03.09.2013 Views

2012-04-05 t/m 08 - PKN-gemeente de Triangel

2012-04-05 t/m 08 - PKN-gemeente de Triangel

2012-04-05 t/m 08 - PKN-gemeente de Triangel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Diensten in “De <strong>Triangel</strong>”<br />

in <strong>de</strong> Stille Week<br />

en op<br />

Paasmorgen<br />

5 tot en met 8 april <strong>2012</strong><br />

----------------------------------------------------------------------------<br />

Wilt u dit exemplaar na <strong>de</strong> dienst (behalve op Paasmorgen)<br />

voor ver<strong>de</strong>r gebruik weer terugleggen, s.v.p?<br />

2


Witte Don<strong>de</strong>rdag<br />

5 april <strong>2012</strong><br />

Dienst van Woord en Tafel<br />

Liturgische kleur: Wit<br />

Voorganger: Ds H.G.F. Hübbers<br />

Ambtsdrager van dienst: Theo van Berkel<br />

Lector: Mirjam Harmsen<br />

Orgel: Joop van Oordt<br />

<br />

We zingen: Psalm 42 7 (We gaan staan)<br />

Hart, onrustig, vol van zorgen,<br />

vleugellam geslagen ziel,<br />

hoop op God en wees geborgen.<br />

Hij verheft wie ne<strong>de</strong>rviel.<br />

Eens verschijn ik voor <strong>de</strong>n Heer,<br />

vindt mijn ziel het danklied weer:<br />

Hij, mijn God, Hij heeft mijn leven<br />

altijd aan <strong>de</strong> dood ontheven.<br />

Voorbereiding<br />

Votum en Groet<br />

V. Onze hulp is in <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong> Heer<br />

G. die hemel en aar<strong>de</strong> gemaakt heeft.<br />

V. Die trouw blijft tot in eeuwigheid,<br />

G. die niet opgeeft wat Hij eens begon.<br />

V. Gena<strong>de</strong> en vre<strong>de</strong> van God <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r, van Jezus Christus <strong>de</strong> Heer.<br />

In <strong>de</strong> gemeenschap van <strong>de</strong> heilige Geest.<br />

G. Amen.<br />

3<br />

We zingen: Gezang 452: 2<br />

Bedreigt mij leed, ontmoet mij smart,<br />

ik vrees geen kwaad, maar klaag het Hem.<br />

Hoe groot in eer, Hij hoort mijn stem,<br />

hoe ver van <strong>de</strong> aard, Hij kent mijn hart.<br />

Gods zoon vergeet <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r niet<br />

die Hij op aar<strong>de</strong> liet.<br />

Hij is mijn hoop.<br />

Hij wies mij met zijn doop,<br />

Hij geeft mij brood en beker,<br />

'k ben van zijn lief<strong>de</strong> zeker.<br />

Hij is mijn hoop! (We gaan zitten)<br />

Gebed<br />

Zingen: Gezang 242: 4, 5 en 7<br />

Gij lief<strong>de</strong>vuur van God,<br />

kom ons geheel doordringen.<br />

Voeg hart en zin tezaam<br />

en heilig alle dingen.<br />

Bij 's Heren lief<strong>de</strong>maal<br />

zult Gij aanwezig zijn.<br />

Vorm ons naar Christus' beeld,<br />

door woord en brood en wijn.<br />

Des Heren tafel brengt<br />

ons tot elkaar in vre<strong>de</strong>.<br />

Deel Gij ons Christus' bloed<br />

en Christus' lichaam me<strong>de</strong>.<br />

Weer Gij <strong>de</strong> vijand af<br />

die sluw ons schei<strong>de</strong>n wil.<br />

Maak ons in Christus één,<br />

gelovig, blij en stil.<br />

Wie 's Heren Geest bezielt,<br />

wie 's Heren woord doet zingen,<br />

wie met ons vieren wil<br />

het feest <strong>de</strong>r eerstelingen,<br />

die stemme met ons in<br />

en prijze Gods verbond<br />

dat Hij vandaag vernieuwt<br />

en elke morgenstond.<br />

4


Schriftlezing: Johannes 13: 1 - 17<br />

Jezus wast <strong>de</strong> voeten van <strong>de</strong> leerlingen<br />

1 Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en<br />

dat hij uit <strong>de</strong> wereld terug zou keren naar <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r. Hij had <strong>de</strong> mensen die<br />

hem in <strong>de</strong> wereld toebehoor<strong>de</strong>n lief, en zijn lief<strong>de</strong> voor hen zou tot het uiterste<br />

gaan. 2 Jezus en zijn leerlingen hiel<strong>de</strong>n een maaltijd. De duivel had intussen<br />

Judas, <strong>de</strong> zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verra<strong>de</strong>n.<br />

3 Jezus, die wist dat <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r hem alle macht had gegeven, dat hij van God<br />

was gekomen en weer naar God terug zou gaan, 4 stond tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> maaltijd<br />

op. Hij leg<strong>de</strong> zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om 5 en goot water in<br />

een waskom. Hij begon <strong>de</strong> voeten van zijn leerlingen te wassen en droog<strong>de</strong> ze<br />

af met <strong>de</strong> doek die hij omgeslagen had. 6 Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei<br />

<strong>de</strong>ze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ 7 Jezus antwoord<strong>de</strong>: ‘Wat ik<br />

doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ 8 ‘O nee,’ zei<br />

Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’ Maar toen Jezus zei: ‘Als ik ze<br />

niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’ 9 antwoord<strong>de</strong> hij: ‘Heer, dan niet alleen<br />

mijn voeten, maar ook mijn han<strong>de</strong>n en mijn hoofd!’ 10 Hierop zei Jezus:<br />

‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal<br />

rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ 11 Hij wist namelijk wie hem zou<br />

verra<strong>de</strong>n, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren.<br />

12 Toen hij hun voeten gewassen had, <strong>de</strong>ed hij zijn bovenkleed aan en ging<br />

weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij. 13 ‘Jullie<br />

zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook.<br />

14 Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars<br />

voeten wassen. 15 Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb<br />

gedaan, moeten jullie ook doen. 16 Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is<br />

niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt.<br />

17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar han<strong>de</strong>lt.<br />

We zingen: Elb 213<br />

2. Wij zijn on<strong>de</strong>rweg als pelgrims, vin<strong>de</strong>n bij elkaar houvast.<br />

Naast elkaar als broers en zusters, dragen wij elkan<strong>de</strong>rs last.<br />

3. Ik zal Christus' licht ontsteken als het duister jou omvangt.<br />

Ik zal jou van vre<strong>de</strong> spreken waar je hart naar heeft verlangd.<br />

4. Ik zal blij zijn als jij blij bent, huilen om jouw droefenis,<br />

al mijn leeftocht met je <strong>de</strong>len tot <strong>de</strong> reis ten ein<strong>de</strong> is.<br />

5. Dan zal het volmaakte komen als wij zingend voor Hem staan,<br />

als wij Christus' weg van lief<strong>de</strong> en van lij<strong>de</strong>n zijn gegaan.<br />

5<br />

Verkondiging<br />

Geloofsbelij<strong>de</strong>nis (staan<strong>de</strong>)<br />

waarna wij elkaar <strong>de</strong> Vre<strong>de</strong> van Christus toewensen<br />

Ik geloof in God <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> Almachtige, Schepper <strong>de</strong>s hemels en <strong>de</strong>r<br />

aar<strong>de</strong>.<br />

En in Jezus Christus, zijnen Eniggeboren Zoon, onze Here, die ontvangen<br />

is van <strong>de</strong> heilige Geest, geboren uit <strong>de</strong> maagd Maria, die gele<strong>de</strong>n heeft on<strong>de</strong>r<br />

Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, ne<strong>de</strong>rgedaald ter<br />

helle, ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n dage we<strong>de</strong>rom opgestaan van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n. Opgevaren ten<br />

hemel, zitten<strong>de</strong> ter rechterhand Gods, <strong>de</strong>s almachtigen Va<strong>de</strong>rs, vanwaar Hij<br />

komen zal om te oor<strong>de</strong>len <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n.<br />

Ik geloof in <strong>de</strong> heilige Geest. Ik geloof ene heilige, algemene christelijke<br />

Kerk, <strong>de</strong> gemeenschap <strong>de</strong>r heiligen; vergeving <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>n; we<strong>de</strong>ropstanding<br />

<strong>de</strong>s vleses en een eeuwig leven. Amen<br />

Collecten: 1 e Diaconie-CZWO (Comm. Zending, Werelddiak. en Ontwikkelings-<br />

samenwerking)<br />

2 e Kerk<br />

Voorbe<strong>de</strong>n<br />

Nodiging<br />

V. De Heer roept ons tot zijn Tafel.<br />

Komt dan! Weet dat Hij het is die u nodigt om te <strong>de</strong>len in <strong>de</strong> overvloed van<br />

zijn gena<strong>de</strong>.<br />

We vormen samen een kring (Neem uw liturgie mee)<br />

Tafelgebed<br />

V. Wij danken U dat U <strong>de</strong> Tafel bereidt hebt met Uw lichaam.<br />

U, Jezus, hebt het voor ons volbracht. Zou U niet <strong>de</strong> weg zijn gegaan door<br />

<strong>de</strong> dood heen, dan zou<strong>de</strong>n wij hier niet zijn. Dan zou<strong>de</strong>n we al lang verloren<br />

zijn gegaan.<br />

U verbindt ons met <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r en met elkaar.<br />

Wij willen op Witte Don<strong>de</strong>rdag <strong>2012</strong> in Uw Naam het brood breken en <strong>de</strong><br />

wijn schenken, zoals U dat voor heeft gedaan.<br />

Gisteren, vandaag en morgen. Ja, dag aan dag draagt U ons.<br />

Als Uw <strong>gemeente</strong> kunnen wij het brood niet breken zon<strong>de</strong>r te <strong>de</strong>nken aan<br />

al <strong>de</strong>genen die honger hebben. Uw wereld is één en wij zijn rentmeesters<br />

van uw gulle gaven. Maak onze welvaart dienstbaar aan wie niets heeft. Wij<br />

kunnen <strong>de</strong> wijn niet drinken zon<strong>de</strong>r te <strong>de</strong>nken aan hen die dorst hebben,<br />

dorsten naar vre<strong>de</strong> en gerechtigheid; voor opgejaag<strong>de</strong> mensen. Maak onze<br />

overvloed dienstbaar aan wie uitgeput zijn. Wees met ons en hen die een<br />

nieuwe start wensen te maken met zichzelf, een an<strong>de</strong>r en U.<br />

6


(Wij bid<strong>de</strong>n in stilte)<br />

Stort uw heilige Geest over ons uit en over <strong>de</strong> gaven van brood en wijn opdat<br />

ze voor ons uw lichaam mogen zijn genezend, vergevend, helend zo<br />

dat wij voor U uw lichaam mogen wor<strong>de</strong>n. Zorgzaam en lief<strong>de</strong>vol aanwezig<br />

in <strong>de</strong> wereld totdat uw koninkrijk komt, waarom we bid<strong>de</strong>n: Onze Va<strong>de</strong>r…<br />

INZETTINGSWOORDEN<br />

V. In <strong>de</strong> nacht waarin <strong>de</strong> Heer Jezus werd uitgeleverd nam Hij het brood,<br />

sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: “Dit is mijn lichaam voor jullie.<br />

Doe dit, telkens opnieuw, om mij te ge<strong>de</strong>nken.”<br />

Zo nam Hij na <strong>de</strong> maaltijd ook <strong>de</strong> beker en Hij zei: “Deze beker is het nieuwe<br />

verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie<br />

hieruit drinken, om mij te ge<strong>de</strong>nken.<br />

Altijd wanneer u dit brood eet en uit <strong>de</strong> beker drinkt, verkondigt u <strong>de</strong> dood<br />

van <strong>de</strong> Heer, totdat Hij komt.”<br />

GEMEENSCHAP VAN BROOD EN WIJN<br />

Wij zingen tij<strong>de</strong>ns het <strong>de</strong>len: Elb 362 (mel. Eeuwen gele<strong>de</strong>n)<br />

1 God in ons mid<strong>de</strong>n 2 Lam dat <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n draagt<br />

Heer, wij aanbid<strong>de</strong>n lam dat <strong>de</strong> leeuw verjaagt,<br />

met al uw kin<strong>de</strong>ren wereldwijd uw wieg een kribbe, uw troon een kruis<br />

uw trouw aan mensen, Gij spreidt geen macht ten toon,<br />

uw onbegrens<strong>de</strong>, Gij zijt, o mensenzoon,<br />

uw ongeken<strong>de</strong> majesteit. on<strong>de</strong>r een open hemel thuis.<br />

3 Licht van <strong>de</strong> overkant, 4 Koning <strong>de</strong>r volken,<br />

fakkel die eeuwig brandt, kom op <strong>de</strong> wolken,<br />

vlam die ons naar Gods land geleidt, keer al het kwa<strong>de</strong> ten goe<strong>de</strong> om,<br />

wie lopen in uw licht, kom, lam dat voor ons bloedt,<br />

zie, over hun gezicht kom, licht in overvloed,<br />

valt al <strong>de</strong> glans <strong>de</strong>r eeuwigheid kom spoedig, Here Jezus, kom!<br />

5 God in ons mid<strong>de</strong>n,<br />

Heer, wij aanbid<strong>de</strong>n,<br />

met al <strong>de</strong> heiligen uw beleid,<br />

uw trouw aan mensen,<br />

uw onbegrens<strong>de</strong>,<br />

uw ongeken<strong>de</strong> majesteit.<br />

7<br />

GEBED VAN TOEWIJDING<br />

V. Heer Jezus Christus. U hebt ons uw leven in han<strong>de</strong>n gegeven. Nu leggen<br />

wij ons leven in <strong>de</strong> uwe. Neem ons, vernieuw en herschep ons. Wat we waren<br />

is verle<strong>de</strong>n tijd; wat we zullen wor<strong>de</strong>n door U, ligt nog voor ons. Leid<br />

ons voorwaarts, neem ons met U mee. Amen<br />

We zingen: Gezang 301: 1, 2, 4 en 5<br />

1 Wij moeten Go<strong>de</strong> zingen 2 Hij schenkt <strong>de</strong> levensa<strong>de</strong>m,<br />

halleluja, Hij geeft <strong>de</strong> levensgeest,<br />

om alle goe<strong>de</strong> dingen in schan<strong>de</strong> en in scha<strong>de</strong><br />

halleluja, is Hij nabij geweest,<br />

al zijn wij vreem<strong>de</strong>lingen aan al wie Hem aanba<strong>de</strong>n,<br />

in schan<strong>de</strong> en in scha, aan ie<strong>de</strong>r die Hem vreest,<br />

Gij zendt uw zegeningen komt Hij, <strong>de</strong> Heer, te sta<strong>de</strong>,<br />

halleluja. <strong>de</strong> minsten allermeest.<br />

Zegen<br />

4 De lier hing aan <strong>de</strong> wilgen, 5 Wij moeten Go<strong>de</strong> zingen<br />

misericordia, halleluja,<br />

God zal ons niet ver<strong>de</strong>lgen, <strong>de</strong> Heer van alle dingen<br />

aan God zij gloria. die leeft in gloria,<br />

Zijn woord zal ons genezen, met alle stervelingen,<br />

halleluja, niets komt zijn eer te na,<br />

zoals het was voor <strong>de</strong>zen wij moeten Go<strong>de</strong> zingen<br />

in Galilea. halleluja.<br />

<br />

Aanvang dienst: Goe<strong>de</strong> Vrijdag 19.30 uur<br />

Paaswake 22.00 uur<br />

Paasmorgen 10.20 uur<br />

----------------------------------------------------------------------------<br />

Wilt u dit exemplaar na <strong>de</strong> dienst (behalve op Paasmorgen)<br />

voor ver<strong>de</strong>r gebruik weer terugleggen, s.v.p?<br />

8


Goe<strong>de</strong> Vrijdag<br />

6 april <strong>2012</strong><br />

Liturgische kleur: Paars, <strong>de</strong> kleur van boete en rouw<br />

Voorganger : Mw. Sarah A.M. Bomer, pastor<br />

Ambtsdrager : Ton Kalkman<br />

1 e Lector : Willem van <strong>de</strong>r Leek<br />

Declamatie : I - Annieke Boven-Spijker<br />

: II - Jan-Auwke Verspuij<br />

Orgel : Joop van Oordt<br />

9<br />

De dienst begint in stilte, <strong>de</strong> Paaskaars brandt<br />

V: Vre<strong>de</strong> en gena<strong>de</strong> zij met ons allen,<br />

In <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> Zoon en <strong>de</strong> Heilige Geest.<br />

G: Amen.<br />

Openingstekst, gesproken door enkele <strong>gemeente</strong>le<strong>de</strong>n.<br />

I: Ie<strong>de</strong>r huis zijn kruis, een volksgezeg<strong>de</strong>,<br />

o zo waar.<br />

Alle staties van <strong>de</strong> kruisweg<br />

dagelijks in krant en journaal.<br />

II: Waarom dan jaarlijks<br />

het lij<strong>de</strong>n van Hem weer herdacht –<br />

was Hij zo bijzon<strong>de</strong>r, zijn lij<strong>de</strong>n zo uniek hevig?<br />

I: Nee, dat niet.<br />

II: Er zijn velen he<strong>de</strong>n ten dage<br />

die gemarteld, verminkt, geslagen,<br />

ter wille van an<strong>de</strong>ren hun leven geven.<br />

I: Er zijn velen die langer dan één nacht<br />

pijn lij<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> beker die ze te drinken krijgen.<br />

II: Het is om al het menselijke,:<br />

om zijn strijd en vertwijfeling,<br />

zijn aanvaarding en bovenal:<br />

zijn hoop op <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r,<br />

dat wij zijn lij<strong>de</strong>nsweg weer gaan.<br />

I: Dat Hij zo, dagelijks,<br />

on<strong>de</strong>r ons mag leven en sterven.<br />

Gebed<br />

10


1 e Schriftlezing: Exodus 12: 21 – 25<br />

1 e Lector:<br />

21 Toen riep Mozes <strong>de</strong> oudsten van Israël bij elkaar. ‘Elke familie moet een<br />

lam of een bokje kiezen,’ zei hij, ‘en dat moet wor<strong>de</strong>n geslacht als pesachoffer.<br />

22 Laat ie<strong>de</strong>r daarna een bos majoraantakken nemen, die in <strong>de</strong><br />

schaal met bloed dopen en het bloed aan <strong>de</strong> bovendorpel en aan <strong>de</strong> bei<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>urposten strijken. Ga dan tot <strong>de</strong> morgen <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur niet uit, 23 want <strong>de</strong><br />

HEE R zal door Egypte heen gaan om het te straffen. Maar ziet hij bij een<br />

<strong>de</strong>ur bloed aan <strong>de</strong> bovendorpel en aan <strong>de</strong> posten, dan zal hij die <strong>de</strong>ur<br />

voorbijgaan, hij zal <strong>de</strong> doodsengel geen toestemming geven om uw huizen<br />

binnen te gaan en u te treffen. 24 Dit voorschrift blijft voor u en uw kin<strong>de</strong>ren<br />

voor altijd van kracht. 25 Ook als u eenmaal in het land bent dat <strong>de</strong> HEER<br />

u zal geven, zoals hij heeft beloofd, moet u dit gebruik in ere hou<strong>de</strong>n.<br />

Zingen: Gezang 178: 1, 2 en 3<br />

1 Jezus, om uw lij<strong>de</strong>n groot, 2 Heer, om uw zachtmoedigheid,<br />

om uw leven en uw dood vorst die op een ezel rijdt<br />

die volbrengen 't recht van God, en om Sions onwil schreit,<br />

Kyrie eleison. Kyrie eleison.<br />

3 Om <strong>de</strong> zalving door een vrouw,<br />

vreug<strong>de</strong>-olie, geur van rouw,<br />

teken van wat komen zou,<br />

Kyrie eleison.<br />

Vervolg Schriftlezing: Exodus 12: 26 - 33<br />

V: 26 En als uw kin<strong>de</strong>ren dan vragen: “Wat betekent dit gebruik?” 27 antwoord<br />

dan: “Wij brengen <strong>de</strong> H EE R een pesachoffer omdat hij <strong>de</strong> huizen van <strong>de</strong><br />

Israëlieten voorbij is gegaan toen hij <strong>de</strong> Egyptenaren strafte; ons heeft hij<br />

gespaard.”’ Toen kniel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Israëlieten en bogen ze zich diep neer, 28 en<br />

ze <strong>de</strong><strong>de</strong>n wat <strong>de</strong> H EER aan Mozes en Aäron had bevolen.<br />

29 Mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> nacht dood<strong>de</strong> <strong>de</strong> H EE R alle eerstgeborenen in Egypte,<br />

van <strong>de</strong> eerstgeborene van <strong>de</strong> farao, zijn troonopvolger, tot <strong>de</strong> eerstgeborene<br />

van <strong>de</strong> gevangene, en ook al het eerstgeboren vee. 30 De farao, zijn<br />

hovelingen en alle an<strong>de</strong>re Egyptenaren schrokken die nacht wakker, en in<br />

heel Egypte klonk een luid gejammer, want er was geen huis waarin geen<br />

do<strong>de</strong> was.<br />

31 Die nacht nog ontbood <strong>de</strong> farao Mozes en Aäron. ‘Ga onmid<strong>de</strong>llijk bij<br />

mijn volk weg,’ zei hij, ‘u en alle Israëlieten! Ga <strong>de</strong> HEER maar vereren,<br />

zoals u hebt gevraagd. 32 Neem uw schapen, geiten en run<strong>de</strong>ren mee, zoals<br />

u gevraagd hebt, en verdwijn! Maar bid dan ook voor mij om zegen.’<br />

33 De Egyptenaren drongen er bij het volk op aan zo snel mogelijk uit hun<br />

land weg te gaan. ‘An<strong>de</strong>rs sterven we allemaal nog!’ zei<strong>de</strong>n ze.<br />

11<br />

Zingen: Gezang 178: 4 en 5<br />

Om het brood, Heer, dat Gij breekt,<br />

om <strong>de</strong> beker die Gij reikt,<br />

om <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n die Gij spreekt,<br />

Kyrie eleison.<br />

3 e Schriftlezing: Psalm 22 : 1 – 32,<br />

Here, om uw bloedig zweet,<br />

als Ge alleen <strong>de</strong> wijnpers treedt,<br />

om <strong>de</strong> kelk vol bitter leed,<br />

Kyrie eleison.<br />

I: vers 1 - 11<br />

1 Voor <strong>de</strong> koorlei<strong>de</strong>r. Op <strong>de</strong> wijs van De hin<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dageraad. Een psalm<br />

van David.<br />

2 Mijn God, mijn God,<br />

waarom hebt u mij verlaten?<br />

U blijft ver weg en redt mij niet,<br />

ook al schreeuw ik het uit.<br />

3 ‘Mijn God!’ roep ik<br />

overdag, en u antwoordt niet,<br />

’s nachts, en ik vind geen rust.<br />

4 U bent <strong>de</strong> Heilige,<br />

die op Israëls lofzangen troont.<br />

5 Op u hebben onze voorou<strong>de</strong>rs vertrouwd;<br />

zij hebben vertrouwd en u verloste hen,<br />

6 tot u geroepen en zij ontkwamen,<br />

op u vertrouwd en zij wer<strong>de</strong>n niet beschaamd.<br />

7 Maar ik ben een worm en geen mens,<br />

door ie<strong>de</strong>reen versmaad, bij het volk veracht.<br />

8 Allen die mij zien, bespotten mij,<br />

ze schud<strong>de</strong>n meewarig het hoofd:<br />

9 ‘Wend je tot <strong>de</strong> HEER ! Laat hij je verlossen,<br />

laat hij je bevrij<strong>de</strong>n, hij houdt toch van je?’<br />

10 U hebt mij uit <strong>de</strong> buik van mijn moe<strong>de</strong>r gehaald,<br />

mij aan haar borsten toevertrouwd,<br />

11 bij mijn geboorte vingen uw han<strong>de</strong>n mij op,<br />

van <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rschoot af bent u mijn God.<br />

12


V: vers 12 - 19<br />

12 Blijf dan niet ver van mij,<br />

want <strong>de</strong> nood is nabij<br />

en er is niemand die helpt.<br />

13 Een troep stieren staat om mij heen,<br />

buffels van Basan omsingelen mij,<br />

14 roofzuchtige, brullen<strong>de</strong> leeuwen<br />

sperren hun muil naar mij open.<br />

15 Als water ben ik uitgegoten,<br />

mijn gebeente valt uiteen,<br />

mijn hart is als was,<br />

het smelt in mijn lijf.<br />

16 Mijn kracht is droog als een potscherf,<br />

mijn tong kleeft aan mijn gehemelte,<br />

u legt mij neer in het stof van <strong>de</strong> dood.<br />

17 Hon<strong>de</strong>n staan om mij heen,<br />

een woeste ben<strong>de</strong> sluit mij in,<br />

zij hebben mijn han<strong>de</strong>n en voeten doorboord.<br />

18 Ik kan al mijn been<strong>de</strong>ren tellen.<br />

Zij kijken vol leedvermaak toe,<br />

19 ver<strong>de</strong>len mijn kleren on<strong>de</strong>r elkaar<br />

en werpen het lot om mijn mantel.<br />

II: vers 20 - 27<br />

20 H EER , houd u niet ver van mij,<br />

mijn sterkte, snel mij te hulp.<br />

21 Bevrijd mijn ziel van het zwaard,<br />

mijn leven uit <strong>de</strong> greep van die hon<strong>de</strong>n.<br />

22 Red mij uit <strong>de</strong> muil van <strong>de</strong> leeuw,<br />

bescherm mij tegen <strong>de</strong> horens van <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> stier.<br />

U geeft mij antwoord.<br />

23 Ik zal uw naam bekendmaken,<br />

u loven in <strong>de</strong> kring van mijn volk.<br />

24 Loof hem, allen die <strong>de</strong> HEE R vrezen,<br />

breng hem eer, kin<strong>de</strong>ren van Jakob,<br />

wees beducht voor hem, volk van Israël.<br />

13<br />

25 Hij veracht <strong>de</strong> zwakke niet,<br />

verafschuwt niet wie wordt verne<strong>de</strong>rd,<br />

hij wendt zijn blik niet van hem af,<br />

maar hoort zijn hulpgeroep.<br />

26 Van u komt mijn lofzang in <strong>de</strong> kring van het volk,<br />

mijn geloften los ik in bij wie u vrezen.<br />

27 De verne<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n zullen eten en wor<strong>de</strong>n verzadigd.<br />

Zij die hem zoeken, brengen lof aan <strong>de</strong> H EER.<br />

Voor altijd mogen jullie leven!<br />

V: vers: 28 - 32<br />

28 Overal, tot aan <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>,<br />

zal men <strong>de</strong> H EER ge<strong>de</strong>nken en zich tot hem wen<strong>de</strong>n.<br />

Voor u zullen zich buigen<br />

alle stammen en volken.<br />

29 Want het koningschap is aan <strong>de</strong> H EER ,<br />

hij heerst over <strong>de</strong> volken.<br />

30 Wie op aar<strong>de</strong> in overvloed leven,<br />

zullen aanzitten en zich voor hem buigen.<br />

Ook zullen voor hem knielen<br />

wie in het graf zijn neergedaald,<br />

wie hun leven niet kon<strong>de</strong>n behou<strong>de</strong>n.<br />

31 Een nieuw geslacht zal hem dienen<br />

en aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren vertellen van <strong>de</strong> Heer;<br />

32 aan het volk dat nog geboren moet wor<strong>de</strong>n<br />

zal het van zijn gerechtigheid verhalen:<br />

hij is een God van da<strong>de</strong>n.<br />

14


Zingen: Gezang 179: 1, 2 en 3<br />

Een rijsje dat zo woest een storm bewoog,<br />

een wortel uit een aar<strong>de</strong> dor en droog,<br />

had geen gedaant’ of schoonheid in ons oog.<br />

Als wij Hem zagen,<br />

zo was daar niets dat ogen kon behagen;<br />

Hij was veracht,<br />

d’ onwaardigste <strong>de</strong>r mensen:<br />

wie durft zich Hem tot Zaligmaker wensen?<br />

Hij was veracht.<br />

O Man van Smart, dat ie<strong>de</strong>r voor U kniel'!<br />

Gij droegt aldus <strong>de</strong> krankheid onzer ziel:<br />

't was onze last die op uw schou<strong>de</strong>rs viel;<br />

ons overtre<strong>de</strong>n<br />

heeft U verwond; om <strong>de</strong> ongerechtighe<strong>de</strong>n<br />

door ons begaan,<br />

zijt Ge in dit leed gekomen;<br />

<strong>de</strong> straf, die ons <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> toe doet stromen,<br />

die naamt Gij aan.<br />

15<br />

4 e Schriftlezing: Hebreeën 9: 11 - 15<br />

V: 11 Christus daarentegen is aangetre<strong>de</strong>n als hogepriester van al het goe<strong>de</strong><br />

dat ons is toebedacht: hij is door een indrukwekken<strong>de</strong>r en volmaakter tent –<br />

die niet door mensenhan<strong>de</strong>n gemaakt is en niet behoort tot onze schepping<br />

– 12 voor eens en altijd het hemelse heiligdom binnengegaan, en dan niet<br />

met bloed van bokken en jonge stieren maar met zijn eigen bloed. Zo heeft<br />

hij een eeuwige verlossing verworven. 13 Want als het lichaam van wie onrein<br />

is al wordt gereinigd en geheiligd wanneer het besprenkeld wordt met<br />

het bloed van bokken en stieren of bestrooid met <strong>de</strong> as van een jonge koe,<br />

14 hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij <strong>de</strong> eeuwige<br />

Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zon<strong>de</strong>r smet, ons geweten<br />

reinigen van da<strong>de</strong>n die tot <strong>de</strong> dood lei<strong>de</strong>n, en het heiligen voor <strong>de</strong><br />

dienst aan <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> God?<br />

15 Zo is hij dan bemid<strong>de</strong>laar van een nieuw verbond; hij is immers gestorven<br />

om ons te verlossen van <strong>de</strong> overtredingen tegen het eerste verbond.<br />

Nu kunnen allen die geroepen zijn het beloof<strong>de</strong> eeuwige erf<strong>de</strong>el ontvangen.<br />

De Paaskaars wordt gedoofd<br />

Stilte<br />

Meditatief moment:<br />

V: Soms hoor ik over mensen die <strong>de</strong> machten weerstaan,<br />

hun eigen woord spreken en hun leven riskeren<br />

in <strong>de</strong> rechtszaal.<br />

Soms ontmoet ik mensen in hun geest en<br />

lichaam getroffen, gehandicapt –<br />

en toch, vrolijk ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mensen.<br />

Ik zag mensen die <strong>de</strong> sterven<strong>de</strong> niet me<strong>de</strong>n –<br />

maar hand in hand, oog in oog,<br />

hem van harte nabij zijn gebleven.<br />

Ik ken mensen die pijn le<strong>de</strong>n met een lach<br />

om <strong>de</strong> mond, tot het laatst zichtbaar,<br />

dankbaar voor het leven.<br />

Dan vraag ik mij af:<br />

wie zal ik zijn, als het mij overkomt?<br />

Misschien – ik vrees het –<br />

als Petrus, die ontkent.<br />

16


Dat ik dat zal kunnen God:<br />

afscheid nemen, zelf, bewust en zeggen zelf:<br />

dit is mijn leven: het is volbracht.<br />

Dat ik dat zal kunnen God, dankbaar zijn<br />

voor <strong>de</strong> tijd mij toegemeten.<br />

Zon<strong>de</strong>r wrok, voor wat wel, voor wat niet<br />

was in mijn leven.<br />

Dat ik dat zal kunnen God,<br />

zelf het hoofd buigen,<br />

niet verdoofd of weggespoten,<br />

zelf mijn geest geven, zolang als het mag,<br />

zo ver als het kan.<br />

God, Va<strong>de</strong>r, wat ik al hoop te zijn,<br />

te kunnen dan, -<br />

kom mij tegemoet,<br />

kom halfweg minstens, mij tegemoet –<br />

in <strong>de</strong> naam van Jezus Christus,<br />

die stierf aan het kruis vol vertrouwen<br />

op U, mijn God.<br />

Amen.<br />

(Uit: Ginds heen, Peer Verhoeven, 1984)<br />

Zingen: Gezang 179: 4 en 5<br />

't Is heil, wat uw verbrijzling ons verkondt:<br />

uw striemen zijn genezing onzer wond;<br />

wij dwaal<strong>de</strong>n als verloren schapen rond<br />

op eigen pa<strong>de</strong>n;<br />

<strong>de</strong> Heer heeft U met onze last bela<strong>de</strong>n;<br />

Gij hebt geboet;<br />

niet Gij, slechts wij zijn schuldig;<br />

maar Gij, Gij stort gewillig en geduldig<br />

uw dierbaar bloed.<br />

Gelijk een lam, dat stil ter slachtbank gaat,<br />

gelijk een schaap zich zwijgend scheren laat,<br />

zo <strong>de</strong>edt Ge uw mond niet open on<strong>de</strong>r 't kwaad,<br />

U overkomen.<br />

God heeft U uit het oor<strong>de</strong>el weggenomen,<br />

toen Ge elke toog<br />

zijns bekers had gedronken,<br />

en 't zondig volk gerechtigheid geschonken<br />

in 's Heren oog.<br />

17<br />

Inleiding op het brengen van bloemen op of bij <strong>de</strong> avondmaalstafel;<br />

Neerleggen van <strong>de</strong> bloemen;<br />

Muziek.<br />

Zingen: Gezang 179: 6 en 7<br />

Toen was 't volbracht, volbracht voor zondaars, Heer!<br />

Gij buigt het hoofd tot uwe ruste neer;<br />

geen oneer treft uw heilig lichaam meer,<br />

geen smaad <strong>de</strong>r bozen;<br />

al is uw graf gesteld bij god<strong>de</strong>lozen,<br />

God wreekt uw recht:<br />

<strong>de</strong> liefd' en <strong>de</strong> eerbied dragen<br />

U van het kruis en schreiend' ogen zagen<br />

U weggelegd.<br />

O Heiland, dus gefolterd voor mijn kwaad!<br />

O Heilge, om mijn schan<strong>de</strong> dus gesmaad!<br />

Wat spruit er uit uw graf een heerlijk zaad<br />

van eeuwig leven!<br />

Hoe veler ziel werd U van God gegeven<br />

voor <strong>de</strong> eeuwigheid,<br />

om <strong>de</strong> eeuwge eer te <strong>de</strong>len,<br />

U, die U tot een offer gaaft voor velen,<br />

bij Hem bereid!<br />

Laatste Schriftlezing: Marcus 15: 40 - 47<br />

Graflegging<br />

40 Van een afstand keken ook enkele vrouwen toe, on<strong>de</strong>r wie Maria uit Magdala<br />

en Maria <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r van Jakobus <strong>de</strong> jongere en van Joses, en Salome.<br />

41 Toen hij in Galilea verbleef, waren <strong>de</strong>ze vrouwen hem gevolgd en had<strong>de</strong>n<br />

ze voor hem gezorgd, net als vele an<strong>de</strong>re vrouwen die met hem waren meegereisd<br />

naar Jeruzalem.<br />

42 Toen <strong>de</strong> avond al gevallen was (het was <strong>de</strong> ‘voorbereidingsdag’, dat wil<br />

zeggen <strong>de</strong> dag voor <strong>de</strong> sabbat), 43 kwam Josef van Arimatea, een vooraanstaand<br />

raadsheer, die zelf ook <strong>de</strong> komst van het koninkrijk van God verwachtte.<br />

Hij raapte al zijn moed bijeen en ging naar Pilatus, die hij om het lichaam<br />

van Jezus vroeg. 44 Het bevreemd<strong>de</strong> Pilatus dat hij al dood zou zijn en hij riep<br />

<strong>de</strong> centurio bij zich, aan wie hij vroeg of Jezus al gestorven was, 45 en toen<br />

<strong>de</strong> centurio dat bevestigd had, gaf hij het lijk aan Josef. 46 Josef kocht een<br />

stuk linnen, haal<strong>de</strong> Jezus van het kruis en wikkel<strong>de</strong> hem in het linnen. Daarna<br />

leg<strong>de</strong> hij hem in een graf dat in <strong>de</strong> rots was uitgehouwen en rol<strong>de</strong> een steen<br />

voor <strong>de</strong> ingang.<br />

47 Maria uit Magdala en Maria <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r van Joses keken toe in welk graf<br />

hij werd gelegd.<br />

18


Stilte<br />

Dienst <strong>de</strong>r gebe<strong>de</strong>n, besloten met het gezamenlijk gebe<strong>de</strong>n Onze Va<strong>de</strong>r.<br />

Zingen: Gezang 174<br />

Ik wil mij gaan vertroosten<br />

in Jesu lij<strong>de</strong>n groot.<br />

Al heeft 't gestaan ten boosten,<br />

het mocht nog wor<strong>de</strong>n goed.<br />

Al om mijn zondig leven<br />

ben ik met druk bevaân.<br />

Dat wil ik gaan begeven.<br />

o Jesu, zie mij aan!<br />

Zegenbe<strong>de</strong>.<br />

Mijn zuchten en mijn kermen<br />

zie aan, genadig God!<br />

Eilaas, wil mijns ontfermen,<br />

al heb ik uw gebod<br />

versmaad te meen'ger ure,<br />

ik wil mij beetren gaan.<br />

Dit doet mijn herte treuren:<br />

o Jesu, zie mij aan!<br />

De tijd heb ik verloren,<br />

die Gij mij hebt verleend.<br />

Naar U wild' ik niet horen,<br />

in zon<strong>de</strong>n was 'k versteend.<br />

Zeer traag ben ik tot <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n,<br />

al heb ik goed vermaan.<br />

Oorsprong <strong>de</strong>r eeuwge vreug<strong>de</strong>n,<br />

o Jesu, zie mij aan!<br />

De ambtsdrager van dienst draagt na <strong>de</strong> zegenbe<strong>de</strong>, in stilte<br />

<strong>de</strong> gedoof<strong>de</strong> paaskaars naar buiten.<br />

Daarna verlaten ook wij in stilte <strong>de</strong> kerkzaal.<br />

<br />

19<br />

Aanvang diensten<br />

Paaswake 22.00 uur<br />

Paasmorgen 10.20 uur<br />

We zingen dan enkele beken<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>ren vooraf<br />

----------------------------------------------------------------------------<br />

Wilt u dit exemplaar na <strong>de</strong> dienst (behalve op Paasmorgen)<br />

voor ver<strong>de</strong>r gebruik weer terugleggen, s.v.p?<br />

20


Stille Zaterdag<br />

7 april <strong>2012</strong><br />

PAASWAKE<br />

Thema van <strong>de</strong> dienst: …en er was licht!<br />

Liturgische kleuren: Paars en Wit,<br />

Paars: rouw en boete;<br />

Wit: symbool van het god<strong>de</strong>lijk licht.<br />

Voorganger: Sarah A.M. Bomer, pastor<br />

Ambtsdrager van dienst: Maarten Feenstra<br />

Lectoren: Ria van Dijk<br />

José van <strong>de</strong>r Graaf<br />

Organist: Joop van Oordt<br />

21<br />

De dienst begint:<br />

Voorganger roept: “HET LICHT VAN CHRISTUS!”, waarop <strong>de</strong> nieuwe Paaskaars,<br />

bran<strong>de</strong>nd <strong>de</strong> kerk wordt binnengebracht.<br />

Gemeente antwoordt: “HEER, WIJ LOVEN U!”<br />

Als <strong>de</strong> Paaskaars op <strong>de</strong> kan<strong>de</strong>laar staat geven wij elkaar het paaslicht door.<br />

Hierna zingen wij: Gezang 199: 1 t/m 4<br />

De toekomst van <strong>de</strong> Heer is daar<br />

en voor zijn voeten uit<br />

gaan vre<strong>de</strong> en rechtvaardigheid<br />

als brui<strong>de</strong>gom en bruid.<br />

De trouw zal bloeien als een roos<br />

en zie, gerechtigheid<br />

zal uit <strong>de</strong> hemel moeiteloos<br />

neerdalen in <strong>de</strong> tijd.<br />

Voorwaar, het heil is nu nabij,<br />

uw goe<strong>de</strong>rtierenheid.<br />

En vol verwachting zingen wij:<br />

God roept <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> uit!<br />

Sta op, o God, en maak het waar<br />

wat heel uw kerk bezingt:<br />

dat heel uw schepping weer ontwaakt<br />

uit haar betovering.<br />

Woor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Paaskaars:<br />

V. O, laat ons waarlijk zuiver zijn<br />

dan zien wij hoe in ’t licht<br />

zo stralend in <strong>de</strong> zonneschijn<br />

Christus staat opgericht.<br />

Dan horen wij als <strong>de</strong> dag aanbreekt<br />

met bovenaardse gloed,<br />

hoe Christus zelve tot ons spreekt,<br />

zeggen<strong>de</strong>: “Weest gegroet!”<br />

(Johannes Damascenus, 675-749)<br />

22


Zingen: Gezang 199: 5, 6 en 7<br />

Want groot zijt Gij en da<strong>de</strong>n groot<br />

zijn door uw hand gedaan;<br />

het graan ontkiemt ternauwernood,<br />

het sterft om op te staan.<br />

Gij hebt <strong>de</strong> groeve toege<strong>de</strong>kt<br />

waarin <strong>de</strong> korrel viel<br />

om weer te wor<strong>de</strong>n opgewekt:<br />

Adam met hart en ziel.<br />

Nu is <strong>de</strong> dag van oogsten daar,<br />

het hoogste van <strong>de</strong> tijd;<br />

een koning als een korenaar<br />

staat op in majesteit.<br />

1 e Schriftlezing: Genesis 1: 1 – 5<br />

1. In het begin schiep God <strong>de</strong> hemel en <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>.<br />

2. De aar<strong>de</strong> was nog woest en doods, en duisternis<br />

lag over <strong>de</strong> oervloed, maar Gods Geest zweef<strong>de</strong><br />

over het water.<br />

3. God zei: “Er moet licht komen,”<br />

en er was licht. God zag dat het licht goed was<br />

en hij scheid<strong>de</strong> het licht van <strong>de</strong> duisternis;<br />

5. het licht noem<strong>de</strong> hij dag, <strong>de</strong> duisternis noem<strong>de</strong> hij<br />

nacht. Het werd avond en het werd morgen.<br />

De eerste dag.<br />

23<br />

Zingen: Gezang 214: 1,3,6<br />

O, nu ik mocht aanschouwen,<br />

uw overwinningsfeest,<br />

kan mij niet meer benauwen<br />

het duister van mijn geest.<br />

Ik zal vol goe<strong>de</strong> moed<br />

behou<strong>de</strong>n 't kostbaar goed,<br />

dat mij verworven heeft<br />

<strong>de</strong> Heer die eeuwig leeft.<br />

Nu brengt Hij zon<strong>de</strong>r dralen<br />

mij aan <strong>de</strong> hemelpoort.<br />

In al <strong>de</strong>r wereld talen<br />

staat daar gegrift het woord:<br />

wie met Hem zijn gehoond,<br />

die wor<strong>de</strong>n hier gekroond;<br />

wie stierven met <strong>de</strong> Heer,<br />

die komen hier tot eer.<br />

24


Er wordt nu water geschonken in <strong>de</strong> doopschaal.<br />

Hernieuwing van <strong>de</strong> doopbelofte,<br />

voorganger samen met <strong>de</strong> <strong>gemeente</strong>:<br />

Ik geloof dat ik op <strong>de</strong>ze aar<strong>de</strong> ben<br />

Om iets moois, iets goeds<br />

Van mijn leven te maken.<br />

Ik geloof dat ik <strong>de</strong> verplichting heb<br />

iets moois van <strong>de</strong>ze aar<strong>de</strong> te maken,<br />

speciaal voor an<strong>de</strong>ren.<br />

Ik geloof dat ik naar <strong>de</strong> Geest van Christus<br />

moet leven en mijn me<strong>de</strong>mens<br />

<strong>de</strong> hand moet reiken,<br />

door met hem mee te leven,<br />

om hem begrip en lief<strong>de</strong> te tonen.<br />

Ik geloof, dat ik door zó te leven,<br />

mijn leven zin geef; en dan<br />

is het leven waard geleefd te wor<strong>de</strong>n.<br />

Daartoe bid<strong>de</strong>n wij om <strong>de</strong> gave<br />

van <strong>de</strong> Heilige Geest. Amen.<br />

2 e Schriftlezing: Romeinen 6: 3 - 6<br />

3. Weet u dan niet dat wij, die gedoopt zijn in Christus Jezus,<br />

zijn gedoopt in zijn dood?<br />

4. Wij zijn door <strong>de</strong> doop in zijn dood met Hem<br />

begraven om, zoals Christus door <strong>de</strong> macht<br />

van <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r uit <strong>de</strong> dood is opgewekt,<br />

een nieuw leven te lei<strong>de</strong>n.<br />

5. Als wij <strong>de</strong>len in zijn dood, zullen wij ook <strong>de</strong>len<br />

in zijn opstanding.<br />

6. Immers, wij weten dat ons ou<strong>de</strong> bestaan<br />

met hem gekruisigd is omdat er een ein<strong>de</strong><br />

moest komen aan ons zondige leven:<br />

wij mochten niet langer slaven van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> zijn.<br />

Het antependium in het liturgisch centrum wordt nu gewisseld.<br />

25<br />

Wij lezen het Paasevangelie.<br />

3 e Schriftlezing: Marcus 16: 1 – 20<br />

Het lege graf<br />

1 Toen <strong>de</strong> sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r<br />

van Jakobus, en Salome geurige olie om hem te balsemen. 2 Op <strong>de</strong> eerste<br />

dag van <strong>de</strong> week gingen ze heel vroeg in <strong>de</strong> ochtend, vlak na zonsopgang,<br />

naar het graf. 3 Ze zei<strong>de</strong>n tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons <strong>de</strong> steen voor <strong>de</strong> ingang<br />

van het graf wegrollen?’ 4 Maar toen ze opkeken, zagen ze dat <strong>de</strong> steen<br />

al was weggerold; het was een heel grote steen. 5 Toen ze het graf binnengingen,<br />

zagen ze rechts een in het wit gekle<strong>de</strong> jongeman zitten. Ze schrokken<br />

vreselijk. 6 Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. U zoekt Jezus, <strong>de</strong> man uit<br />

Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit <strong>de</strong> dood, hij is niet hier; kijk, dat is<br />

<strong>de</strong> plaats waar hij was neergelegd. 7 Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en<br />

tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals<br />

hij jullie heeft gezegd.”’<br />

8 Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren<br />

bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen<br />

niemand iets zei<strong>de</strong>n.<br />

Na <strong>de</strong> opstanding<br />

9 Toen hij vroeg op <strong>de</strong> eerste dag van <strong>de</strong> week uit <strong>de</strong> dood was opgestaan,<br />

verscheen hij eerst aan Maria uit Magdala, bij wie hij zeven <strong>de</strong>monen had uitgedreven.<br />

10 Ze ging het nieuws vertellen aan <strong>de</strong> mensen die hem had<strong>de</strong>n<br />

vergezeld en die nu om hem treur<strong>de</strong>n en rouw<strong>de</strong>n. 11 Toen ze hoor<strong>de</strong>n dat hij<br />

leef<strong>de</strong> en dat zij hem had gezien, geloof<strong>de</strong>n ze het niet. 12 Daarna verscheen<br />

hij in een an<strong>de</strong>re gedaante aan twee van hen toen ze buiten <strong>de</strong> stad aan het<br />

wan<strong>de</strong>len waren. 13 Ze gingen terug en vertel<strong>de</strong>n het aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren; maar<br />

ook zij wer<strong>de</strong>n niet geloofd. 14 Ten slotte verscheen hij aan <strong>de</strong> elf terwijl ze<br />

aan het eten waren, en hij verweet hun hun ongeloof en halsstarrigheid, omdat<br />

ze geen geloof had<strong>de</strong>n geschonken aan <strong>de</strong>genen die hem had<strong>de</strong>n gezien nadat<br />

hij uit <strong>de</strong> dood was opgewekt. 15 En hij zei tegen hen: ‘Trek heel <strong>de</strong> wereld<br />

rond en maak aan ie<strong>de</strong>r schepsel het goe<strong>de</strong> nieuws bekend. 16 Wie gelooft en<br />

gedoopt is zal wor<strong>de</strong>n gered, maar wie niet gelooft zal wor<strong>de</strong>n veroor<strong>de</strong>eld.<br />

17 Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

tekenen: in mijn naam zullen ze <strong>de</strong>monen uitdrijven, ze zullen spreken<br />

in onbeken<strong>de</strong> talen, 18 met hun han<strong>de</strong>n zullen ze slangen oppakken en als ze<br />

een do<strong>de</strong>lijk gif drinken zal dat hun niet <strong>de</strong>ren, en ze zullen zieken weer gezond<br />

maken door hun <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n op te leggen.’<br />

19 Nadat hij dit tegen hen had gezegd, werd <strong>de</strong> Heer Jezus in <strong>de</strong> hemel opgenomen<br />

en nam hij plaats aan <strong>de</strong> rechterhand van God. 20 En zij gingen op<br />

weg om overal het nieuws bekend te maken. De Heer hielp hen daarbij en zette<br />

hun verkondiging kracht bij met <strong>de</strong> tekenen die ermee gepaard gingen.<br />

26


Zingen: Gezang 223<br />

1 De aar<strong>de</strong> is vervuld 2 Gods goedheid is te groot<br />

van goe<strong>de</strong>rtierenheid, voor het geluk alleen,<br />

van god<strong>de</strong>lijk geduld zij gaat in alle nood<br />

en god<strong>de</strong>lijk beleid. door heel het leven heen.<br />

Over<strong>de</strong>nking<br />

3 Zij daalt als vruchtbaar zaad 4 Omdat zij niet vergeet<br />

tot in <strong>de</strong> groeve af wie godverlaten zijn:<br />

omdat zij niet verlaat <strong>de</strong> wereld hemelsbreed<br />

wie toeven in het graf. zal goe<strong>de</strong> aar<strong>de</strong> zijn.<br />

5 De sterren hemelhoog 6 Het zaad <strong>de</strong>r goedheid Gods,<br />

zijn door dit zaad bereid het hoge woord, <strong>de</strong> Heer<br />

als dienaars tot <strong>de</strong> oogst valt in <strong>de</strong> voor <strong>de</strong>s doods,<br />

<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong>rtierenheid. valt in <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> neer.<br />

7 Al gij die God bemint<br />

en op zijn goedheid wacht,<br />

<strong>de</strong> oogst ruist in <strong>de</strong> wind<br />

als psalmen in <strong>de</strong> nacht.<br />

Zingen: Gezang 224<br />

1 Kondigt het jubelend aan, 2 Zingt met een juichen<strong>de</strong> stem,<br />

laat het <strong>de</strong> windstreken horen, a<strong>de</strong>mt weer opgetogen,<br />

doet het <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> verstaan: dit is Jeruzalem,<br />

God heeft ons we<strong>de</strong>rgeboren! ere zij God in <strong>de</strong>n hoge!<br />

3 Hier heeft <strong>de</strong> Heer ons geleid, 4 Wan<strong>de</strong>lend in <strong>de</strong> woestijn<br />

hier doet Hij Israël wonen hebben wij water gevon<strong>de</strong>n<br />

uit <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> bevrijd, springen<strong>de</strong> als een fontein,<br />

God zal het lij<strong>de</strong>n ons lonen. bronnen geslagen als won<strong>de</strong>n.<br />

5 Overvloed, overvloed Gods, 6 daaruit ontspringt ons bestaan,<br />

sprengen van water en leven, zo zijn wij we<strong>de</strong>rgeboren!<br />

bloed uit <strong>de</strong> flank van <strong>de</strong> rots, Kondigt het jubelend aan,<br />

water en bloed om het even; laat heel <strong>de</strong> wereld het horen!<br />

Dienst <strong>de</strong>r gebe<strong>de</strong>n, besloten met een gezamenlijk gebe<strong>de</strong>n:<br />

Onze Va<strong>de</strong>r<br />

27<br />

Slotlied (Evang.Liedbun<strong>de</strong>l 122)<br />

Zegenbe<strong>de</strong><br />

Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,<br />

die galmt door gans Jeruzalem;<br />

een heerlijk morgenlicht breekt aan,<br />

<strong>de</strong> Zoon van God is opgestaan.<br />

Geen graf hield Davids zoon omkneld,<br />

Hij overwon die sterke Held!<br />

Hij steeg uit 't graf door 's Va<strong>de</strong>rs kracht,<br />

want Hij is God, bekleed met macht.<br />

Nu jaagt <strong>de</strong> dood geen angst meer aan,<br />

want alles, alles is voldaan.<br />

Die in 't geloof op Jezus ziet,<br />

die vreest voor dood en helle niet.<br />

Want nu <strong>de</strong> Heer is opgestaan,<br />

nu vangt het nieuwe leven aan,<br />

een leven, door Zijn dienst bereid,<br />

een leven in Zijn heerlijkheid.<br />

<br />

Aanvang dienst: Paasmorgen 10.20 uur<br />

We zingen dan enkele beken<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>ren vooraf<br />

----------------------------------------------------------------------------<br />

Wilt u dit exemplaar na <strong>de</strong> dienst (behalve op Paasmorgen)<br />

voor ver<strong>de</strong>r gebruik weer terugleggen, s.v.p?<br />

28


Pasen<br />

8 april <strong>2012</strong><br />

Themadienst Pasen: Ontmoeting<br />

Liturgische kleur: Wit, <strong>de</strong> kleur van het Feest.<br />

Voorganger: Ds H.G.F. Hübbers<br />

Ou<strong>de</strong>rling van dienst: Maarten Feenstra<br />

Lector: Carola Feenstra<br />

Zanggroep o.l.v.: Carola Feenstra<br />

Piano: Eras Wijkhuizen<br />

Trompet: Haijo Kattouw<br />

Orgel: Joop van Oordt<br />

Orgelspel<br />

29<br />

We zingen enkele lie<strong>de</strong>ren vooraf:<br />

Halleluja! Lof zij het Lam!<br />

Halleluja! Lof zij het Lam! De Koning, op <strong>de</strong>s Va<strong>de</strong>rs troon<br />

Die onze zon<strong>de</strong>n op zich nam, <strong>de</strong> Eerstgeboren uit <strong>de</strong> doôn,<br />

Wiens bloed ons heeft geheiligd. <strong>de</strong> Bloed- en Heilgetuige!<br />

Die dood geweest is, en Hij leeft! Der vorsten Vorst, <strong>de</strong>r heren Heer,<br />

Die 't volk, dat Hij ontzondigd heeft, zij heerschappij en dank en eer!<br />

in eeuwigheid beveiligt! Dat alle knie Hem buige!<br />

Aanbidt <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r in het Woord!<br />

Aanbidt <strong>de</strong> Zoon, aan 't kruis doorboord!<br />

Aanbidt <strong>de</strong> Geest uit bei<strong>de</strong>n!<br />

Van zijn gemeenschap, zijn genâ,<br />

zijn liefd' en trouw, Halleluja!,<br />

zal ons geen schepsel schei<strong>de</strong>n.<br />

Ik wil zingen van mijn Heiland,<br />

Ik wil zingen van mijn Heiland,<br />

van Zijn lief<strong>de</strong> won<strong>de</strong>rgroot.<br />

Die zichzelve gaf aan ‘t kruishout<br />

en mij red<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dood.<br />

Refrein:<br />

Zing, o zing van mijn Verlosser,<br />

met Zijn bloed kocht Hij ook mij;<br />

aan het kruis schonk Hij gena<strong>de</strong>,<br />

droeg mijn schuld en ik was vrij.<br />

‘k Wil het won<strong>de</strong>r gaan verhalen,<br />

hoe Hij op zich nam mijn straf;<br />

hoe in lief<strong>de</strong> en gena<strong>de</strong>,<br />

Hij ‘t rantsoen gewillig gaf.<br />

Refrein:<br />

‘k Wil mijn dierb’re Heiland prijzen,<br />

spreken van Zijn grote kracht.<br />

Hij kan overwinnning geven<br />

over zond’ en Satans macht.<br />

Refrein:<br />

Ik wil zingen van mijn Heiland,<br />

hoe Hij smarten leed en pijn,<br />

om mij ‘t leven weer te geven,<br />

eeuwig eens bij Hem te zijn.<br />

Refrein:<br />

30


Welkom<br />

Zingen: Psalm 98: 1 en 3<br />

Zingt een nieuw lied voor God <strong>de</strong>n HERE,<br />

want Hij bracht won<strong>de</strong>ren tot stand.<br />

Wij zien Hem heerlijk triomferen<br />

met opgeheven rechterhand.<br />

Zingt voor <strong>de</strong>n HEER, Hij openbaar<strong>de</strong><br />

bevrij<strong>de</strong>nd heil en bin<strong>de</strong>nd recht<br />

voor alle volkeren op aar<strong>de</strong>.<br />

Hij doet zoals Hij heeft gezegd.<br />

Stilte<br />

Laat heel <strong>de</strong> aard' een loflied wezen,<br />

<strong>de</strong> psalmen gaan van mond tot mond.<br />

De naam <strong>de</strong>s HEREN wordt geprezen,<br />

lofzangen gaan <strong>de</strong> wereld rond.<br />

Hosanna voor <strong>de</strong> grote Koning,<br />

verhef, bazuin, uw stem van goud,<br />

<strong>de</strong> HEER heeft on<strong>de</strong>r ons zijn woning,<br />

<strong>de</strong> HEER die bij ons intocht houdt.<br />

Votum en Groet<br />

V. Onze hulp is in <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong> Heer<br />

G. die hemel en aar<strong>de</strong> gemaakt heeft.<br />

V. Die trouw blijft tot in eeuwigheid,<br />

G. die niet opgeeft wat Hij eens begon.<br />

V. Gena<strong>de</strong> en vre<strong>de</strong> van God <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r, van Jezus Christus <strong>de</strong> Heer,<br />

in <strong>de</strong> gemeenschap van <strong>de</strong> heilige Geest.<br />

G. Amen.<br />

Gebed van toena<strong>de</strong>ring<br />

V: Eeuwige onze God voor U liggen alle harten open. Alle verlangens zijn U<br />

bekend. Geen geheim is voor u verborgen. Reinig <strong>de</strong> overleggingen van<br />

ons hart door <strong>de</strong> ingeving van Uw heilige Geest. Zodat wij U van harte<br />

liefhebben en grootmaken Uw heilige Naam.<br />

G: door Christus onze Heer. Amen<br />

31<br />

Zingen: Gezang 218: 1, 2 en 8<br />

Ik zeg het allen, dat Hij leeft,<br />

dat Hij is opgestaan,<br />

dat met zijn Geest Hij ons omgeeft<br />

waar wij ook staan of gaan.<br />

Gebed<br />

Zingen: Elb 194: 1, 3 en 4<br />

Ik zeg het allen, en <strong>de</strong> mond<br />

van allen zegt het voort,<br />

tot over ’t ganse wereldrond<br />

<strong>de</strong> nieuwe morgen gloort.<br />

’t Is feest omdat Hij bij ons is,<br />

<strong>de</strong> Heer, die eeuwig leeft<br />

en die in Zijn verrijzenis<br />

alles herschapen heeft.<br />

Er is een tafel om te eten voorbij het niemandsland,<br />

er is een volk dat wordt vergeten, dat volk roept overal.<br />

Refrein:<br />

Er is een wereld zon<strong>de</strong>r grenzen zo groot als het heelal,<br />

er is een hemel voor <strong>de</strong> mensen, dat hoor je overal.<br />

Refrein:<br />

32<br />

(we gaan zitten)


Aandacht voor het 40 dagen project en afsluiting<br />

Zingen: Projectlied<br />

Gedicht<br />

Zingen: O vlam van Pasen (mel.: Daar juicht een toon)<br />

O vlam van Pasen, steek ons aan,<br />

<strong>de</strong> Heer is waarlijk opgestaan!<br />

De Zoon, die voor geen zon<strong>de</strong> zwicht,<br />

<strong>de</strong> Zoon is als <strong>de</strong> zon, zo licht!<br />

Ziehier het licht van lange duur,<br />

ziehier <strong>de</strong> Zoon, <strong>de</strong> zon, het vuur;<br />

o vlam van Pasen, steek ons aan<br />

<strong>de</strong> Heer is waarlijk opgestaan!<br />

1 e schriftlezing: Ezechiel 37: 1 - 14<br />

Een dal vol been<strong>de</strong>ren<br />

1 Ik werd opnieuw door <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> H EER gegrepen. Zijn geest voer<strong>de</strong><br />

mij mee en hij zette mij neer in een dal vol been<strong>de</strong>ren. 2 Ik moest er aan alle<br />

kanten omheen lopen, en zo zag ik dat er verspreid over het dal heel veel<br />

been<strong>de</strong>ren lagen, die helemaal waren uitgedroogd. 3 De HEER vroeg mij:<br />

‘Mensenkind, kunnen <strong>de</strong>ze been<strong>de</strong>ren weer tot leven komen?’ Ik antwoord<strong>de</strong>:<br />

‘HEER, mijn God, dat weet u alleen.’ 4 Toen zei hij: ‘Profeteer, en zeg tegen<br />

<strong>de</strong>ze been<strong>de</strong>ren: “Dorre been<strong>de</strong>ren, luister naar <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> HEER!<br />

5 Dit zegt God, <strong>de</strong> H EER : Been<strong>de</strong>ren, ik ga jullie a<strong>de</strong>m geven zodat jullie tot<br />

leven komen. 6 Ik zal jullie pezen geven, vlees op jullie laten groeien en jullie<br />

met huid overtrekken. Ik zal jullie a<strong>de</strong>m geven zodat jullie tot leven komen, en<br />

jullie zullen beseffen dat ik <strong>de</strong> H EER ben.”’<br />

33<br />

7 Ik profeteer<strong>de</strong> zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat <strong>de</strong>ed hoor<strong>de</strong> ik een<br />

geluid, er klonk een geruis van botten die naar elkaar toe bewogen en zich<br />

aaneen voeg<strong>de</strong>n. 8 Ik zag pezen zich aanhechten en vlees groeien, ik zag hoe<br />

er huid over <strong>de</strong> botten heen trok, maar a<strong>de</strong>men <strong>de</strong><strong>de</strong>n ze nog niet. 9 Toen zei<br />

hij tegen mij: ‘Profeteer tegen <strong>de</strong> wind, profeteer, mensenkind, en zeg tegen <strong>de</strong><br />

wind: “Dit zegt God, <strong>de</strong> H E ER : Kom uit <strong>de</strong> vier windstreken, wind, en blaas in<br />

<strong>de</strong>ze do<strong>de</strong>n, zodat ze weer gaan leven.”’ 10 Ik profeteer<strong>de</strong> zoals hij mij gezegd<br />

had, en <strong>de</strong> lichamen wer<strong>de</strong>n met a<strong>de</strong>m gevuld. Ze kwamen tot leven en gingen<br />

op hun voeten staan: een onafzienbare menigte.<br />

11 En hij zei tegen mij: ‘Mensenkind, <strong>de</strong>ze been<strong>de</strong>ren zijn het volk van Israel.<br />

Het zegt: “Onze botten zijn verdord, onze hoop is vervlogen, onze levensdraad<br />

is afgesne<strong>de</strong>n.” 12 Profeteer daarom en zeg tegen hen: “Dit zegt God,<br />

<strong>de</strong> H EER : Mijn volk, ik zal jullie graven openen, ik laat jullie uit je graven komen<br />

en ik zal jullie naar het land van Israël terugbrengen. 13 Jullie zijn mijn<br />

volk, en jullie zullen beseffen dat ik <strong>de</strong> HEER ben als ik je graven open en jullie<br />

uit je graven laat komen. 14 Ik zal jullie mijn a<strong>de</strong>m geven zodat jullie weer<br />

tot leven komen, ik zal jullie terugbrengen naar je land, en jullie zullen beseffen<br />

dat ik <strong>de</strong> HEER ben. Wat ik gezegd heb, zal ik doen – zo spreekt <strong>de</strong> HEER.”’<br />

Zingen: Gezang 242: 2, 3 en 6<br />

O Geest <strong>de</strong>r eeuwigheid,<br />

gij Trooster aller tij<strong>de</strong>n,<br />

<strong>de</strong>el thans uw zegen uit<br />

aan wie uw komst verbei<strong>de</strong>n.<br />

O hel<strong>de</strong>re fontein,<br />

die uit Gods tempel welt,<br />

gij wordt een bre<strong>de</strong> stroom<br />

die met <strong>de</strong> eeuwen zwelt.<br />

In 't lichaam van <strong>de</strong> Heer<br />

tot le<strong>de</strong>n uitverkoren,<br />

zijn wij door uwe kracht<br />

als kind'ren nieuw geboren.<br />

Deel dan uw gaven uit,<br />

wees met uw kracht nabij.<br />

Dat ie<strong>de</strong>r op zijn plaats,<br />

een levend lidmaat zij.<br />

Vul aan wat ons ontbreekt,<br />

want stukwerk is ons pogen.<br />

En wat ons afleidt van<br />

<strong>de</strong> vre<strong>de</strong> uit <strong>de</strong>n hoge,<br />

laat dat, verheven licht,<br />

in vuur en wind vergaan.<br />

Houdt Gij ons staan<strong>de</strong> door<br />

het won<strong>de</strong>r van Gods naam.<br />

34


2 e Schriftlezing: Johannes 20: 1 - 18<br />

Opstanding<br />

1 Vroeg op <strong>de</strong> eerste dag van <strong>de</strong> week, toen het nog donker was, kwam Maria<br />

uit Magdala bij het graf. Ze zag dat <strong>de</strong> steen van <strong>de</strong> opening van het graf was<br />

weggehaald. 2 Ze liep snel terug naar Simon Petrus en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re leerling, van<br />

wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben <strong>de</strong> Heer uit het graf weggehaald en<br />

we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ 3 Petrus en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

leerling gingen op weg naar het graf. 4 Ze liepen bei<strong>de</strong>n snel, maar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

leerling ren<strong>de</strong> vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. 5 Hij<br />

boog zich voorover en zag <strong>de</strong> linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar<br />

binnen. 6 Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag<br />

<strong>de</strong> linnen doeken, 7 en hij zag dat <strong>de</strong> doek die Jezus’ gezicht be<strong>de</strong>kt had niet<br />

bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re doeken lag, maar apart opgerold op een an<strong>de</strong>re plek. 8 Toen<br />

ging ook <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in.<br />

Hij zag het en geloof<strong>de</strong>. 9 Want ze had<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> Schrift nog niet begrepen dat<br />

hij uit <strong>de</strong> dood moest opstaan. 10 De leerlingen gingen terug naar huis.<br />

11 Maria stond nog bij het graf en huil<strong>de</strong>. Huilend boog ze zich naar het<br />

graf, 12 en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoof<strong>de</strong>ind<br />

en een bij het voeteneind van <strong>de</strong> plek waar het lichaam van Jezus had<br />

gelegen. 13 ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer<br />

weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ 14 Na <strong>de</strong>ze<br />

woor<strong>de</strong>n keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus<br />

was. 15 ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het <strong>de</strong><br />

tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem<br />

hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ 16 Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’<br />

Ze draai<strong>de</strong> zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) 17 ‘Houd<br />

me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r. Ga naar<br />

mijn broe<strong>de</strong>rs en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Va<strong>de</strong>r, die<br />

ook jullie Va<strong>de</strong>r is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ 18 Maria uit Magdala<br />

ging naar <strong>de</strong> leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb <strong>de</strong> Heer gezien!’ En ze vertel<strong>de</strong><br />

alles wat hij tegen haar gezegd had.<br />

Zingen (staan<strong>de</strong>): Gezang 255: 1<br />

Ere zij aan God, <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r,<br />

ere zij aan God, <strong>de</strong> Zoon,<br />

eer <strong>de</strong> Heilge Geest, <strong>de</strong> Trooster,<br />

<strong>de</strong> Drieëenge in zijn troon.<br />

Halleluja, halleluja,<br />

<strong>de</strong> Drieëenge in zijn troon!<br />

Verkondiging<br />

35<br />

Zingen: Elb 362 (mel. Eeuwen gele<strong>de</strong>n)<br />

God in ons mid<strong>de</strong>n<br />

Heer, wij aanbid<strong>de</strong>n<br />

met al uw kin<strong>de</strong>ren wereldwijd<br />

uw trouw aan mensen,<br />

uw onbegrens<strong>de</strong>,<br />

uw ongeken<strong>de</strong> majesteit.<br />

Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen<br />

Lam dat <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n draagt<br />

lam dat <strong>de</strong> leeuw verjaagt,<br />

uw wieg een kribbe, uw troon een kruis –<br />

Gij spreidt geen macht ten toon,<br />

Gij zijt, o mensenzoon,<br />

on<strong>de</strong>r een open hemel thuis.<br />

Licht van <strong>de</strong> overkant,<br />

fakkel die eeuwig brandt,<br />

o vlam die ons naar Gods land geleidt,<br />

wie lopen in uw licht,<br />

zie, over hun gezicht<br />

valt al <strong>de</strong> glans <strong>de</strong>r eeuwigheid<br />

Koning <strong>de</strong>r volken,<br />

kom op <strong>de</strong> wolken,<br />

keer al het kwa<strong>de</strong> ten goe<strong>de</strong> om,<br />

kom, lam dat voor ons bloedt,<br />

kom, licht in overvloed,<br />

kom spoedig, Here Jezus, kom!<br />

God in ons mid<strong>de</strong>n,<br />

Heer, wij aanbid<strong>de</strong>n,<br />

met al <strong>de</strong> heiligen uw beleid,<br />

uw trouw aan mensen,<br />

uw onbegrens<strong>de</strong>,<br />

uw ongeken<strong>de</strong> majesteit.<br />

Collecten: 1 e Diaconie – DOA (Diaconale Opvang Almere)<br />

2 e JOP (Jeugd Organisatie van <strong>de</strong> Protestantse kerk)<br />

Trompet en Orgel: Largo, G.F. Hän<strong>de</strong>ll<br />

36


Opdragen van <strong>de</strong> gaven.<br />

Gebe<strong>de</strong>n: Dankzegging,<br />

Voorbe<strong>de</strong>n,<br />

Stil gebed.<br />

Onze Va<strong>de</strong>r<br />

Zingen: U zij <strong>de</strong> glorie (Elb. 132)<br />

(Tij<strong>de</strong>ns het voorspel kunt u uw kind(eren) uit <strong>de</strong> crèche ophalen om gezamenlijk<br />

<strong>de</strong> zegen te ontvangen, daarna gaan we staan.)<br />

Zegen en Amen<br />

U zij <strong>de</strong> glorie, opgestane Heer,<br />

U zij <strong>de</strong> victorie, nu en immermeer!<br />

Uit een blinkend stromen daal<strong>de</strong> 'd engel af,<br />

heeft <strong>de</strong> steen genomen van 't verwonnen graf.<br />

Refrein:<br />

U zij <strong>de</strong> glorie, opgestane Heer,<br />

U zij <strong>de</strong> victorie, nu en immermeer!<br />

Zie Hem verschijnen, Jezus, onze Heer,<br />

Hij brengt al <strong>de</strong> zijnen in zijn armen weer.<br />

Wees dan, volk <strong>de</strong>s Heren, blij en welgezind,<br />

en zeg 't elken kere: Christus overwint!<br />

Refrein:<br />

Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,<br />

die mij heeft genezen, die mij vre<strong>de</strong> geeft?<br />

In Zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot,<br />

niets heb ik te vrezen in leven of dood.<br />

Refrein:<br />

<br />

37<br />

Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen<br />

Intentie- of gebe<strong>de</strong>nboek<br />

Vóór <strong>de</strong> dienst ligt in <strong>de</strong> hal het intentie- of gebe<strong>de</strong>nboek.<br />

De kerkenraad nodigt u uit daarvan gebruik te maken! Schrijf daarin voor wie en<br />

wat naar uw oor<strong>de</strong>el <strong>de</strong> voorbe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>gemeente</strong> gewenst is.<br />

Lever ook op <strong>de</strong>ze manier uw bijdrage aan <strong>de</strong> eredienst.<br />

Kin<strong>de</strong>rkerk en Crèche<br />

De kin<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rnevendienst blijven vandaag in <strong>de</strong> kerk.<br />

Voor kin<strong>de</strong>ren tot 4 jaar is er crèche geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> dienst.<br />

Na <strong>de</strong> dienst<br />

bent u van harte welkom een kopje thee of koffie te drinken. Voor <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren is er limona<strong>de</strong>.<br />

Uw bijdrage in <strong>de</strong> kosten daarvan wordt op prijs gesteld!<br />

Gastenboek<br />

Op <strong>de</strong> balie in <strong>de</strong> ontmoetingsruimte vindt u ons gastenboek. Als u hier pas bent<br />

komen wonen en graag na<strong>de</strong>r kennis wilt maken met onze<br />

<strong>gemeente</strong>, noteer dan uw naam, adres en telefoonnummer in<br />

dit boek. We nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.<br />

Ook wanneer u als gast een bezoek aan (een dienst in) "De<br />

<strong>Triangel</strong>" hebt gebracht, horen wij in het gastenboek graag van<br />

uw ervaringen.<br />

Volgen<strong>de</strong> kerkdiensten (aanvang 10.30 uur)<br />

zondag 15 apr GEEN DIENST - Gez. dienst alle wijken in<br />

De Drieklank - ds A.A. Fid<strong>de</strong>r 9.15 uur<br />

zondag 22 apr GEEN DIENST - Gez. dienst Oost en West in<br />

De Lichtboog - ds T. Buurma 11.00 uur<br />

zondag 29 apr Ds A.A. Fid<strong>de</strong>r<br />

Een zondag gemist?<br />

Bent u vorige week zondag niet in <strong>de</strong> kerk geweest en bent u toch benieuwd naar<br />

<strong>de</strong> liturgie van toen, of <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen?<br />

U kunt nog een zondagsblad vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zwarte lectuurkast, rechts naast <strong>de</strong><br />

keuken.<br />

38


39<br />

40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!