

de zaak niet uitputtend behandeld.<br />

• , I. . (Trjd).<br />

Voor wie het betreft<br />

<strong>De</strong> betreffende bewoners. (Parool). .<br />

<strong>De</strong> betreffende percelen. (Parool).<br />

<strong>De</strong> betreffende ontwerpen. (Parool).<br />

<strong>De</strong> betreffende spelers. (Theater-Crt.).<br />

Het betreffende stuk. (Vlam).<br />

<strong>De</strong> betreffende voorschriften. (N. R. C).<br />

Het betreffende raadsbesluit.<br />

(Vrije Amsterdammer).<br />

Gemischtes<br />

<strong>De</strong> dertiger jaren. (Parool). — Of deze<br />

duizenden ook het geduld zullen kunnen<br />

opbrengen.. (Parool). — Het vervagen<br />

van de krachtsverhoudingen. Die gebeurtenis<br />

woelt de krachtsverhoudingen<br />

om. (Parool). — Eigen rechter spelen,<br />

dat op kort zicht al niet voordelig lijkt,<br />

maar dat op lang zicht niets oplevert.<br />

(Parool). — Een wereldontstegen professor.<br />

(Parool). — Gaston Reiff wees de<br />

aanval van Ahlden gedecideerd af.<br />

(Volkskrant). — Het Soefisme, waarover<br />

iets mede te delen een verzoek uit onze<br />

lezerskring ons bereikte. (N. R. O. —<br />

Energiebehoefte van ons land veilig gesteld.<br />

(Tijd). — <strong>De</strong> Partij van de Arbeid<br />

heeft factisch een sleutelpositie ingenomen.<br />

(Vlam). — Terugloop in het passagiersvervoer<br />

bij de tram. (N. R. C). —<br />

Regeringsmeerderheid tot 90 stemmen<br />

teruggelopen. Waarbij de regeringsmeerderheid<br />

tot 90 stemmen terugliep. (Parool).<br />

— <strong>De</strong> aan de bank toevertrouwde<br />

gelden liepen terug. (Parool). — Na de<br />

machtsovername. (Prov. Zeeuwse Crt.).<br />

— Welke machtsovername zou moeten<br />

geschieden in <strong>De</strong>cember. (Parool). — In<br />

verband met de bevolkingstoename.<br />

(Parool). — <strong>De</strong> ingebruikname van de<br />

nieuwe fabriek. (Tijd). — <strong>De</strong> troepenhoeveelheid<br />

die wij beschikbaar hebben.<br />

(Parool). — Achter zulk een perspexruit<br />

kan men daadwerkelijk bruin worden!<br />

(N. R. C). — Beroepsmatige toezichthouders.<br />

(Groene). — Dat dikke namen<br />

20<br />

middels commissarissentantièmes in klinkende<br />

munt worden omgezet. (Groene).<br />

— Het was een hele opgave meer dan<br />

twee uur te luisteren. (Vrije Volk). —<br />

<strong>De</strong> opgave die gesteld is. (Groene). —<br />

Vooral als ze stammen uit het bureau.<br />

(Groene). — <strong>De</strong> rede was even oprecht<br />

van bedoeling als moeitevol van uitdrukkingsmiddel.<br />

(Parool). — <strong>De</strong> heldhaftige<br />

en et'hiekvolle wijze waarop mevrouw<br />

Holst More zijn noodlot laat aanvaarden.<br />

(Vlam). — Het Parijser congres. (Vrije<br />

Volk). — Het corps is tot op de helft<br />

teruggebracht. (Parool). — Een matiging,<br />

die niet over de gehele linie wordt<br />

doorgevoerd. (Parool). — Het zwaarste<br />

probleem der ogenblikkelijke landspolitiek.<br />

(Parool). — Wanneer ik verderfelijke<br />

inzichten versluier. (Vrije Volk). —<br />

<strong>De</strong> kerk heeft haar woord te spreken in<br />

alle levensverhoudingen. (Parool). — Zoals<br />

bekend is de procureur-fiscaal van<br />

deze uitspraak in cassatie gegaan. (Vrije<br />

Volk). — Schilders die meer het verleden<br />

vertegenwoordigen dan de tegenwoordige<br />

epoche. (Vrije Volk). — Een<br />

ongezonde nieuwsgierigheid brak zich<br />

baan. (Vrije Volk). — <strong>De</strong> vraag, of de<br />

loon- en prijspolitiek door het gebrek<br />

aan eierkolen wordt doorkruist. (Vrije<br />

Volk). — Ons dunkt, dat dan eerst récht<br />

gezamenlijk dient te worden overwogen..<br />

(Parool). — Oppositie in Portugal<br />

monddood. (Vrije Volk). — <strong>De</strong> doem van<br />

de grootstad. (Linie). — Morele gevaren<br />

van de grootstad. (Tijd). — <strong>De</strong> beroepsgeschikte<br />

bevolking. (Volkskrant). — Het<br />

tempo van de daadvaardigheid. (Volkskrant)<br />

. — Eerst moest worden vastgesteld<br />

dat het vertrouwen van de fractie<br />

ongeschokt is. (Volkskrant). — Spreker<br />

stelt meerdere vragen. (Volkskrant). —<br />

Meerdere toeschouwers. (Parool). — <strong>De</strong><br />

wereld moest ons nu eiens even adempauze<br />

geven. (Parool).<br />

Zijn wij bevrijd? NEE!<br />

Hommage a la France<br />

<strong>De</strong> stem, die hier spreekt, is van een<br />

emotieloze waardigheid. (Linie).<br />

Le Francais a demyour<br />

Een professor uit Dyon. (Parool?.<br />

Dyon: het stadje waar de vermaarde<br />

byouterieën vandaan komen;<br />

niet te verwarren met Lijon, waar<br />

het bekende drama gebeurde van<br />

„le mijope qui prit du cijanure",<br />

Meest<br />

<strong>De</strong> meest schadelijke gevolgen.<br />

(Parool).<br />

<strong>De</strong> meest dodelijke slag aan de republiek.<br />

(Parool).<br />

<strong>De</strong> meest brutale vervalsing. (Parool).<br />

<strong>De</strong> meest scherpe sancties.<br />

(Vrije Volk).<br />

Vertaling<br />

It gives me great pleasure to greet the<br />

readers of ,,Het Parool".<br />

(Alan Valentine in Het Parool).<br />

(To greet:... to address... with expression<br />

of friendliness by message,<br />

as in letter. — Wyld, Universal<br />

English Dictionary).<br />

Het doet mij veel genoegen de lezers<br />

van „Het Parool" te begroeten. (Het<br />

Parool, als vertaling van het bovenstaande).<br />

(Begroeten: 1. zijn opwachting komen<br />

maken bij; 2. verwelkomen,<br />

groetende ontvangen; 3. in een bepaalde<br />

hoedanigheid erkennen, en<br />

aanvaarden. — Van Dale's Nieuw<br />

Groot woordenboek).<br />

Onvertaald<br />

<strong>De</strong> grote bulk komt echter naar huis.<br />

(Linie).<br />

Ontkoppelde koppelingen<br />

Een Van Gogh tentoonstelling.<br />

(N. R. C).<br />

Een dergelijke openbare werken politiek.<br />

(Vrije Volk).<br />

<strong>De</strong> Culturele Advies Commissie. (Tijd).<br />

Onze practici<br />

<strong>De</strong> situatie is practisch zonder precedent.<br />

(Parool).<br />

<strong>De</strong> kans is practisch niet aanwezig.<br />

(Parool).<br />

Huurbeschermingsbesluit practisch buiten<br />

werking gesteld. (Parool).<br />

In 1941 was er van al die staatsburgerlijke<br />

rechten practisch niets meer over.<br />

(Parool).<br />

<strong>De</strong> Britse filmindustrie verkeert practisch<br />

in staat van faillissement.<br />

(Alg. Handelsblad).<br />

Dat mondjevol Engels<br />

In de vertrekhal (op Schiphol) zijn<br />

vier „units", afdelingen, ingericht.<br />

(Parool).<br />

Er ontbreekt alleen een „department",<br />

afdeling, voor gewoon Nederlands.<br />

Onze bevrijders<br />

Gepuzzeld zag de chauffeur toe. (Linie).<br />

— <strong>De</strong> achttiende zege in successie.<br />

(Volkskrant). — Voor de gevallen, die<br />

als regel voorkomen is daar geen aanleiding<br />

toe. (Groene). — <strong>De</strong> vroegere door<br />

de Republikeinen gecontroleerde gebieden.<br />

(Parool). — <strong>De</strong> feitelijke controle<br />

over heel Java. (Parool). — Een complot<br />

om de controle te bemachtigen over belangrijke<br />

installaties. (Parool). — Dit<br />

alles speet hem voor Bevin's zaak, maar<br />

nog meer voor de Britse zaak. (Parool).<br />

Voor hemels zaak, stop het!<br />

1949 zeer agressief<br />

In deze zeer agressieve vorm moet 1949<br />

voor Van Dam een topjaar worden.<br />

(Parool).<br />

Nieuw Nederlands<br />

Overfijnde intellectuelen.<br />

(Het Vrije Volk).<br />

Dat zijn vermoedelijk intellectuelen<br />

due fijnden zijn dan fijnde intellectuelen.<br />

Ondanks Discipulus-critiek<br />

Leopold-kwestie. Korfoe-zaak. Bataviaconferentie.<br />

(Maasbode-koppen).<br />

Hedendaagse syntaxis<br />

Schoen kreieg te doen met een ander<br />

man dan degene, waarop hij misschien<br />

wel z'n schema had gemaakt en hem<br />

bovendien door z'n reputatie als puncher<br />

tot dubbele voorzichtigheid maande.<br />

(Vrije Volk).<br />

Zijn actie leek dan ook gedicteerd door<br />

de behoedzaamheid, welke hij slechts<br />

even, in de vijfde ronde, liet varen, en<br />

toen dan ook enige fraaie rechtse hoekstoten<br />

wist te plaatsen. (Vrije Volk).<br />

Boksen in de slaapkamer<br />

Wijma gaf op, toen hij in de vierde<br />

ronde op de rand 1 van het ledikant beilandde.<br />

(Vrije Volk).<br />

Zweefvliegkaak<br />

Een ogenblik zweefde de kaak van<br />

Heinkens onbeschermd dicht onder zijn<br />

bereik. (Vrije Volk).<br />

i<br />

Engels polderwerk<br />

Het duurde tot de derde ronde eer de<br />

meerdere ringcraft en langere reach van<br />

de Nederlandse kampioen zoden aan de<br />

dijk gingen zetten. (Vrije Volk).<br />

Overwegingen van een bad<br />

Het bad kan nu weer zwem- en wat'erpolowedstrijden<br />

houden, omdat het mogelijk<br />

is de stand van het water te verhogen.<br />

(Parool).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!