kringblad zomer 2006.pmd - Sint-Janscentrum
kringblad zomer 2006.pmd - Sint-Janscentrum
kringblad zomer 2006.pmd - Sint-Janscentrum
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VAN HET BISDOM ’S-HERTOGENBOSCH<br />
GRATIS PERIODIEK CONTACTBLAD VAN DE GEBEDSKRING SINT JAN<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
ringblad<br />
1<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006
2<br />
COLOFON<br />
Het <strong>kringblad</strong> is een gratis<br />
uitgave van de gebedskring<br />
<strong>Sint</strong> Jan voor roepingen in<br />
het bisdom ‘s-Hertogenbosch.<br />
Het verschijnt met Kerstmis,<br />
met Pasen en in de <strong>zomer</strong>.<br />
REDACTIE:<br />
Ewald Kamphuis<br />
(5 e jaars priesterstudent)<br />
Jacques Grubben<br />
(2 e jaars priesterstudent)<br />
SECRETARIAAT:<br />
Papenhulst 4,<br />
5211 LC ‘s-Hertogenbosch<br />
Telefoon: 073-6123055/155<br />
Fax: 073-6145315<br />
e-mail: info@sint-janscentrum.nl<br />
Men is vrij om artikelen met<br />
bronvermelding over te nemen in<br />
parochiebladen etc.<br />
Gelieve persoonsmutaties ook door te<br />
geven aan het secretariaat van de<br />
gebedskring.<br />
Retourzendingen worden uit het<br />
bestand verwijderd.<br />
Nieuwe leden zijn altijd welkom!<br />
Schroom dus niet om mensen<br />
te vragen om te bidden<br />
voor roepingen!<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
FINANCIËLE ONDERSTEUNING VAN DE PRIESTER- EN<br />
DIAKENOPLEIDING VAN HET BOSSCHE BISDOM:<br />
R.K. Instelling Sonnius te ‘s-Hertogenbosch<br />
Nederland: banknummer: 22.52.03.022<br />
België: banknummer: 521-0053201-65<br />
IN DEZE EDITIE<br />
Voorwoord redactie .............................. 3<br />
Gebedsdag zondag 24 september ..... 4<br />
Boete en verzoening ............................ 5<br />
Mgr. drs. A. Hurkmans<br />
Boete en vergeving .............................. 8<br />
Francis de Meyer<br />
Waarom voor God mijn zonden<br />
belijden? ............................................. 10<br />
F. De Rycke<br />
Biechten! Bestaat dat nog?<br />
óf: Wat is dat? ...................................... 12<br />
Drs. F.M. As<br />
Met God verzoend .............................. 16<br />
Hart van Christus:<br />
onze vrede en verzoening ................. 17<br />
Mgr. Dr. J.L. Lescrauwaet msc<br />
Verzoening? Oké.<br />
Maar toch had ik gelijk ... .................... 20<br />
Pater drs. L. van der Klaauw aa.<br />
Broederschap ..................................... 24<br />
De verzoenende kracht<br />
van het paasmysterie ......................... 26<br />
Mgr. Dr. B. Janssens<br />
Vrees niet, opent de deuren<br />
voor Christus! ...................................... 29<br />
Jacques Grubben<br />
Gebed tot God op voorspraak<br />
van Paus Johannes Paulus II ............ 34<br />
In Memoriam ....................................... 35
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
VOORWOORD<br />
VAN DE REDACTIE<br />
Voor u ligt het tweede nummer van het Kringblad van dit jaar. Het<br />
thema is ditmaal ‘Verzoening’. Een beladen kwestie zoals blijkt<br />
uit de dagelijkse gebeurtenissen in de wereld. Zeggen dat het je<br />
spijt en vergeving vragen en aanbieden, levert heel wat problemen<br />
op voor de mens van de eenentwintigste eeuw. Op bepaalde<br />
manier vinden we de geschetste problematiek terug in de Kerk<br />
van vandaag: velen zijn niet of niet meer bekend met de Biecht of<br />
het sacrament van Boete en Verzoening zoals het tegenwoordig<br />
ook wordt genoemd. En dat is niet het enige. Veel mensen zijn<br />
zich niet bewust van het bestaan van de zonde (besef) en weten<br />
ook niet (echt) wat zonde is. In dit nummer van het Kringblad<br />
wordt hieraan aandacht gegeven door zowel priesters, docenten<br />
als door studenten.<br />
Ewald Kamphuis heeft als medeverantwoordelijke voor de redactie<br />
van het Kringblad, voor de laatste keer meegewerkt. In september<br />
gaat hij beginnen aan zijn parochiestage (6 e jaar) om dan<br />
in november, Deo volente, tot transeunt diaken te worden gewijd.<br />
Ik ben dankbaar voor zijn altijd weer kritische en inspirerende<br />
bijdragen in de afgelopen drie jaar en zie terug op een plezierige<br />
en vruchtbare periode.<br />
Ik heet zijn opvolger, die nu nog onbekend is, welkom en vertrouw<br />
op een vruchtbare samenwerking onder het toeziend oog<br />
van Maria, de Moeder van de Heer.<br />
Redactie<br />
Jacques Grubben<br />
Ewald Kamphuis<br />
3
4<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
GEBEDSDAG ZONDAG<br />
24 SEPTEMBER<br />
SCHRIJF NU ALVAST IN UW AGENDA OF OP UW KALENDER!!<br />
PROGRAMMA<br />
12.00 uur Plechtige H.Mis in de <strong>Sint</strong>-Janskathedraal<br />
13.30 uur Ontvangst met koffie in het <strong>Sint</strong>-<strong>Janscentrum</strong><br />
13.45 uur Opening met gebed door rector J. Miltenburg<br />
14.00 uur Lezing<br />
in de aula/refter<br />
14.45 uur Rozenkransgebed<br />
15.30 uur Muzikaal intermezzo<br />
16.00 uur Presentatie Roepingenreis Lourdes<br />
17.00 uur Plechtige Vespers<br />
Locatie: Locatie: <strong>Sint</strong>-<strong>Janscentrum</strong>, <strong>Sint</strong>-<strong>Janscentrum</strong>, Papenhulst Papenhulst 4, 4, ‘s-Hertogenbosch<br />
‘s-Hertogenbosch<br />
‘s-Hertogenbosch
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
BOETE EN VERZOENING<br />
Het zal, zo hoort men zeggen, niet goed komen met de Kerk<br />
voordat het Sacrament van Boete en Verzoening haar normale<br />
plaats heeft gekregen in het leven van de Kerk. De<br />
nogal massieve afwezigheid van dit sacrament duidt natuurlijk<br />
wel op een bepaalde crisis in de Kerk. Het gaat hierbij<br />
over de aard van de band met God.<br />
Ontrouw, ongeloof en dood<br />
Mensen zijn steeds vaker ontrouw in hun relatie: naar God, naar<br />
elkaar en ook kan een mens ontrouw zijn naar zichzelf. De drie<br />
grote doodzonden hebben daar mee te maken. Dat is in de<br />
eerste plaats dat mensen niet geloven in God of onverschillig<br />
voor Hem zijn. Het is in de tweede plaats het doden van het<br />
onschuldig menselijk leven. In de derde plaats mogen we<br />
daarbij denken aan de ontrouw in het huwelijk. Deze drie<br />
zonden hebben allen hun vertakkingen. We geloven, maar<br />
tegelijk bidt ieder van ons op zijn tijd: kom mijn ongeloof te<br />
hulp. We weten dat we niet mogen doden, maar respecteren we<br />
daarmee het leven genoeg? Trouw zien we als een groot goed,<br />
maar tegelijk laten we ons gemakkelijk uit elkaar trekken. Maar<br />
het is ook niet mogelijk om te beseffen dat je in het krijt staat<br />
tegenover God, als je nauwelijks in Hem gelooft, of onverschillig<br />
bent in een persoonlijke relatie tot Hem.<br />
Persoonlijk verantwoordelijk<br />
Bovendien is het voor veel mensen niet inzichtelijk, dat we voor<br />
het kwaad ook persoonlijke verantwoordelijkheid dragen. Er is<br />
zoiets als ‘het kwaad’, maar dat staat buiten onszelf, als iets<br />
5
6<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
algemeens. Men kan hoogstens begane fouten met elkaar goed<br />
maken, maar veel verder komt men niet. Het bewustzijn dat<br />
men ook tekort schiet tegenover God en de Kerk, is bij velen<br />
niet aanwezig.<br />
Zonde en barmhartigheid<br />
Helaas is voor veel mensen het woord zonde ook verbonden<br />
met een zeker godsbeeld. De Kerk spreekt in haar verkondiging<br />
nooit over zonde tenzij in relatie tot de barmhartigheid van<br />
de Vader. Zonde als zodanig is geen onderwerp, de vergeving<br />
en de verzoening wel. Van vroeger uit denken veel mensen bij<br />
zonde echter meer aan straf, aan een God die mensen niet in<br />
liefde keer op keer aan zijn hart drukt. Dat maakt ook het<br />
spreken over het Sacrament van Boete en Verzoening zo<br />
moeilijk. Voor veel mensen ligt gevoelsmatig de nadruk op<br />
‘biechten’: het opnoemen van alle zonden, in plaats van op<br />
‘verzoening’: het initiatief van de Vader die door Christus ons<br />
weer bij zich opneemt. Hoe dan ook, het relativeren van zonde<br />
tast alles aan. Het gebed, het vieren van de sacramenten, de<br />
verwachting van genade, hulp van God – wat blijft er nog over<br />
van de relatie met Hem als alles maar moet kunnen, of als we<br />
diep in ons hart bang zijn voor God? Waarvoor is Jezus dan<br />
gestorven, om ons te verlossen van zonden? Als er geen<br />
persoonlijke zonde bestaat, bestaat er dan wel persoonlijke<br />
verlossing? En als er geen verlossing is, waarom dan een kruis<br />
en de verrijzenis? Waarom is Christus dan überhaupt gekomen?<br />
Om mensen te verzoenen met de Vader! In dat licht is het<br />
Sacrament van Boete en Verzoening iets geweldigs.
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
Relatie met zichzelf verstoord<br />
Maar als wij geloven dat een mens pas ten volle zichzelf<br />
verwerkelijkt in zijn relatie met God en de medemens, heeft de<br />
zonde ook gevolgen voor het individu. Een mens die zijn<br />
schuld niet meer in de volle breedte erkent, breekt daarmee<br />
ook zichzelf voor een stuk af. Hij verliest diepte, vrijheid, hij<br />
ontneemt zich levensruimte. Schuld die men niet goedmaakt<br />
kan zich in allerlei vormen van angsten, psychische kwalen en<br />
lichamelijke kwalen gaan uiten. Of mensen verharden in hun<br />
eigen ondeugden, raken opgesloten in ik-gerichtheid. Het is<br />
voor een mens nodig psychisch gezond te leven. Schuld<br />
bekennen hoort daar bij, tegenover je medemens, maar ook<br />
tegenover God die je door te zondigen persoonlijk beledigt. Het<br />
maakt de mens open voor een Ander dan zichzelf.<br />
Is het Sacrament van Boete en Verzoening nodig? Ja, het is<br />
nodig! Op de eerste plaats om de zonden vergeven te krijgen<br />
en vervolgens om te groeien in een fijngevoeligheid voor wat<br />
goed en wat kwaad is. De mens is geroepen om heilig te<br />
worden en dit vraagt een weg van groeien in heiligheid. Daarbij<br />
heb je medemensen nodig, maar heb je vooral ook God nodig<br />
die je op je weg wil steunen door de middelen ten heil die Hij<br />
aanbiedt door de Kerk. Een mens die de weg van groeien in<br />
heiligheid ontwijkt brengt schade toe aan zichzelf, aan de Kerk,<br />
aan de hele samenleving, en stelt God teleur.<br />
Drs. A.L.M. Hurkmans<br />
Bisschop van het bisdom van ‘s-Hertogenbosch<br />
7
8<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
BOETE EN VERGEVING<br />
‘Door vele deuren komt de duivel in het huis van het geweten,<br />
dat is in onze ziel; maar er is één deur in ons, waardoor<br />
wij hem weer naar buiten kunnen werpen: de belijdenis met<br />
de mond.’<br />
Met deze woorden van de Heilige Antonius van Padua<br />
denken we al snel aan het sacrament van boete en verzoening.<br />
Dit sacrament biedt ons een weg tot bekering, berouw<br />
en heiligt ons.<br />
Bekering en….<br />
In het evangelie roept Jezus op tot bekering. ‘De tijd is vervuld<br />
en het rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de blijde boodschap.’<br />
(Mc 1,15) Christus’ oproep tot bekering blijft evenwel<br />
weerklinken in het leven van ieder van ons. Dit streven naar bekering<br />
is een ontroering van een vermorzeld hart dat aangetrokken<br />
en bewogen wordt door de genade om te beantwoorden aan de<br />
barmhartige liefde van God, die ons het eerst heeft liefgehad.<br />
Hiervan vinden we een getuigenis in de bekering van de heilige<br />
Petrus, nadat hij zijn meester driemaal had verloochend. Jezus’<br />
eindeloos barmhartige blik wekt bij Petrus tranen en berouw op<br />
en, na de verrijzenis van de Heer, de drievoudige bevestiging<br />
van zijn liefde voor Jezus. Het is een veranderen van gezindheid,<br />
een heroriëntering van heel het denken, streven en handelen.<br />
…..Vruchtdragen<br />
Tijdens zijn openbaar leven heeft Jezus niet alleen de zonden<br />
vergeven, Hij heeft ook de vrucht van deze vergeving laten zien.<br />
Denken we aan het verhaal van Zacheus waarin Jezus te gast is<br />
bij hem thuis. Hij heeft de zondaar weer opgenomen in de gemeenschap<br />
van het volk van God. Het feit dat Jezus zich bij hem<br />
aan tafel aansluit, is een schitterend teken daarvan. Op indrukwekkende<br />
wijze brengt Hij hiermee zowel Gods vergeving als de<br />
terugkeer in de kring van het Volk van God tot uitdrukking. Door
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
het sacrament van boete en verzoening wordt Gods Barmhartige<br />
liefde werkzaam in ons leven. Tot de zondares die haar zonden<br />
oprecht betreurde en de Heer om vergeving vroeg, terwijl ze Hem<br />
de voeten kuste en ze balsemde met kruiden, zei Jezus: ‘Daarom<br />
zeg Ik u: haar zonden zijn haar vergeven, al waren ze vele, want<br />
ze heeft veel liefde betoond. Want aan wie weinig wordt vergeven,<br />
hij betoont weinig liefde. Daarop sprak Hij tot haar: Uw zonden<br />
zijn u vergeven.’ (Lc 7,47-48). Als we het evangelie verder<br />
lezen weten we wat er nadien van deze vrouw is geworden. Zij die<br />
van de Heer veel barmhartigheid heeft ondervonden, heeft het<br />
eveneens veelvuldig aan de anderen betoond. Door de ontmoeting<br />
met de barmhartige Heer werd haar gekwetste ziel een heilige<br />
ziel waarin haar leven een heel andere betekenis krijgt.<br />
Sacrament<br />
De kracht van het boetesacrament bestaat daarin dat het ons<br />
opnieuw in de genade van God herstelt en ons met Hem in innigste<br />
vriendschap verbindt. De verzoening met God brengt een<br />
echte ‘geestelijke verrijzenis’ met zich mee, een herstel van een<br />
kostbare vriendschap met God. Barmhartigheid en vertrouwen<br />
zijn als het ware twee fundamenten van ons Godsgeloof. We<br />
mogen nooit aan die onmetelijke, goddelijke liefde twijfelen, maar<br />
altijd op Zijn barmhartigheid vertrouwen. Hoe ellendiger we ons<br />
voelen, hoe groter ons vertrouwen moet zijn. Dan kunnen we rekenen<br />
op Zijn voorkeur. Heeft een vader niet meer zorg voor een<br />
ziek kind dan voor het gezonde? Zo heeft Jezus een voorkeur<br />
voor hen, die in nederigheid en berouw aan Hem de wonden tonen<br />
van hun ziel. Hij zal ze afwassen en genezen met zijn kostbaar<br />
bloed. De biecht is een bijzondere zegenrijke en genaderijke<br />
ontmoeting met de Heer Jezus Christus. Maar verzoening<br />
houdt ook in het navolgen van wat de Heer heeft gezegd in Mt<br />
(18,21). Hoe dikwijls moet ik hem dan vergeven? Tot zevenmaal<br />
toe?<br />
Francis de Meyer<br />
2 e jaars priesterstudent<br />
9
10<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
AAROM VOOR GOD<br />
MIJN ZONDEN<br />
BELIJDEN?<br />
WHebt u de verhalen over Harry Potter gelezen? In zeven<br />
boeken, waarvan er overigens nog maar zes verschenen zijn,<br />
worden de belevenissen van de hoofdpersoon gevolgd<br />
gedurende de jaren die hij doorbrengt op een school voor<br />
tovenaarsleerlingen.<br />
Zolang ze nog student zijn, mogen de leerlingen hun kunsten<br />
enkel uitoefenen op school maar nog niet in het echte leven.<br />
Om er voor te zorgen dat deze wet correct nageleefd wordt,<br />
is er een obscuur Ministerie voor Toverkunst dat met pijnlijke<br />
nauwkeurigheid de gangen van de jonge tovenaars nagaat.<br />
Overtreders ontvangen op staande voet een brief met de<br />
boodschap dat ze een zware straf mogen verwachten.<br />
God en Harry Potter<br />
Misschien maken we ons van God een gelijkaardige voorstelling:<br />
dat Hij met arendsogen onze gangen volgt en er een vreemd<br />
genoegen in schept om onze misstappen, waarvan Hij overigens<br />
al lang op de hoogte is, nog eens uit onze eigen mond te vernemen.<br />
Waarom zouden we Hem anders onze fouten moeten opbiechten?<br />
Heeft God eenzelfde soort ongezonde nieuwsgierigheid naar ons<br />
doen en laten? De Duitse theoloog Romano Guardini († 1968)<br />
schrijft: ‘Er is een kennis die alleen maar weten is, alleen maar<br />
vaststellen van waarheid. Dat is onbarmhartig. Denken wij aan de<br />
manier waarop een wetenschapper zijn apparaten richt op het<br />
onderwerp van zijn onderzoek; of aan de manier waarop een meedogenloze<br />
rechter aan het licht brengt wat de beklaagde gedaan<br />
heeft. Gods kennen is zo niet. Het is één met zijn liefde.Gods<br />
waarheid is gedachte, maar ook hart; zij is licht, maar ook warmte.<br />
En de mens die zich met God verbindt, die gelooft en geloven<br />
betekent immers: zich aan Hem toevertrouwen, zegt: ‘God, U<br />
moet alles weten’. Mijn hele bestaan, mijn doen en mijn zin. Mijn<br />
vreugde en mijn leed. Het gelukte en het gebrokene. Wat ik heb
1 R.Guardini,<br />
“Psalmen”,<br />
Bussum, 1957,<br />
pagina 57-59<br />
(Psalm 139 ‘God<br />
die mij kent’).<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
11<br />
en wat mij ontgaan is. Het goede en edele, maar ook het kwade,<br />
lelijke, gemene en beschamende. Alles moet in uw licht worden<br />
geplaatst! Daar wordt het dan opgeheven; alles, ook het ergste.<br />
Gods licht is liefde en verlossing. Het zal alles ten goede leiden’ 1 .<br />
Ontmoeting met God<br />
We belijden onze schuld niet alsof God het interessant zou vinden<br />
om, zoals in roddelblaadjes, de dwaasheden van mensen te<br />
vernemen. We biechten ook niet om onszelf te kwellen met misstappen<br />
uit het verleden. Het erkennen van onze menselijke zwakheid<br />
volgt uit de ontmoeting met God. Wanneer Gods licht over<br />
ons schijnt, treden ook onze schaduwzijden op de voorgrond. En<br />
hoe feller zijn licht straalt, hoe donkerder daarbij onze duisternis<br />
afsteekt.<br />
Het uitgangspunt is echter dat Gods licht onze duisternis niet<br />
enkel te voorschijn haalt, maar ze integendeel verdrijft en ons,<br />
langzaam maar zeker, van binnenuit vervult en geneest. We sommen<br />
onze innerlijke wonden niet op om ze te laten registreren in<br />
het dossier van onze ziel, maar opdat de goddelijke Geneesheer<br />
ons verlichting en genezing moge brengen.<br />
‘Gods licht is liefde en verlossing’, schrijft Guardini. We brengen<br />
ons koude hart voor God in het besef dat het zal ontdooien in het<br />
stralen van zijn barmhartige Gelaat.<br />
Vragen we de Heer, telkens wanneer we voor Hem onze schulden<br />
belijden, dat Hij ons hart omvormt en gelijkvormig maakt aan het<br />
zijne met een licht en een warmte die openstaan voor de hele<br />
wereld.<br />
F. De Rycke<br />
Staflid <strong>Sint</strong>-<strong>Janscentrum</strong>
12<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
IECHTEN!<br />
BESTAAT DAT NOG?<br />
ÓF: WAT IS DAT?<br />
BEr is geen sacrament dat zo verguisd is als het Sacrament<br />
van de Biecht. Er is wel een andere naam aan gegeven:<br />
‘Sacrament van vergeving en verzoening’, maar dat verandert<br />
niet de inhoud. Dit heeft niet tot gevolg gehad dat er in<br />
Nederland meer gebiecht wordt. Integendeel, het is een<br />
sacrament dat in Nederland nauwelijks meer gevierd wordt.<br />
Allereerst moeten we ons realiseren dat een sacrament door<br />
Jezus zelf is ingesteld, en dat Hij de sacramenten aan de<br />
Kerk heeft gegeven. De kerk heeft geen enkele zeggenschap<br />
om het aantal, dan wel de inhoud van de sacramenten te<br />
veranderen. De Biecht is dus niet afgeschaft en kan ook niet<br />
afgeschaft worden.<br />
Na zijn verrijzenis heeft Jezus over zijn apostelen geblazen<br />
en gezegd: ‘Wier zonden u vergeeft hun zijn ze vergeven en<br />
wier zonden u niet vergeeft hun zijn ze niet vergeven.’ (Joh.<br />
20, 23) Of zoals Paulus schrijft in zijn brief aan de Christenen<br />
van Rome: ‘Men moet ons dus beschouwen als helpers van<br />
Christus, belast met het beheer van Gods geheimen.’ (1Kor.<br />
4,1)<br />
Geheim<br />
Geheim is in het Latijn: sacramentum. Als wij over een geheim<br />
spreken, dan denken we in eerste instantie aan iets dat vertrouwelijk<br />
is en dat anderen niet mogen weten. Maar als we over<br />
goddelijke geheimen spreken bedoelen we echter iets anders.<br />
Een goddelijk geheim is een geheim dat alleen in het geloof gekend<br />
wordt. Sacramenten zijn bij uitstek geloofsgeheimen, geheimen<br />
die alleen gekend kunnen worden vanuit het geloof. Voor<br />
een ongelovige is een sacrament louter een ritueel. De Kerk is<br />
dus, zoals Paulus zegt, de beheerder van Gods geheimen, en<br />
daar vallen bijzonder de sacramenten onder. Wij hebben de zekerheid<br />
dat als de Kerk onze zonden vergeeft, onze zonden ook<br />
werkelijk door God vergeven zijn. Of zoals Christus zegt: ‘Wat u
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
13<br />
zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat u<br />
zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ (Mt.<br />
16, 19)<br />
Zonde<br />
Wat zijn zonden? Ik denk dat wij dit het beste kunnen uitleggen<br />
aan de hand van het paradijsverhaal en twee parabels: de parabel<br />
van de lamme (Lc. 5,18-26) die met behulp van vrienden op<br />
een brancard door het dak naar beneden gelaten wordt, en van<br />
de genezing van de melaatsen. (Lc. 17,12-19)<br />
Alle zonde is terug te voeren tot de eerste zonde, de zonde van<br />
ongehoorzaamheid aan God. De slang, de duivel, verleidt Adam<br />
en Eva tot ongehoorzaamheid aan God. Zij gehoorzaamden de<br />
slang, een dier met een gespleten tong, in plaats van God. De<br />
duivel zegt tegen Eva, dat ze helemaal niet zal sterven, maar dat<br />
haar ogen open zullen gaan en zij aan God gelijk zal zijn. De<br />
slang, de duivel, maakt God tot een leugenaar. De duivel zegt<br />
dat God de waarheid niet spreekt, en dat hij zelf wel de waarheid<br />
spreekt. De duivel zet de mens aan tot opstand tegen God en het<br />
Verbond dat God met de mens is aangegaan. Om die reden werden<br />
Adam en Eva uit het paradijs verjaagd en raakten zij verstoken<br />
van Gods aanwezigheid, en dus in de macht van de dood.<br />
Zo kwamen zij in de macht van de Boze. De duivel is de vorst<br />
van de dood. (Hebr. 2,14) Heel de wereld is in zijn macht, want<br />
wij allen leven een bestaan ten dode. Hij is de stichter van alle<br />
kwaad, van alle rebellie, en weet de mensen er toe te brengen<br />
God de schuld te geven van het kwaad in de wereld. Jezus spreekt<br />
dan ook van de aartsleugenaar.<br />
Maar God is barmhartig en komt de gevallen mens in zijn eindig<br />
bestaan tegemoet. De Zoon van God wordt mens. Hij wordt de<br />
nieuwe Adam, die de Vader wel in alles gehoorzaam zal zijn: Hij<br />
werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan een kruis. (Fil.<br />
1,8) God is de Schepper van al wat bestaat, maar niet van de<br />
dood. God wordt mens, om als mens te sterven om aldus in de<br />
macht van de Boze te komen, om daar de Boze te overwinnen en<br />
te verslaan, zodat Hij de Heer zal zijn over levenden en doden.<br />
‘De Zoon heeft ons bestaan willen delen, om door zijn dood de<br />
vorst van de dood, de duivel, te onttronen.’ (Hebr. 2,14)
14<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
Parabels<br />
We zien dat Jezus tijdens zijn leven de macht van de Boze al<br />
breekt. Jezus, zegt tegen de lamme: uw zonden zijn vergeven.<br />
Wat doet de zonde? Het kenmerk van de zonde is dat ze tot de<br />
dood voert. De angel van de dood is de zonde. Ziekte, moeheid,<br />
armoede e.d. zijn allemaal voorstadia van de dood: doodmoe,<br />
doodziek, doodarm enz. De zonde werkt verlammend zodat je<br />
niet meer kunt doen wat je zou willen doen.<br />
Jezus geneest de lamme. Maar Jezus geneest niet alleen het<br />
lichaam van de lamme, Hij geneest ook zijn geest. De lamme<br />
springt op en gaat naar huis, de lichamelijke genezing. Bovendien<br />
verheerlijkt hij God: de geestelijke genezing. Veel mensen<br />
leven met depressieve stemmingen, en er is evenzo veel onvrede.<br />
Dat werkt verlammend. Ze komen tot niets meer. Het Sacrament<br />
van de Biecht is het medicijn dat de zonde wegneemt,<br />
en is dus bevrijdend en genezend, het goddelijk medicijn voor<br />
de ziel.<br />
In de parabel van de genezing van de melaatsen, zien we nog<br />
iets anders gebeuren. Door de melaatsheid raken lichaamsdelen<br />
afgestompt. De melaatsheid staat beeld voor de zonde, de zonde<br />
stompt de ziel af. Geestelijk afstomping betekent kleingelovig en<br />
ongelovig worden. Zo weten heel veel mensen niet meer wat goed<br />
en kwaad is. Veel mensen zijn onstandvastig geworden en lopen<br />
als schapen de massa achterna, vandaag dit en morgen dat. Ze<br />
luisteren niet meer naar Jezus Christus en ook niet naar de Kerk<br />
door wie Jezus tot ons spreekt, en daardoor kennen zij God niet<br />
meer. Zij gaan dus ook niet meer biechten om genezen te worden.<br />
Melaatsen werden bovendien uit de gemeenschap verstoten. Door<br />
de zonde verbreekt de mens de gemeenschap met God, wordt<br />
de mens uit het paradijs verbannen, en ook wordt door de zonde<br />
de gemeenschap met elkaar verbroken: Adam en Eva zagen dat<br />
ze naakt waren en vlochten kleding van vijgenbladeren.<br />
Jezus komt bij de melaatsen om hen te genezen. De melaatsen<br />
worden weer helemaal gaaf. We zien eerstens de lichamelijke<br />
genezing, maar die staat beeld voor de innerlijke geestelijke genezing:<br />
de melaatsen worden weer terug opgenomen in de gemeenschap<br />
met de mensen. Door het Sacrament van de Biecht<br />
wordt niet alleen de gemeenschap met de medemens hersteld,<br />
maar ook de gemeenschap met God. Het is wel jammer dat slechts
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
15<br />
één melaatse terugkeert om God te danken. Hij is geheel in de<br />
gemeenschap met God hersteld.<br />
Gave aan de Kerk<br />
Waarom heeft Jezus dit verzoeningssacrament aan de Kerk gegeven?<br />
Het moge duidelijk zijn dat Jezus dit Sacrament aan de<br />
Kerk heeft gegeven niet om het de mensen moeilijk te maken. Hij<br />
heeft het gegeven om de mensen te genezen van de boeien die<br />
hun binden, opdat zij vrije en dankbare mensen zullen zijn. Veel<br />
mensen denken bij biechten allereerst aan hen persoonlijke fouten,<br />
en dan zeggen ze er achteraan: Wat heb ik verkeerd gedaan?<br />
In deze genezingsverhalen wordt niet gesproken over de<br />
persoonlijke fouten van mensen.<br />
Veel mensen, vooral ouderen, voelen zich eenzaam en alleen, en<br />
voelen zich als een melaatse behandeld. Veel mensen zijn teleurgesteld<br />
en leven in onvrede. Al die mensen zijn op een of andere<br />
manier, ongewild of misschien wel door eigen schuld, wie zal het<br />
zeggen, in de macht van de zonde geraakt. Jezus bevrijdt alle<br />
mensen die tot Hem komen en herstelt hen in hun oorspronkelijke<br />
staat. Wij kunnen ons onderzoeken waarin wij God en zijn Zoon<br />
Jezus Christus niet gehoorzaamd hebben.<br />
Toe, ga naar Jezus Christus. Hij is er om u te genezen, vandaag!<br />
Hij zal u genezen en redden door het heilzame en wonderschone<br />
Sacrament van de Biecht. Dat is zijn helende medicijn, dat Hij<br />
aan zijn Kerk gegeven heeft.<br />
Drs. F.M. As,<br />
Pastoor <strong>Sint</strong> Michelsgestel
16<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
MET GOD VERZOEND<br />
Christus is voor goddelozen gestorven<br />
op de gestelde tijd<br />
toen wij nog geheel hulpeloos waren.<br />
Niet licht zal iemand zijn leven geven<br />
voor een rechtvaardige,<br />
al zou misschien iemand de moed hebben<br />
te sterven voor een goed mens.<br />
God echter bewijst zijn liefde voor ons<br />
Juist hierdoor dat Christus voor ons is gestorven.<br />
Des te zekerder zullen wij,<br />
nu wij eenmaal gerechtvaardigd zijn door zijn bloed<br />
dank zij Hem ontkomen aan de toorn.<br />
Toen wij vijanden waren,<br />
zijn wij met God verzoend<br />
door de dood van zijn Zoon;<br />
des te zekerder zullen wij, eenmaal verzoend,<br />
gered worden door zijn leven.<br />
En dat niet alleen:<br />
nu reeds juichen wij in God<br />
door Jezus Christus onze Heer,<br />
door wie wij de verzoening hebben ontvangen.<br />
Pater P. Penning de Vries sj.<br />
(Het sacrament van de Biecht)
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
ART VAN CHRISTUS:<br />
ONZE VREDE EN<br />
VERZOENING<br />
HAls mensen ergens behoefte aan hebben - in hun persoonlijke,<br />
familiale en sociale leven - dan is het aan harmonie.<br />
Harmonie betekent welluidend samenklinken van wat verscheiden<br />
en soms oorspronkelijk onderling tegengesteld is.<br />
Nu zijn er in elk mensenhart en in elk menselijk samenleven<br />
voldoende verschillen en vaak ook tegenstellingen, om ons<br />
naar menswaardig en vruchtbaar samenklinken te doen<br />
verlangen: wij noemen dit ‘vrede’.<br />
Feitelijk klinkt dit woord meestal in een hartelijke groet –<br />
‘vrede zij u’ – of als een wens, want vrede blijkt niet zo maar<br />
voorhanden. De ervaring leert dat echte vrede verworven dan<br />
wel geschonken moet worden. Dit betreft zowel de vrede in<br />
eigen hart als overal waar mensen aan elkaar zijn toevertrouwd.<br />
17<br />
Vrede: kernwoord van het evangelie<br />
De speciale boodschap waarmee Jezus de mensen tegemoet<br />
trad, zowel woordelijk als in heel de uitstraling van zijn omgang<br />
met ons, laat zich in dit ene woord ‘vrede’ samenvatten. De melding<br />
van zijn geboorte ging gepaard met de belofte van ‘vrede<br />
op aarde’ (Lc. 2,14). Zijn publieke optreden straalde vrede uit in<br />
de meest verscheiden en vaak verstoorde situaties: ‘Hij ging<br />
weldoende rond’ (Hand. 10,38). Tijdens zijn afscheidsmaal droeg<br />
Hij deze vrede over aan zijn apostelen en indirect aan allen die<br />
hun woord zouden aanvaarden: ‘Mijn vrede laat Ik u na; mijn vrede<br />
geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u’. (Joh.<br />
14,27) Wanneer de Heer zijn levensopdracht op het kruis heeft<br />
voltooid en op Paasavond aan zijn leerlingen verschijnt, luidt dan<br />
ook zijn eerste woord: ‘Vrede zij u’ en dit tot tweemaal toe (Joh.<br />
20,20-21).<br />
Deze groet richtte Jezus weliswaar direct tot zijn apostelen, maar<br />
over hun hoofden heen eveneens tot allen die Hij via de apostelen<br />
wil bereiken als Hij vervolgde: ‘Wier zonden u vergeeft, hun zijn
18<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
ze vergeven’. Vrede voor alle mensen van goede wil, waar en<br />
wanneer ter wereld ook.<br />
Tegelijk noemde de Heer het eigenlijke obstakel van die vrede:<br />
onze neiging tot het kwaad, die zich naast onze goede wil doet<br />
gevoelen. Geen mens ontkomt aan deze verdeeldheid in eigen<br />
hart en ieder raakt betrokken bij de tegenstellingen in de wereld<br />
als gevolg van eer- en hebzucht, voorbarig oordeel en jaloezie,<br />
strijdlust en heel de reeks van zonden zoals Paulus die weet op<br />
te noemen (cf. Ef. 4,25-31). De vrede welke de Heer toezegde is<br />
veel meer dan een vriendelijke groet, Hij wilde en wil nog steeds<br />
de bron van onvrede in ons hart genezen. Hiertoe ‘blies de Heer<br />
over de apostelen en zei: Ontvangt de Heilige Geest’. Aldus<br />
ademde Hij de vrede, waarmee Gods Geest Jezus’ Hart vervulde,<br />
naar de apostelen en naar ons toe. Om Zijn vrede aan ons mee te<br />
kunnen delen offerde Hij zijn leven en met het aanbod van deze<br />
verzoening zond Hij zijn apostelen de wereld in.<br />
Verzoening: codewoord in Paulus’ verkondiging<br />
De grote getuige van Jezus’ levensoffer ten bate van ons, laat<br />
niet na er meermalen aan toe te voegen, dat de Heer dit deed<br />
‘toen wij nog zondaars waren’ (Rom. 5,8). Jezus’ uitnodiging tot<br />
vertrouwelijke omgang met Hem gaat uit naar zondige mensen:<br />
‘Toen wij vijanden waren, zijn wij met God verzoend door de dood<br />
van zijn Zoon; des te zekerder zullen wij, eenmaal verzoend, gered<br />
worden door zijn leven’ (Rom. 5,10).<br />
Vervolgens situeert Paulus deze voor ons levensgeluk belangrijke<br />
verzoening in het centrum van Gods bedoeling met heel de<br />
schepping. Het woord ‘verzoenen’ kleurt het slotakkoord van zijn<br />
hymne op Jezus Christus als vitaal middelpunt van heel de kosmos:<br />
‘God heeft in Hem willen wonen in heel zijn volheid, om door<br />
Hem het heelal met zich te verzoenen en vrede te stichten door<br />
het bloed van het kruis, om alles in de hemel en op aarde te<br />
verzoenen, door Hem alleen’ (Kol. 1,19-20). In dit kader van Gods<br />
heilzame werkzaamheid in de geschiedenis van de mensen ziet<br />
Paulus ook zijn eigen levensopdracht als apostel van Jezus Christus.<br />
Vijfmaal keert de ‘verzoening’ hierin terug: ‘God heeft ons<br />
door Christus met zich verzoend en ons (apostelen) de dienst<br />
van de verzoening toevertrouwd. Ja, God was het die in Christus<br />
de wereld met zich verzoende: Hij telde de fouten van de mensen<br />
niet en ons gaf Hij de boodschap van verzoening mee. Wij zijn<br />
dus gezanten van Christus, God roept u door ons woord. Wij
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
19<br />
smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen’ (2 Kor.<br />
5,18-20).<br />
Deze apostolische uitnodiging namens Onze Heer is nog steeds<br />
van kracht en vooral in onze hedendaagse wereld met zoveel<br />
geestelijke en gewelddadige verdeeldheid, met zoveel agressie<br />
op allerlei niveaus en beangstigende onvrede. Tot sanering hiervan<br />
volstaan conferenties noch verklaringen – hoe zinnig die ook<br />
kunnen zijn – evenmin als vredesdemonstraties, die wél onze<br />
gemeenschappelijke nood manifesteren. Vrede is ten diepste een<br />
gesteltenis van het mensenhart en de verwerkelijking daarvan<br />
ontspringt in de actieve bereidheid tot verzoening, een bereidheid<br />
van datzelfde hart.<br />
Verzoening in een drieslag<br />
De bron van vrede is te vinden in verzoeningsbereide mensen.<br />
Verzoeningsgezind omdat zij zelf verzoening mochten ervaren,<br />
hetzij één maal beslissend, hetzij telkens opnieuw. Bij wie? Bij<br />
niemand anders dan bij ‘Christus die onze vrede is’ (Ef. 2,14).<br />
Deze vrede is precies zíjn genade voor de mensheid, een genade<br />
die een vrij aanbod is, maar voor wiens aanvaarding veelal<br />
gestreden, soms geleden en altijd gebeden moet worden. Zo<br />
blijkt in de ervaring van erkende en talloze onbekende ‘mensen<br />
van vrede’. De aldus verkregen vrede met Christus in hun hart,<br />
stelt mensen in staat wegen tot verzoening te openen naar directe<br />
levensgezellen in gezin, communiteit en werkmilieu. Zij<br />
mogen anderen laten delen in wat zij bij de Bron van vrede, het<br />
mensgeworden Hart van Gods Eerstgeboren Zoon hebben ontvangen.<br />
Van hen zei Jezus: ‘Gelukkig de vredebrengers, zij zullen<br />
kinderen Gods genoemd worden’ (Mt. 5,9).<br />
Deze ‘Pax Christi’ tenslotte is het welke God bestemde voor heel<br />
zijn mensdom, die unieke vrede die wij als christenen met Kerstmis<br />
en Pasen telkens dankbaar vieren en die wij in elke Eucharistie<br />
vertrouwvol afsmeken bij het verzoenende ‘Lam Gods dat de<br />
zonden van de wereld wegdraagt’.<br />
Mgr. Dr. J.L. Lescrauwaet msc.<br />
Emeritus hulpbisschop van Haarlem
20<br />
V<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
ERZOENING?<br />
OKÉ. MAAR TOCH HAD<br />
IK GELIJK …..<br />
In mijn jonge jaren, bij ons thuis, hadden we de bekende<br />
gewoonte om met <strong>Sint</strong>erklaas elkaar iets te geven met een<br />
puntig gedichtje erbij. Het overkwam mij een keer dat een<br />
van mijn broers er een tekening bij had gedaan. Hij had mij<br />
uitgetekend temidden van een mislukking, maar met een<br />
ballonnetje gaf hij mij de woorden in de mond: ‘En toch had ik<br />
gelijk’. Het was pijnlijk en tegelijk een goede les. In discussies<br />
vocht ik soms op niets ontziende manier om gelijk te<br />
krijgen. En als dan achteraf ook bleek dat ik gelijk had<br />
gehad, dan triomfeerde ik, heel trots. De waarheid had<br />
gezegevierd. Pijnlijk voor die ander, die zo dom was. Nu ja<br />
….<br />
Vergeving, verzoening ….<br />
Tja, als christen moet je daar natuurlijk wel toe bereid zijn. Maar<br />
laat die ander dan maar eens over de brug komen en schuld<br />
bekennen. Dan zal ik hem wel vergeven. Maar vergeten zal ik het<br />
overigens niet gauw! Intussen denkt die ander er ook zo over en<br />
dus blijven we met stijve koppen langs elkaar heen lopen. Zonder<br />
verzoening geen rust. Nu worden kleine ruzies wel weer vergeten.<br />
De tijd heelt vele wonden. Maar helaas is het ook ooit<br />
ernstiger. Zelf liep ik ooit een paar jaar met een ruzie rond. Een<br />
aantal kleine conflicten met iemand uit mijn omgeving zorgde<br />
voor een verwijdering. Bij het laatste contact gingen we uit elkaar,<br />
zonder groet, zonder handdruk. Ik voelde mij flink verongelijkt en<br />
dat moest die ander toch maar eens gaan voelen! Mijn houding<br />
was ook wel niet altijd vriendelijk geweest, maar dat was een<br />
begrijpelijke reactie. Eigenlijk was het allemaal zijn schuld, zo<br />
dacht ik. Heel onverwacht werd ik toch weer aan dat conflict herinnerd.<br />
Ik kwam in een situatie tijdens een cursus waarin ik er niet<br />
aan kon ontkomen om een eerlijk geloofsgetuigenis te geven. Ik<br />
was bang om daarmee buiten de groep te komen staan, het kostte<br />
veel moeite. Maar het sloeg in en het werd aanvaard, heel posi-
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
21<br />
tief. Zelf werd ik overweldigd door een grote vreugde, meerdere<br />
dagen. Een bijzonder cadeau van de Heer. Heel gauw kwam er<br />
toen ook een grote onrust: mocht ik die vreugde aanvaarden,<br />
terwijl er nog dat oude conflict was? Ik kwam er niet onderuit. Ik<br />
moest een brief schrijven waarin ik de schuld daarvan op mij<br />
nam. Er kwam spoedig een fijn antwoord. We werden weer vrienden<br />
en die ander heeft nog veel voor mij betekend.<br />
Beschuldiging en koude plichtsbetrachting<br />
Bereidheid tot vergeving: het klinkt heel mooi. Maar het is tegelijk<br />
een beschuldiging van de ander. Er kwam eens iemand bij ons<br />
aan de deur die een huisgenoot wilde spreken. De persoon in<br />
kwestie was niet thuis en eigenlijk vertrouwde ik die bezoeker<br />
niet zo erg. Ik wist hem weg te krijgen. Later hoorde mijn huisgenoot<br />
daarvan en hij was niet gelukkig met mijn optreden. Hij kwam<br />
naar mij toe om te zeggen dat hij het mij wilde vergeven. Maar ik<br />
had naar best vermogen en inzicht gehandeld. En dan zo’n impliciete<br />
beschuldiging ….<br />
Het gebeurde jaren geleden dat iemand een belangrijke taak in<br />
de kerk kreeg toegewezen. Veel mensen vonden hem niet geschikt.<br />
Het deed pijn, want ze hielden van de kerk. Het gaf veel<br />
deining in de pers, in radio en TV.<br />
Journalisten vroegen aan die persoon of hij het daar niet moeilijk<br />
mee had. Antwoord: ‘O nee, ik ben daarvoor officieel benoemd<br />
dus er is geen probleem.’<br />
Ja, volgens de regel stond hij in zijn recht, hij hoefde geen verzoenende<br />
hand uit te steken, althans zo dacht hij.<br />
Een jonge pastoor kwam in een parochie waar gewoontes bestonden<br />
die volgens ‘het boekje’ niet goed waren. Hij zou wel eens<br />
gauw orde op zaken stellen. Dat werd hem niet in dank afgenomen.<br />
Veel medewerkers liepen weg. Grote onrust en teleurstelling.<br />
En hij bedoelde het toch zo goed: trouw aan de regels van<br />
de kerk. Hij kende ook niet de rampzalige gevolgen in de oorlogstijd<br />
toen Duitse soldaten handelden volgens ‘Befehl ist Befehl’.<br />
Hij kende ook niet de laatste canon van het Kerkelijk Recht (nr.1752)<br />
waar gesproken wordt over ‘het zielenheil van de gelovigen, dat<br />
in de Kerk steeds de hoogste wet moet zijn.’ Natuurlijk was hij<br />
wel bereid om die opstandige parochianen te vergeven. Maar die<br />
kwamen daar niet om vragen.
22<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
Verzoening: een goede veronderstelling en gebed<br />
Verzoening? Probeer eerst eens in het hart van de ander te kijken.<br />
Dat is niet zo kwaad als ik of u denkt. Een echtpaar dat door de<br />
week nog al eens kibbelde vertelde het volgende. ‘Als we op<br />
zondag naar de H.Mis zijn geweest, dan hebben we daar samen<br />
de schuldbelijdenis gebeden en we zijn samen te communie gegaan.<br />
Dan weten we van elkaar dat we het toch goed wilden maken.<br />
En dan is alles ook weer goed.’<br />
Leg de ander niet vast op hatelijke uitspraken die gedaan zijn<br />
binnen de groep waartoe hij behoort. Beoordeel protestanten niet<br />
naar wat de Heidelbergse catechismus durft te zeggen over ons,<br />
katholieken. Beoordeel moslims niet naar ophitsende regels uit<br />
hun ‘heilige’ boek, de koran. En durf te hopen dat men ons, katholieken,<br />
niet al te zeer vastpint op fouten in het verleden. Ja,<br />
oordeel en veroordeel niet om niet zelf geoordeeld en veroordeeld<br />
te worden. Lc. 6,37: ‘Oordeelt niet, dan zult u niet geoordeeld<br />
worden; veroordeelt niet, dan zult u niet veroordeeld worden;<br />
spreekt vrij en u zult vrijgesproken worden’<br />
Wat dan wel? Allereerst een eerlijk gesprek om het goede te ontdekken<br />
dat bij de ander uiteindelijk zijn diepste drijfveer is. Nog<br />
beter is het om samen te gaan bidden. En dan liever niet met een<br />
gedrukte tekst die door heel iemand anders gemaakt is. Een spontaan<br />
gebed dat uit het hart komt is tegelijk de mooiste manier van<br />
getuigen. Ik heb zelf ooit enige jaren deel uitgemaakt van een<br />
oecumenische gebedsgroep. Daar baden we samen voor de missie,<br />
de zending, van elke kerk. In het begin had ik daar moeite<br />
mee. Maar gaandeweg kreeg ik ook steeds meer waardering voor<br />
het zendingswerk van niet-katholieken. Door dat gebed groeide<br />
onze liefde voor de ene universele kerk van Jezus Christus. En<br />
we gingen elkaar ook zien en benoemen als broeders en zusters.<br />
Door gebed kunnen zelfs (!) kerken met elkaar verzoend worden.<br />
Het voornaamste….<br />
In het evangelie volgens Matteüs lezen we: ‘Als u uw gave komt<br />
brengen naar het altaar en daar schiet u te binnen dat uw broeder<br />
iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het altaar achter, ga u eerst<br />
met uw broeder verzoenen en kom dan terug om uw gave aan te<br />
bieden.’ (Mt. 5,23-24). Het gaat er dus niet om wie er gelijk heeft.<br />
Ook als mijn broeder ongelijk heeft mag ik niet wachten tot hijzelf<br />
vergeving komt vragen. Nee, ik moet het initiatief nemen en beginnen<br />
met de erkenning van eigen ongelijk.
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
23<br />
Er bestaat een grap over het ‘handboek van de soldaat’. Daarin<br />
zouden de volgende artikelen staan:<br />
1. De commandant heeft altijd gelijk;<br />
2. Als de commandant ooit geen gelijk heeft, dan treedt onmiddellijk<br />
artikel een in werking.<br />
Maar Jezus zegt: ‘En laat u ook geen leraar noemen; u hebt maar<br />
een leraar, de Christus. Wie de grootste onder u is, moet uw dienaar<br />
zijn. Alwie zichzelf verheft, zal vernederd en wie zichzelf<br />
vernedert zal verheven worden.’ (Mt. 23,10-12).<br />
Welke christen mag dan nog zeggen: ‘Ik heb gelijk, want ik ben<br />
de baas?’<br />
Pater drs. L. van der Klaauw aa.<br />
Docent en spirituaal <strong>Sint</strong>-<strong>Janscentrum</strong>
24<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
BROEDERSCHAP<br />
Vader, ik dank U<br />
dat bij alle dwang en druk<br />
wij met troost worden vervuld<br />
om het krachtig groeiend geloof<br />
van onze broeders en zusters.<br />
Ik bid en smeek U:<br />
dat zij zich staande houden<br />
en niet moe worden het goede te doen.<br />
Vader, zegen mijn broeders en zusters:<br />
dat wij broederlijk en eengestemd blijven,<br />
zonder schisma’s of twisten,<br />
volkomen één van zin en één van gevoelen;<br />
dat wij van elkaar liever onrecht en schade<br />
lijden dan aanrichten;<br />
dat wij niet zondigen tegen zwakke broeders<br />
door hun angstvallig geweten te kwetsen<br />
en zo zouden zondigen tegen Christus;<br />
dat de zwakke niet verloren gaat,<br />
de broeder en zuster voor wie Christus is gestorven.<br />
Vader, ik dank U om Jezus,<br />
die zich niet schaamt<br />
ons broeders en zusters te noemen;<br />
in alles moest Hij aan zijn broeders gelijk worden<br />
om als een medelijdend en getrouw hogepriester<br />
onze belangen bij U te behartigen<br />
en onze zonden uit te boeten;<br />
maak ons gelijkvormig aan het beeld van Hem,<br />
om Hem de Eerstgeborene te laten zijn<br />
onder vele broeders.<br />
Pater P. Penning de Vries sj.<br />
(Het sacrament van de Biecht)
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
E VERZOENENDE<br />
KRACHT VAN HET<br />
PAASMYSTERIE<br />
DDe mensheidsgeschiedenis begint nogal catastrofaal. Zondeval.<br />
Broedermoord. En dan dat andere bijbelse verhaal over<br />
die Toren van Babel! Mensen proberen uit eigen macht de<br />
hemel van God te bereiken. Eigen vernuft, eigen prestatie<br />
zouden uit deze aarde een paradijs kunnen scheppen. De<br />
mens steekt God naar de kroon. Vanaf het begin wil hij als<br />
God zijn.<br />
En wij kennen de gevolgen. Dit project van hoogmoed mislukt.<br />
Met als resultaat een Babylonische spraakverwarring.<br />
Mensen die eigenzinnig slechts op zichzelf vertrouwen,<br />
raken al vlug van elkaar vervreemd. Zij gaan elkaar niet meer<br />
begrijpen; verstaan elkaars taal niet meer. Het onbegrip<br />
onderling neemt toe. De zonde heeft zijn intrede gedaan in<br />
deze wereld!<br />
25<br />
Liefde als geschenk<br />
Want, niet op eigen kracht bouwt de mens op deze aarde zijn<br />
geluk. Neen, als een geschenk - een genade - mag hij dit in<br />
ontvangst nemen. Dankbaar uit de hand van Gods goedheid. Dat<br />
was de boodschap van Jezus. En die goedheid van God - zo<br />
gaat deze boodschap verder - zet weer aan tot onderlinge liefde<br />
van mensen. Liefde tot God, liefde tot de naaste zijn één! En<br />
Jezus leefde deze boodschap voor. Hij was de goedheid, de<br />
genade Gods in persoon!<br />
Maar is deze liefde niet op een mislukking uitgelopen? De goedheid<br />
Gods door haat en vijandschap uit deze wereld gebannen?<br />
Jezus, de genade Gods in persoon: een Gekruisigde! Bang sloten<br />
daarom de leerlingen op Paasavond zich af van de buitenwereld<br />
(vgl. Joh. 20,19). Uit vrees. Uit verdriet. Uit teleurstelling.<br />
Maar, wie de deur op slot houdt, verwacht niets en niemand meer!
26<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
Verrijzenis<br />
De zonde is vanaf het begin binnengekropen in onze mensheidsgeschiedenis;<br />
en in haar onmiddellijk gevolg de dood. Loochent<br />
dit kwaad niet elke menselijke levensverwachting! Wat is oog in<br />
oog met zo veel onheil in onze wereld levensgeluk nog waard?<br />
Waar is God in het troosteloze verdriet van een sterven? Vragen<br />
die niets van hun beklemming verloren hebben. Integendeel!<br />
Is elke verwachting tevergeefs? Neen, op Paasavond gaan gesloten<br />
deuren ineens open. De Verrezene staat in de kring van<br />
zijn vertwijfelde leerlingen. Hij staat in hun midden. Volgelingen<br />
vormen een kring om Hem heen. Hij is voortaan hun centrum.<br />
Centrum van hun levensverwachting! Want deze Verrezene heeft<br />
de zonde die er was vanaf het begin, overwonnen. De dood heeft<br />
geen macht meer over Hem.<br />
Zijn Vrede mogen zij in ontvangst nemen. Genade van zondevergeving.<br />
Genade van een nieuw leven dat elke zonde, ja zelfs<br />
uiteindelijk de dood achter zich laat. De goedheid Gods, in Hem<br />
verschenen, is onoverwinnelijk gebleken. Dat maakt hun vreugde<br />
uit. ‘De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer<br />
zagen’ (Joh. 20,20). Het is de Paasvreugde waarin wij nog steeds<br />
mogen delen.<br />
De gave van de Heilige Geest<br />
Maar - toch maar weer een bange vraag - houdt deze vreugde wel<br />
stand; gezien de vaak zware uitdagingen van het leven? Blijft<br />
onze hoopvolle levensverwachting wel overeind? Geloven in de<br />
goedheid van God. Geloven in Christus’ overwinning op zonde<br />
en dood. Dat geloven is zeker in onze sceptische tijd geen gemakkelijke<br />
zaak. Maar, dan is er ineens die bemoediging. De<br />
troost van het Pinksterfeest. Wij staan er niet alleen voor.<br />
Een kracht wordt ons geschonken. ‘Ontvangt de Heilige Geest’<br />
(Joh. 20,22), zegt de gekruisigde en verrezen Heer. De mens<br />
moet niet langer proberen op eigen kracht de hemel van God te<br />
bereiken. Zijn eigenzinnig bouwproject is van meet af aan gedoemd<br />
te mislukken. Een omgekeerde beweging zet in. Deuren<br />
van de hemel openen zich van boven uit over ons. Een H. Geest<br />
van vrede en verzoening daalt op ons neer. Het paradijs mag<br />
door Hem, door zijn kracht van vergeving, hier op aarde al een<br />
aanvang nemen.<br />
Op die eerste Paasdag kwam deze Geest over Jezus’ naaste<br />
leerlingen; vijftig dagen daarna, op dat eerste Pinksterfeest, over
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
27<br />
allen; van hoog tot laag, over klein en groot. Hij brengt in harten<br />
van mensen opnieuw Jezus in herinnering; zijn woorden, zijn werken.<br />
Door Hem, de H. Geest, leeft Christus verinnerlijkt in mensen.<br />
Vrede en verzoening<br />
Daarom ook dat zij door Hem samengebracht worden. ‘Altijd blijft<br />
Hij bezig voor God een volk bijeen te brengen uit alle naties en<br />
rassen en talen’ (Vgl. Eucharistisch gebed III). De spreekwoordelijk<br />
geworden Babylonische spraakverwarring wordt opgeheven.<br />
Mensen gaan elkaar weer begrijpen. Zij gaan in vrede en in verzoening<br />
met elkaar leven. Zij spreken een taal van het hart die<br />
ieder rechtgeaard mens kan verstaan. De stem van goedheid<br />
heeft weinig of geen woorden nodig om zich verstaanbaar te maken.<br />
‘Uit alle naties en rassen en talen’ afkomstig vormen deze<br />
mensen een hechte eenheid. Want de H. Geest van vrede en<br />
verzoening smeedt hen samen.<br />
‘Alle ledematen, hoe vele ook’, zegt St. Paulus, ‘maken tezamen<br />
één lichaam uit. Zo is het ook met Christus’ (1 Kor. 12, 12). Op<br />
Pinksteren is dit éne volk van God geboren, het Lichaam van<br />
Christus, de Kerk.<br />
En deze Kerk mag het Teken zijn in de wereld van Gods goedheid,<br />
van de onoverwinnelijke kracht van Christus en van zijn<br />
Geest. Als een stormwind greep de Pinkstergeest de leerlingen<br />
aan. Een vuur van geloof en van liefde ging branden in hun harten.<br />
Angst en twijfel maakten plaats voor moed en overtuiging.<br />
De Pinkstergeest vraagt ook van ons een moedig geloofsgetuigenis.<br />
Mgr. Dr. B. Janssens.<br />
Docent <strong>Sint</strong>-<strong>Janscentrum</strong> en Rolduc
28<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
REES NIET,<br />
OPENT DE DEUREN<br />
VOOR CHRISTUS!<br />
VGedurende het tweede semester van dit studiejaar lazen we<br />
tijdens de Latijnse les enige stukken uit de ‘Belijdenissen’<br />
van de Westerse kerkvader Augustinus. Ik was al bekend<br />
met de lange weg tot bekering die hij had afgelegd maar werd<br />
toch bijzonder getroffen door een passage in het achtste<br />
boek (28) waarin hij een gesprek met zijn vriend Alypius<br />
onderbreekt en naar de tuin gaat en een enorme huilbui krijgt<br />
onder de vijgenboom. Het was alsof God aan de deur van zijn<br />
hart klopte om van buiten naar binnen te mogen komen. Dit<br />
is een van de twee situaties waarbij God aan de deuren van<br />
het hart van de mens kan kloppen. De tweede is bekend van<br />
Theresia van Avila, waarbij God van binnenuit aanklopt en<br />
haar hart in vuur en vlam zet. Maar in beide gevallen vraagt<br />
Jezus Christus om voor Hem open te doen en Hem binnen te<br />
laten.<br />
Gebroken hart en geest<br />
Terug naar de tekst van Augustinus. Ik ben u nog een antwoord<br />
schuldig omdat ik vertelde dat de tekst van Augustinus mij persoonlijk<br />
beroerde. Vlak voordat ik in 1997 contact opnam met een<br />
priestervriend overkwam mij iets soortgelijks dat wil zeggen: ik<br />
had mij voor de zoveelste keer aan een voor mij tot op dat moment<br />
moeilijk te bestrijden zonde, gestoten en barstte enige tijd<br />
later in een enorme huilbui uit. En die hield pas op nadat ik mijn<br />
zonde had beleden, spijt had betoond en mijzelf geheel in Gods<br />
handen had gelegd. Ik ervoer een gevoel van bevrijding. Ik kwam<br />
tot rust en tot het inzicht dat God mij de hand (verzoening) had<br />
gereikt of als het ware aan de deur van mijn hart had geklopt en<br />
dat ik voor Hem had opengedaan. God vraagt immers van iedere<br />
zondaar een gebroken hart en geest. Deze ervaring tijdens de<br />
Latijnse les zette mij aan het denken maar tegelijkertijd was het<br />
een gevoel van opnieuw beleven omdat het beeld van dat moment<br />
mij voor de geest stond.
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
29<br />
Laat mij uw kleed zijn….<br />
Gedurende de Vastentijd van dit jaar viel mijn oog op een wondermooie<br />
tekst van pater R.Cantalamessa, de huistheoloog van Paus<br />
Benedictus XVI, met de spraakmakende titel ‘God, laat mij uw<br />
(lijk)wade zijn’. Het komt voor mij aardig overeen met het tweede<br />
voorbeeld van Theresia van Avila. In de bijdrage overwoog<br />
Cantalamessa een mogelijk gebed in het aanschijn van de lijkwade.<br />
Christus is voor ons aan het kruis gestorven door de gave<br />
van zijn lichaam en bloed die wij dagelijks en onder tekenen in de<br />
Heilige Eucharistie mogen ontvangen. Wij kunnen bij de Heilige<br />
Communie Hem tegemoet treden, aldus de huistheoloog van de<br />
Paus, met het oprechte voornemen om bij het ontvangen van zijn<br />
gaven van lichaam en bloed in de gedaante van brood en wijn, ze<br />
te omwikkelen met al onze liefde en in geloof op een zodanige<br />
manier dat zijn wonden in onze ziel blijvende merktekens achterlaten.<br />
Wij omkleden Hem hierdoor met onze (gebrekkige) menselijkheid.<br />
En zou dat niet een mooi antwoord zijn op Zijn initiatief<br />
van liefde en verzoening door op deze wijze onze liefde voor<br />
Hem te tonen en ons hernieuwd met Hem te verzoenen?! We<br />
mogen groeien in affectieve spiritualiteit en in een authentiek geloven<br />
in Hem die was, is en komen zal.<br />
Op dit moment komt de u wellicht bekende Oudtestamentische<br />
tekst in mijn gedachten op van de profeet Ezechiel (36,26-27)<br />
waarin God ons belooft een hart van vlees te geven dat het hart<br />
van steen, dat zich niet opent voor God, moet vervangen en een<br />
nieuwe geest (Heilige Geest) in ons uit te storten.<br />
Het lijden en de dood van Christus aan het kruis: de enige maar<br />
nauwe doorgang tot de eeuwige verlossing om uiteindelijk net<br />
zoals Paulus te kunnen zeggen ‘Ikzelf leef niet meer, het is Christus<br />
die in mij leeft’!<br />
En dan doet het pijn om vele (kerkgaande) mensen te zien die<br />
niet (meer) de Heilige Communie kunnen of willen ontvangen of<br />
dat op een oneerbiedige wijze doen, Christus niet meer met grote<br />
liefde en in geloof willen omkleden. Dit heeft voor mij onder meer<br />
te maken met het sterk verminderde zondebesef, als dat er al is<br />
en het daarmee samenhangende in onbruik raken van het sacrament<br />
van Boete en Verzoening (Biecht).
30<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
God wil ons allen (!) redden en de geschetste ontwikkelingen zijn<br />
eens te meer reden om ‘de straat op te gaan’ met de eenvoudige<br />
maar o zo duidelijke boodschap van Paus Johannes Paulus II als<br />
discipel van Jezus Christus bij zijn aantreden in 1978: ‘Vreest<br />
niet, opent de deuren voor Christus!’ Iets wat hij gedurende zijn<br />
gehele leven in praktijk heeft gebracht.<br />
Jacques Grubben<br />
2 e jaars priesterstudent
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006<br />
IN MEMORIAM<br />
Bidden wij voor de overledenen van de Gebedskring<br />
Dhr. A.F.C. van Dijk, Westerhoven<br />
Mw. J. de Knoop, Nijmegen<br />
Z.E.H. M. Mouwen, Wiekevorst (B)<br />
Zr. A. Beekmans, Eindhoven<br />
P.H.C. Saris, Nuenen<br />
Zr. M. van Oort, Veghel<br />
Zr. C. Renders, Veghel<br />
Zr. F. Korste, Veghel<br />
Zr. A. van de Bogaard, Nuland<br />
Zr. H. Verberne, Veghel<br />
Zr. H. Heijmans, Nuland<br />
Zr. N. Rijkers, Veghel<br />
Z.E.H. H. Maas, Best<br />
Mw. A.H.M. Jansen-Wijgers, Oss<br />
Dhr. T. van Eijk, Drunen<br />
M. Woerkom, Druten<br />
J.H.M. van Dommelen, Eindhoven<br />
Mw. A.M. Kuster, Heilige Landstichting<br />
Dhr. F.A.M. van Erp, Veldhoven<br />
Diaken G.H.W.M. v.d. Pas,<br />
’s-Hertogenbosch<br />
DAT ZIJ MOGEN LEVEN IN VREDE<br />
31<br />
Mej. J. Echterbille, Herne (B)<br />
Mej. M. Reygaerts, Tollembeek (B)<br />
Mw. M. van Poppel-Sesink, Bergeijk<br />
Deken W.J.H. Kaal, Eindhoven<br />
Br. B. Zwetsloot, Nijmegen<br />
Mw. M. Eurlings, Maastricht<br />
Mw. Gerichhausen, Vught<br />
Mw. C.H. van Duin-Kolsteren, Waalwijk<br />
Zr. Maria-Goretti, Millingen aan de Rijn
32<br />
JAARGANG 15, NUMMER 2 - ZOMER 2006