BRL8010 (versie ter kritiek) - KBI
BRL8010 (versie ter kritiek) - KBI
BRL8010 (versie ter kritiek) - KBI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>BRL8010</strong><br />
(<strong>versie</strong> <strong>ter</strong> <strong>kritiek</strong>)<br />
2011-09-20<br />
VENTILATIE-PRESTATIE-KEURING<br />
BRL VPK<br />
BEOORDELINGSRICHTLIJN<br />
voor het <strong>KBI</strong> ® procescertificaat voor het<br />
‘BEOORDELEN VAN<br />
VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN, SCHOLEN EN<br />
KINDERDAGVERBLIJVEN’<br />
Stichting <strong>KBI</strong><br />
Voorlopig vastgesteld door het CCvD van de<br />
Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op 20 september 2011
Algemene informatie bij deze uitgave<br />
In het kader van het activiteitenplan Binnenmilieu Scholen, uitvloeisel van de kabinetsvisie binnenmilieu<br />
scholen, zijn een aantal acties en maatregelen geadopteerd om te komen tot verbe<strong>ter</strong>ing van het binnenmilieu<br />
in scholen. Eén van de belangrijkste knelpunten is het gebrek aan ventilatie. In het kader van<br />
de borging en monitoring is daarom binnen het actieplan de actie opgenomen om een ventilatieprestatiekeuring<br />
voor scholen te ontwikkelen en het gebruik daarvan te stimuleren. Hiermee wordt ook<br />
invulling gegeven aan gesignaleerde knelpunten in advies van de Rijksbouwmees<strong>ter</strong> aangaande<br />
scholenbouw (2009).<br />
Doel van de keuring is bij (ver)bouw te kunnen beoordelen of de voorzieningen de overeengekomen<br />
kwaliteit hebben. Ook kan daarmee bij bestaande scholen op betrouwbare wijze worden vastgesteld<br />
wat de kwaliteit van de ventilatievoorzieningen is. Op basis daarvan is het mogelijk te komen tot<br />
verbe<strong>ter</strong>slag(en). De ventilatieprestatiekeuring moet ook bruikbaar zijn voor het beoordelen van het<br />
ventilatiesysteem van kinderdagverblijven.<br />
Voor woningen is er al een ventilatieprestatiekeuring die is vastgelegd in de <strong>BRL8010</strong>. Deze BRL is in<br />
de voorliggende <strong>kritiek</strong><strong>versie</strong> op enkele onderdelen aangepast, mede om deze tevens geschikt te laten<br />
zijn voor toepassing in scholen en kinderdagverblijven.<br />
De nieuwe <strong>BRL8010</strong> biedt (installatie)bedrijven de mogelijkheid om de kwaliteit van gerealiseerde<br />
ventilatievoorzieningen van woningen, scholen en kinderdagverblijven onder certificatie te beoordelen.<br />
Hierbij kan het gaan om nieuwe ventilatievoorzieningen, maar ook om bestaande. Bij een nieuwe<br />
voorziening kan worden beoordeeld of er gemaakt is, wat is afgesproken. Bij een bestaande<br />
ventilatievoorziening worden alleen de prestaties beoordeeld.<br />
De <strong>BRL8010</strong> onderscheidt twee typen van beoordeling:<br />
- een opleveringsbeoordeling (voor nieuwe ventilatievoorzieningen), waarbij de gecertificeerde<br />
`ventilatieprestatie beoordelaar' beoordeelt in hoeverre de op te leveren voorziening voldoet aan de<br />
eisen die aan de levering gesteld werden (nieuwbouweisen Bouwbesluit 2012 en eventueel<br />
aanvullende eisen uit het bestek);<br />
- een prestatiebeoordeling (voor bestaande ventilatievoorzieningen), waarbij de gecertificeerde<br />
'ventilatieprestatie beoordelaar' beoordeelt in hoeverre de prestaties van de ventilatievoorziening<br />
voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 (bestaande bouw en nieuwbouw) en eventueel een<br />
door de opdrachtgever aan te geven specifiek kwaliteitsniveau.<br />
De methodiek van beide typen van beoordeling is gelijk, het onderscheid wordt gevormd door de eisen<br />
die aan de vastgestelde prestatie worden gesteld.<br />
De <strong>BRL8010</strong> sluit aan op het Bouwbesluit. Voor de beoordeling van ventilatievoorzieningen kent de<br />
BRL twee referentieniveaus:<br />
- Bouwbesluit, bestaande bouw, en<br />
- Bouwbesluit nieuwbouw.<br />
Beide niveaus zijn wettelijk verankerd. Eigenaren van woningen, scholen en kinderdagverblijven zijn er<br />
verantwoordelijk voor dat hun ventilatievoorziening aan deze eisen voldoet. Verder kan de eigenaar van
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
een bestaand gebouw verzoeken de ventilatieprestatie te beoordelen op basis van een specifiek<br />
kwaliteitsniveau, bijvoorbeeld de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit ten tijde van de<br />
vergunningverlening van het gebouw.<br />
De voorliggende <strong>kritiek</strong><strong>versie</strong> van de herziene <strong>BRL8010</strong> is opgesteld door LBP|SIGHT in opdracht van<br />
SBR. In deze <strong>versie</strong> is uitgegaan van de huidige eisen van het Bouwbesluit. Een aanpassing van deze<br />
tekst op basis van het Bouwbesluit 2012 zal nog moeten plaatsvinden. Deze aanpassing zal gelijktijdig<br />
geschieden met het verwerken van het commentaar op deze <strong>kritiek</strong><strong>versie</strong>.<br />
De totstandkoming is begeleid door een werkgroep waaraan door de volgende organisaties en<br />
personen is deelgenomen:<br />
- Dhr. dr. C.J.M. van den Bogaard / Minis<strong>ter</strong>ie Infrastructuur en Milieu<br />
- Dhr. M. Brouwer / Vereniging Leveranciers van Luchttechnische Apparaten (VLA)<br />
- Dhr. ir. E.G.C. Coppens / Arcadis Nederland BV<br />
- Dhr. G.J. Jellesma / BOink<br />
- Dhr. ir. P.J. van Luijk / Minis<strong>ter</strong>ie BZK<br />
- Dhr. ir. W.G. Meijering / Agentschap NL<br />
- Dhr. T. van Oostwaard / <strong>KBI</strong> (ISSO)<br />
- Dhr. ir. J.J.N.M. Hogeling / <strong>KBI</strong><br />
- Dhr. mr. Drs. J. Schraven / ServicecentrumScholenbouw (SCSB)<br />
- Dhr. K. de Schipper / Vereniging Leveranciers van Luchttechnische Apparaten (VLA)<br />
- Dhr. ir. H. Versteeg / LBPISIGHT<br />
- Mw. ir. C. Vissering / SBR projectmanager<br />
De Technische Commissie (TC) van <strong>BRL8010</strong> bestond uit de volgende organisaties en personen:<br />
- Dhr. M. Brouwer / Vereniging Leveranciers van Luchttechnische Apparaten (VLA)<br />
- Dhr. P. van Doorn / Woningstichting Den Helder<br />
- Dhr. ing. M.C. Hofman / ISSO<br />
- Dhr. ir. J.J.N.M. Hogeling / <strong>KBI</strong><br />
- Mw. M. Koek / CHRI<br />
- Dhr. W. van Ophem / KIWA<br />
- Dhr. ir. H. Versteeg / LBP|SIGHT (rapporteur)<br />
- Dhr. H. Zieremans / ACVV<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 3 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Inhoudsopgave<br />
1 Inleiding ..................................................................................................................................... 6<br />
2 Reikwijdte van het certificaat ................................................................................................... 7<br />
3 Eisen te stellen aan het proces ............................................................................................... 8<br />
3.1 Opdracht en steekproefgrootte ......................................................................................... 8<br />
3.2 Beoordelingsmethodiek .................................................................................................... 9<br />
3.2.1 Algemeen ............................................................................................................. 9<br />
3.2.2 Uitgangspunten bij beoordeling ......................................................................... 10<br />
3.2.3 Het beoordelen van de ventilatievoorziening ..................................................... 10<br />
3.2.4 Beoordelen van de omvang ............................................................................... 11<br />
3.2.5 Beoordelen van de ventilatiecapaciteit en geluidwering .................................... 11<br />
3.2.6 Beoordelen van het thermisch comfort .............................................................. 13<br />
3.2.7 Beoordelen van de regeling ............................................................................... 14<br />
3.2.8 Beoordelen van de stromingsrichting ................................................................ 14<br />
3.2.9 Beoordelen van de luchtkwaliteit ....................................................................... 14<br />
3.2.10 Beoordelen van geluid ....................................................................................... 14<br />
3.2.11 Beoordelen van overige aspecten ..................................................................... 14<br />
3.2.12 Schriftelijke rapportage ...................................................................................... 15<br />
3.2.13 Certificaat ........................................................................................................... 15<br />
4 Eisen ventilatievoorzieningen en documenten .................................................................... 16<br />
4.1 Eisen te stellen aan de ventilatievoorzieningen ............................................................. 16<br />
4.1.1 Bouwbesluit, nieuwbouw ................................................................................... 16<br />
4.1.2 Overige eisen nieuwbouw .................................................................................. 16<br />
4.1.3 Bouwbesluit, bestaande bouw ........................................................................... 16<br />
4.2 Eisen te stellen aan de documenten .............................................................................. 17<br />
4.2.1 Algemeen ........................................................................................................... 17<br />
4.2.2 Rapportage opleveringsbeoordeling .................................................................. 18<br />
4.2.3 Rapportage beoordeling ventilatieprestatie ....................................................... 19<br />
5 Eisen te stellen aan de certificaathouder ............................................................................. 21<br />
5.1 Inschrijving bij Kamer van Koophandel .......................................................................... 21<br />
5.2 Meet- en beproevingsmiddelen ...................................................................................... 21<br />
5.3 Personeel ........................................................................................................................ 22<br />
6 Eisen te stellen aan de in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking ............................................................ 23<br />
6.1 Algemeen ........................................................................................................................ 23<br />
6.2 Kwaliteitsbeleid ............................................................................................................... 23<br />
6.3 Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en vakbekwaamheden ........................ 23<br />
6.4 Controleactiviteiten ......................................................................................................... 24<br />
6.5 Beschrijving van procedures .......................................................................................... 24<br />
6.6 Procedure-eisen ............................................................................................................. 24<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 4 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
6.6.1 Registratie van projecten ................................................................................... 24<br />
6.6.2 Beheer van projectdossiers ............................................................................... 24<br />
6.6.3 Documentenbeheer ........................................................................................... 25<br />
6.6.4 Beheer van meet- en beproevingsinstrumenten ................................................ 25<br />
6.6.5 Beheersing van de vakbekwaamheid van de medewerkers ............................. 26<br />
6.6.6 Klachtenbehandeling ......................................................................................... 26<br />
7 Ex<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking ................................................................................................... 27<br />
7.1 Toelatingsonderzoek ...................................................................................................... 27<br />
7.1.1 Onderzoek ......................................................................................................... 27<br />
7.1.2 Rapportage toelatingsonderzoek ....................................................................... 28<br />
7.2 Vervolgcontroles ............................................................................................................. 28<br />
7.2.1 Vervolgonderzoek .............................................................................................. 28<br />
7.2.2 Sancties ............................................................................................................. 29<br />
7.2.3 Rapportage vervolgonderzoek ........................................................................... 29<br />
7.2.4 Combinatie van onderzoeken ............................................................................ 29<br />
7.2.5 Onvoldoende projecten ...................................................................................... 30<br />
7.3 Eisen aan de bekwaamheid van de auditor (organisatiegericht) ................................... 30<br />
7.4 Eisen aan de bekwaamheid van de inspecteur (projectgericht) ..................................... 30<br />
7.5 Beslissing ten aanzien van certificatie ............................................................................ 30<br />
7.6 Klachtenbehandeling door certificatie-instelling ............................................................. 30<br />
8 Eisen te stellen aan het procescertificaat ............................................................................ 31<br />
9 Referenties en te raadplegen publicaties ............................................................................. 32<br />
9.1 Referenties ..................................................................................................................... 32<br />
9.2 Te raadplegen publicaties............................................................................................... 32<br />
Bijlagen<br />
Bijlage I Model van het procescertificaat<br />
Bijlage II Bouwbesluit<br />
Bijlage III Eisen aan bekwaamheid van de 'ventilatieprestatie beoordelaar'<br />
Bijlage IV Meten van het geluidniveau in een gebouw veroorzaakt door ventilatievoorzieningen van het<br />
gebouw zelf<br />
Bijlage V Model opnamerapport mechanisch ventilatiesysteem<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 5 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
1 Inleiding<br />
De in deze beoordelingsrichtlijn (<strong>BRL8010</strong>) opgenomen eisen worden door de daarvoor aangewezen<br />
certificatie-instellingen gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag voor, c.q. de instandhouding<br />
van een procescertificaat voor het 'beoordelen van ventilatievoorzieningen van woningen, scholen en<br />
kinderdagverblijven 1 . .<br />
De af te geven kwaliteitsverklaringen worden aangeduid als: <strong>KBI</strong> procescertificaat.<br />
De beoordelingsrichtlijn bevat niet alleen eisen waaraan de certificaathouder moet voldoen, maar ook<br />
eisen waaraan de certificatie-instelling moet voldoen.<br />
Naast de eisen die in de beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, kan een certificatie-instelling aanvullende<br />
eisen stellen, in de zin van algemene procedure-eisen van certificatie. Hiervoor komen alleen eisen en<br />
voorwaarden in aanmerking zoals die zijn vastgelegd in het algemeen certificatiereglement van de<br />
betreffende instelling.<br />
1 Op de certificatie is van toepassing: NEN-EN 45011:1998 'Algemene eisen voor instellingen die productcertificatiesystemen<br />
uitvoeren’.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 6 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
2 Reikwijdte van het certificaat<br />
Het certificaat heeft betrekking op het beoordelen van ventilatievoorzieningen van woningen, scholen en<br />
kinderdagverblijven.<br />
Voor wat betreft de scholen (onderwijsfunctie) richt deze BRL zich op (theorie)lokalen in het primair en<br />
voortgezet onderwijs. Praktijklokalen vallen niet onder deze BRL.<br />
Bij de kinderdagverblijven (bijeenkomstfunctie voor kinderopvang) richt deze BRL zich op de<br />
groepsruimten en de slaapruimten. Ook groepsruimten van de naschoolse opvang vallen onder deze<br />
BRL.<br />
In deze BRL worden onder ventilatievoorzieningen van woningen, scholen en kinderdagverblijven<br />
verstaan: voorzieningen voor luchtverversing van verblijfsgebieden, verblijfsruimten, toiletruimten en<br />
badruimten, en overige ruimten, op een natuurlijke 2 of mechanische wijze, of een combinatie daarvan.<br />
De voorzieningen bestaan uit een component voor toevoer van verse lucht en een component voor<br />
afvoer van binnenlucht, waaronder begrepen zogenoemde overstroomvoorzieningen. De voorzieningen<br />
of delen van de voorzieningen, kunnen individueel of gemeenschappelijk zijn.<br />
Voorzieningen voor spuiventilatie, afvoer van rook van verbrandingstoestellen en afvoer van rook bij<br />
brand, vallen niet binnen de reikwijdte van het certificaat.<br />
Het deelgebied 'beoordelen van ventilatievoorzieningen van woningen, scholen en kinderdagverblijven '<br />
kent twee diensten:<br />
- een opleveringsbeoordeling van de ventilatievoorziening (nieuwbouw, ingrijpende renovatie), en<br />
- een beoordeling van de ventilatieprestaties van de ventilatievoorziening (bestaand gebouw).<br />
Een certificaathouder kan alleen gecertificeerd worden voor beide diensten. In deze BRL wordt verstaan<br />
onder een 'ventilatieprestatie beoordelaar': een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage III.<br />
2 Ventilatieroos<strong>ter</strong>s en suskasten, in de gevel, maken deel uit van de ventilatievoorzieningen die binnen de reikwijdte van deze<br />
BRL vallen.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 7 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
3 Eisen te stellen aan het proces<br />
3.1 Opdracht en steekproefgrootte<br />
Een opdracht met alle bijbehorende voorwaarden wordt schriftelijk vastgelegd. In de opdracht wordt<br />
duidelijk vastgelegd welke diensten worden opgedragen:<br />
- een opleveringsbeoordeling van de ventilatievoorziening van een woning, school of<br />
kinderdagverblijf;<br />
- een beoordeling van de ventilatieprestaties van de ventilatievoorziening van een woning, school of<br />
kinderdagverblijf.<br />
Bij de opleveringsbeoordeling wordt de ventilatievoorziening beoordeeld op basis van de<br />
nieuwbouweisen van het Bouwbesluit 2012 en de in het bestek vastgelegde eisen.<br />
Bij de beoordeling van de ventilatieprestaties wordt de ventilatievoorziening ten minste beoordeeld op<br />
basis van de eisen van het Bouwbesluit 2012 (nieuwbouw en bestaande bouw). Op verzoek van de<br />
opdrachtgever kan de ventilatievoorziening van een bestaand gebouw tevens worden beoordeeld op<br />
basis van een specifiek kwaliteitsniveau, bijvoorbeeld de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit ten tijde<br />
van de vergunningverlening van het gebouw.<br />
Voor scholen en kinderdagverblijven kan worden volstaan met een beoordeling van een aantal<br />
specifieke ruimten. Ten aanzien van de te onderzoeken ruimten gelden voor scholen en<br />
kinderdagverblijven de volgende randvoorwaarden:<br />
- type ruimte: leslokalen (scholen), groepsruimten (kinderdagverblijven / naschoolse opvang) en<br />
slaapruimten (kinderdagverblijven);<br />
- minimum aantal te onderzoeken ruimten: ten minste 10% van het aantal aanwezige ruimten van<br />
één type (leslokalen, groepsruimten, slaapruimten) met een zelfde type ventilatiesysteem met een<br />
minimum van twee ruimten van één type per type ventilatiesysteem;<br />
- selectie ruimten: indien mogelijk niet aangesloten op zelfde ventilatiesysteem (bij voorkeur<br />
meerdere ventilatoren in onderzoek betrekken).<br />
Ten aanzien van het type ventilatiesysteem kan onderscheid worden gemaakt door verschillen in het<br />
werkingsmechanische (mechanisch of natuurlijk) en de aanwezige voorzieningen (roos<strong>ter</strong>s of ramen,<br />
toe- en/of afvoer direct vanuit ruimte of vanuit aangrenzende ruimte).<br />
Bij de selectie van de te onderzoeken ruimten dient verder rekening te worden gehouden met de<br />
maatgevende situaties ten aanzien van geluid en luchthoeveelheid:<br />
- luchthoeveelheid: ruimte gelegen aan uiteinde van langste kanaal(aftakking);<br />
- geluid ten gevolge van ventilatiesysteem: ruimte gelegen in nabijheid van ventilatoren.<br />
De voornoemde maatgevende situaties dienen onderdeel uit te maken van het onderzoek.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 8 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Voor woningen dient de voor de omvang van de metingen en de steekproefbepaling van het volgende<br />
uit te worden gegaan:<br />
- type ruimte: verblijfsgebieden, verblijfsruimten, bad- en toiletruimten (en eventueel berging of<br />
wasmachineruimten indien de afvoer van lucht vanuit deze ruimten onderdeel uitmaakt van de<br />
ventilatie van de woning);<br />
- minimum aantal te onderzoeken woningen: ten minste 10% van het aantal woningen per<br />
woningtype met een zelfde type ventilatiesysteem, met een minimum van twee woningen per<br />
woningtype per type ventilatiesysteem.<br />
Bij geringe variaties binnen één woningtype kan voor deze BRL van één woningtype worden uitgegaan,<br />
indien voor deze subwoningtypen aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:<br />
- gelijk ventilatiesysteem (type C of D) en ontwerpcapaciteiten;<br />
- de gebruiksoppervlakte dient niet mee dan 5% af te wijken;<br />
- een gelijk aantal toe- en afvoervoorzieningen;<br />
- een gelijke positionering van de ventilator.<br />
Het aantal te beoordelen situaties dient te worden bepaald op één cijfer ach<strong>ter</strong> de komma, waarbij<br />
vervolgens het getal afgerond dient te worden tot één geheel getal. Hierbij wordt het getal 0,4 naar<br />
beneden afgerond (uitkomst 0) en het getal 0,5 naar boven (uitkomst 1).<br />
Voorbeeld 1: In een school zijn 10 leslokalen, 2 kantoorruimten, 1 bijeenkomstruimte, verschillende toiletruimten en<br />
verkeersruimten. De ventilatie van alle leslokalen geschiedt op basis van een natuurlijke toevoer via de gevel en een<br />
mechanische afvoer vanuit het leslokaal. Er bestaan een tweetal afzuigventilatoren ten behoeve van de mechanische afvoer van<br />
lucht vanuit de leslokalen. Op basis van het voorgaande dient de beoordeling te zijn gericht op ten minste twee leslokalen, waarbij<br />
de te onderzoeken leslokalen niet op eenzelfde ventilator zijn aangesloten. Bij de selectie van de leslokalen dient rekening te<br />
worden gehouden met de maatgevende situaties ten aanzien van geluid en ventilatiecapaciteit.<br />
Voorbeeld 2: In een project worden 61 woningen gerealiseerd, waarbij er een viertal duidelijk verschillende woningtypen zijn te<br />
onderscheiden:<br />
- woningtype A: 7 woningen ;<br />
- woningtype B: 24 woningen;<br />
- woningtype C: 10 woningen;<br />
- woningtype D: 20 woningen.<br />
Per woningtype doet zich geen variatie van het type ventilatiesysteem voor. Op basis van het voorgaande dienen per woningtype<br />
twee woningen te worden beoordeeld. Het totaal aantal te beoordelen woningen in dit project bedraagt acht stuks.<br />
3.2 Beoordelingsmethodiek<br />
3.2.1 Algemeen<br />
De werkzaamheden worden uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van een 'ventilatieprestatie<br />
beoordelaar'. De opleveringsbeoordeling heeft ten minste betrekking op de eisen genoemd in 4.1. De<br />
prestatiebeoordeling (voor bestaande ventilatievoorzieningen) heeft ten minste betrekking op de eisen<br />
genoemd in 4.1.1 en 4.1.3.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 9 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
3.2.2 Uitgangspunten bij beoordeling<br />
Bij een opleveringsbeoordeling vraagt de certificaathouder bij zijn opdrachtgever de specificaties op die<br />
van toepassing zijn op de op te leveren ventilatievoorziening. Als voor de omgevingsvergunning van het<br />
gebouw een EPC-berekening en/of een ventilatieberekening moest worden ingediend, dan is deze<br />
berekening onderdeel van de specificaties.<br />
Opmerking<br />
Als de opdrachtgever het leveren van de ventilatievoorziening heeft opgedragen op basis van een bestek, dan controleert de<br />
certificaathouder of de voorziening overeenkomt met de besteks-beschrijvingen.<br />
Bij een prestatiebeoordeling informeert de certificaathouder bij de gebruiker van de ventilatievoorziening<br />
of hij algemene op- of aanmerkingen heeft in verband met het gebruik van de ventilatievoorziening. Ook<br />
vraagt de certificaathouder of in de afgelopen tijd veranderingen zijn doorgevoerd in het ventilatiesysteem<br />
(inclusief wasemkap) of de bouwkundige schil. Verder verifieert de certificaathouder bij de<br />
eigenaar in hoeverre de ventilatieprestatie op basis van een specifiek kwaliteitsniveau moeten worden<br />
beoordeeld, bijvoorbeeld de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit ten tijde van de vergunningverlening<br />
van het gebouw.<br />
3.2.3 Het beoordelen van de ventilatievoorziening<br />
Bij een opleveringsbeoordeling controleert de certificaathouder of de ventilatievoorziening en<br />
bijbehorende documentatie overeenkomt met de specificaties die van toepassing zijn op de op te<br />
leveren ventilatievoorziening.<br />
Specificaties die redelijkerwijs niet kunnen worden gecontroleerd omdat de betreffende onderdelen van<br />
de ventilatievoorziening niet meer bereikbaar zijn, zoals in beton ingestorte kanalen, of weggewerkte<br />
geluiddempers, worden niet gecontroleerd.<br />
De certificaathouder gaat in het gebouw, al dan niet met behulp van door de opdrachtgever<br />
aangedragen documenten, na op welke plaatsen lucht wordt toe- door- of afgevoerd, en of dit op<br />
natuurlijke wijze of mechanisch geschiedt. Ook gaat hij na hoe de ventilatie kan worden geregeld en of<br />
toevoerlucht wordt voorverwarmd.<br />
Opmerking<br />
Als bijvoorbeeld voorgeschreven geluiddempers ontbreken maar er tevens een prestatie-eis voor geluid geldt, dan wordt dit<br />
gebrek indirect gevonden.<br />
De certificaathouder controleert de goede werking van onderdelen van de ventilatievoorziening volgens<br />
de voorschriften van de leverancier van die onderdelen.<br />
Opmerking<br />
Als de capaciteit van een ventilatievoorziening bijvoorbeeld wordt gestuurd op basis van de CO2-concentratie van de binnenlucht,<br />
dan moet worden gecontroleerd of deze sturing correct werkt. Hiertoe dient de certificaathouder per ruimte vast te stellen of de<br />
regeling van de verschillende componenten van het systeem (bijvoorbeeld ventilatoren, ventielen of roos<strong>ter</strong>s) reageren op de<br />
.-<br />
regeling zoals beschreven in de handleiding van het systeem. Bij deze controle dient gebruik te worden gemaakt van CO2 gas en<br />
een geijkte CO2-me<strong>ter</strong>.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 10 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
3.2.4 Beoordelen van de omvang<br />
De certificaathouder beoordeelt of de woning, school of kinderdagverblijf een ventilatievoorziening heeft<br />
met een omvang volgens het Bouwbesluit [1].<br />
3.2.5 Beoordelen van de ventilatiecapaciteit en geluidwering<br />
De certificaathouder beoordeelt de capaciteit en de geluidwering van natuurlijke ventilatievoorzieningen<br />
op basis van algemene regels en/of op basis van betrouwbare daarvoor door de leverancier opgegeven<br />
regels. De invloed van de natuurlijke ventilatievoorziening op de geluidwering tegen geluid van buiten<br />
van de uitwendige scheidingsconstructie maakt onderdeel uit van de beoordeling van de ventilatievoorziening.<br />
Opmerking<br />
NPR 1088 en NPR 1090 geven regels voor het bepalen van de capaciteit van natuurlijke toevoeren, afvoeren en<br />
overstroomcomponenten. De capaciteit en akoestische kwaliteit van ventilatieroos<strong>ter</strong>s en overstroomcomponenten kan in het<br />
laboratorium worden gemeten. Op basis van deze metingen zijn de gegevens / specificaties van de producten bepaald.<br />
Betrouwbare gegevens zijn te vinden in de attesten en productcertificaten die voor roos<strong>ter</strong>s zijn afgegeven op basis van de BRL<br />
5701 'Ventilatieroos<strong>ter</strong>s'.<br />
De certificaathouder bepaalt de capaciteit van mechanische ventilatievoorzieningen door middel van<br />
metingen volgens NEN 1087 [2] aan de toe- en afvoeropeningen. Bij het meten van luchthoeveelheden<br />
per afzonderlijk toe- of afvoerpunt in een ruimte zijn afwijkingen naar beneden ten opzichte van de<br />
ontwerpvolumestroom c.q. de vereiste ventilatiecapaciteit niet toegestaan.<br />
Het verschil tussen de totale toe- en afgevoerde luchthoeveelheden dient bij een gebalanceerd<br />
ventilatiesysteem in woningen niet meer dan 10% van de grootste gemeten volumestroom te bedragen.<br />
Per te onderzoeken ruimte dient bij leslokalen (onderwijsfunctie) en groeps- en slaapruimten<br />
(bijeenkomstfunctie kinderopvang) de vereiste ventilatiecapaciteit op basis van de bezetting te worden<br />
vastgesteld. Bij een opleveringsbeoordeling dient hierbij uit te worden gegaan van de betreffende<br />
gegevens uit de aanvraag omgevingsvergunning. Bij een beoordeling van de ventilatieprestatie dient<br />
hierbij uit te worden gegaan van een bezetting die representatief is voor het actuele gebruik van de<br />
betreffende ruimte.<br />
Opmerking<br />
De beoordeling kan plaatsvinden <strong>ter</strong>wijl het gebouw nog is aangesloten op bouwstroom. Verwezen wordt tevens naar de ISSOpublicaties<br />
52, 61, 62, 63, 89, 91 en 92.<br />
De akoestische kwaliteit van in de gevel opgenomen ventilatievoorzieningen kan worden vastgesteld<br />
door een opname van het merk, afmetingen en type van de ventilatievoorziening.<br />
Voor het beoordelen van de geluidwering van de natuurlijke ventilatievoorziening dient onderscheid te<br />
worden gemaakt in ‘geluidbelaste’ en ‘niet-geluidbelaste’ situaties. De gevel van een gebouw kan als<br />
‘geluidbelast’ worden aangemerkt indien de geluidbelasting hoger is dan de in kolom 4 van de in tabel<br />
3.1 aangegeven waarde.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 11 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Tabel 3.1<br />
Tabel inzake geluidbelastingen.<br />
Gebruiksfunctie Minimale eis geluidwering<br />
Eis bouwbesluit nieuwbouw<br />
binnenniveau<br />
Geluidbelasting<br />
Onderwijsfunctie (leslokaal) 20 dB 28 dB 48 dB<br />
Woonfunctie 20 dB 33 dB 53 dB<br />
Kinderdagverblijf<br />
slaapruimte<br />
Kinderdagverblijf<br />
groepsruimte<br />
20 dB 28 dB 48 dB<br />
20 dB 33 dB 53 dB<br />
Actuele gegevens over de geluidbelasting <strong>ter</strong> plaatse van het gebouw kunnen normali<strong>ter</strong> worden<br />
verkregen bij de gemeente. Veelal kan door de gemeente (een indicatie van) de geluidbelasting <strong>ter</strong><br />
plaatse van een locatie worden gegeven. Tevens kunnen op de website van RIVM gegevens worden<br />
ach<strong>ter</strong>haald (www.rivm.nl/milieuportaal/onderwerpen/geluid/geluidbelasting).<br />
In geval de gevel van de te beoordelen ruimte als ‘niet-geluidbelast’ kan worden aangemerkt, dan kan<br />
voor beoordeling van de geluidwering van de gevel voor nieuw- en verbouwsituaties uit worden gegaan<br />
van de minimale eis van de geluidwering van 20 dB.<br />
Tabel 3.2 (woningen), 3.3 (scholen) en 3.4 (kinderdagverblijven) toont de minimaal benodigde<br />
akoestische kwaliteit (uitgedrukt in de RqA –waarde) van een natuurlijke ventilatievoorziening om te<br />
kunnen voldoen aan de minimale geluidwering van de gevel van 20 dB. Voor nader informatie over de<br />
uitgangspunten die ten grondslag liggen aan tabel 3.2 t/m 3.4 wordt verwezen naar [5].<br />
Tabel 3.2<br />
Minimaal benodigde RqA –waarde (dB) natuurlijke ventilatievoorzieningen woningen in nietgeluidbelaste<br />
situaties<br />
Bouwlaag<br />
Minimaal benodigde RqA –waarde<br />
Vlakke gevel Gevel met overstek (galerij/balkon)<br />
Woonkamer Slaapkamer Woonkamer Slaapkamer<br />
Begane grond 0 dB 0 dB 0 dB 0 dB<br />
1 e verdieping +2,5 dB 0 dB +2,5 dB 0 dB<br />
2 e verdieping +3,5 dB +1,0 dB +5,0 dB +2,5 dB<br />
3 e verdieping +5,0 dB +2,5 dB +6,0 dB +4,5 dB<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 12 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Tabel 3.3<br />
Minimaal benodigde RqA –waarde (dB) natuurlijke ventilatievoorzieningen leslokalen onderwijsfunctie in<br />
niet- geluidbelaste situaties<br />
Bouwlaag Minimaal benodigde RqA –waarde<br />
Begane grond +6,5 dB<br />
1 e verdieping +7,0 dB<br />
2 e verdieping +8,0 dB<br />
Tabel 3.4<br />
Minimaal benodigde RqA –waarde (dB) natuurlijke ventilatievoorzieningen bijeenkomstfunctie<br />
kinderopvang in niet- geluidbelaste situaties (afhankelijk van bezettingsgraadklasse)<br />
Bouwlaag<br />
Minimaal benodigde RqA –waarde<br />
Groepsruimte Slaapruimte<br />
B2 B3 B1 B2<br />
Begane grond +7,0 dB +4,0 dB +7,0 dB +3,0 dB<br />
1 e verdieping +7,0 dB +4,0 dB +8,0 dB +4,0 dB<br />
2 e verdieping +8,0 dB +4,5 dB +10,0 dB +7,0 dB<br />
De getalswaarden in tabel 3.2 t/m 3.4 zullen mogelijk nog wijzigen op basis van de aanpassing van<br />
deze BRL op de eisen van het Bouwbesluit 2012.<br />
Indien de gevel als ‘geluidbelast’ kan worden aangemerkt, dan dient ten behoeve van de aanvraag<br />
omgevingsvergunning altijd een akoestisch onderzoek met een berekening van de geluidwering van de<br />
gevel conform [6] en [7] te worden overlegd. Bij de beoordeling dient te worden nagegaan of de<br />
natuurlijke voorzieningen in deze situatie voldoen aan de akoestische voorwaarden die in het<br />
voornoemd akoestisch onderzoek zijn vastgelegd.<br />
3.2.6 Beoordelen van het thermisch comfort<br />
De certificaathouder beoordeelt op basis van algemene regels en/of op basis van betrouwbare daarvoor<br />
door de leverancier opgegeven regels, of de toevoer van verse lucht in de leefzone van een verblijfsgebied<br />
voor het verblijven van mensen, bij de stand van de ventilatievoorziening die nodig is om de<br />
wettelijk vereiste capaciteit te realiseren, en bij andere standen overeenkomstig de specificaties, een<br />
volgens NEN 1087 [2] bepaalde luchtsnelheid veroorzaakt van meer dan 0,2 m/s.<br />
Opmerking<br />
NPR 1088 en NPR 1090 geven regels voor de positionering van toevoeren. Het thermisch comfort van toevoeren kan in het<br />
laboratorium worden gemeten. Op basis van deze metingen geeft de leverancier aan hoe zijn producten gepositioneerd moeten<br />
worden. Betrouwbare gegevens zijn te vinden in de attesten en productcertificaten die voor roos<strong>ter</strong>s zijn afgegeven op basis van<br />
BRL 5701 'Ventilatieroos<strong>ter</strong>s'. Verder geven ook de ISSO publicaties 52, 61, 62, 63, 89, 91 en 92 informatie over de juiste<br />
positionering van toevoeren.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 13 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
3.2.7 Beoordelen van de regeling<br />
De certificaathouder meet de werking van de regeling en beoordeelt of de regeling voldoet aan artikel<br />
3.50 van het Bouwbesluit [1] en aan de specificaties.<br />
Opmerking<br />
Als door een regelaar direct de capaciteit van meerdere toe- of afvoeropeningen wordt geregeld, kan voor deze openingen<br />
worden volstaan met metingen aan één opening.<br />
3.2.8 Beoordelen van de stromingsrichting<br />
De certificaathouder beoordeelt volgens NEN 1087 of de stromingsrichting van de<br />
ventilatievoorzieningen van de woning voldoet aan artikel 3.51 van het Bouwbesluit [1].<br />
3.2.9 Beoordelen van de luchtkwaliteit<br />
De certificaathouder berekent de volgens NEN 1087 [2] bepaalde verdunningsfactoren <strong>ter</strong> plaatse van<br />
elke instroomopening voor de toevoer van verse lucht en beoordeelt of ze voldoen aan artikel 3.52 en<br />
3.72 van het Bouwbesluit [1].<br />
De certificaathouder beoordeelt op basis van berekeningen of de plaats van elke uitmonding voor de<br />
afvoer van binnenlucht voldoet aan artikel 3.52 van het Bouwbesluit [1].<br />
Als de opdrachtgever reeds over de bovenbedoelde berekeningen beschikt, dan controleert de<br />
certificaathouder de berekeningen en de aannamen die eraan ten grondslag liggen. De<br />
certificaathouder beoordeelt of luchtkwaliteit voldoet aan artikel 3.53 van het bouwbesluit [1].<br />
Opmerking<br />
In het algemeen ligt een rijtjeshuis op een eigen perceel en een woning in een woongebouw op het perceel van het woongebouw.<br />
3.2.10 Beoordelen van geluid<br />
De certificaathouder beoordeelt op basis van de procedure in bijlage IV of wordt voldaan aan de eisen<br />
(Bouwbesluit en bestek) ten aanzien van het geluidniveau dat door de ventilatievoorziening van het<br />
gebouw wordt veroorzaakt in de te beoordelen verblijfsruimten.<br />
3.2.11 Beoordelen van overige aspecten<br />
De certificaathouder beoordeelt de staat van de ventilatievoorzieningen. Daarbij beoordeelt hij ten<br />
minste:<br />
- de uitvoeringskwaliteit (‘goed en deugdelijk werk’), en<br />
- de reinheid van de ventilatievoorziening.<br />
Bij mechanische ventilatiesystemen beoordeelt hij daarnaast het functioneren van (indien aanwezig):<br />
- schakelaars;<br />
- de capaciteitsregeling;<br />
- het luchtfil<strong>ter</strong> (mate van vervuiling, geen ontoelaatbare luchtweerstand), en<br />
- de condensaatafvoer van warmte<strong>ter</strong>ugwinapparaten.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 14 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Opmerking<br />
Richtlijnen voor de minimaal aan te houden eisen t.a.v. montage- en installatietechnische uitvoeringskwaliteit en reinheid van de<br />
ventilatievoorziening staan in hoofdstuk 6 en specificatieblad IV-1 van de ISSO-publicaties 61, 62, 91 en 92.<br />
Verder beoordeelt de certificaathouder of de ventilatievoorziening voldoende bereikbaar is voor<br />
onderhoud (bijvoorbeeld voor het vervangen van de fil<strong>ter</strong>s of de warmtewisselaar van de WTW-unit).<br />
Hierbij kunnen de aanwijzingen van de fabrikant / leverancier als uitgangspunt worden aangehouden.<br />
3.2.12 Schriftelijke rapportage<br />
De certificaathouder levert aan de opdrachtgever een opleveringsbeoordelingsrapport waarin is vastgelegd<br />
op welke punten de ventilatievoorziening afwijkt van de specificaties die van toepassing zijn op<br />
de op te leveren ventilatievoorziening en van de eisen van het Bouwbesluit (zie 4.1.1 en 4.1.3). Het<br />
opleveringsbeoordelingsrapport voldoet ten minste aan de eisen van 4.2.1.<br />
Bij een beoordeling van de ventilatieprestatie van een bestaand gebouw levert de certificaathouder laan<br />
de opdrachtgever een ventilatieprestatierapport waarin is vastgelegd op welke punten de<br />
ventilatievoorziening afwijkt van de eisen van het Bouwbesluit (4.1.1 en 4.1.3). Het<br />
ventilatieprestatierapport voldoet ten minste aan de eisen van 4.2.2.<br />
3.2.13 Certificaat<br />
Indien de ventilatievoorzieningen voldoen aan de eisen van 4.1.1 (eisen Bouwbesluit nieuwbouw), dan<br />
verstrekt de certificaathouder aan de opdrachtgever een certificaat volgens onderstaand model. Dit<br />
certificaat wordt tevens in de vorm van een sticker verstrekt, zodat de opdrachtgever de mogelijkheid<br />
heeft om deze in de me<strong>ter</strong>ruimte van het gebouw of op een representatieve plaats op de ventilatievoorziening<br />
aan te kunnen brengen.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 15 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
4 Eisen ventilatievoorzieningen en documenten<br />
In dit hoofdstuk zijn de eisen vermeld die worden gesteld aan de concrete resultaten van de<br />
gecertificeerde diensten, zoals het opleveringsbeoordelingsrapport en het ventilatieprestatierapport. De<br />
eisen die worden gesteld aan de dienst staan in hoofdstuk 3.<br />
4.1 Eisen te stellen aan de ventilatievoorzieningen<br />
In het kader van de beoordeling van ventilatievoorzieningen worden geen (onderdelen van)<br />
ventilatiesystemen opgeleverd.<br />
Opmerking<br />
Bij de beoordeling wordt altijd nagegaan of de ventilatievoorziening voldoet aan eisen van het Bouwbesluit [1]. Bij de<br />
opleveringsbeoordeling wordt bovendien nagegaan of de ventilatievoorziening en bijbehorende documentatie overeenkomt met<br />
de specificaties die van toepassing zijn op de op te leveren ventilatievoorziening.<br />
4.1.1 Bouwbesluit, nieuwbouw<br />
De luchtverversing van een nieuw gebouw moet in het kader van deze BRL voldoen aan artikel 3.46 t/m<br />
3.53 van het Bouwbesluit [1]. De akoestische kwaliteit van de natuurlijke ventilatievoorzieningen in de<br />
gevel moet voldoen aan artikel 3.1 t/m 3.5 van het Bouwbesluit [1]. Zie bijlage II.1.<br />
4.1.2 Overige eisen nieuwbouw<br />
De ventilatievoorziening moet voldoen aan de specificaties die van toepassing zijn op de op te leveren<br />
ventilatievoorziening.<br />
Opmerking<br />
De bedoelde specificaties staan bijvoorbeeld in de leveringsovereenkomst, of in het bestek voor het gebouw of de ventilatieinstallatie,<br />
of in de verkoopbrochure van de woning.<br />
4.1.3 Bouwbesluit, bestaande bouw<br />
De luchtverversing van een bestaand gebouw moet voldoen aan artikel 3.54 t/m 3.59 van het<br />
Bouwbesluit [1]. Zie bijlage II.2.<br />
Opmerking<br />
De eigenaar van een bestaand gebouw kan tevens verzoeken de ventilatieprestatie te beoordelen op basis van een specifiek<br />
kwaliteitsniveau, bijvoorbeeld de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit ten tijde van de vergunningverlening van het gebouw.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 16 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
4.2 Eisen te stellen aan de documenten<br />
4.2.1 Algemeen<br />
In de rapportage is aangegeven welke ventilatievoorzieningen zijn beoordeeld en welke controles zijn<br />
verricht.<br />
Er dient duidelijk te zijn aangegeven op welk type ventilatiesysteem de resultaten van toepassing zijn,<br />
welke ruimten hierbij zijn onderzocht en welke ruimten hiermee vergelijkbaar zijn (ventilatiesysteem,<br />
gebruiksfunctie). Tevens dient duidelijk te worden vermeld welke uitgangspunten (zoals bijvoorbeeld<br />
bezetting) hierbij zijn aangehouden.<br />
In het opleveringsbeoordelingsrapport zijn de specificaties aangegeven die van toepassing zijn op de op<br />
te leveren ventilatievoorziening, indien van toepassing met inbegrip van de systeemkeuze voor de<br />
ventilatie in het kader van de EPC-berekening.<br />
.<br />
Het eerste blad van het opleveringsbeoordelingsrapport moet een samenvatting geven van de<br />
bevindingen. Daarin moet, naast de aanduiding van de beoordeelde voorzieningen, in elk geval worden<br />
vermeld of de ventilatievoorzieningen aan de specificaties (4.1.2) voldoen en aan de eisen van het<br />
Bouwbesluit (4.1.1).<br />
De verdere presentatievorm van de beoordelingsresultaten is afhankelijk van de specificaties die van<br />
toepassing zijn.<br />
In het ventilatieprestatierapport is aangegeven aan welke eisenniveaus de ventilatievoorzieningen<br />
voldoen en welke acties noodzakelijk zijn om de tekortkomingen ten opzichte van de eisen-niveaus op<br />
te heffen.<br />
Er zijn twee eisenniveaus:<br />
- Bouwbesluit nieuwbouw, en<br />
- Bouwbesluit, bestaande bouw.<br />
Het eerste blad van het ventilatieprestatierapport moet een samenvatting geven van de bevindingen.<br />
Daarin moet, naast de aanduiding van de beoordeelde voorzieningen, in elk geval worden vermeld of<br />
de ventilatievoorzieningen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit (4.1.1 en 4.1.3). De verdere<br />
presentatievorm van de beoordelingsresultaten is afhankelijk van de ventilatievoorzieningen.<br />
Opmerking<br />
Bijlage V geeft een voorbeeld voor de manier waarop de beoordelingsresultaten kunnen worden gepresenteerd. ISSO zal op haar<br />
website een actueel aanbevolen standaardmodel voor de rapportage publiceren.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 17 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
4.2.2 Rapportage opleveringsbeoordeling<br />
De rapportage van de opleveringsbeoordeling bestaat uit de volgende onderdelen:<br />
- algemene gegevens;<br />
- van toepassing zijnde specificaties, en<br />
- beoordelingsresultaten.<br />
Algemene gegevens<br />
Tot de algemene gegevens behoren de aanduiding van:<br />
- de opdrachtgever;<br />
- het gebouw;<br />
- de ventilatieprestatie beoordelaar, en<br />
- het tijdstip van de beoordeling.<br />
Toepasselijke specificaties<br />
In het opleveringsbeoordelingsrapport kan worden verwezen naar het bestek of de technische<br />
omschrijving waarin de specificaties zijn vastgelegd van de op te leveren ventilatievoorziening. Indien<br />
voor het gebouw in het kader van de aanvraag van de bouwvergunning een EPC-berekening moest<br />
worden opgesteld, is de daarin vastgelegde keuze van het ventilatiesysteem van toepassing als<br />
specificatie.<br />
Beoordelingsresultaten<br />
In het opleveringsbeoordelingsrapport zijn de capaciteiten vermeld van alle toe-, door- en<br />
afvoeropeningen van de in het kader van deze BRL te onderzoeken ruimten. Hierbij is ten minste<br />
uitgegaan van de capaciteitsstand van de ventilatievoorziening waarbij aan de van toepassing zijnde<br />
capaciteitseisen wordt voldaan.<br />
In het opleveringsrapport is de akoestische kwaliteit (uitgedrukt in de RqA –waarde) vermeld van de<br />
aanwezige natuurlijke ventilatievoorzieningen in de gevel (indien van toepassing) in de te onderzoeken<br />
verblijfsruimten.<br />
In het opleveringsbeoordelingsrapport is vermeld in welke verblijfsruimten voor het verblijven van<br />
mensen in de leefzone een volgens NEN 1087 bepaalde luchtsnelheid optreedt van meer dan 0,2 m/s<br />
bij de stand van de ventilatievoorziening die nodig is om de wettelijk vereiste capaciteit te realiseren.<br />
In het opleveringsbeoordelingsrapport zijn de bij de regelstanden behorende gemeten percentages van<br />
de capaciteit gegeven ten opzichte van de hoogste regelstand.<br />
In het opleveringsbeoordelingsrapport zijn alle relevante berekende verdunningsfactoren vermeld.<br />
In het opleveringsbeoordelingsrapport is voor elke verblijfsruimte in het gebouw die in het kader van<br />
deze BRL moet worden onderzocht, het geluidniveau vermeld dat wordt veroorzaakt door de<br />
mechanische componenten van de ventilatievoorziening.<br />
In het opleveringsbeoordelingsrapport wordt duidelijk vermeld dat de ventilatievoorziening al dan niet<br />
voldoet aan alle eisen van het Bouwbesluit zoals genoemd in 4.1.1.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 18 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Opmerking<br />
Het opleveringsbeoordelingsrapport geeft daarmee aan of de ventilatievoorziening voldoet aan de Bouwbesluit-eisen voor<br />
nieuwbouw.<br />
Opmerking<br />
Als in het opleveringsbeoordelingsrapport is aangegeven dat aan een bepaalde specificatie is voldaan, dan mag worden<br />
aangenomen dat dit zo is. Maar als is aangegeven dat aan een bepaalde specificatie niet is voldaan, dan is niet uitgesloten dat op<br />
basis van een uitgebreider onderzoek zou kunnen worden vastgesteld dat er toch aan is voldaan. Dit is het gevolg van de keuze<br />
voor relatief eenvoudige werkwijzen en vermijding van niet <strong>ter</strong>echte positieve beoordelingen.<br />
4.2.3 Rapportage beoordeling ventilatieprestatie<br />
Het ventilatieprestatierapport bestaat uit de volgende onderdelen:<br />
- algemene gegevens;<br />
- opzet van de ventilatievoorziening;<br />
- beoordelingsresultaten, en<br />
- advies.<br />
Algemene gegevens<br />
Tot de algemene gegevens behoren de aanduiding van:<br />
- de opdrachtgever;<br />
- het gebouw;<br />
- de ventilatieprestatie beoordelaar, en<br />
- het tijdstip van de beoordeling.<br />
Opzet ventilatievoorziening<br />
Tot de opzet van de ventilatievoorziening behoren tekeningen van het gebouw met alle relevante<br />
informatie over de opzet van de ventilatievoorziening die van belang is voor het beoordelen van de<br />
kwaliteit ervan.<br />
Opmerking<br />
Voor zover de eisen die aan de ventilatievoorziening worden gesteld afhankelijk zijn van de bouwkundige situatie, moeten de<br />
betreffende bouwkundige eigenschappen in de tekeningen zijn aangegeven. In de tekeningen is het verloop van luchtkanalen<br />
aangegeven.<br />
Beoordelingsresultaten<br />
In het ventilatieprestatierapport zijn de capaciteiten vermeld van alle toe-, door- en afvoeropeningen.<br />
Hierbij is ten minste uitgegaan van de capaciteitsstand van de ventilatievoorziening waarbij aan de van<br />
toepassing zijnde capaciteitseisen wordt voldaan.<br />
In het ventilatieprestatierapport is de akoestische kwaliteit (uitgedrukt in de RqA –waarde) vermeld van<br />
de aanwezige natuurlijke ventilatievoorzieningen in de gevel (indien van toepassing).<br />
In het ventilatieprestatierapport is vermeld in welke verblijfsruimten voor het verblijven van mensen in de<br />
leefzone een volgens NEN 1087 bepaalde luchtsnelheid optreedt van meer dan 0,2 m/s bij de stand van<br />
de ventilatievoorziening die nodig is om de wettelijk vereiste capaciteit te realiseren.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 19 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
In het ventilatieprestatierapport is voor elke verblijfsruimte in het gebouw die in het kader van deze BRL<br />
moet worden onderzocht, het geluidniveau vermeld dat wordt veroorzaakt door de mechanische<br />
componenten van de ventilatievoorziening.<br />
In het ventilatieprestatierapport zijn de bij de regelstanden behorende gemeten percentages van de<br />
capaciteit gegeven ten opzichte van de hoogste regelstand. In het ventilatieprestatierapport zijn alle<br />
relevante berekende verdunningsfactoren vermeld.<br />
In het ventilatieprestatierapport wordt duidelijk vermeld dat de ventilatievoorziening al dan niet voldoet<br />
aan alle eisen van het Bouwbesluit zoals genoemd in 4.1.1.<br />
Opmerking<br />
Het ventilatieprestatierapport geeft daarmee aan of de ventilatievoorziening voldoet aan de Bouwbesluiteisen voor nieuwbouw.<br />
In het ventilatieprestatierapport wordt duidelijk vermeld dat de ventilatievoorziening al dan niet voldoet<br />
aan alle eisen van het Bouwbesluit zoals genoemd in 4.1.3.<br />
Opmerking<br />
Het ventilatieprestatierapport geeft daarmee aan of de ventilatievoorziening voldoet aan de Bouwbesluiteisen voor bestaande<br />
bouw.<br />
Opmerking<br />
Als in het ventilatieprestatierapport is aangegeven dat aan een bepaalde specificatie is voldaan, dan mag worden aangenomen<br />
dat dit zo is. Maar als is aangegeven dat aan een bepaalde specificatie niet is voldaan, dan is niet uitgesloten dat op basis van<br />
een uitgebreider onderzoek zou kunnen worden vastgesteld dat er toch aan is voldaan. Dit is het gevolg van de keuze voor<br />
relatief eenvoudige werkwijzen en vermijding van niet <strong>ter</strong>echte positieve beoordelingen.<br />
In het ventilatieprestatierapport is aangegeven op welke onderdelen onderhoudsactiviteiten noodzakelijk<br />
zijn ten opzichte van de twee eisenniveaus (Bouwbesluit bestaande bouw en Bouwbesluit<br />
nieuwbouw).<br />
Advies<br />
In het advies is aangegeven welke maatregelen nodig zijn om de ventilatievoorziening te laten voldoen<br />
aan de wettelijke en privaatrechtelijke eisen (indien van toepassing).<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 20 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
5 Eisen te stellen aan de certificaathouder<br />
5.1 Inschrijving bij Kamer van Koophandel<br />
De certificaathouder staat ingeschreven in het handelsregis<strong>ter</strong>. De certificaathouder is in het bezit van<br />
een bewijsstuk, waaruit deze inschrijving blijkt en dat niet ouder is dan één jaar. Deze paragraaf is niet<br />
van toepassing op een onderdeel van een overheidsinstelling.<br />
Opmerking<br />
Ter bevordering van de rechtszekerheid in het economisch verkeer is er op grond van de Handelsregis<strong>ter</strong>wet een handelsregis<strong>ter</strong><br />
dat wordt gehouden door de Kamers van Koophandel en Fabrieken.<br />
5.2 Meet- en beproevingsmiddelen<br />
Het bedrijf dient de feitelijke beschikking te hebben over de volgende instrumenten 3 :<br />
Beproeving Toestellen en hulpmiddelen<br />
Bepaling van de capaciteit van een mechanische<br />
voorziening voor lucht- verversing volgens onderdeel 5.1<br />
van NEN 1087<br />
Meten van het geluidniveau<br />
Een nuldrukcompenserende volumestroomme<strong>ter</strong> met een<br />
gebruiksgebied van 5 tot 300 dm 3 /s, een<br />
onnauwkeurigheid van ten hoogste 5% van de uitgelezen<br />
waarde bij waarden boven 40 dm 3 /s, en van ten hoogste 2<br />
dm 3 /s bij waarden tot 40 dm 3 /s.<br />
De nauwkeurigheid van het meetinstrument mag niet<br />
gro<strong>ter</strong> zijn dan 5% en moet aangetoond kunnen worden via<br />
een kalibratierapport (dat niet ouder is dan één jaar). Een<br />
eventueel geconstateerde afwijking bij kalibratie moet in<br />
het meetrapport verwerkt zijn.<br />
Integrerende geluidsniveaume<strong>ter</strong> 4 met A-weging volgens<br />
NEN-EN-1EC 61672-1, klasse 2, of NEN-EN-IEC 61672-2,<br />
klasse 2. Het instrument dient minimaal een A-gewogen<br />
geluidniveau van 25 dB(A) te kunnen meten.<br />
De afwijking van het meetinstrument mag niet gro<strong>ter</strong> zijn<br />
dan 0,5 dB en moet aangetoond kunnen worden via een<br />
calibratierapport (dat niet ouder is dan één jaar).<br />
De hiervoor genoemde instrumenten moeten geschikt zijn voor het doel waarvoor ze worden gebruikt.<br />
Voor zover de volgende documenten van toepassing zijn op het betreffende instrument, is in elk geval<br />
aan deze eis voldaan als de instrumenten voldoen aan 'Cri<strong>ter</strong>ia for measuring equipment for<br />
combustion products, temperature and pressure measuring equipment intended for gas technical<br />
installers and inspection firms' [3] of Keuringseisen <strong>KBI</strong> 2004' [4].<br />
3 De aan de meetinstrumenten gestelde eisen zijn ontleend aan de normen die de meetmethoden beschrijven.<br />
4 In geval de meting van het geluidniveau ten gevolge van het ventilatiesysteem conform NEN 5077 wordt verricht dan dient<br />
men te beschikken over een klasse I geluidsniveaume<strong>ter</strong>.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 21 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
5.3 Personeel<br />
De procescertificaathouder heeft ten minste één 'ventilatieprestatie beoordelaar' in vaste dienst.<br />
Opmerking<br />
Het mag een deeltijd dienstverband zijn.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 22 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
6 Eisen te stellen aan de in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking<br />
6.1 Algemeen<br />
De certificaathouder moet schriftelijk hebben vastgelegd op welke wijze de kwaliteitszorg ten behoeve<br />
van de gecertificeerde diensten geregeld is in het bedrijf. Deze schriftelijke vastlegging geeft de<br />
beschrijving van het kwaliteitssysteem en wordt hierna aangeduid met de <strong>ter</strong>m kwaliteitshandboek`<br />
Het kwaliteitshandboek mag uit meerdere delen bestaan en het mag ook een elektronisch bestand zijn.<br />
Het kwaliteitshandboek moet voor alle medewerkers van het bedrijf herkenbaar zijn als de vigerende<br />
<strong>versie</strong>. Alle medewerkers die betrokken zijn bij de gecertificeerde processen moeten op de hoogte zijn<br />
van het kwaliteitshandboek. Het kwaliteitshandboek beschrijft ten minste de in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking<br />
als bedoeld in dit hoofdstuk.<br />
Als het certificaat betrekking heeft op een bedrijf met meerdere vestigingen, moet de certificaathouder<br />
een systeem van in<strong>ter</strong>ne audits beschrijven en implemen<strong>ter</strong>en om de effectiviteit van het kwaliteitssysteem<br />
in de vestigingen te toetsen en indien nodig corrigerende maatregelen te treffen. Resultaten<br />
van de in<strong>ter</strong>ne audits en de getroffen corrigerende maatregelen moeten worden geregistreerd.<br />
6.2 Kwaliteitsbeleid<br />
Het kwaliteitshandboek moet ten minste een verklaring bevatten van de directie van de<br />
certificaathouder, dat het kwaliteitsbeleid erop is gericht om:<br />
- beoordelingen uit te voeren op een wijze overeenkomstig hoofdstuk 3;<br />
- documenten te vervaardigen die voldoen aan paragraaf 4.2;<br />
- het bedrijf blijvend te laten voldoen aan de eisen van hoofdstuk 5, en;<br />
- de in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking uit te voeren overeenkomstig hoofdstuk 6.<br />
6.3 Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en vakbekwaamheden<br />
In het kwaliteitshandboek moet de plaats in de organisatie zijn beschreven van iedere medewerker die<br />
betrokken is bij de gecertificeerde diensten, met de daarbij behorende taken, verantwoordelijkheden,<br />
bevoegdheden en vakbekwaamheden.<br />
De directie is er verantwoordelijk voor dat iedere medewerker weet en begrijpt welke eisen aan zijn<br />
werkzaamheden worden gesteld, en welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden hij heeft.<br />
Indien taken worden uitbesteed dient de certificaathouder er zich van te overtuigen dat deze worden<br />
uitgevoerd door vakbekwaam personeel.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 23 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
6.4 Controleactiviteiten<br />
In het kwaliteitshandboek moet de omvang en de frequentie zijn vastgelegd van de controleactiviteiten<br />
in het kader van de in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking.<br />
De in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking heeft tot doel om zeker te stellen dat de gecertificeerde diensten aan de<br />
gestelde eisen voldoen, en bestaat ten minste uit de volgende onderdelen:<br />
- controle op de te leveren documenten, en<br />
- beheer van meet- en beproevingsmiddelen.<br />
De in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking moet van zodanige aard zijn dat zeker is gesteld dat:<br />
- de beoordelingen worden uitgevoerd op een wijze overeenkomstig hoofdstuk 3, en<br />
- de te leveren documenten voldoen aan paragraaf 4.2.<br />
6.5 Beschrijving van procedures<br />
Het kwaliteitshandboek moet de procedurebeschrijvingen bevatten van de in paragraaf 6.4 genoemde<br />
onderdelen van de in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking; en verder van:<br />
- de registratie van projecten;<br />
- het beheer van projectdossiers;<br />
- het documentenbeheer, op het bedrijf en in het werk;<br />
- de beheersing van de vakbekwaamheid van de medewerkers;<br />
- de beheersing van tekortkomingen, en<br />
- de klachtenbehandeling.<br />
De certificaathouder is vrij in de uitwerking van de procedures, mits de procedures voldoen aan de<br />
eisen van paragraaf 6.6.<br />
6.6 Procedure-eisen<br />
6.6.1 Registratie van projecten<br />
De certificaathouder moet elk project, waarvoor hij opdracht heeft verworven, voorafgaand aan de<br />
uitvoering, opnemen in een projectenregistratie met vermelding van:<br />
- het nummer van het project;<br />
- de naam en adres gegevens van het project, en<br />
- de datum van opname in het regis<strong>ter</strong>.<br />
De certificatie-instelling heeft steeds onmiddellijk toegang tot de registratie van projecten, onder andere<br />
voor de selectie van de te inspec<strong>ter</strong>en projecten.<br />
6.6.2 Beheer van projectdossiers<br />
Voor elk project wordt een projectdossier bijgehouden. Het projectdossier bevat in elk geval de<br />
opdracht, de meest recente informatie omtrent de uitvoering van de werkzaamheden, zoals tekeningen,<br />
schetsen en controleregistraties. De certificaathouder moet het projectdossier tot ten minste 7 jaar na<br />
oplevering bewaren.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 24 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
6.6.3 Documentenbeheer<br />
De certificaathouder dient te beschikken over de BRL en verder alle documenten waarnaar de BRL<br />
direct of indirect verwijst (zie hoofdstuk 9), voor zover deze documenten relevant zijn voor de door het<br />
bedrijf in uitvoering genomen projecten.<br />
In het kwaliteitshandboek moet een overzicht van de beschikbare documenten zijn opgenomen. De<br />
certificaathouder dient aan te geven wie verantwoordelijk is voor het beheren van deze documenten. Dit<br />
betekent het bewaken dat een document steeds de juiste uitgave is, met de juiste wijzigingen of<br />
aanvullingen en dat bijgehouden wordt waar en bij wie deze documenten zijn. Onder documenten<br />
worden zowel in<strong>ter</strong>ne als ex<strong>ter</strong>ne documenten verstaan.<br />
In<strong>ter</strong>ne documenten zijn onder andere kwaliteitsplan, berekeningen, tekeningen, kwaliteitshandboek,<br />
procedures, eigen onderhoudsschema' s.<br />
Ex<strong>ter</strong>ne documenten zijn onder andere wetten, regelgeving, normen, bestek, tekeningen van de<br />
opdrachtgever en onderhoudsschema's van toestelfabrikanten.<br />
6.6.4 Beheer van meet- en beproevingsinstrumenten<br />
Het kwaliteitshandboek moet een overzicht bevatten van de aan te houden kalibratiefrequentie 5 met<br />
bijbehorende wijze van kalibratie, van alle beschikbare meetinstrumenten. Alle meetinstrumenten die<br />
worden gebruikt voor metingen waarvan de resultaten beslissend zijn voor goedkeuring of afkeuring,<br />
moeten zijn gekalibreerd ten opzichte van gewaarmerkte middelen die een herkenbare en geldige<br />
herleidbaarheid hebben tot nationaal erkende standaarden.<br />
De kalibratie van de meetinstrumenten moet steeds tijdig plaatsvinden. Dit houdt in dat, wanneer een<br />
meetinstrument door een voorval kan zijn ontregeld, kalibratie ook nodig kan zijn voor de reguliere<br />
kalibratiedatum.<br />
De kalibratiestatus moet zijn aangegeven op elk instrument (bijvoorbeeld met een sticker). De<br />
certificaathouder moet de kalibratiegegevens beoordelen, registreren en bewaren.<br />
De kalibratiegegevens kunnen aanleiding zijn tot het aanpassen van de kalibratiefrequentie. Indien een<br />
meetinstrument is gejusteerd 6 , moet worden nagegaan of het gebruik van het instrument, voorafgaand<br />
aan het jus<strong>ter</strong>en, tot andere beslissingen zou hebben geleid, als het instrument op dat moment al<br />
gejusteerd was. Zonodig worden op grond van dit onderzoek corrigerende maatregelen getroffen.<br />
5 Kalibreren = Geheel van handelingen die in gespecificeerde omstandigheden de relatie vastleggen tussen de waarden<br />
aangeduid door een meetmiddel of een meetsysteem, of de waarden voorgesteld door een gema<strong>ter</strong>ialiseerd meetmiddel of<br />
een referentiema<strong>ter</strong>iaal, en de corresponderende gekende waarden van een grootheid gerealiseerd door ijkmaten. Deze<br />
definitie is ontleend aan 'Vocabulaire In<strong>ter</strong>national des <strong>ter</strong>mes fondamentaux et généraux de métrologie'. V1M:1993. ISO<br />
10012 - Measurement management systems. Requirements for measurement procesces and measuring equipment -<br />
verwijst normatief naar VIM; 1993.<br />
6 Jus<strong>ter</strong>en = Het zodanig afregelen van een meetinstrument dat de door het meetinstrument aangeduide waarde niet meer<br />
afwijkt van de standaard dan is toegestaan (dus niet meer dan de toegestane meetfout), nadat bij kalibreren is gebleken dat<br />
de afwijking meer is dan is toegestaan. (Afregeling binnen de toegestane meetfout is geen jus<strong>ter</strong>en.)<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 25 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
6.6.5 Beheersing van de vakbekwaamheid van de medewerkers<br />
In het kwaliteitshandboek moet zijn aangegeven over welke vakbekwaamheid elke medewerker die<br />
betrokken is bij de gecertificeerde diensten moet beschikken in relatie tot zijn taken,<br />
verantwoordelijkheden en bevoegdheden (zie 6.3 en bijlage III).<br />
De certificaathouder moet beschikken over een dossier waarin de vakbekwaamheid (kennis en<br />
ervaring) van de medewerkers zijn beschreven. Het bedrijf moet ervoor zorgen dat de medewerkers<br />
door middel van het volgen van opleidingen, training of andere maatregelen aan de eisen van<br />
vakbekwaamheid voldoen. Het bedrijf moet beschikken over een dossier waaruit blijkt dat de<br />
medewerkers beschikken over de vereiste diploma's, kennis en ervaring. Periodiek moet worden<br />
beoordeeld of de medewerkers aan de eisen van vakbekwaamheid voldoen.<br />
Registraties van de periodieke beoordeling en eventuele te nemen maatregelen moeten worden<br />
bijgehouden.<br />
Van de beoordelingen moet worden geregistreerd:<br />
- wie heeft wie beoordeeld, en wanneer;<br />
- de resultaten van de beoordeling, en<br />
- de eventuele maatregelen.<br />
6.6.6 Klachtenbehandeling<br />
De certificaathouder moet een registratie bijhouden van ontvangen klachten die verband houden met de<br />
gecertificeerde dienst. Daarbij moet worden aangegeven op welke wijze deze zijn behandeld en welke<br />
maatregelen zijn genomen om herhaling ervan te voorkomen.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 26 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
7 Ex<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking<br />
De ex<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking wordt uitgevoerd door de door de certificaathouder gekozen certificatieinstelling,<br />
in het kader van een tussen hen gesloten certificatie-overeenkomst.<br />
Opmerking<br />
Op de certificatie zijn de eisen van NEN-EN 45011 van toepassing (dus alleen 45011 geaccrediteerd).<br />
7.1 Toelatingsonderzoek<br />
7.1.1 Onderzoek<br />
Nadat een bedrijf zich bij een certificatie-instelling heeft aangemeld voor het procescertificaat en er<br />
vervolgafspraken zijn vastgelegd, start de certificatie-instelling de behandeling van de aanvraag. Een<br />
toelatingsonderzoek maakt daar deel van uit. Bij het toelatingsonderzoek wordt gecontroleerd of het<br />
bedrijf voldoet aan de eisen van hoofdstuk 5 en 6.<br />
De certificatie-instelling beoordeelt of de in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking van zodanige aard is dat zeker is<br />
gesteld dat:<br />
- de beoordelingen worden uitgevoerd op een wijze overeenkomstig hoofdstuk 3, en<br />
- de te leveren documenten voldoen aan paragraaf 4.2.<br />
Verder controleert de certificatie-instelling enkele lopende en/of recent opgeleverde projecten op het<br />
voldoen aan de eisen van hoofdstuk 3, 4 en 6.<br />
De bij certificatie minimaal te besteden tijd aan het toelatingsonderzoek en het aantal door de<br />
certificatie-instelling te controleren projecten zijn in onderstaande tabel aangegeven. De te besteden tijd<br />
en het te controleren aantal projecten is afhankelijk van de omvang van het bedrijf. De te besteden tijd<br />
is uitgesplitst naar: beoordeling opzet in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking, beoordeling implementatie in<strong>ter</strong>ne<br />
kwaliteitsbewaking, controle van projecten en rapportage en administratie.<br />
Minimale omvang toelatingsonderzoek:<br />
Aantal uitvoerenden (FTE<br />
op jaarbasis) werkend aan<br />
projecten onder certificering<br />
volgens de <strong>BRL8010</strong><br />
Aantal te<br />
controleren<br />
projecten<br />
Beoordelen<br />
opzet<br />
kwaliteits-<br />
bewaking<br />
Beoordelen<br />
implementatie<br />
kwaliteits-<br />
bewaking<br />
Controle<br />
van<br />
projecten<br />
Omvang (uren)<br />
Rapportage<br />
en<br />
administratie<br />
1 tot 6 2 4 2 3 4 13<br />
7 tot 70 3 4 2 4,5 4 14,5<br />
71 tot 100 4 4 2 6 4 16<br />
101 tot 250 5 4 4 7,5 4 19,5<br />
251 tot 500 6 4 4 9 4 21<br />
Totaal<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 27 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
De te besteden tijd heeft slechts betrekking op onderzoek en verslaglegging, dus niet op reistijd en<br />
overige tijd nodig voor het volledig behandelen van de aanvraag 7 .<br />
Het controleren van projecten geschiedt op de projectlocaties.<br />
De te controleren projecten worden zodanig gekozen dat een goede spreiding over de twee diensten<br />
wordt bereikt.<br />
Een certificaat kan betrekking hebben op een bedrijf met meerdere vestigingen, indien de<br />
hoofdvestiging en de nevenvestingen een uniform kwaliteitssysteem han<strong>ter</strong>en.<br />
Bij certificering van een bedrijf met meerdere vestigingen, bedraagt de te besteden tijd, bij de<br />
hoofdvestiging, aan beoordeling opzet in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking en beoordeling implementatie in<strong>ter</strong>ne<br />
kwaliteitsbewaking ten minste 4 uur, en de te besteden tijd aan controle van projecten eveneens 4 uur.<br />
Bij iedere nevenvestiging onder certificatie bedraagt de totaal te besteden tijd aan beoordeling opzet<br />
in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking, beoordeling implementatie in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking en controle van<br />
projecten ten minste 4 uur.<br />
Opmerking<br />
Indien een bedrijf meerdere vestigingen heeft, kan het kiezen voor één certificaat per vestiging of één certificaat voor het gehele<br />
bedrijf. Zie ook hoofdstuk 8. De omvang van een gecertificeerd bedrijf (aantal medewerkers) ligt vast in het kwaliteitshandboek.<br />
7.1.2 Rapportage toelatingsonderzoek<br />
Van het toelatingsonderzoek wordt een schriftelijke rapportage opgesteld, op basis waarvan het<br />
procescertificaat al dan niet wordt verleend.<br />
7.2 Vervolgcontroles<br />
7.2.1 Vervolgonderzoek<br />
Een jaar na het toelatingsonderzoek, en vervolgens telkens na verloop van een jaar, vindt een<br />
vervolgonderzoek plaats. Daarbij controleert de certificatie-instelling het gecertificeerde bedrijf op het<br />
voldoen aan de eisen van hoofdstuk 5 en 6, en inspecteert de certificatie-instelling steekproefsgewijs<br />
enkele lopende of reeds opgeleverde projecten op overeenstemming met de eisen van hoofdstuk 3, 4<br />
en 6.<br />
Een halfjaar na het toelatingsonderzoek vindt eenmalig een extra vervolgonderzoek plaats. Het aantal<br />
door de certificatie-instelling te controleren projecten en de te besteden tijd aan het vervolgonderzoek<br />
zijn in onderstaande tabel aangegeven op jaarbasis. De te besteden tijd en het te controleren aantal<br />
projecten is afhankelijk van de omvang van het bedrijf. De te besteden tijd is uitgesplitst naar:<br />
beoordeling opzet in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking, beoordeling implementatie in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking,<br />
controle van projecten en rapportage en administratie.<br />
7 De wijze van behandeling voldoet aan NEN-EN 45011.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 28 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Minimale omvang vervolgonderzoek:<br />
Aantal uitvoerenden (FTE<br />
op jaarbasis) werkend aan<br />
projecten onder certificering<br />
volgens <strong>BRL8010</strong><br />
Aantal te<br />
controleren<br />
projecten<br />
Beoordelen<br />
opzet<br />
kwaliteits-<br />
bewaking<br />
Beoordelen<br />
implementatie<br />
kwaliteits-<br />
bewaking<br />
Controle<br />
van<br />
projecten<br />
Omvang (uren)<br />
Rapportage<br />
en<br />
administratie<br />
1 tot 6 2 2 1 3 4 10<br />
7 tot 70 3 2 1 4,5 4 11,5<br />
71 tot 100 4 2 1 6 4 13<br />
101 tot 250 5 2 2 7,5 4 15,5<br />
251 tot 500 6 2 2 9 4<br />
De te besteden tijd heeft slechts betrekking op onderzoek en verslaglegging, dus niet op reistijd en<br />
overige tijd nodig voor het volledig behandelen van het vervolgonderzoek.<br />
Het controleren van projecten geschiedt op de projectlocaties. De te controleren projecten worden<br />
zodanig gekozen dat een goede spreiding over de twee diensten wordt bereikt.<br />
Bij certificering van een bedrijf met meerdere vestigingen, bedraagt de te besteden tijd, bij de<br />
hoofdvestiging, aan beoordeling opzet in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking en beoordeling implementatie in<strong>ter</strong>ne<br />
kwaliteitsbewaking ten minste 4 uur, en de te besteden tijd aan controle van projecten eveneens 4 uur.<br />
Bij iedere nevenvestiging onder certificatie bedraagt de totaal te besteden tijd aan beoordeling opzet<br />
in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking, beoordeling implementatie in<strong>ter</strong>ne kwaliteitsbewaking en controle van<br />
projecten ten minste 4 uur.<br />
7.2.2 Sancties<br />
Wanneer de certificatie-instelling bij een vervolgonderzoek een ernstige afwijking van de eisen aantreft,<br />
bestaat de sanctie uit een extra controle. Wanneer de certificatie-instelling ook bij deze extra controle<br />
een ernstige afwijking van de eisen aantreft, wordt het certificaat ingetrokken.<br />
7.2.3 Rapportage vervolgonderzoek<br />
Van een vervolgonderzoek wordt een schriftelijke rapportage opgesteld. De certificatie-instelling zendt<br />
deze rapportage, overeenkomstig haar certificatiereglement, voorzien van een schriftelijke conclusie en<br />
de eventueel opgelegde sancties, naar de certificaathouder.<br />
7.2.4 Combinatie van onderzoeken<br />
Als de certificatie-instelling bij een bedrijf onderzoek verricht ten behoeve van meerdere<br />
certificatieregelingen (bijvoorbeeld ook voor certificatie van het kwaliteitsmanagementsysteem), dan<br />
mag de tijd die wordt besteed aan het onderzoek tellen als tijd besteed voor de onderhavige<br />
certificatieregeling, indien het betreffende onderzoek nodig is voor de onderhavige certificatieregeling.<br />
Totaal<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 29 -<br />
17
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
7.2.5 Onvoldoende projecten<br />
Indien het bedrijf in enig jaar minder projecten heeft dan het aantal te onderzoeken projecten, dan wordt<br />
het ontbrekende aantal in het volgende jaar alsnog onderzocht. Kan ook dat niet, dan wordt het<br />
certificaat ingetrokken.<br />
7.3 Eisen aan de bekwaamheid van de auditor (organisatiegericht)<br />
- HBO werk- en denkniveau;<br />
- Beheersing van actuele relevante audittechnieken;<br />
- Ten minste 4 jaar werk- of audi<strong>ter</strong>varing in de installatiesector;<br />
- Ter behoud van de bekwaamheid:<br />
o uitvoeren van auditwerkzaamheden gedurende ten minste 15 dagen per jaar, en<br />
o ondergaan van monitoring en rapportage daarover.<br />
7.4 Eisen aan de bekwaamheid van de inspecteur (projectgericht)<br />
- Actuele kennis van de relevante voorschriften, te weten de referenties uit hoofdstuk 9. •;<br />
- In staat zijn te beoordelen of de relevante normen en voorschriften op de juiste wijze worden<br />
toegepast;<br />
- Beheersing van actuele relevante audittechnieken;<br />
- Ten minste 4 jaar werk- of audi<strong>ter</strong>varing in de installatiesector, alsmede praktische ervaring met<br />
metingen, controles en keuringen.<br />
Verder moet de inspecteur voldoen aan de eisen van bijlage III.<br />
7.5 Beslissing ten aanzien van certificatie<br />
De beslissing tot het verlenen van een certificaat, het intrekken van het certificaat en andere sancties,<br />
wordt zelfstandig genomen door een medewerker van de certificatie-instelling die ten minste voldoet<br />
aan de volgende eisen:<br />
- HBO werk- en denkniveau;<br />
- Beheersing van actuele relevante audittechnieken;<br />
- Ten minste 4 jaar werk- of audi<strong>ter</strong>varing in de installatiesector.<br />
7.6 Klachtenbehandeling door certificatie-instelling<br />
Na ontvangst van een klacht gaat de certificatie-instelling na of deze klacht reeds is gedeponeerd bij de<br />
certificaathouder. Als dit niet het geval is, wordt de klager doorverwezen naar de certificaathouder.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 30 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
8 Eisen te stellen aan het procescertificaat<br />
Indien het certificaat betrekking heeft op meerdere rechtspersonen, dan worden deze expliciet op het<br />
certificaat vermeld.<br />
Op het certificaat is na de kop 'Geldig tot' een datum vermeld die maximaal drie jaar la<strong>ter</strong> valt dan de<br />
datum van uitgifte van het certificaat. De certificatie-instelling zal het certificaat tijdig vernieuwen.<br />
Een model van het procescertificaat is opgenomen in bijlage I.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 31 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
9 Referenties en te raadplegen publicaties<br />
9.1 Referenties<br />
[1] Bouwbesluit 2012, XXXX, in werking getreden op 1 januari 2012;<br />
[2] NEN 1087 2001 Ventilatie van gebouwen - Bepalingsmethoden voor nieuwbouw;<br />
[3] Cri<strong>ter</strong>ia for measuring equipment for combustion products, temperature and pressure<br />
measuring equipment intended for gas technical instellers and inspection ferms, EnergieNed,<br />
januari 1997;<br />
[4] Meetapparatuur voor elektrotechnische installaties. Keuringseisen <strong>KBI</strong> 2004, <strong>KBI</strong>,<br />
1 maart 2004;<br />
[5] Onderzoek geluidwering gevel in kader van herziening <strong>BRL8010</strong>, notitie LBP|SIGHT met<br />
kenmerk V043176aa.00001.mvb d.d. XXXXX;<br />
[6] NEN 5077:2006 en NPR 5097:2006, Meting van akoestische prestatiegrootheden voor lucht-<br />
contactgeluidisolatie, geluidwering van de gevel en geluidniveaus van installaties, NEN Delft;<br />
[7] NPR 5272:2003, ‘Geluidwering in gebouwen – Aanwijzingen voor de toepassing van het<br />
rekenvoorschrift voor de geluidwering van gevels op basis van NEN-EN 12354-3’.<br />
9.2 Te raadplegen publicaties<br />
De laatste <strong>versie</strong> van de volgende publicaties dienen in het kader van deze BRL te worden<br />
geraadpleegd:<br />
- NPR 1088: Ventilatie van woningen en woongebouwen - Aanwijzingen voor en voorbeelden van de<br />
uitvoering van ventilatievoorzieningen;<br />
- NPR 1090: Ventilatie van schoolgebouwen - Voorbeelden van oplossingen voor schoolgebouwen;<br />
- NEN 5077:2006 en NPR 5097:2006, Meting van akoestische prestatiegrootheden voor lucht-<br />
contactgeluidisolatie, geluidwering van de gevel en geluidniveaus van installaties, NEN Delft;<br />
- ISSO-publicatie 52: Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties;<br />
- ISSO-publicatie 61: Programma van eisen en systeemkeuze voor ventilatiesystemen in woningen en<br />
woongebouwen;<br />
- ISSO-publicatie 62: Centrale gebalanceerde ventilatiesystemen met warmte<strong>ter</strong>ugwinning in<br />
woningen en woongebouwen;<br />
- ISSO-publicatie 63: Beheer en onderhoud ventilatiesystemen in woningen en woongebouwen;<br />
- ISSO-publicatie 89: Binnenklimaat scholen;<br />
- ISSO-publicatie 91: Ventilatiesystemen met decentrale toe- en afvoer en warmte<strong>ter</strong>ugwinning in<br />
woningen en woongebouwen;<br />
- ISSO-publicatie 92: Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen en<br />
woongebouwen.<br />
©Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011 - pagina 32 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Bijlage I<br />
Model van het procescertificaat<br />
Model<br />
<strong>KBI</strong> ® procescertificaat<br />
Naam certificatie-instelling<br />
Adresgegevens<br />
Beoordelen van ventilatievoorzieningen van<br />
woningen, scholen en kinderdagverblijven<br />
Naam (Certificaathouder)<br />
Adres<br />
Postcode/plaat<br />
Telefoon<br />
E-mail<br />
Certificatienummer<br />
Geldig tot<br />
d.d.<br />
Verklaring van (Cl)<br />
»namen nevenvestigingen + en<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011<br />
LOGO van<br />
Certificatieinstelling<br />
nummer:<br />
uitgegeven:<br />
toepassingsgebied mag ook op blz. 2<br />
Uitgegeven<br />
Vervangt<br />
Dit procescertificaat is op basis van de <strong>BRL8010</strong>, d.d. ……..afgegeven door (naam Cl), conform het (naam CI)<br />
Reglement voor Proces, c.q. Productcertificatie (jaar). (Naam CI) verklaart, dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat,<br />
dat de door het bedrijf te verrichten werkzaamheden in het kader van de beoordeling van ventilatievoorzieningen worden<br />
uitgevoerd overeenkomstig de daarvoor geldende eisen van de BRL<br />
(Naam CI) verklaart voorts in het verlengde van het hierboven gestelde, dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat<br />
de installaties die in het kader van het opleveringsbeoordelingsrapport/ventilatieprestatierapport zijn beoordeeld,<br />
voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit 2003 zoals in de BRL vermeld, indien dit in het<br />
opleveringsbeoordelingsrapport/ ventilatieprestatierapport is aangegeven.<br />
voor Cl:<br />
directeur<br />
De gebruikers van dit <strong>KBI</strong> procescertificaat wordt geadviseerd om in geval van twijfel bij CI te informeren of dit<br />
document nog geldig is.
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Bouwbesluit-ingang ‘Opleveringsbeoordelingsrapport’<br />
Tabellen zullen nog worden opgesteld op basis van definitieve <strong>versie</strong> Bouwbesluit 2012<br />
Bouwbesluit-ingang ‘Ventilatieprestatierapport’<br />
Tabellen zullen nog worden opgesteld op basis van definitieve <strong>versie</strong> Bouwbesluit 2012<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Bijlage II<br />
Bouwbesluit<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
II.2 Bouwbesluit, geluidwering en luchtverversing, nieuwbouw<br />
Tekst zal nog worden opgesteld op basis van definitieve <strong>versie</strong> Bouwbesluit 2012<br />
II.3 Bouwbesluit, geluidwering en luchtverversing, bestaande bouw<br />
Tekst zal nog worden opgesteld op basis van definitieve <strong>versie</strong> Bouwbesluit 2012<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Bijlage III<br />
Eisen aan bekwaamheid van de 'ventilatieprestatie beoordelaar'<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Eisen aan bekwaamheid van de 'ventilatieprestatie beoordelaar'<br />
Een 'ventilatieprestatie beoordelaar' heeft de volgende competenties:<br />
- hij/zij begrijpt hoe ventilatievoorzieningen van woningen, scholen en kinderdagverblijven<br />
functioneren;<br />
- hij/zij is op de hoogte van gelijkwaardige oplossingen en weet hoe aan informatie te komen over de<br />
in ventilatievoorzieningen van woningen, scholen en kinderdagverblijven toegepaste componenten;<br />
- hij/zij is in staat om de prestaties van ventilatievoorzieningen van woningen, scholen en<br />
kinderdagverblijven te beoordelen;<br />
- hij/zij begrijpt de eisen die de BRL stelt aan het beoordelen van ventilatievoorzieningen van<br />
woningen, scholen en kinderdagverblijven, en<br />
- hij/zij is in staat om te communiceren met klanten/opdrachtgevers;<br />
- hij/zij beschikt over de kennis van de in paragraaf 9.2 vermelde publicaties en de in deze publicaties<br />
opgenomen eisen en richtlijnen in het kader van deze BRL kan toepassen.<br />
Een getuigschrift van de ISSO-module ‘Basis ventilatietechniek’ in combinatie met een certificaat van de<br />
ISSO-module 'Ontwerpen ventilatiesystemen’ en een certificaat van de ISSO-module 'Installeren en<br />
opleveren Ventilatiesystemen’ geldt als voldoende bewijs dat een persoon aan de genoemde<br />
bekwaamheidseisen voldoet.<br />
Basis Ventilatietechniek<br />
- Hij/zij kent de basisprincipes van de verschillende ventilatiesystemen;<br />
- Hij/zij kent en begrijpt de voorschriften van het Bouwbesluit met betrekking tot ventilatie van woning,<br />
basisscholen en kinderopvang;<br />
- Hij/zij weet hoe een ontwerp van een ventilatiesysteem globaal tot stand komt en wat hierbij komt<br />
kijken, bijvoorbeeld op het gebied van de selectie van systeemonderdelen;<br />
- Hij/zij kent de aandachtspunten bij het installeren en beheren van een ventilatiesysteem;<br />
- Hij/zij kan een voorlopige systeemkeuze maken, passend bij de situatie en klantwensen.<br />
Aangevuld met Ontwerpen Ventilatiesystemen<br />
- Hij/zij kan voor de verschillende subtypen ventilatiesystemen een ventilatiebalans en gedetailleerd<br />
ontwerp maken. Hierbij houdt hij/zij rekening met eisen aangaande luchtkwaliteit, comfort, geluid,<br />
brandveiligheid etc.;<br />
- Hij/zij kan een ventilatiesysteem integraal ontwerpen, d.w.z. hij/zij kent tevens de relatie tussen het<br />
ventilatiesysteem, andere installaties in het gebouw en het bouwkundig ontwerp;<br />
- Hij/zij kan de klantwens (gebruikersprofiel, locatie, gebouw) omzetten in een gedetailleerde<br />
systeemkeuze en montagegereed ontwerpen.<br />
Aangevuld met Installeren en opleveren Ventilatiesystemen<br />
- Hij/zij kan een ventilatiesysteem conform het ontwerp realiseren en in bedrijf stellen;<br />
- Hij/zij kent de aandachtspunten en valkuilen uit de praktijk;<br />
- Hij/zij kan een opleverings-, controle- en meetprotocol opstellen, de daarin bedoelde<br />
kwaliteitscontroles uitvoeren en erover rappor<strong>ter</strong>en.<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Bijlage IV<br />
Meten van het geluidniveau in een gebouw veroorzaakt door ventilatievoorzieningen<br />
van het gebouw zelf<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Meten van het geluidniveau in een gebouw veroorzaakt door<br />
ventilatievoorzieningen van het gebouw zelf<br />
De te meten grootheden zijn het op nagalmtijd genormeerd installatiegeluidniveau (LIA) en het<br />
karak<strong>ter</strong>istieke installatiegeluidniveau (LI;A;k ). De in deze bijlage omschreven methode betreft een<br />
vereenvoudigde meetmethode van de methode zoals aangewezen in het Bouwbesluit en de officiële<br />
methode conform NEN 5077:2001 en 2006.<br />
De meetmethode heeft ten doel om vast te stellen of het (karak<strong>ter</strong>istieke) installatiegeluidniveau voldoet<br />
aan de eisen uit het bestek, de garantieregeling van Stichting Waarborgfonds Koopwoningen(SWK) of<br />
Woningborg of het Bouwbesluit. In het bestek en de garantieregeling wordt daarbij uitgegaan van het<br />
zgn. op nagalmtijd genormeerde geluidniveau LIA. Voor het Bouwbesluit 2012 wordt ech<strong>ter</strong> uitgegaan<br />
van het karak<strong>ter</strong>istieke installatieniveau LI;A;k van een verblijfsgebied. Hiertoe dient eerst van alle<br />
verblijfsruimten binnen het verblijfsgebied het LIA bepaald te worden, waarmee vervolgens de LI;A;k wordt<br />
bepaald.<br />
Het geluidniveau dient te worden vastgesteld voor de capaciteitsstand van het ventilatiesysteem waar<br />
de vereiste luchthoeveelheden worden gerealiseerd. Zonodig kan voor meerdere capaciteitsstanden het<br />
bijbehorende installatiegeluidniveau worden bepaald. Wel dient hierbij voor elke capaciteitstand de<br />
luchthoeveelheid (m 3 /h) te worden vastgesteld om naderhand te kunnen vaststellen bij welke<br />
capaciteitsstand aan de vereiste luchthoeveelheid wordt voldaan.<br />
IV.1 Bepaling LIA<br />
Bij de geluidoverdracht van de ventilatie-unit naar een ontvangruimte zijn er in principe drie<br />
overdrachtswegen:<br />
1. Geluidoverdracht via het kanalensysteem en de ventielen;<br />
2. Geluidoverdracht via een directe scheidingsconstructie tussen de opstelplaats van de unit en de<br />
ontvangruimte;<br />
3. Geluidoverdracht via de opstelruimte, de overloop en de ontvangruimte. Hierbij is het aantal deuren<br />
in de overdrachtsweg belangrijk.<br />
Verder zijn er in de praktijk verschillende wijzen van aankleden van ruimten:<br />
a) kale ruimten, geen meubels etc. voor oplevering;<br />
b) aangeklede ruimten, met meubels, etc.<br />
Dit laatste gegeven is alleen van belang voor het bepalen van de ruimtecorrectie. Verder wordt in deze<br />
bijlage onderscheid gemaakt in woningen, leslokalen, en ruimten in kinderdagverblijven (KDV).<br />
De in deze bijlage omschreven methode 1 kan altijd worden toegepast. De in deze bijlage omschreven<br />
methode 2 heeft als voordeel dat met een hoger ach<strong>ter</strong>grondgeluidniveau kan worden gemeten, maar is<br />
alleen toepasbaar als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:<br />
- Aanwezigheid van slechts één ventiel (geluidbron) in de te beoordelen ruimte;<br />
- Aanwezigheid van ten minste twee deuren tussen de te beoordelen ruimte en de ruimte waar de<br />
ventilator is opgesteld;<br />
- De te beoordelen ruimte is niet direct naast de ruimte gelegen waar de ventilator opgesteld.<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
IV. 2 Meetprocedure, algemeen (beide meetmethoden)<br />
Apparatuur<br />
Voor het uitvoeren van de geluidmetingen conform methode 1 of 2 van deze bijlage dient gebruik te<br />
worden gemaakt van een integrerende geluidsniveaume<strong>ter</strong> met A-weging volgens NEN-EN-1EC 61672-<br />
1, van ten minste klasse 2, en een kalibrator volgens NEN-EN-IEC 61672-2. eveneens van ten minste<br />
klasse 2. Het instrument dient minimaal een A-gewogen geluidniveau van 25 dB(A) te kunnen meten.<br />
Voor aanvang van de metingen dient de geluidsniveaume<strong>ter</strong> te worden gekalibreerd.<br />
Relatie met NEN 5077<br />
Het is altijd toegestaan om de methode te gebruiken conform NEN 5077:2001 of 2006. Wanneer ech<strong>ter</strong><br />
van dezelfde situatie in dezelfde toestand meetresultaten bekend zijn, gemeten conform de speciale<br />
methoden uit deze BRL en die van NEN 5077, dan prevaleren de waarden gemeten conform NEN<br />
5077.<br />
Voorbereiding:<br />
- Sluit ramen, binnendeuren en buitendeuren. Controleer of de ramen kunnen worden gesloten i.v.m.<br />
eventuele schilderwerkzaamheden;<br />
- Schakel eventuele stoorgeluiden uit;<br />
- Gebruik een integrerende geluidsniveaume<strong>ter</strong> met A-weging (zie boven);<br />
- Controleer aan het begin van een meetserie de werking van de geluidsniveaume<strong>ter</strong> met behulp van<br />
een kalibratiegeluidbron, waarbij de afwijking tussen de waarde aangegeven door de<br />
geluidsniveaume<strong>ter</strong> en de nominale waarde van het geluiddrukniveau van de kalibratiegeluidbron<br />
niet meer mag bedragen dan 0,5 dB. Indien hier niet aan wordt voldaan, dan kan niet worden<br />
gemeten en dient de apparatuur te worden nagezien;<br />
- Zet de ventilatie in de stand waarvoor de geluideis geldt;<br />
- Meet de geluidniveaus LI in dB(A) in de ruimten van de woning waarvoor eisen gelden, <strong>ter</strong>wijl er<br />
maximaal één persoon aanwezig is in de ontvangruimte.<br />
Omgaan met stoorgeluid<br />
Tijdens het meten kunnen geluiden die niet afkomstig zijn van de bron het geluidniveau beïnvloeden.<br />
Hiervoor dienen tijdens het meten extra voorzorgen te worden genomen.<br />
- Zet alle stoorbronnen tijdelijk uit, zoals koelkasten, wasmachines, etc.;<br />
- Tijdens de bouw voor oplevering kan veel last worden ondervonden van werkzaamheden buiten<br />
(grondverzet, stratenmakers) en binnen zoals installatiewerkzaamheden, timmeren boren, etc. Dit<br />
betekent dat veelal na 16:00 zal moeten worden gemeten. Ventilatiemetingen, etc. kunnen<br />
natuurlijk wel voor die tijd worden gedaan;<br />
- Andere stoorbronnen zijn bijvoorbeeld het verkeer (toe<strong>ter</strong>ende auto’s).<br />
Het is belangrijk al deze stoorbronnen zoveel mogelijk uit te schakelen. Om de s<strong>ter</strong>kte van het<br />
ach<strong>ter</strong>grondgeluid te bepalen dient dan ook een meting te worden gedaan van het ach<strong>ter</strong>grondgeluid<br />
met uitgeschakeld ventilatiesysteem. Het verschil in meetresultaat op dezelfde meetpositie met<br />
ventilatie 'aan' en ventilatie 'uit' geeft een indicatie van de betrouwbaarheid van het resultaat in relatie<br />
tot stoorgeluid. Dit is in tabel IV.1 samengevat.<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Tabel IV.1<br />
Meetresultaat op dezelfde meetpositie met ventilatie ‘aan’ en ‘uit’<br />
Gemeten geluidsniveauverschil<br />
tussen ventilatie aan<br />
en uit<br />
‘Werkelijke’ geluidniveau<br />
installatiegeluid<br />
2 dB of minder 2-4 dB > 5 dB<br />
Zeker lager<br />
(stoorgeluid<br />
overheerst)<br />
Waarschijnlijk lager<br />
(stoorgeluid heeft invloed)<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011<br />
Gelijk<br />
(weinig of geen invloed<br />
stoorgeluid)<br />
Als het stoorgeluid van invloed is, dat wil zeggen als het verschil kleiner is dan 5 dB, dan kan worden<br />
overwogen de metingen op een stiller moment (na de avond, nacht, weekend) opnieuw te doen.<br />
Opmerking 1<br />
Let hierbij wel op het feit dat voldoen met stoorlawaai, betekent dat ook zonder stoorlawaai wordt<br />
voldaan. Dus als na het toepassen van de noodzakelijke correcties het eindresultaat met stoorlawaai<br />
voldoet aan de eis, dan wordt ook voldaan zonder stoorgeluid.<br />
Opmerking 2<br />
Een geluideis van bijvoorbeeld 30 dB(A) voor het ventilatiesysteem is in gebieden met veel buitengeluid<br />
zo streng dat het geluid van het ventilatiesysteem alleen in stille perioden kan worden gemeten.<br />
IV.3 Meetprocedure 1<br />
Bij deze methode wordt het gemiddelde geluidniveau van de ruimte bepaald en gecorrigeerd voor de<br />
aankleding van de ruimte. Deze methode is vrij algemeen voor bronnen die nauwelijks tot geen<br />
geluidenergie hebben in de octaafbanden lager die van 125 Hz band. Voor verreweg de meeste<br />
geluidbronnen van ventilatie is dit het geval.<br />
Bij meetprocedure 1 dient uit te gaan van de volgende uitgangspunten:<br />
- Het minimaal aantal microfoonposities per ruimte dient overeen te stemmen met tabel IV.2;<br />
- Meettijd per microfoonpositie 8 s;<br />
- Kies alle posities op een hoogte tussen 1,2 m en 1,5 m boven de vloer;<br />
- Kies de posities gelijkmatig over de ruimte. Met ten minste 1 m afstand van een positie naar de<br />
overige posities. De afstand tot de ventilatiegeluidbronnen dient ten minste 1 m te zijn;<br />
- Meet in de stand Leq en in de stand Fast ( tijdconstante = 0,125 s);<br />
- Bepaal van een positie in het midden van de ruimte eerst het stoorgeluidniveau gedurende 8 s en<br />
meet daarna op diezelfde positie het geluid van het ventilatiesysteem gedurende 8 s. Noteer deze<br />
twee waarden (met één cijfer ach<strong>ter</strong> de komma) <strong>ter</strong> vergelijking van het stoorgeluid en het<br />
geluidniveau van het ventilatiesysteem (zie tabel IV.1);<br />
- Stop de meting op elke positie na 8 s met de pauzetoets en hervat de meting bij de volgende positie<br />
met de “Pause” toets. Beëindig de meting na de laatste positie met de “Stop” toets en lees het<br />
resul<strong>ter</strong>ende geluidniveau LI af met één cijfer ach<strong>ter</strong> de komma in dB(A);<br />
- Als het toestel de mogelijkheid heeft, gebruik dan de Back erase time om incidenteel stoorlawaai<br />
(toe<strong>ter</strong>ende auto’s spelende kinderen) uit te fil<strong>ter</strong>en. (Als de back erase time aan is dan dient de<br />
meettijd gelijk te zijn aan 8 s + de back erase time);<br />
- Bepaal de ruimtecorrectie op basis van tabel IV.3;<br />
- Bepaal het op nagalmtijd genormeerd installatiegeluidniveau (in dB(A)) met de volgende formule:<br />
LIA = LI – ruimtecorrectie.
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Tabel IV.2<br />
Meetprocedure 1: Minimum aantal microfoonposities als functie van de vloeroppervlakte<br />
Vloeroppervlakte [m 2 ] Minimaal aantal microfoonposities<br />
10 2<br />
10 > en 20 3<br />
>20 en 40 4<br />
>40 5<br />
Tabel IV.3<br />
Ruimtecorrectie als functie van de aankleding en bouwwijze van de ruimte [dB]<br />
Vloeroppervlakte (A) van de ontvangruimte [m 2 ]<br />
Type bouw A 6 m 2 6 < A 15 m 2 15 < A 25 m 2 25 < A < 75 m 2<br />
Gemeubileerde woningen -0,5 0,0 0,0 0,5<br />
Ongemeubileerde<br />
woningen<br />
Schoollokalen<br />
Kinderdag<br />
verblijven<br />
Beton/kalkzandsteen 5,0 5,5 5,5 6,0<br />
HSB 4,0 4,5 5 5,5<br />
Steenachtige wanden en<br />
houten vloeren<br />
Steenachtig met houten<br />
dak<br />
Schoollokaal zonder<br />
geluidabsorberende<br />
plafondafwerking<br />
Schoollokaal met<br />
geluidabsorberende<br />
plafondafwerking<br />
Schoollokaal met<br />
geluidabsorberende<br />
plafondafwerking en<br />
gemeubileerd<br />
Groepsruimte zonder<br />
geluidabsorberende<br />
plafondafwerking<br />
Groepsruimte met<br />
geluidabsorberende<br />
plafondafwerking<br />
Groepsruimte met<br />
geluidabsorberende<br />
plafondafwerking en<br />
gemeubileerd<br />
5,0 5,0 5,5 6,0<br />
4,0 4,0 5,0 5,5<br />
- - - 2,0<br />
- - - 1,0<br />
- - - 0,0<br />
- - 1 2<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011<br />
0 1<br />
0 0<br />
Slaapruimten -2 -2 -2 -
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
IV.3 Meetprocedure 2<br />
Bij meetprocedure 2 (één puntbron c.q. ventiel in de ontvangruimte) dient uit te gaan van de volgende<br />
uitgangspunten:<br />
- Houdt de microfoon op een afstand van 0,5 m van de puntbron. Zorg er daarbij voor dat de afstand<br />
van de microfoon tot nabij gelegen, vloeren, wanden en plafonds even groot is;<br />
- Meet gedurende 30 s ach<strong>ter</strong>een het geluidniveau met de ventilatie ‘aan’ en ‘uit’;<br />
- Noteer beide gemeten waarden met één cijfer ach<strong>ter</strong> de komma.<br />
Op basis van de gemeten waarde wordt het A-gewogen installatiegeluidniveau LIA als volgt berekend.<br />
Het ruimtegemiddelde genormeerde geluidniveau wordt berekend door het gemeten geluidniveau met<br />
de ventilatie 'aan' te corrigeren met een waarde die afhankelijk is van de vloeroppervlakte van de<br />
ruimte, de positie van de puntbron en de inrichting van het vertrek. Voor de vloeroppervlakte wordt<br />
uitgegaan van de grootst mogelijke rechthoek binnen het totale vloeroppervlak; zie figuur IV.1 met<br />
voorbeelden.<br />
De puntbron kan drie posities hebben:<br />
- 1-Vlak (afstand tot andere scheidingsconstructies meer dan 0,5 m);<br />
- 2-Vlakken (rand, afstand tot één andere scheidingsconstructie maximaal 0,5 m);<br />
- 3-Vlakken (hoek, afstand tot twee ander scheidingsconstructies maximaal 0,5 m).<br />
Verder wordt aangegeven of de ruimte bewoond c.q. gemeubileerd is of ongemeubileerd (bijvoorbeeld<br />
ten tijde van de oplevering).<br />
Figuur IV.1<br />
Voorbeelden van het bepalen van de grootst mogelijke rechthoek van het vloeroppervlak (links) en<br />
(rechts) het bepalen van de positie van het ventilatieventiel.<br />
Het A-gewogen installatiegeluidniveau in dB(A) wordt bepaald door de volgende formule:<br />
LIA = LI – correctiewaarden puntbron.<br />
Deze correctiewaarden staan weergegeven in tabel IV.4.<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Tabel IV.4<br />
Correctiewaarden voor ontvangruimten met één puntbron, afhankelijk van de vloeroppervlakte, de<br />
positie van de puntbron en of de ontvangruimte gemeubileerd of leeg (niet-gemeubileerd) is.<br />
Vloeroppervlakte<br />
[m 2 ]<br />
1 vlak (vlak) 2 vlakken (rand) 3 vlakken (hoek)<br />
gemeubileerd Leeg gemeubileerd leeg gemeubileerd leeg<br />
6 -1 +6 +2 +7 +5 +8<br />
> 6 en 9 +1 +7 +4 +8 +7 +10<br />
> 9 en 12 +2 +8 +5 +8 +8 +10<br />
> 12 en 18 +4 +9 +7 +10 +10 +11<br />
> 18 en 24 +5 +9 +8 +10 +11 +12<br />
> 24 en 36 +7 +10 +10 +12 +13 +13<br />
> 36 en 48 +8 +10 +11 +12 +14 +14<br />
Voorbeeld van meetprocedure 2<br />
- Gemeten geluidniveau ventilatie aan: 34 dB(A);<br />
- Gemeten ach<strong>ter</strong>grondgeluidniveau: 31 dB(A);<br />
- Vloeroppervlak: 12 m 2 ;<br />
- Bron in het midden van een vlak;<br />
- Woning voor oplevering;<br />
- Eis voor de ontvangruimte: LIA = 30 dB(A).<br />
Op grond van tabel IV.4 kolom 3 (ongemeubileerd en bron in één vlak) is zonder rekening te houden<br />
met het ach<strong>ter</strong>grondgeluid het LIA –niveau: 34 dB(A) – 8 dB(A) = 26 dB(A). Hiermee wordt dus aan de<br />
eis voldaan. Dat het ach<strong>ter</strong>grondgeluid boven de 30 dB(A) is, doet voor het voldoen aan de eis in dit<br />
geval niet <strong>ter</strong> zake.<br />
IV.4 Berekening van het karak<strong>ter</strong>istieke installatiegeluidniveau van een verblijfsgebied<br />
Conform het Bouwbesluit 2012 dient het karak<strong>ter</strong>istieke installatiegeluidniveau LI;A;k te worden bepaald.<br />
Er zijn in principe twee te onderscheiden mogelijkheden:<br />
1. Het verblijfsgebied bestaat uit één verblijfsruimte;<br />
2. Het verblijfsgebied bestaat uit meerdere verblijfsruimten.<br />
Situatie 1: Het verblijfsgebied bestaat uit één verblijfsruimte<br />
In geval het verblijfsgebied uit één verblijfsruimte bestaat, dan kan de LI;A;k rechtstreeks worden<br />
berekend met de formule:<br />
LI;A;k = LIA + 5log(V/25) [dB(A)].<br />
waarin<br />
LIA = het gemeten installatiegeluidniveau in dB(A);<br />
V = het volume van de verblijfsruimte in m 3 .<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
De waarden van de correctie<strong>ter</strong>m 5log(V/25) zijn weergegeven van tabel IV.5.<br />
Tabel IV.5<br />
Correctiefactoren L I;A;k<br />
Volume ruimte in m 3 5 log(V/25) in dB<br />
20 -1<br />
> 20 en 30 0<br />
> 30 en 50 1<br />
> 50 en 80 2<br />
> 80 en 120 3<br />
> 120 en 150 4<br />
> 150 en 240 5<br />
Opmerking<br />
Voor het eerder getoonde voorbeeld bij meetmethode 2 zou in deze situatie nog een correctie<strong>ter</strong>m 5log(V/25) moeten worden<br />
toegevoegd. Voor deze situatie geldt dus: LI;A;k = 26 + 5log(31,3/25) = 26,5 dB.<br />
Opmerking<br />
Voor schoollokalen is de formule ech<strong>ter</strong> 5 log*(V/150), immers een standaard lokaal zal vaak gelijk zijn aan ca. 50 m 2 bij een<br />
hoogte tussen de 2,7 m en 3,0 m (tot aan het verlaagd plafond). Dit betekent dat voor standaard klaslokalen geen correctie nodig<br />
is. Voor leslokalen dient er verder vanuit te worden gegaan dat de betreffende verblijfsruimte tevens als één verblijfsgebied is<br />
aangemerkt, tenzij anders is aangegeven. Eenzelfde is van toepassing op groepsruimten van kinderdagverblijven.<br />
Situatie 2: Het verblijfsgebied bestaat uit meer dan één verblijfsruimte<br />
De LI;A;k kan in dit geval (bij benadering) in drie stappen worden berekend, te weten:<br />
1. Bereken het rekenkundig gemiddelde van de LIA van de verschillende verblijfsruimten;<br />
2. Bereken de totale volume (Vtot) van het verblijfsgebied door de volumina van de verblijfsruimten te<br />
sommeren;<br />
3. Bepaal de waarde van de correctie <strong>ter</strong>m voor 5 log (Vtot/25) conform tabel IV.6 gebaseerd op het<br />
totale volume (zoals berekend in stap 2) en tel die op bij de gemiddelde LIA-waarde.<br />
Voorbeeld<br />
Slaapkamer 1, 2 en 3<br />
Gemeten waarden: 34 dB(A), 33 dB(A) en 36 dB(A): algebraïsch gemiddeld = 34,3 dB<br />
Gemeten volumina: 15.4 m 3 , 31.2 m 3 , en 47 m 3 = opgeteld 93.6 m 3 .<br />
LI;A;k voor het verblijfsgebied is dan 34,3 + 3 = 37,3 dB(A), zie tabel IV.5. afgerond naar het<br />
dichtstbijzijnde gehele getal : 37 dB(A).<br />
Opmerking<br />
De eenheid waarin LIA en LI;A;k wordt uitgedrukt is dB(A). Met ingang van het nieuwe Bouwbesluit 2012 zal deze eenheid conform<br />
definities op Europees niveau “dB” zijn, conform NEN 5077:2006. Dit zal nog moeten worden aangepast.<br />
Opmerking<br />
NEN 5077 kent ten aanzien van Vref een waarde van 25 m 3 , een waarde die representatief is voor de woningbouw. Voor<br />
schoollokalen is een dergelijke waarde niet opportuun. Voor schoollokalen geldt een minimum waarde van ca. 150 m 3 , waarbij er<br />
geen enkele opzet zal zijn om een schoollokaal binnen het onderwijs in ruimten te verdelen van 25 m 3 . Hoogstens zou in een la<strong>ter</strong><br />
stadium de school tot woningen kunnen worden verbouwd. Dan zal ech<strong>ter</strong> het ventilatiesysteem integraal moeten worden herzien.<br />
Door een aanpassing van de norm NEN 5077 of het Bouwbesluit 2012 kan een onbedoelde verzwaring van de eis worden<br />
voorkomen.<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Bijlage V<br />
Model opnamerapport mechanisch ventilatiesysteem<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Model opnamerapport mechanisch ventilatiesysteem<br />
Datum en tijd: _____________________________________________________<br />
Naam controlerende instantie: _____________________________________________________<br />
Naam inspecteur: _____________________________________________________<br />
Aanwezig bij het onderzoek: _____________________________________________________<br />
Project: _____________________________________________________<br />
Adres of bouwnummer: _____________________________________________________<br />
Type ventilatiesysteem _____________________________________________________<br />
Fabricaat ventilatiesysteem: _____________________________________________________<br />
Onderzochte, vergelijkbare ruimten<br />
(ventilatiesysteem, gebruiksfunctie):<br />
Opgave specificaties (bestek,<br />
tekening nummers e.d.) en datum:<br />
_____________________________________________________<br />
_____________________________________________________<br />
Visuele en functionele controle mechanisch ventilatiesysteem Voldoet Voldoet<br />
niet<br />
Correct functioneren standenregeling O O O<br />
Stromingsrichting door toe- en afvoervoorzieningen O O O<br />
Positie ventilatievoorzieningen in de ruimte O O O<br />
Aansluiting en communicatie op overige gebouwinstallaties O O O<br />
Aansluiting condensaatafvoer (bij systeem met wtw) O O O<br />
Aansluiting luchtkanalen O O O<br />
Thermische isolatie kanalen O O O<br />
Aansluiting elektra O O O<br />
Flexibele slangen en geluiddempers recht en strak gemonteerd O O O<br />
Ventilatietoevoer- en afvoervoorzieningen in geopende stand (niet afgesloten) O O O<br />
Aanwezigheid en toestand (schone) luchtfil<strong>ter</strong>s O O O<br />
Geluiddempers aanwezig O O O<br />
Werking (reinheid) luchtfil<strong>ter</strong>s O O O<br />
Bypass O O O<br />
Naverwarming (optioneel) O O O<br />
Vorstbeveiliging O O O<br />
Controle bouwkundig Voldoet Voldoet<br />
niet<br />
Opstelruimte (bouwkundige uitvoering wanden) O O O<br />
Ventilatie overstroomvoorzieningen onder deuren O O O<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011<br />
n.v.t.<br />
n.v.t.
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Veiligheid Voldoet Voldoet<br />
niet<br />
Mechanische veiligheid (afscherming draaiende delen en deugdelijke<br />
bevestiging)<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011<br />
n.v.t.<br />
O O O<br />
Elektrische veiligheid (correcte afscherming bedrading en elektronica) O O O<br />
Brandveiligheid (correcte installatie en aanwezigheid brandkleppen) O O O<br />
Gezondheid en comfort Voldoet Voldoet<br />
niet<br />
Plaats ontluchting riolering t.o.v. ventilatietoevoer (zie advies ISSO-publicaties) O O O<br />
Verdunningsfactor toevoer t.o.v. ventilatieafvoer<br />
Berekende waarde: ……… en werkelijke waarde ……… O O O<br />
Verdunningsfactor toevoer t.o.v. rookgasafvoer<br />
Berekende waarde: ……… en werkelijke waarde ……… O O O<br />
Luchtsnelheid leefzone (< 0,2 m/s) door ventilatietoevoervoorzieningen<br />
(zie o.a. BRL5701)<br />
n.v.t.<br />
O O O<br />
Toegankelijkheid Voldoet Voldoet<br />
niet<br />
Goede toegang en bediening O O O<br />
Reiniging en vervanging ventilatoren O O O<br />
Reiniging en vervanging fil<strong>ter</strong>s O O O<br />
Reiniging en vervanging wtw-blok O O O<br />
Reiniging en vervanging roos<strong>ter</strong>s en/of ventielen O O O<br />
Reiniging kanalen O O O<br />
Schone en onbeschadigde oplevering Voldoet Voldoet<br />
niet<br />
Afwezigheid beschadigingen aan de installatie O O O<br />
Elektra<br />
Zijn de elektrische componenten<br />
aangesloten op een aparte<br />
elektragroep?<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Indien ja, groepsnummer: _____________________________________________________<br />
n.v.t.<br />
n.v.t.
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Meetresultaten<br />
Volumestromen luchttoevoer en –afvoer<br />
Ruimte<br />
Capaciteit luchttoevoer [dm³/s] Capaciteit<br />
Overstroomvoorziening [dm³/s]<br />
Ontwerp Gemeten Eis<br />
BB<br />
%<br />
hoogstand<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011<br />
Capaciteit luchtafvoer [dm³/s]<br />
Ontwerp Gemeten Ontwerp Gemeten Eis<br />
BB<br />
%<br />
hoogstand<br />
Opm. % hoogstand betreft gemeten percentages van de capaciteit ten opzichte van de hoogste regelstand ventilatiesysteem; geldt<br />
voor de standen waarin is gemeten (midden en lage stand)<br />
Gemeten onbalans volumestromen<br />
(bij mechanische toe- en afvoer < 10% t.o.v. de hoogst gemeten waarde)<br />
Voldoet Voldoet<br />
niet<br />
n.v.t.<br />
O O O<br />
Reden eventuele afwijking: _____________________________________________________<br />
Gemeten conform specificatieblad<br />
IV.4-10: Meetprotocol (ISSO-63):<br />
Meetcondities volgens SB IV.4-10:<br />
Meetprotocol (ISSO-63):<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Merk en type meetapparatuur: _____________________________________________________<br />
Kalibratiecertificaat nr.: _____________________________________________________<br />
Kalibratiecertificaat geldig tot: _____________________________________________________<br />
Nauwkeurigheid meetwaarden: _____________________________________________________<br />
Eventuele ongeregeldheden tijdens<br />
de meting die van invloed zijn op<br />
het meetresultaat:<br />
_____________________________________________________
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Installatiegeluid<br />
Opmerking: Installatiegeluid van het ventilatiesysteem/optioneel, vanaf 2012 verplicht<br />
Ruimte<br />
Ontwerp<br />
Geluiddrukniveau Li,a,k,vg/Li,a/Li,k,vr [dB]<br />
Gemeten<br />
Verblijfsruimte Verblijfsgebied<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011<br />
Voldoet Voldoet<br />
niet<br />
Beoordeling geluidsdrukniveaus O O O<br />
Reden eventuele afwijking: _____________________________________________________<br />
Gemeten conform NEN 5077/<br />
<strong>BRL8010</strong><br />
Meetcondities volgens SB IV.4-10:<br />
Meetprotocol (ISSO-63):<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Merk en type meetapparatuur: _____________________________________________________<br />
Kalibratiecertificaat nr.: _____________________________________________________<br />
Kalibratiecertificaat geldig tot: _____________________________________________________<br />
Nauwkeurigheid meetwaarden: _____________________________________________________<br />
Eventuele ongeregeldheden tijdens<br />
de meting die van invloed zijn op<br />
het meetresultaat:<br />
n.v.t.<br />
_____________________________________________________
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Meet- en regelsysteem<br />
Is de woning voorzien van een<br />
CO2-sensorregeling:<br />
Indien ja, werking gecontroleerd<br />
m.b.v. gekalibreerde sensor en<br />
CO2-gas<br />
Ruimte Werking OK<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Is de woning voorzien van Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
schakelaar(s) waarmee het systeem<br />
kan worden bediend?<br />
_____________________________________________________<br />
Indien ja, locatie schakelaars: _____________________________________________________<br />
Dossier<br />
Ventilatiesysteem _____________________________________________________<br />
Meetrapport aanwezig _____________________________________________________<br />
Ventielen gefixeerd? _____________________________________________________<br />
Ventielen per ruimte gemerkt? _____________________________________________________<br />
Gebruikershandleiding aanwezig? Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Schoonmaak- en<br />
onderhoudsinstructies voor de<br />
gebruiker aanwezig?<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Onderhoudscontract aanwezig ? Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Onderhoudskaart voor de bewoner<br />
aanwezig?<br />
Onderhoudskaart voor de<br />
installateur aanwezig?<br />
Regelsysteem<br />
Gebruikersinstructie aanwezig van<br />
regeling of regelcomponenten?<br />
Onderhoudsvoorschrift aanwezig<br />
van regeling of regelcomponenten?<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011
BEOORDELEN VAN VENTILATIEVOORZIENINGEN VAN WONINGEN,<br />
SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN<br />
Kritiek <strong>versie</strong> Beoordelingsrichtlijn 8010 d.d. 2011-09-20<br />
Overig<br />
Ventilatieberekening bijgevoegd met<br />
vermelding volumestromen per<br />
ruimte en type<br />
toevoervoorzieningen?<br />
Voldoen deze waarden aan het Bouwbesluit<br />
indien rekening wordt gehouden met extra<br />
geventileerde ruimten zoals berging,<br />
wasruimte etc.<br />
Voldoen deze waarde ook aan het bestek.<br />
Komt het ventilatiesysteem overeen<br />
met het systeem in de EPC<br />
Advies<br />
Indien niet aan de eisen wordt<br />
voldaan hier advies vermelden.<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Ja/Nee (doorhalen wat n.v.t. is)<br />
Naam rapporteur: ___________________<br />
Handtekening: ___________________<br />
Datum: ___________________<br />
Stichting <strong>KBI</strong> 20 sept. 2011