03.09.2013 Views

Beheersverordening 'Kleurenbuurt-Huis te Landelaan' 1 - Gemeente ...

Beheersverordening 'Kleurenbuurt-Huis te Landelaan' 1 - Gemeente ...

Beheersverordening 'Kleurenbuurt-Huis te Landelaan' 1 - Gemeente ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 1


<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’


<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt – <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’<br />

Gemeen<strong>te</strong> Rijswijk<br />

status: vastges<strong>te</strong>ld<br />

datum: 25 juni 2013<br />

projectnummer: 404659R.2001<br />

adviseur: HZI/RVE<br />

toelichting en regels


<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’


toelichting en regels


Inhoudsopgave<br />

Toelichting<br />

Hoofdstuk 1 Inleiding 1<br />

1.1 Algemeen 1<br />

1.2 Besluitgebied Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan 3<br />

1.3 Vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen 4<br />

1.4 De beheersverordening 7<br />

1.5 Leeswijzer 8<br />

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 9<br />

2.1 Ontstaansgeschiedenis 9<br />

2.2 Fei<strong>te</strong>lijk bestaande gebruik (gebruik in enge zin) 10<br />

2.3 Ruim<strong>te</strong>lijke structuur 10<br />

2.4 Functionele structuur 12<br />

2.5 Juridisch-planologische situatie (gebruik in ruime zin) 12<br />

Hoofdstuk 3 Beleidskader 14<br />

3.1 Inleiding 14<br />

3.2 Rijksbeleid 14<br />

3.3 Provinciaal beleid 14<br />

3.4 Gemeen<strong>te</strong>lijk beleid 15<br />

Hoofdstuk 4 Sectorale aspec<strong>te</strong>n 20<br />

4.1 Milieuhygiëne 20<br />

4.2 Scan sectorale aspec<strong>te</strong>n 20<br />

4.3 Archeologie 21<br />

4.4 Ex<strong>te</strong>rne veiligheid 28<br />

Hoofdstuk 5 Juridische beschrijving 29<br />

5.1 Gehan<strong>te</strong>erde sys<strong>te</strong>matiek 29<br />

5.2 Toelichting op de besluitvlakken 30<br />

5.3 Overige bepalingen 32<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’


Hoofdstuk 6 Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid 33<br />

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 33<br />

6.2 Economische uitvoerbaarheid 33<br />

Hoofdstuk 7 Procedure 34<br />

7.1 Te volgen procedure 34<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1 Hoog<strong>te</strong>kaart<br />

Bijlage 2 Functiekaart<br />

Bijlage 3 Advies Veiligheidsregio<br />

toelichting en regels


Regels<br />

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 37<br />

Artikel 1 Begrippen 37<br />

Artikel 2 Wijze van me<strong>te</strong>n 47<br />

Hoofdstuk 2 Gebiedsregels 49<br />

Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening 49<br />

Artikel 4 Gemengd 50<br />

Artikel 5 Groen 51<br />

Artikel 6 Maatschappelijk 52<br />

Artikel 7 Sport 54<br />

Artikel 8 Verkeer - 2 55<br />

Artikel 9 Verkeer - 3 56<br />

Artikel 10 Verkeer - Railverkeer 57<br />

Artikel 11 Wa<strong>te</strong>r - 2 58<br />

Artikel 12 Wonen - 1 59<br />

Artikel 13 Wonen - 2 66<br />

Artikel 14 Waarde - Archeologie 1 73<br />

Artikel 15 Waarde - Archeologie 2 75<br />

Hoofdstuk 3 Algemene regels 77<br />

Artikel 16 Anti-dubbel<strong>te</strong>lregel 77<br />

Artikel 17 Algemene bouwregels 77<br />

Artikel 18 Algemene gebruiksregels 78<br />

Artikel 19 Algemene afwijkingsregels 79<br />

Artikel 20 Overige regels 80<br />

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 81<br />

Artikel 21 Overgangsrecht 81<br />

Artikel 22 Slotregel 83<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

Bijlage 2 Nota parkeernormen<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’


toelichting en regels


Toelichting<br />

Luchtfoto besluitgebied<br />

Hoofdstuk 1 Inleiding<br />

1.1 Algemeen<br />

De gemeen<strong>te</strong> Rijswijk wenst een nieuwe planologische regeling voor het besluitgebied<br />

<strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Dit vanwege het feit dat de voor dit gebied<br />

geldende bes<strong>te</strong>mmingsplannen ouder zijn dan 10 jaar. Op grond van de Wet ruim<strong>te</strong>lijke<br />

ordening (hierna: Wro) moet voor dit gebied een nieuw bes<strong>te</strong>mmingsplan worden gemaakt.<br />

Op basis van artikel 3.38 Wro kan de gemeen<strong>te</strong> eventueel bepalen om, in plaats van een<br />

bes<strong>te</strong>mmingsplan, een beheersverordening op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Deze mogelijkheid kan alleen<br />

worden gebruikt als in het gebied geen ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkeling is voorzien. Met andere<br />

woorden: als er weinig tot geen planologische veranderingen plaatsvinden dan wel in de<br />

toekomst zullen plaatsvinden. Het instrument beheersverordening is dan ook bedoeld om<br />

voor planologisch weinig dynamische gebieden het bestaande gebruik en de<br />

bouwmogelijkheden vast <strong>te</strong> leggen. Het gebied <strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> voldoet<br />

aan dit vereis<strong>te</strong> en de gemeen<strong>te</strong> Rijswijk heeft dien<strong>te</strong>ngevolge beslo<strong>te</strong>n voor dit gebied<br />

een beheersverordening op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 1


De keuze voor een beheersverordening is afhankelijk van het karak<strong>te</strong>r van het<br />

besluitgebied. De beheersverordening is namelijk geïntroduceerd voor gebieden waar<br />

geen ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkeling wordt voorzien (art. 3.38 Wro). De Wro geeft niet aan wat<br />

moet worden verstaan onder een 'ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkeling'. Dit begrip is van wezenlijk<br />

belang voor de toepassing van de beheersverordening. In de wetsgeschiedenis is hierover<br />

onder meer <strong>te</strong> vinden dat “van een ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkeling sprake is als het gaat om<br />

ruim<strong>te</strong>lijk relevan<strong>te</strong> veranderingen in het planologisch toegestane gebruik van gronden en<br />

opstallen evenals om bouwkundige wijzigingen van bouwwerken, waarvoor een<br />

omgevingsvergunning nodig is”.<br />

Bij de beheersverordening zal het meestal gaan om gebieden die 'af' of 'uitontwikkeld' zijn.<br />

Om <strong>te</strong> bepalen of zich ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkelingen voordoen moet naar verleden en<br />

toekomst worden gekeken. Indien in het verleden veel ontwikkelingen hebben gespeeld,<br />

kan dat een indicatie zijn dat het om een dynamisch gebied gaat. Anderzijds heeft het<br />

begrip ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkeling betrekking op de fase na het vasts<strong>te</strong>llen van de<br />

beheersverordening. Er mogen geen toekomstige ontwikkelingen zijn voorzien. Zo kan<br />

voor een gebied nieuw beleid zijn ontwikkeld of een structuurvisie zijn vastges<strong>te</strong>ld waaruit<br />

nieuwe ontwikkelingen blijken. In een dergelijke situatie wordt de beheersverordening niet<br />

als het geëigende instrument gezien.<br />

In de 'Handreiking beheersverordening' van de Vereniging Nederlandse gemeen<strong>te</strong>n is<br />

onder meer aangegeven dat het begrip 'bestaand' op twee manieren kan worden<br />

gedefinieerd. Gebruik in enge zin is het gebruik dat fei<strong>te</strong>lijk bestaand is op het moment van<br />

vasts<strong>te</strong>llen van de beheersverordening. Gebruik in ruime zin gaat uit van het vigerende<br />

bes<strong>te</strong>mmingsplan. Het in het vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplan toegela<strong>te</strong>n gebruik en al de op<br />

basis van het bes<strong>te</strong>mmingsplan toegestane bouwwerken worden in deze uitleg als<br />

bestaand beschouwd.<br />

Cruciaal verschil met een bes<strong>te</strong>mmingsplan is dat in een beheersverordening het<br />

bestaande fei<strong>te</strong>lijke gebruik of de bestaande planologische situatie worden vastgelegd en<br />

dus geen planologisch relevan<strong>te</strong> ontwikkelingen worden vastgelegd. Het vastleggen van<br />

deze situatie be<strong>te</strong>kent niet dat een beheersverordening geen enkele ontwikkeling toestaat.<br />

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de recen<strong>te</strong>lijk actualiseerde<br />

bes<strong>te</strong>mmingsplannen in de gemeen<strong>te</strong> Rijswijk. Door middel van onderhavige<br />

beheersverordening wil de gemeen<strong>te</strong> de vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen via een snelle<br />

procedure actualiseren naar de huidige (planologische) situatie alsmede de huidige<br />

regelgeving en inzich<strong>te</strong>n.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 2


Omliggende bes<strong>te</strong>mmingsplannen<br />

1.2 Besluitgebied Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan<br />

Het besluitgebied voor de beheersverordening betreft de overwegende woongebieden<br />

<strong>te</strong>n oos<strong>te</strong>n (<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande) en <strong>te</strong>n wes<strong>te</strong>n (Kleurenbuurt) van de spoorlijn Den Haag HS en<br />

Rot<strong>te</strong>rdam CS.<br />

De grens van het besluitgebied bestaat globaal uit de Van Vredeburchweg in het noorden<br />

en de <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan aan de oostzijde. Ten zuiden bestaat de grens uit de Generaal<br />

Spoorlaan en aan de westzijde bestaat de grens uit de Prinses Beatrixlaan.<br />

Het besluitgebied bestaat voornamelijk uit galerieflats en rijtjeswoningen met het<br />

bijbehorende groen alsmede de tunnelbak van de spoorlijn. De spoorlijn zorgt voor een<br />

splitsing van het besluit gebied waardoor sprake is van twee woongebieden met een groen<br />

omzooming.<br />

3 toelichting en regels


1.3 Vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen<br />

Overzicht vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen binnen besluitgebied<br />

1.3.1 Bes<strong>te</strong>mmingsplannen<br />

Voor het besluitgebied van de voorliggende beheersverordening vigeren momen<strong>te</strong>el de<br />

volgende bes<strong>te</strong>mmingsplannen:<br />

Te Werve West (6), vastges<strong>te</strong>ld door de gemeen<strong>te</strong>raad d.d. 30 augustus 1974 en<br />

gedeel<strong>te</strong>lijk goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 11 juni 1975;<br />

Te Werve West (6), vastges<strong>te</strong>ld door de gemeen<strong>te</strong>raad d.d. 3 juni 1997 en<br />

goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 9 sep<strong>te</strong>mber 1997;<br />

1s<strong>te</strong> Uitwerking Te Werve West (6-a), vastges<strong>te</strong>ld door de gemeen<strong>te</strong>raad d.d. 15 juni<br />

1976 en goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 15 sep<strong>te</strong>mber 1976;<br />

Te Werve West I (6-1), vastges<strong>te</strong>ld door de gemeen<strong>te</strong>raad d.d. 15 sep<strong>te</strong>mber 1977 en<br />

goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 3 oktober 1978;<br />

2de uitwerking Te Werve West (6-b), vastges<strong>te</strong>ld door de gemeen<strong>te</strong>raad d.d. 22<br />

december 1981 en goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 17 maart 1982;<br />

Te Werve West wijzigingsplan conform artikel 11 WRO (6), in werking getreden d.d. 7<br />

maart 2006;<br />

Uitbreidingsplan in onderdelen 'S<strong>te</strong>envoorde' (8-1), vastges<strong>te</strong>ld door de gemeen<strong>te</strong>raad<br />

d.d. 19 maart 1959 en goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 6 juli 1959;<br />

S<strong>te</strong>envoorde Vc (8-2), vastges<strong>te</strong>lde door de gemeen<strong>te</strong>raad d.d. 3 juli 2972 en<br />

goedgekeurde door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 27 juni 1973;<br />

S<strong>te</strong>envoorde 5 Karmozijnstraat en omgeving (8-3), vastges<strong>te</strong>ld door de gemeen<strong>te</strong>raad<br />

d.d. 15 december 1992 en goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 20 april 1993;<br />

Uitbreidingsplan in onderdelen 'Winkelcentrum' (10-1), vastges<strong>te</strong>ld door de<br />

gemeen<strong>te</strong>raad d.d. 26 maart 1965 en goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 6<br />

oktober 1965;<br />

Stationslocatie en omgeving, vastges<strong>te</strong>ld door de gemeen<strong>te</strong>raad d.d. 30 augustus<br />

1994 en goedgekeurd door Gedepu<strong>te</strong>erde Sta<strong>te</strong>n d.d. 11 april 1995.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 4


1.3.2 Bes<strong>te</strong>mmingen<br />

Binnen het bes<strong>te</strong>mmingsplan 'Te Werve West' en de uitwerkingsplannen gelden de<br />

volgende bes<strong>te</strong>mmingen <strong>te</strong>n aanzien van het besluitgebied:<br />

Autoboxen, klasse A;<br />

Autoboxen, klasse B;<br />

Autoboxen;<br />

Bijzondere doeleinden, scholen;<br />

Eengezinshuizen in geslo<strong>te</strong>n bebouwing, klasse A;<br />

Eengezinshuizen in geslo<strong>te</strong>n bebouwing, klasse C;<br />

Eengezinshuizen in geslo<strong>te</strong>n bebouwing;<br />

Meergezinshuizen in vier lagen op onderbouw in één laag;<br />

Meergezinshuizen in vier lagen;<br />

Meergezinshuizen in vijf lagen op onderbouw in één laag;<br />

Meergezinshuizen in zeven lagen;<br />

Nutsgebouwtjes;<br />

Openbaar groen plantsoen of berm;<br />

Speel<strong>te</strong>rrein;<br />

Spoorwegdoeleinden;<br />

Trottoir;<br />

Voor of zijtuin, open erf;<br />

Wa<strong>te</strong>r;<br />

Weg, autopad;<br />

Werkplaats, praktijk en/of kantoorruim<strong>te</strong>;<br />

Woondoeleinden;<br />

Woonerf.<br />

Uitbreidingsplan in onderdelen 'S<strong>te</strong>envoorde' kent de volgende bes<strong>te</strong>mmingen:<br />

Villa's;<br />

Half open bebouwing in midden huurklasse;<br />

eengezinshuizen<br />

Geslo<strong>te</strong>n bebouwing;<br />

Gemengde bebouwing met winkels en woningen;<br />

gemengde bebouwing met bedrijven, kantoren en woningen<br />

Geslo<strong>te</strong>n bebouwing met kantoren;<br />

Gemengde bebouwing met woningen en kantoren;<br />

Winkelmagazijnen;<br />

Dagwinkels;<br />

Boxen - garages;<br />

Garagebedrijf;<br />

Bijzondere bebouwing, station;<br />

Bijzondere bebouwing, kerk;<br />

Bijzondere bebouwing, school;<br />

5 toelichting en regels


Openbare of bijzondere bebouwing;<br />

Gemeenschappelijke tuin;<br />

Speelplaats;<br />

Sport<strong>te</strong>rrein;<br />

Passieve recreatie;<br />

Onbeperk<strong>te</strong> agrarische doeleinden;<br />

Beperk<strong>te</strong> agrarische doeleinden;<br />

Oliewingebied;<br />

Spoorbaan;<br />

Parkeer<strong>te</strong>rrein;<br />

Weg/Trottoir;<br />

Openbaar groen;<br />

Wa<strong>te</strong>r;<br />

Militair <strong>te</strong>rrein.<br />

Op basis van het bes<strong>te</strong>mmingsplan 'S<strong>te</strong>envoorde Vc' zijn de volgende bes<strong>te</strong>mmingen van<br />

toepassing:<br />

Bijzondere woondoeleinden meergezinshuizen (7, 9, 12 en 20 lagen);<br />

Onderbouw in één laag;<br />

Gemeenschappelijke tuin;<br />

Bijzondere doeleinden kerk;<br />

Bijzondere doeleinden school;<br />

Bijzondere doeleinden recreatie;<br />

Nutsgebouwtjes;<br />

Weg/Voetpad of plein/parkeerstrook/rijwielpad;<br />

Parkeer<strong>te</strong>rrein;<br />

Openbaar groen, plantsoen of berm;<br />

Wa<strong>te</strong>r.<br />

Binnen het bes<strong>te</strong>mmingsplan 'Karmozijnstraat en omgeving' gelden de volgende<br />

bes<strong>te</strong>mmingen:<br />

Gemeenschappelijke tuin;<br />

Gestapelde woningen;<br />

Sportieve recreatie en groenvoorzieningen;<br />

Verblijfsdoeleinden, auto's toegestaan;<br />

Verkeersdoeleinden, klasse C;<br />

Voor- of zijtuin;<br />

Woningen.<br />

Ter plaatse van het bes<strong>te</strong>mmingsplan 'Stationslocatie en omgeving' gelden de<br />

hiernavolgende bes<strong>te</strong>mmingen:<br />

Groenvoorzieningen;<br />

Maatschappelijke doeleinden;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 6


Spoorwegdoeleinden;<br />

Verblijfsdoeleinden, auto's toegestaan;<br />

Verkeersdoeleinden, klasse b.<br />

1.4 De beheersverordening<br />

1.4.1 <strong>Beheersverordening</strong> Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan<br />

De reden waarom in onderhavig geval voor het instrument van de beheersverordening is<br />

gekozen, is het feit dat in het besluitgebied geen nieuwe ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkelingen zijn<br />

voorzien in de komende 10 jaar.<br />

Het plangebied van deze beheersverordening betreft de overwegende woongebieden <strong>te</strong>n<br />

oos<strong>te</strong>n (<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande) en <strong>te</strong>n wes<strong>te</strong>n (Kleurenbuurt) van de spoorlijn Den Haag HS en<br />

Rot<strong>te</strong>rdam CS. Het woongebied wordt gekenmerkt door meergezinswoningen bestaande<br />

uit 2 tot 21 bouwlagen in een groene setting. Naast de meergezinswoningen zijn ook<br />

eengezinswoningen in voornamelijk rijenwoningen aanwezig. Binnen het besluitgebied zijn<br />

ruim<strong>te</strong>lijk gezien geen of beperk<strong>te</strong> mogelijkheden aanwezig voor ontwikkelingen.<br />

Uit het gemeen<strong>te</strong>lijk en provinciaal/regionaal beleid kan geconcludeerd worden dat ook<br />

voor de toekomst weinig tot geen planologische veranderingen zullen worden doorgevoerd<br />

in het besluitgebied (op het beleid wordt nader ingegaan in hoofdstuk 3). De gemeen<strong>te</strong><br />

beschikt <strong>te</strong>vens niet over een ruim<strong>te</strong>lijk visie waarin toekomstige ontwikkelingen zijn<br />

voorzien.<br />

Er zijn met andere woorden op dit moment geen ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkelingen voorzien<br />

anders dan passend bij het bestaande planologische gebruik en binnen de voorges<strong>te</strong>lde<br />

bebouwingsmogelijkheden. De keuze voor een beheersverordening voor het gebied<br />

<strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> is daarnaast gebaseerd op het feit dat procedureel<br />

gezien tijdwinst geboekt wordt <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van een bes<strong>te</strong>mmingsplan. Men streeft er<br />

namelijk naar om voor 1 juli 2013 alle bes<strong>te</strong>mmingsplannen actueel <strong>te</strong> hebben. Dit mede in<br />

verband met de sanctie, zoals opgenomen in de Wro dat op basis van niet actuele plannen<br />

legesheffing niet mogelijk is. Door gebruik <strong>te</strong> maken van het instrument<br />

beheersverordening voor het gebied <strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> is deze datum<br />

haalbaar.<br />

7 toelichting en regels


1.4.2 Juridische status<br />

De beheersverordening hoort tot de wet<strong>te</strong>lijke ca<strong>te</strong>gorie der verordeningen. Verordeningen<br />

zijn wetgeving in ma<strong>te</strong>riële zin, maar niet afkomstig van de formele wetgever. De<br />

beheersverordening wordt dan ook niet vastges<strong>te</strong>ld door de formele wetgever, maar door<br />

de gemeen<strong>te</strong>raad. De bevoegdheid hiertoe wordt gegeven in artikel 3.38, eers<strong>te</strong> lid Wro.<br />

De gemeen<strong>te</strong>raad heeft (veel, maar) geen volledige vrijheid over hoe de<br />

beheersverordening er uitziet. Het Besluit ruim<strong>te</strong>lijke ordening (hierna: Bro) schrijft namelijk<br />

in artikel 1.2.3 voor dat de beheersverordening langs elektronische weg wordt vastgelegd<br />

en vastges<strong>te</strong>ld. De verplichting hiertoe geldt vanaf 1 januari 2010. Tevens moet er een<br />

volledige verbeelding op papier zijn, zij het dat de elektronische versie juridisch gezien<br />

beslissend is. Ten behoeve van de digitalisering bepaalt artikel 1.2.1, tweede lid Bro ook<br />

dat een beheersverordening digitaal beschikbaar moet worden ges<strong>te</strong>ld en volledig,<br />

toegankelijk en begrijpelijk moet worden verbeeld. Deze vereis<strong>te</strong>n komen overeen met de<br />

vereis<strong>te</strong>n die gelden voor een bes<strong>te</strong>mmingsplan. Afgezien van deze wet<strong>te</strong>lijke vereis<strong>te</strong>n<br />

heeft de gemeen<strong>te</strong>raad de vrijheid om de inhoud van de beheersverordening naar eigen<br />

inzicht vast <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen.<br />

1.4.3 Procedure<br />

In de Wro is geen bijzondere voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening<br />

opgenomen. De procedure tot vasts<strong>te</strong>lling van een beheersverordening is hierdoor<br />

eenvoudiger en kor<strong>te</strong>r dan de vasts<strong>te</strong>lling van een bes<strong>te</strong>mmingsplan. Het bieden van de<br />

mogelijkheid tot inspraak voor belanghebbenden is daardoor niet wet<strong>te</strong>lijk verplicht.<br />

Niet<strong>te</strong>min hecht de gemeen<strong>te</strong> Rijswijk aan de mening van de belanghebbenden en zal zij<br />

daarom de ontwerpverordening <strong>te</strong>r inzage leggen.<br />

De vasts<strong>te</strong>lling van de beheersverordening voor het gebied <strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong><br />

<strong>Landelaan'</strong> is voorzien voor 25 juni 2013.<br />

1.5 Leeswijzer<br />

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de beschrijving van het plan, waarbij, de bestaande<br />

ruim<strong>te</strong>lijke en functionele structuur van het besluitgebied wordt toegelicht. Vervolgens<br />

wordt in hoofdstuk 3 in het kort het relevan<strong>te</strong> (boven)gemeen<strong>te</strong>lijke beleid behandeld.<br />

Hoofdstuk 4 gaat daarna in op de diverse sectorale aspec<strong>te</strong>n zoals ex<strong>te</strong>rne veiligheid,<br />

wa<strong>te</strong>r en flora en fauna. In hoofdstuk 5 komt de juridische beschrijving van de<br />

beheersverordening aan bod, waarbij de gehan<strong>te</strong>erde sys<strong>te</strong>matiek wordt toegelicht.<br />

Hoofdstuk 6 gaat in op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan,<br />

waarna in hoofdstuk 7 <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> de procedure wordt beschreven.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 8


Hoofdstuk 2 Planbeschrijving<br />

2.1 Ontstaansgeschiedenis<br />

De structuur van Rijswijk is gevormd door de zee: hoger gelegen oever-<br />

en strandwallen en lage zandvlak<strong>te</strong>n. Deze lage zandvlak<strong>te</strong>n zijn la<strong>te</strong>r opgehoogd voor<br />

bebouwing. Rond 1900 kent Rijswijk een bescheiden groei in oos<strong>te</strong>lijke richting van de<br />

oude kern. In 1906 verschijnt het Uitbreidingsplan Gemeen<strong>te</strong> Rijswijk mede als reactie op<br />

de expansiedrift van Den Haag. In het uitbreidingsplan staat de tuindorpstructuur centraal<br />

en wordt het onderliggende slagenlandschap volledig genegeerd. Rijswijk groeit op basis<br />

van het uitbreidingsplan in oos<strong>te</strong>lijke en zuidelijke richting, dichtbij de oude kern.<br />

Deze uitbreiding vindt vrij langzaam plaats in de periode 1906-1930. Na de<br />

Tweede Wereldoorlog kampt Den Haag met een enorm woning<strong>te</strong>kort, mede hierom<br />

breidt Rijswijk fors in wes<strong>te</strong>lijke richting uit met 15.000 woningen en het bedrijven<strong>te</strong>rrein<br />

Plaspoelpolder, winkelcentrum In de Bogaard, stadsparken en verschillende<br />

sportcomplexen. De uitbreiding wordt vormgegeven op basis van de CIAM-gedach<strong>te</strong>,<br />

waarin de scheiding van s<strong>te</strong>delijke functies als ideaal wordt gezien. In het noorden wordt<br />

een parkruim<strong>te</strong> gespaard met de bedoeling een buffer <strong>te</strong> creëren tussen<br />

Den Haag en Rijswijk. Er worden apar<strong>te</strong> gebieden voor wonen, werken en<br />

recreëren aangelegd met daartussen brede ruime wegen met groenstroken.<br />

De bouwblokken in de woonwijken bestaan veelal uit flats in twee, drie of vier verdiepingen<br />

die in stroken parallel aan of haaks op elkaar worden geplaatst. Vanaf de jaren ’60 neemt<br />

het aantal bouwlagen per blok en daarmee de hoog<strong>te</strong> van de bebouwing snel toe. De<br />

woningbehoef<strong>te</strong> is nog altijd groot en de grond duur. Zo verschijnen de eers<strong>te</strong> flats van zes<br />

verdiepingen en hoger afgewisseld met lagere bouwblokken en eengezinswoningen.<br />

Vooral aan de randen van de wijken en langs de toegangswegen wordt hoogbouw<br />

neergezet om een s<strong>te</strong>delijke uitstraling <strong>te</strong> creëren. In de jaren ’70 en ’80 worden op<br />

invullocaties vooral eengezinswoningen gebouwd en ontstaat er weer een gro<strong>te</strong>re<br />

diversi<strong>te</strong>it aan woningtypes. Begin jaren ’90 vormt Rijswijk een belangrijk onderdeel van de<br />

aaneengeslo<strong>te</strong>n s<strong>te</strong>delijke agglomeratie Den Haag. Ter ontsluiting van de Plaspoelpolder<br />

wordt na dertig jaar voorbereiding in 1985 de A4 doorgetrokken. De laats<strong>te</strong> uitbreidingen<br />

van Rijswijk (Hoekpolder en De Strijp) bestaan voornamelijk uit eengezinswoningen. De<br />

komende jaren worden Eikelenburg en Rijswijk-Zuid verder ontwikkeld en worden<br />

grondgebonden woningen gerealiseerd.<br />

9 toelichting en regels


2.2 Fei<strong>te</strong>lijk bestaande gebruik (gebruik in enge zin)<br />

2.2.1 Inleiding<br />

Zoals eerder is vermeld, kan een beheersverordening zowel het bestaande fei<strong>te</strong>lijke<br />

gebruik vastleggen als het vigerende planologische gebruik. Voor het gebied<br />

<strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> gaat de voorkeur uit naar het vastleggen van het<br />

vigerende planologische gebruik. Voor het overgro<strong>te</strong> deel zal dit ech<strong>te</strong>r identiek zijn aan<br />

het bestaande fei<strong>te</strong>lijke gebruik. In gevallen waarvoor dat niet geldt zullen per geval nadere<br />

keuzes gemaakt dienen <strong>te</strong> worden. Hiervoor is het noodzakelijk om een goed beeld <strong>te</strong><br />

hebben van de huidige situatie in het besluitgebied; een goede inventarisatie is dan ook<br />

het vertrekpunt.<br />

Inventarisaties zijn niet nieuw en worden ook gebruikt bij bes<strong>te</strong>mmingsplannen. Voor de<br />

inventarisatie <strong>te</strong>n behoeve van deze beheersverordening is gebruik gemaakt van veld- en<br />

archiefinventarisaties.<br />

2.2.2 Werkwijze<br />

Om de bestaande situatie goed inzich<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong> krijgen is de volgende werkwijze gehan<strong>te</strong>erd.<br />

In eers<strong>te</strong> instantie zijn de bij de gemeen<strong>te</strong> aanwezige gegevens met betrekking tot de<br />

vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen verzameld. De vigerende enkelbes<strong>te</strong>mmingen<br />

(gebiedsregelingen) zijn op basis van de vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen digitaal<br />

inge<strong>te</strong>kend. De vigerende bes<strong>te</strong>mmingen zijn vervolgens vergeleken met de<br />

BAG-gegevens die ook door de gemeen<strong>te</strong> zijn aangeleverd. De BAG-gegevens la<strong>te</strong>n per<br />

adres zien welke functies aanwezig zijn. In bijlage 1 bij de toelichting zijn de functies<br />

aangegeven die op basis van de BAG-gegevens geregistreerd zijn binnen de gemeen<strong>te</strong>.<br />

In bijlage 2 van bij de toelichting is een hoog<strong>te</strong>kaart opgenomen, waar de bestaande<br />

hoog<strong>te</strong>(n) van gebouwen binnen de bouwblokken zijn weergegeven.<br />

Naast de inventarisatie van de fei<strong>te</strong>lijke situatie zoals hiervoor beschreven, zijn de<br />

vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen inhoudelijk nader bezien op gebruiks- en<br />

bouwmogelijkheden en beschreven. Op basis van het planologische regime en de<br />

verleende vrijs<strong>te</strong>llingen en ontheffingen is de bestaande planologische situatie vastgelegd<br />

in de beheersverordening.<br />

2.3 Ruim<strong>te</strong>lijke structuur<br />

De typische orthogonale ras<strong>te</strong>rstructuur (loodrecht op en parallel aan de zee) bepaalt de<br />

verkavelingsrichting van de verschillende buur<strong>te</strong>n binnen het besluitgebied. Het gebied ligt<br />

in de noordwestrand van Rijswijk en grenst aan het stadslandschap dat Rijswijk en Delft<br />

van elkaar scheidt. De ruim<strong>te</strong>lijke structuur binnen het besluitgebied kenmerkt zich door<br />

gevarieerde bouwvormen zoals galerijflats, portiekwoningen, maisonnet<strong>te</strong>s,<br />

eengezinswoningen, HAT-eenheden en geschakelde bouw. Het gebied is ruim opgezet<br />

en opgebouwd uit een s<strong>te</strong>lsel van wegen, stra<strong>te</strong>n, erven en informele paden.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 10


Het besluitgebied kan onderverdeeld worden in het gebied gelegen <strong>te</strong>n oos<strong>te</strong>n (<strong>Huis</strong> <strong>te</strong><br />

Lande) van de spoorlijn Den Haag HS en Rot<strong>te</strong>rdam CS en een gebied dat is gelegen <strong>te</strong>n<br />

wes<strong>te</strong>n (Kleurenbuurt) van deze spoorlijn. Deze tweedeling is ook ruim<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> zien.<br />

De buurt <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande bestaat voornamelijk uit eengezinswoningen bestaande uit aaneen<br />

geslo<strong>te</strong>n woningen in 2 bouwlagen met een kap. Daarnaast zijn hier ook<br />

meergezinswoningen gesitueerd bestaande uit 3 tot maximaal 7 bouwlagen. De buurt kent<br />

een groene uitstraling door de groenzones aan de randen, de gemeenschappelijke tuinen<br />

en het openbaar groen. De school aan de zuidzijde van dit deelgebied bestaat uit 1 tot 2<br />

bouwlagen met een kap.<br />

Binnen de kleurenbuurt heeft de hoogbouw meer de nadruk. Hier zijn<br />

meergezinswoningen aanwezig bestaande uit 7 tot maximaal 20 bouwlagen. In het midden<br />

van dit deelgebied zijn daarnaast ook enkele eengezinswoningen aanwezig bestaande<br />

aaneengeslo<strong>te</strong>n bebouwing uit 2 bouwlagen met een kap. In de noordoosthoek van de<br />

Kleurenbuurt is het van Vredenburch college gelegen. De bijbehorende bebouwing bestaat<br />

hier uit maximaal 4 bouwlagen met een plat<strong>te</strong> afdekking. In het zuiden bevindt zich een<br />

kerk bestaande uit een ovale hoofdbebouwing uit 1 en 2 bouwlagen met een plat<strong>te</strong><br />

afdekking. Ook dit deelgebied kent overigens een groene uitstraling gezien de brede<br />

groenzones aan de randen, de gemeenschappelijke tuinen en het openbare groen.<br />

Vogelvlucht besluitgebied<br />

11 toelichting en regels


2.4 Functionele structuur<br />

De overheersende functie binnen het besluitgebied is de woonfunctie. Daarnaast bevinden<br />

zich enkele maatschappelijk functies binnen het gebied. Het betreft een tweetal<br />

scholencomplexen In het noorden (<strong>te</strong>n wes<strong>te</strong>n van de spoorlijn), aan de Van<br />

Vredenburchweg, is het van Vredenburch college gelegen. Dit betreft een middelbare<br />

school. Aan de zuidzijde van het plangebied (<strong>te</strong>n oos<strong>te</strong>n van de spoorlijn) is aan de<br />

Labouchèrelaan de Elsenburgschool gesitueerd. De betreft een school voor Speciaal<br />

Basis Onderwijs.<br />

Tot slot ligt aan de S<strong>te</strong>envoordelaan 364 de Nieuwe Kerk van de Pro<strong>te</strong>stantse gemeen<strong>te</strong>.<br />

Een andere belangrijke structurerende functie binnen het gebied is verkeer. De<br />

verkeersfunctie bestaat hier uit de spoorlijn Den Haag HS - Rot<strong>te</strong>rdam CS en de<br />

verschillende gebiedsontsluitings- en erftoegangswegen.<br />

Tot slot kent het gebied een groenuitstraling door de gemeenschappelijke tuinen en de<br />

brede groenstroken langs de gro<strong>te</strong> wegen en de spoorlijn.<br />

De functies binnen het besluitgebied zijn weergegeven op de inventarisatiekaart die is<br />

opgenomen in bijlage 1 bij deze toelichting.<br />

2.5 Juridisch-planologische situatie (gebruik in ruime zin)<br />

2.5.1 Inleiding<br />

Het begrip 'bestaand gebruik' kan op twee manieren worden gedefinieerd. Gebruik in enge<br />

zin is het gebruik dat fei<strong>te</strong>lijk bestaand is op het moment van vasts<strong>te</strong>llen van de<br />

beheersverordening (zie paragraaf 2.2 t/m 2.4). Gebruik in ruime zin gaat uit van het<br />

vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplan. Al het in het vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplan rechtstreeks<br />

toegela<strong>te</strong>n gebruik en al de op basis van het bes<strong>te</strong>mmingsplan rechtstreeks toegestane<br />

bouwwerken worden in deze uitleg als bestaand beschouwd. Naast de functionele en<br />

ruim<strong>te</strong>lijke situatie kan dus ook de planologisch c.q. juridische situatie op basis van<br />

vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen als bestaand worden aangemerkt.<br />

Eerder is al aangegeven dat ervoor gekozen is om zoveel mogelijk aan <strong>te</strong> slui<strong>te</strong>n bij het<br />

vigerende planologische gebruik. Voor het groots<strong>te</strong> deel van het besluitgebied zal dit<br />

<strong>te</strong>vens neerkomen op het vastleggen van het bestaande fei<strong>te</strong>lijke gebruik.<br />

2.5.2 Afwijkende gebiedsregelingen en leegstand<br />

Uit de inventarisatie is gebleken dat het vigerende planologische gebruik gro<strong>te</strong>ndeels<br />

overeenkomt met het fei<strong>te</strong>lijke gebruik van de gronden. De afwijkingen die zijn<br />

geconsta<strong>te</strong>erd zijn <strong>te</strong> verklaren op basis van verleende vrijs<strong>te</strong>llingen, ontheffingen en<br />

omgevingsvergunningen.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 12


De in deze beheersverordening toegekende gebiedsregelingen komen daarom (na<br />

afs<strong>te</strong>mming op de SVBP2008, zie ook paragraaf 2.5.3 en 2.5.4) overeen met de<br />

bes<strong>te</strong>mmingen uit de vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen. Vrijs<strong>te</strong>llingen, ontheffingen of<br />

omgevingsvergunningen welke hebben geleid tot een <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van de vigerende<br />

bes<strong>te</strong>mmingsplannen afwijkend gebruik zijn in de beheersverordening verwerkt.<br />

2.5.3 Aansluiting bij SVBP2008<br />

De gemeen<strong>te</strong> Rijswijk beschikt niet over een handboek met standaard regels voor<br />

ruim<strong>te</strong>lijke plannen. Derhalve is ervoor gekozen voor wat betreft de inhoud van de regels<br />

aan <strong>te</strong> slui<strong>te</strong>n bij de in procedure zijnde en vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen en voor wat<br />

betreft de opzet bij de SVBP2008. Alhoewel voor het instrument beheersverordening<br />

fei<strong>te</strong>lijk geen strikt voorgeschreven richtlijnen gelden zoals dat bij bes<strong>te</strong>mmingsplannen wel<br />

het geval is, zal met het oog op eenduidigheid en herkenbaarheid toch zoveel mogelijk bij<br />

de sys<strong>te</strong>matiek van de SVBP2008 worden aangeslo<strong>te</strong>n.<br />

Aangezien de vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplannen (logischerwijs) niet aan de hand van de<br />

SVBP2008 zijn opges<strong>te</strong>ld, komt de naamgeving van de bes<strong>te</strong>mmingen zoals gebruikt in<br />

het vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplan niet in alle gevallen overeen met de naamgeving van de<br />

gebiedsregelingen in deze beheersverordening.<br />

Inhoudelijk worden de betreffende gebiedsregelingen zoveel mogelijk in lijn gebracht met<br />

de SVBP2008, verder betreft het puur een naamsverandering.<br />

2.5.4 Tot slot<br />

Ondanks dat de planologische regeling zoals opgenomen in de beheersverordening op<br />

een aantal pun<strong>te</strong>n afwijkt van de regeling uit het vigerende bes<strong>te</strong>mmingsplan voor het<br />

woongebied, is toch sprake van een conserverende regeling. De pun<strong>te</strong>n waarop de nieuwe<br />

regeling afwijkt van de oude, zijn in de voorgaande paragrafen beargumen<strong>te</strong>erd. De<br />

beheersverordening maakt geen nieuwe ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkelingen mogelijk.<br />

Geconcludeerd kan worden dat de bestaande planologische en bebouwingssituatie<br />

opnieuw wordt vastgelegd, met in achtneming van een afs<strong>te</strong>mming van de regeling op<br />

actuele wetgeving en inzich<strong>te</strong>n en op de gemeen<strong>te</strong>lijke voorkeuren.<br />

13 toelichting en regels


Hoofdstuk 3 Beleidskader<br />

3.1 Inleiding<br />

In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidsstukken op rijks-,<br />

provinciaal en gemeen<strong>te</strong>lijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspun<strong>te</strong>n van deze<br />

beheersverordening – voortzetting van de bestaande situatie, inclusief de planologische<br />

mogelijkheden – is met name stilgestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de<br />

beheersverordening kan of dient <strong>te</strong> hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het<br />

beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk. De<br />

conclusie is dat deze beleidsaspec<strong>te</strong>n de totstandkoming van de beheersverordening niet<br />

in de weg staan.<br />

3.2 Rijksbeleid<br />

3.2.1 Besluit algemene regels ruim<strong>te</strong>lijke ordening (2011/2012)<br />

Het besluit algemene regels ruim<strong>te</strong>lijke ordening (Barro) bevat met name opdrach<strong>te</strong>n aan<br />

de provincie om bepaalde onderwerpen nader uit <strong>te</strong> werken. Daarnaast bevat het regels<br />

waaraan bes<strong>te</strong>mmingsplannen en beheersverordeningen moe<strong>te</strong>n voldoen.<br />

Het Barro bevat geen bepalingen die een specifieke opdracht be<strong>te</strong>kenen voor de<br />

Kleurenbuurt en de buurt <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande. Ook het radarverstoringsgebied (maximaal 113<br />

me<strong>te</strong>r) waarbinnen het gebied is gelegen is niet van invloed op de beheersverordening, nu<br />

de bebouwing in het gebied uit <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> 20 (+ 1) bouwlagen bestaat en de verordening<br />

(ook na eventuele afwijkingsmogelijkheden) geen gro<strong>te</strong>re bouwhoog<strong>te</strong> toestaat.<br />

3.3 Provinciaal beleid<br />

3.3.1 Visie op Zuid-Holland, verordening ruim<strong>te</strong>, provincie Zuid-Holland<br />

In de provinciale Verordening Ruim<strong>te</strong> worden beperkingen aan bes<strong>te</strong>mmingsplannen en<br />

beheersverordeningen ges<strong>te</strong>ld, voor zover het onderwerpen betreffen die een provinciaal<br />

belang raken. In onderhavig gebied moe<strong>te</strong>n de volgende zaken worden bekeken:<br />

bebouwingscontour;<br />

EHS;<br />

wa<strong>te</strong>rkering;<br />

cultuurhistorie.<br />

Het verordeningsgebied is binnen de provinciale bebouwingscontour gelegen. Binnen<br />

deze contour kan de gemeen<strong>te</strong> naar eigen inzicht bepalen op welke wijze zij de bebouwing<br />

vorm geeft. In en net bui<strong>te</strong>n de gemeen<strong>te</strong>grens zijn enkele gebieden als ecologische<br />

hoofdstructuur aangewezen. Direct <strong>te</strong>n wes<strong>te</strong>n van het besluitgebied is een gebied<br />

aanwezig dat is aangewezen als EHS. Het betreft de gronden in en rondom <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Werve.<br />

Deze EHS heeft geen invloed of het besluitgebied. Bovendien heeft deze<br />

beheersverordening ook geen gevolgen voor de EHS gezien het beheersmatige karak<strong>te</strong>r.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 14


Het gedeel<strong>te</strong> van de Vredeburchweg dat is gelegen <strong>te</strong>n oos<strong>te</strong>n van de spoorlijn is<br />

aangewezen als wa<strong>te</strong>rkering die in de verordening moet worden beschermd. Dit be<strong>te</strong>kent<br />

dat bebouwing in principe pas na ins<strong>te</strong>mming met de beheerder van de wa<strong>te</strong>rkering is<br />

toegestaan. De regeling in deze verordening voldoet aan dit vereis<strong>te</strong>.<br />

3.4 Gemeen<strong>te</strong>lijk beleid<br />

Groenbeleidsplan Kleurenbuurt - <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan<br />

3.4.1 Groenbeleidsplan (2010)<br />

Dit Groenbeleidsplan vormt het groene toetsingskader bij ontwikkelingen in de gemeen<strong>te</strong><br />

Rijswijk en geeft richting aan het denken over groen, priori<strong>te</strong>ring bij uitvoering en keuzes in<br />

groenbeheer. De nota is onderverdeeld in de volgende onderwerpen:<br />

bomenstructuur<br />

natuurstructuur<br />

recreatiestructuur<br />

groenstructuur<br />

Per deel thema zijn speerpun<strong>te</strong>n geformuleerd, waaronder invulling van ontbrekende<br />

schakels in ras<strong>te</strong>rs, opheffen van de barrièrewerking, groen op daken stimuleren,<br />

natuurbeleving in wijken vergro<strong>te</strong>n, etc.<br />

15 toelichting en regels


Voor de Kleurenbuurt en <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande bestaan de doels<strong>te</strong>llingen met name uit het<br />

vers<strong>te</strong>rken van de bomenstructuur door de bomenrijen langs de Generaal Spoorlaan, de<br />

Prinses Beatrixlaan en Van Vredeburchweg aan <strong>te</strong> vullen. Daarnaast dienen de bomen<br />

langs de <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan behouden blijven.<br />

Beoogd wordt verder om de bestaande oevers in het gebied natuurvriendelijk in <strong>te</strong> rich<strong>te</strong>n<br />

waardoor de natuurwaarde van de wa<strong>te</strong>rgangen wordt verhoogd. Door de ligging nabij de<br />

landgoederenzone zijn er kansen om natuur de wijk in <strong>te</strong> brengen. Dit wordt gedaan door<br />

de zones langs de spoorlijn en Generaal Spoorlaan <strong>te</strong> ontwikkelen als natuurzones. Door<br />

de randen van de spoorlijn natuurvriendelijk <strong>te</strong> beheren, ontstaan bijvoorbeeld goede<br />

schuil- en verplaatsingsmogelijkheden voor fauna.<br />

Op het gebied van recreatie worden de toegangen tot het Hilvoordeplein verbe<strong>te</strong>rd en<br />

worden voorzieningen toegevoegd om het park verder tot wijkpark <strong>te</strong> ontwikkelen. De<br />

bestaande groenzone aan de oostzijde van het besluitgebied, tussen de spoorlijn en de<br />

Monseigneur P.J. Willekenslaan, wordt als onderdeel van de recreatieve verbinding<br />

(wandelen/fietsen) tussen de landgoederen en de stadsparkzone vergroot en verbe<strong>te</strong>rd.<br />

Onderhavige beheersverordening staat niet in de weg aan de realisatie van<br />

bovengenoemde speerpun<strong>te</strong>n.<br />

3.4.2 Structuurvisie Mobili<strong>te</strong>it 2020<br />

Deze structuurvisie vormt zowel voor nieuwe ontwikkelingen in de gemeen<strong>te</strong> een rol als<br />

voor behoud en vers<strong>te</strong>rking van het huidige verkeerssys<strong>te</strong>em. Behoud en verbe<strong>te</strong>ring zijn<br />

thema's die voor deze verordening relevant zijn. De kern is de visie op mobili<strong>te</strong>it, waarbij<br />

de verplaatsingsmogelijkheden voor de reiziger goed op elkaar aanslui<strong>te</strong>n en de reiziger<br />

voldoende vrijheid heeft om een geschikt vervoermiddel <strong>te</strong> kiezen. Centraal staat het<br />

denken vanuit de reiziger en optimaal gebruik van de beschikbare mogelijkheden.<br />

Het mobili<strong>te</strong>itsbeleid bestaat uit 3 thema’s rondom tien kernpun<strong>te</strong>n. Elk kernpunt is<br />

uitgewerkt in enerzijds de ambitie en anderzijds de opgaven voor de komende jaren om<br />

die ambitie <strong>te</strong> bereiken. De opgaven zijn vervolgens uitgesplitst in projec<strong>te</strong>n, onderzoeken<br />

en andere werkzaamheden in het Uitvoeringsprogramma.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 16


Een relevan<strong>te</strong> project voor deze beheersverordening betreft een haalbaarheidsstudie naar<br />

de inpassing van de Prinses Beatrixlaan noord en de Schaapweg richting Den Haag in<br />

relatie tot de ontwikkeling van het gebied met de HBG locatie, winkelcentrum In de<br />

Bogaard (net <strong>te</strong>n zuiden van het besluitgebied) en Eikelenburg. Dit is grofweg het gebied<br />

van de A4 tot aan de landgoederenzone.In de uitgangspun<strong>te</strong>n van de structuurvisie<br />

Beatrixlaan is de ambitie is geformuleerd om de diversi<strong>te</strong>it aan voorzieningen in en rond In<br />

de Bogaard/Bogaardplein <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n. Het doel is om <strong>te</strong> zorgen dat de<br />

verkeersafwikkeling in 2020 geschikt is om al het verkeer op een goede wijze af <strong>te</strong><br />

wikkelen en dat de inpassing van de Beatrixlaan past in de visie van de gemeen<strong>te</strong> Rijswijk<br />

op de ontwikkeling van het gebied.<br />

De verwach<strong>te</strong> mobili<strong>te</strong>itseffec<strong>te</strong>n van het project Beatrixlaan noord worden in het kader<br />

van de structuurvisie voor het gebied en de bijbehorende MER onderzocht. In de eers<strong>te</strong><br />

verkeerskundige onderzoeken is geconsta<strong>te</strong>erd dat:<br />

De Beatrixlaan een van de belangrijke inprikkers voor het s<strong>te</strong>delijk verkeer van Den<br />

Haag vormt.<br />

De kruising Prinses Beatrixlaan/Churchilllaan gaat vastlopen in 2020 (mogelijk eerder).<br />

De kruising Prinses Beatrixlaan/Generaal Spoorlaan de verkeersdruk net aan kan in<br />

2020 mits geen extra programma wordt toegevoegd.<br />

Derhalve een kor<strong>te</strong> of een lange tunnel nodig zal zijn, waardoor <strong>te</strong>vens de langzaam<br />

verkeersverbindingen opgewaardeerd kunnen worden.<br />

Deze beheersverordening staat de eventuele inpassing niet in de weg.<br />

3.4.3 Nota Parkeernormen 2011<br />

De parkeernota deelt de gemeen<strong>te</strong> in in verschillende functiezones. Per zone geldt een<br />

parkeernorm. Zo is er een norm voor winkel/werkzones en een norm voor woonzones.<br />

Deze norm wordt zowel proactief bij bouwplannen en functiewijzigingen, als reactief bij<br />

handhaving gebruikt. Aangezien de parkeerdruk in de Kelurenbuurt en <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> lande aan<br />

de hoge kant is, blijft dit een aandachtspunt voor de wijk.<br />

3.4.4 Economische Visie 2010-2018<br />

Hoe kan Rijswijk haar s<strong>te</strong>rke economische positie behouden en vers<strong>te</strong>rken? Dat is de<br />

hoofdvraag van de economische visie. Hiertoe bevat de visie een stappenplan voor onder<br />

andere de voornaams<strong>te</strong> winkelcentra en andere bedrijvigheid op haar gemeen<strong>te</strong>grond.<br />

Ook staat verbe<strong>te</strong>ring van de landgoederenzone op het programma, hetgeen een impuls<br />

voor de toeristische sector kan be<strong>te</strong>kenen. De economische visie kent voor het<br />

besluitgebied geen specifieke economische speerpun<strong>te</strong>n.<br />

17 toelichting en regels


3.4.5 Milieubeleidsplan Rijswijk 2012-2020<br />

In dit plan wordt uitgesproken dat het wenselijk is om voor de aspec<strong>te</strong>n lucht, geluid en<br />

ex<strong>te</strong>rne veiligheid een ambitieniveau vast <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Knelpun<strong>te</strong>n worden waar mogelijk<br />

aangepakt. Een van de acties die hieruit voortvloeit is het <strong>te</strong>rugdringen van de<br />

geluidsoverlast die het verkeer op de Prinses Beatrixlaan veroorzaakt. De beoogde<br />

maatregelen hangen op dit punt samen met de resulta<strong>te</strong>n en ambities uit de structuurvisie<br />

mobili<strong>te</strong>it. De ambitie is om het aantal woningen waar de geluidsbelasting door verkeer<br />

meer dan 65 decibel bedraagt, in 2020 minimaal gehalveerd <strong>te</strong> hebben. Ook vormt de<br />

Prinses Beatrixlaan een aandachtspunt in het kader van luchtkwali<strong>te</strong>it. Middels het<br />

verbe<strong>te</strong>ren van de groene golf op de Prinses Beatrixlaan wordt de uitstoot van autoverkeer<br />

verminderd waarmee wordt beoogd de luchtkwali<strong>te</strong>it <strong>te</strong> verbe<strong>te</strong>ren.<br />

Op het gebied van ex<strong>te</strong>rne veiligheid volgt uit dit plan dat circa twee derde van de<br />

gemeen<strong>te</strong>grond binnen het invloedsgebied van een EV relevan<strong>te</strong> installatie of voorziening<br />

ligt. Onderhavig besluitgebied is gelegen binnen het invloedsgebied van de spoorlijn Den<br />

Haag HS - Rot<strong>te</strong>rdam CS. Onderhavige verordening heeft ech<strong>te</strong>r een beheersmatig<br />

karak<strong>te</strong>r. Er worden geen ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De<br />

beheersverordening heeft dan ook geen gevolgen voor het groeps- of plaatsgebonden<br />

risico.<br />

3.4.6 Wa<strong>te</strong>rplan Rijswijk 2008-2015<br />

De Kleurenbuurt en de buurt <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande zijn conform het wa<strong>te</strong>rplan gelegen in het<br />

deelgebied Rijswijk – Midden. In dit deelgebied is relatief veel oppervlak<strong>te</strong>wa<strong>te</strong>r met hier<br />

en daar brede oevers aanwezig.<br />

Lozingen vanuit de riolering zijn verspreid aanwezig. Het benut<strong>te</strong>n van de aanwezige<br />

oevers voor een milieuvriendelijke inrichting en vergroting van het wa<strong>te</strong>roppervlak kunnen<br />

de beleving van het wa<strong>te</strong>r verhogen. Dit deelgebied heeft het streefbeeld ‘Praktisch wa<strong>te</strong>r’<br />

plus meegekregen. De plus heeft betrekking op de mogelijkheid om bij herstructureringen<br />

(bijvoorbeeld de Muziekbuurt en de mogelijke ondertunneling van de Prinses Beatrixlaan)<br />

een vers<strong>te</strong>rking van het aspect beleving van wa<strong>te</strong>r aan <strong>te</strong> brengen.<br />

3.4.7 Woonvisie 2007<br />

In de gebiedsgerich<strong>te</strong> uitwerking van de woonvisie maakt de Kleurenbuurt en <strong>Huis</strong> <strong>te</strong><br />

Lande deel uit van de woonmilieu-indeling 'Tuins<strong>te</strong>den'. Dit woonmilieu is het meest<br />

voorkomende woonmilieu in Rijswijk en veel en vaak grootschalig (openbaar) groen,<br />

portiekflats en hoogbouwflats gemixt met eengezinswoningen.<br />

Voor het besluitgebied zijn een tweetal wijkontwikkelingsplannen opges<strong>te</strong>ld:<br />

WOP Kleurenbuurt;<br />

WOP Te Werve (<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande).<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 18


In deze WOP's zijn concre<strong>te</strong> maatregelen opgenomen met een planhorizon tot 2010. De<br />

betreffende maatregelen zijn inmiddels dus getroffen en afgerond. Voor de Kleurenbuurt is<br />

de koers ingezet op het behoud van de mix aan doelgroepen maat kansen benut<strong>te</strong>n voor<br />

kwali<strong>te</strong>it. In de wijk is sprake van 2 verschillende sferen; Duurdere galerijflats en<br />

koopwoningen. De mix aan woningtypen is waardevol. Binnen deze mix wordt eraan<br />

gewerkt om de kansen voor star<strong>te</strong>rs en 'doorstar<strong>te</strong>rs' <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n. Langs de Generaal<br />

Spoorlaan behoort transformatie tot de koers: aansluiting bij het hoogs<strong>te</strong>delijk wonen.<br />

De koers voor de wijk Te Werve (<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande) is gericht op een transformatie naar een<br />

gemêleerde wijk voor zowel senioren als gezinnnen. Te Werve is een wijk waarin veel<br />

senioren wonen, die vaak s<strong>te</strong>rk aan hun wijk gebonden zijn. Het huidige woningaanbod<br />

(appar<strong>te</strong>men<strong>te</strong>n maar ook grondgebonden woningen) biedt kansen om star<strong>te</strong>nde gezinnen<br />

een plek <strong>te</strong> bieden. Doel is om het accent <strong>te</strong> verleggen van een wijk met primair kleine<br />

huishoudens naar een gemêleerde wijk met ook gezinnen. Daarmee wordt aangeslo<strong>te</strong>n op<br />

het wijkontwikkelingsplan tot 2010 en deze koers wordt ook na 2010 ingezet. Dit be<strong>te</strong>kent:<br />

Opplussen tot, of nieuw bouwen van nultredenappar<strong>te</strong>men<strong>te</strong>n (vooral in de middeldure<br />

huurca<strong>te</strong>gorie), als antwoord op de veranderende vraag van senioren in de wijk. Dit<br />

bevordert bovendien de doorstromingsmogelijkheden van senioren binnen de wijk en<br />

schept ruim<strong>te</strong> voor jonge doorstromers.<br />

Realiseren van grondgebonden woningen waar ruim<strong>te</strong> is of komt.<br />

Bij sloop/nieuwbouw van appar<strong>te</strong>men<strong>te</strong>n mag enige verdunning optreden. De voorraad<br />

appar<strong>te</strong>men<strong>te</strong>n wordt gecompenseerd door initiatieven aan de rand van Te Werve, in<br />

Plaspoelpolder.<br />

Er wordt rekening gehouden met de s<strong>te</strong>denbouwkundige structuur: grondgebonden<br />

s<strong>te</strong>delijk in het binnengebied; hoogs<strong>te</strong>delijk wonen langs de randen van het gebied als<br />

deel van de s<strong>te</strong>delijke assen.<br />

Onderhavige beheersverordening heeft een conserverend karak<strong>te</strong>r. Er worden geen<br />

ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De transformatie binnen de Kleurenbuurt en<br />

<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Lande wordt op grond van deze beheersverordening dan ook niet mogelijk<br />

gemaakt. Eventuele ontwikkelingen zullen middels afzonderlijke procedures mogelijk<br />

moe<strong>te</strong>n worden gemaakt.<br />

19 toelichting en regels


Hoofdstuk 4 Sectorale aspec<strong>te</strong>n<br />

4.1 Milieuhygiëne<br />

Milieubeleid wordt s<strong>te</strong>eds meer geïncorporeerd in andere beleidsvelden. Verbreding van<br />

milieubeleid naar andere beleids<strong>te</strong>rreinen is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Ook in<br />

de ruim<strong>te</strong>lijke planvorming is structureel aandacht voor milieudoels<strong>te</strong>llingen nodig. De<br />

milieudoels<strong>te</strong>llingen worden daartoe in<strong>te</strong>graal en vanaf een zo vroeg mogelijk stadium in<br />

het planvormingsproces meegewogen. Een duurzame ontwikkeling van de gemeen<strong>te</strong> is<br />

een belangrijk beleidsuitgangspunt dat zijn doorwerking heeft in meerdere<br />

beleids<strong>te</strong>rreinen.<br />

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal van deze beleids<strong>te</strong>rreinen. Gelet op het<br />

beheersmatige karak<strong>te</strong>r van deze beheersverordening wordt niet bij alle aspec<strong>te</strong>n even<br />

uitgebreid stilgestaan. Aspec<strong>te</strong>n zoals bodemkwali<strong>te</strong>it, geluidhinder en luchtkwali<strong>te</strong>it<br />

worden zelfs geheel niet behandeld. Dit betreft aspec<strong>te</strong>n die alleen relevant zijn in het<br />

kader van nieuwe ontwikkelingen. In onderhavig geval is daarvan geen sprake.<br />

4.2 Scan sectorale aspec<strong>te</strong>n<br />

Omdat deze beheersverordening enkel de bestaande planologische situatie voortzet, is de<br />

onderzoeksopgave van beperk<strong>te</strong> omvang. Gezien de aard en begrenzing van het<br />

verordeningsgebied, de in het gebied voorkomende functies en omliggende functies, in<br />

combinatie met het feit dat geen ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt <strong>te</strong>n<br />

opzich<strong>te</strong> van het geldende planologische regime, behoeven de volgende aspec<strong>te</strong>n geen<br />

nadere aandacht:<br />

luchtkwali<strong>te</strong>it;<br />

wa<strong>te</strong>rkwali<strong>te</strong>it en -kwanti<strong>te</strong>it;<br />

bodemkwali<strong>te</strong>it;<br />

spoorweglawaai;<br />

bedrijvigheid;<br />

straalpaden;<br />

verkeerssituatie;<br />

ecologie, flora en fauna en natuurbescherming;<br />

verkeerslawaai.<br />

Verder is gebleken dat de volgende aspec<strong>te</strong>n wel enige aandacht behoeven:<br />

archeologie;<br />

ex<strong>te</strong>rne veiligheid.<br />

Deze aspec<strong>te</strong>n worden in de navolgende paragrafen behandeld.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 20


4.3 Archeologie<br />

4.3.1 Inleiding<br />

Het plangebied <strong>'Kleurenbuurt</strong> – <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> bestaat uit een s<strong>te</strong>delijk gebied die<br />

wordt gedomineerd door woningen, gebouwd tussen ca. 1960 en 1970. Het gebied is<br />

omslo<strong>te</strong>n door de <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan (oost), de Generaal Spoorlaan (zuid), de Prinses<br />

Beatrixlaan (west) en de Van Vredenburchweg (noord). De bebouwing bestaat uit<br />

eengezinswoningen, flatgebouwen en twee scholencomplexen met daartussen open<br />

ruim<strong>te</strong>s voor parkeren en groenvoorzieningen. Het plangebied wordt van noord naar zuid<br />

doorsneden door een spoorlijn.<br />

Bovengronds kunnen cultuurhistorisch waardevolle zaken nog aanwezig zijn. Hierbij valt <strong>te</strong><br />

denken aan een gebouw met een bijzondere constructie of archi<strong>te</strong>ctuur. Er heeft tot op<br />

heden geen sys<strong>te</strong>matische inventarisatie naar dergelijke waarden plaatsgevonden.<br />

4.3.2 Geologie en historie<br />

De historie van het plangebied gaat ver <strong>te</strong>rug. Omstreeks 4100 voor Chr. lag de kustlijn in<br />

het zuidelijk deel van Rijswijk. Door de aanvoer van veel zand vond uitbouw van de kust<br />

plaats in wes<strong>te</strong>lijke richting ondanks de voortgaande zeespiegelstijging. De zee zet<strong>te</strong> lagen<br />

klei en zand af (Laagpakket van Wormer).<br />

In de periode 3800-3400 voor Chr. ontstond een geslo<strong>te</strong>n strandwal (zandrug) waardoor<br />

de zee geen toegang meer had tot het ach<strong>te</strong>rland. Deze strandwal ligt in het noordelijk<br />

deel van Rijswijk. De Van Vredenburchweg markeert min of meer de leng<strong>te</strong>as van deze<br />

strandwal. De ouds<strong>te</strong> sporen van menselijke activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n op het Rijswijkse deel van de<br />

strandwal da<strong>te</strong>ren van omstreeks 2800 voor Chr. (Nieuwe S<strong>te</strong>entijd). Aan weerszijden van<br />

het plangebied zijn dergelijke oude bewoningssporen gevonden. Voorbeelden zijn:<br />

Rijswijk-De Strijp, Rijswijk-De Schilp, Den Haag-Noordweg en Rijswijk-Huys <strong>te</strong>r<br />

Nieuburchlaan.<br />

Aan weerszijden van de strandwal lag een strandvlak<strong>te</strong> met duintjes. Te Werve ligt<br />

gro<strong>te</strong>ndeels op zo'n strandvlak<strong>te</strong>. Op de duinen in de strandvlak<strong>te</strong> zijn sporen van<br />

menselijke activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n uit de Prehistorie <strong>te</strong> verwach<strong>te</strong>n. Tot op heden zijn er ech<strong>te</strong>r geen<br />

bewoningssporen uit die periode aangetroffen binnen het plangebied.<br />

Door de stijging van de zeespiegel en daarmee ook van het grondwa<strong>te</strong>r, werd de<br />

strandvlak<strong>te</strong> s<strong>te</strong>eds vochtiger en ontwikkelde zich een uitgestrekt veengebied<br />

(Hollandveenpakket). De veengroei eindigde omstreeks 500 voor Chr. doordat de zee<br />

vanuit de Maasmond het gebied binnendrong. Er werd een dikke laag klei afgezet<br />

(Laagpakket van Walcheren; Gan<strong>te</strong>l Laag). Een groot deel van het veen werd door de<br />

overstromingen door het wa<strong>te</strong>r opgeruimd. Hierdoor is het oude strandvlak<strong>te</strong> nu bedekt<br />

met veen en vooral klei. Na het droogvallen van het gebied was in de Romeinse tijd<br />

(eers<strong>te</strong>-derde eeuw na Chr.) het kleidek in gebruik voor landbouw. Op de hogere delen in<br />

het landschap als de kreekruggen stonden boerderijen.<br />

21 toelichting en regels


Het noordelijk deel van het plangebied ligt op de strandwal. De strandwal was een hoge en<br />

droge zandrug waarvan de hoogs<strong>te</strong> delen ruim boven het landschap uitstaken. Daardoor<br />

was het een gunstige plek voor de bouw van nederzettingen. De nabije ligging van de<br />

strandwal zal er toe hebben geleid, dat in de Romeinse tijd de boerderijen vooral op deze<br />

zandrug stonden. Het aanslui<strong>te</strong>nde klei- en veengebied werd vooral gebruikt voor het<br />

weiden van vee en akkerbouw.<br />

Na de ineenstorting van het Romeinse rijk raak<strong>te</strong> de streek gro<strong>te</strong>ndeels ontvolkt. De<br />

spaarzame vonds<strong>te</strong>n wijzen erop, dat de ach<strong>te</strong>rgebleven mensen woonachtig waren op de<br />

oeverwallen langs de rivieren en zandgronden langs de kust zoals de strandwal in het<br />

noordelijk deel van het plangebied.<br />

Pas vanaf de elfde en twaalfde eeuw nam de bevolking weer s<strong>te</strong>rk in omvang toe. Vanaf<br />

dat moment zijn meer gegevens voorhanden van de bewoningsgeschiedenis. Net als in de<br />

Romeinse tijd stonden op de strandwal boerderijen. De bevolkingstoename leidde tot het<br />

in cultuur brengen van de klei- en veengronden, waarvan ook het plangebied deel<br />

uitmaakt. In die tijd ontstond de strokenverkaveling die tot de naoorlogse s<strong>te</strong>delijke<br />

uitbreidingen ook in het plangebied nog aanwezig was. De oriëntatie van de huidige<br />

stra<strong>te</strong>n van het plangebied is mede op de oude strokenverkaveling gebaseerd.<br />

Helaas heeft tot op heden nauwelijks onderzoek in het direct langs de strandwal gelegen<br />

klei- en veengebied plaatsgevonden waardoor deze verwachting (wel gebruikt voor de<br />

landbouw maar niet voor de bouw van boerderijen) een hypothese is. Onderzoek is nodig<br />

om de hypothese <strong>te</strong> toetsen en de verwachting bij <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. De vondst in het klei- en<br />

veengebied aan de Mgr. Willekenslaan van een kuil met aardewerk uit de twaalfde en<br />

dertiende eeuw duidt in elk geval op bewoningsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n direct naast de strandwal!<br />

Na de Romeinse tijd zijn er geen nieuwe lagen zand of klei afgezet. Na ca. 1600 werd voor<br />

de uitbreiding van bui<strong>te</strong>nplaatsen de tuinen polderinwaarts vergroot. Voor de woningbouw<br />

is nadien een groot deel van het gebied opgehoogd met hoofdzakelijk zand<br />

(Stadsophogingsdek).<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 22


4.3.3 Jongs<strong>te</strong> geschiedenis<br />

Tot aan de bouw van de huidige woonwijk stonden verspreid langs de Van<br />

Vredenburchweg woningen. In de middeleeuwen waren het in hoofdzaak boerderijen en<br />

vers<strong>te</strong>rk<strong>te</strong> huizen. In de loop van de tijd werden diverse boerderijbedrijven uitgebreid tot<br />

bui<strong>te</strong>nplaatsen. Er zijn geen archeologische of historische onderzoeken gedaan naar de<br />

bebouwing binnen het plangebied. Uit de kaart van het Hoogheemraadschap van Delfland<br />

door Kruikius (1712) is op <strong>te</strong> maken, dat aan de noordzijde van het plangebied minimaal<br />

twee bui<strong>te</strong>nplaatsen stonden: Hilvoorde en Endelvaart. De bui<strong>te</strong>nplaatsen stonden in de<br />

noordoosthoek van het plangebied, ongeveer <strong>te</strong>r plaatse van het huidige Bous de<br />

Jongpark. De boogbrug (gemeen<strong>te</strong>lijk monument) over de zeventiende eeuwse vaart is<br />

een laats<strong>te</strong> zichtbare herinnering ofschoon deze brug omstreeks 1995 volledig is<br />

herbouwd. Bui<strong>te</strong>nplaats Hilvoorde is omstreeks 1800 ontman<strong>te</strong>ld waarbij het hoofdgebouw<br />

werd gesloopt. De vaart werd in de zeventiende eeuw aangelegd voor de zandwinning,<br />

vandaar de naam de Zandvaart of de Rijswijkse Vaart.<br />

Op de strandwal die loopt van Voorscho<strong>te</strong>n tot aan Wa<strong>te</strong>ringen, stonden veel<br />

bui<strong>te</strong>nplaatsen waarvan enkele nog s<strong>te</strong>eds bestaan. De zone wordt gerekend tot de<br />

Landgoederenzone. Op de kaart van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de<br />

provincie Zuid-Holland zijn de belangrijks<strong>te</strong> delen van deze zone aangeduid als<br />

'Landgoedbiotoop' en de minder belangrijke delen als 'Landgoedzone'. De buur<strong>te</strong>n<br />

Kleurenbuurt en <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan maken deel uit van de 'Landgoedzone' ofschoon het<br />

plangebied geheel bebouwd is.<br />

Op de hierboven al genoemde kaart van het Hoogheemraadschap van Delfland is in de<br />

noordwesthoek een boerderij inge<strong>te</strong>kend. Nu bevindt zich hier het kruispunt Prinses<br />

Beatrixlaan-Van Vredenburchweg. Volgens de kaart zijn de overige percelen onbebouwd.<br />

Archeologische vonds<strong>te</strong>n tonen aan, dat dit kaartbeeld slechts een momentopname is.<br />

Diverse archeologische vonds<strong>te</strong>n (zie hieronder) duiden op in<strong>te</strong>nsieve bewoning op de<br />

strandwal in de Romeinse tijd en vanaf de La<strong>te</strong> Middeleeuwen tot heden. Van andere<br />

bewoningssporen zijn bewoningsres<strong>te</strong>n niet gevonden maar wel <strong>te</strong> verwach<strong>te</strong>n. Dat blijkt<br />

uit bodemvonds<strong>te</strong>n op andere delen van de strandwal bui<strong>te</strong>n het plangebied.<br />

In de jaren 1846 en 1847 werd de spoorlijn Den Haag – Rot<strong>te</strong>rdam aangelegd. In Rijswijk<br />

werd aan de Van Vredenburchweg een station gebouwd. De Van Vredenburchweg<br />

behoorde destijds tot de hoofdwegen van Delfland en was een belangrijke verbinding van<br />

Leiden naar het Westland en de Maasmonding. Het station werd in 1938 bui<strong>te</strong>n gebruik<br />

ges<strong>te</strong>ld en na de Tweede Wereldoorlog gesloopt.<br />

Voor de Tweede Wereldoorlog ontstonden tussen de boerderijen andere vormen van<br />

bedrijvigheid waaronder van 1913 tot 1975 de orchideeënkwekerij van Bous de Jong. De<br />

woning van het tuindersbedrijf is gebouwd in 1963 en bestaat nog s<strong>te</strong>eds. Het groots<strong>te</strong><br />

deel van het plangebied bleef als weiland in gebruik tot aan de aanvang van de bouw van<br />

de huidige woonwijk.<br />

23 toelichting en regels


De naoorlogse s<strong>te</strong>delijke uitbreidingen van Rijswijk bereik<strong>te</strong>n rond 1960 de <strong>Huis</strong> <strong>te</strong><br />

Landelaan. Vervolgens vonden verdere uitbreidingen plaats waarbij het gebied tussen<br />

deze laan en de spoorlijn werden bebouwd. De gronden tussen De Put en de spoorbaan<br />

(<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landebuurt) zijn gevuld met eengezinswoningen en lage flats met portieken en<br />

schuine daken. Langs de noordrand van de Generaal Spoorlaan werden enkele<br />

schoolgebouwen gebouwd. La<strong>te</strong>r vond nieuwbouw plaats aan de Terra Cottastraat en de<br />

Bous de Jongpark.<br />

Na 1960 werd het agrarisch gebied tussen de spoorbaan en de Prinses Beatrixlaan<br />

bebouwd (Kleurenbuurt). De wijk tussen de spoorbaan en de S<strong>te</strong>envoordelaan werd vooral<br />

ingevuld met eengezinswoningen en portiekwoningen met daartussen veel groen. In de<br />

hoek van de spoorbaan en de Van Vredenburchweg werd een scholencomplex gebouwd<br />

die in la<strong>te</strong>re jaren enkele malen werd uitgebreid.<br />

In het gedeel<strong>te</strong> van de Kleurenbuurt tussen de S<strong>te</strong>envoordelaan en de Prinses Beatrixlaan<br />

domineren galerijflats met daartussen groen en parkeervoorzieningen.<br />

Een ingrijpende infrastructurele wijziging was de aanleg van de spoortunnel en verbreding<br />

van de spoorbaan tot vier banen in 1992-1995. De gelijkvloerse kruising van de Van<br />

Vredenburchweg met de spoorbaan werd vervangen door een viaduct waarbij de weg ook<br />

in noordelijke richting werd verschoven. De vrijgekomen ruim<strong>te</strong> aan de westzijde van de<br />

spoorbaan werd benut voor de uitbreiding van een scholencomplex. Aan de oostzijde van<br />

de spoorbaan is nog s<strong>te</strong>eds het 'oude' deel van de Van Vredenburchweg zichtbaar omdat<br />

de Rijswijkse Vaart met naastgelegen voetpad gehandhaafd bleef.<br />

4.3.4 Archeologische vonds<strong>te</strong>n<br />

De oudst bekende sporen van menselijke activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n binnen het plangebied gaan <strong>te</strong>rug tot<br />

in de Romeinse tijd. De vonds<strong>te</strong>n zijn gedaan tijdens opgravingen aan de Van<br />

Vredenburchweg voorafgaand aan de spoorbaanverbreding en tijdens de reconstructie<br />

van de Van Vredenburchweg en de uitbreiding van het scholencomplex in de jaren<br />

1992-1995. Er vonden verschillende onderzoeken plaats waarbij onder meer een gebouw<br />

uit de Romeinse tijd werd gevonden (Archis waarnemingsnummer 32.348 en 120.818).<br />

De vindplaatsen uit de Romeinse tijd staan niet op zichzelf. Nederland <strong>te</strong>n zuiden van de<br />

Oude Rijn maak<strong>te</strong> toen deel uit van het Romeinse rijk. Het gebied waarin Rijswijk ligt, werd<br />

toen in<strong>te</strong>nsief bewoond. De mees<strong>te</strong> bewoners leefden van de landbouw en woonden in<br />

boerderijen. Vlakbij het plangebied stond in Voorburg een stad, Forum Hadriani, van<br />

waaruit het gebied werd bestuurd.<br />

Op dezelfde locatie als die van de Romeinse vonds<strong>te</strong>n zijn ook bewoningssporen<br />

aangetroffen uit de La<strong>te</strong> Middeleeuwen waaronder greppels met potscherven. De vonds<strong>te</strong>n<br />

da<strong>te</strong>ren in vooral uit de twaalfde eeuw (Archis waarnemingsnummer 32.348, 120818 en<br />

120.819).<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 24


De twaalfde eeuwse ontginningsboerderijen stonden op de strandwal of diep in de polder.<br />

Mogelijk stonden er boerderijen in het klei- en veengebied waar nu de Kleurenbuurt en de<br />

<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landebuurt liggen maar groot is de kans niet vanwege de vlakbij gelegen<br />

strandwal. Het plangebied is waarschijnlijk altijd geëxploi<strong>te</strong>erd vanuit boerderijen die op<br />

deze (hoge en droge) strandwal stonden. Vandaar dat de vondst van een kuil met twaalfde<br />

potscherven aan de Mgr. Willekenslaan tijdens een archeologisch onderzoek intrigerend is<br />

(Archis waarnemingsnummer 35882). De vondst duidt erop, dat op enige afstand van de<br />

strandwal en in het klei- en veengebied een middeleeuwse woonplaats aanwezig kan zijn.<br />

4.3.5 Archeologische waarden en verwachting<br />

Op de kaart van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland heeft<br />

het plangebied voor het groots<strong>te</strong> deel de aanduiding 'redelijke tot gro<strong>te</strong> kans op<br />

archeologische sporen'.<br />

De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is gemaakt door de Rijksdienst voor<br />

het Cultureel Erfgoed en geeft op hoofdlijnen de trefkans weer. De kaart is zeer grofmazig.<br />

Het plangebied heeft volgens de IKAW een 'middelhoge trefkans' op archeologische<br />

sporen.<br />

In het plangebied zijn geen archeologische gemeen<strong>te</strong>lijke of rijksmonumen<strong>te</strong>n.<br />

4.3.6 Borging archeologische waarden<br />

Voor een bes<strong>te</strong>mmingsplan of beheersverordening zijn de aanduidingen op de IKAW en<br />

CHS <strong>te</strong> globaal. Het plangebied heeft immers een archeologische verwachting die s<strong>te</strong>rk<br />

ui<strong>te</strong>enloopt. Op dit moment wordt gewerkt aan een verwachtingenkaart voor de gemeen<strong>te</strong><br />

Rijswijk waarin de informatie gedetailleerder wordt weergegeven. Op basis van de nieuwe<br />

kaart is voor het besluitgebied een verwachtingskaart gemaakt (zie afbeelding hieronder).<br />

Het plangebied is verdeeld in drie zones. Bij elke zone is ook een beleidsrichting vermeld.<br />

25 toelichting en regels


1. Geen archeologische verwachting<br />

Enkele locaties zijn in het recen<strong>te</strong> verleden zodanig verstoord door o.a. de aanleg van<br />

ondergrondse parkeergarages dat er geen archeologische res<strong>te</strong>n meer aanwezig zijn. Het<br />

gaat hierbij om kelders (dus niet om heipalen) die tot in de top van het Laagpakket van<br />

Wormer reiken. Er is geen inventarisatie voorhanden zodat deze niet op een kaart<br />

aangegeven kunnen worden. Uitzondering zijn de flat op de hoek van de Van<br />

Vredenburchweg en de Prinses Beatrixlaan en de spoortunnel.<br />

Maatregel:<br />

Deze <strong>te</strong>rreinen zijn vrijgegeven.<br />

2. Middelhoge verwachting Nieuwe S<strong>te</strong>entijd, Romeinse tijd en La<strong>te</strong> Middeleeuwen.<br />

Deze verwachting is van toepassing op het groots<strong>te</strong> deel van het plangebied, gelegen<br />

tussen lijn mees<strong>te</strong>r Philipslaan/Karmozijnlaan en de Generaal Spoorlaan vanwege res<strong>te</strong>n<br />

uit de Romeinse tijd en de La<strong>te</strong> Middeleeuwen.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 26


Bij werkzaamheden tot een diep<strong>te</strong> van 50 cm beneden maaiveld hoeft geen rekening <strong>te</strong><br />

worden gehouden met archeologische waarden. Voor het gebied geldt een vrijs<strong>te</strong>lling voor<br />

werkzaamheden in een gebied van 100 m² of minder. Werkzaamheden die reiken tot in de<br />

top van de (Laagpakket van Wormer) dient vooraf <strong>te</strong> worden nagegaan of<br />

bewoningsres<strong>te</strong>n uit het neolithicum aanwezig zijn. Voor werkzaamheden die tot in de top<br />

van de Laagpakket van Walcheren en/of Gan<strong>te</strong>l Laag reiken dient contact opgenomen <strong>te</strong><br />

worden met taakveld Archeologie Rijswijk.<br />

Maatregel:<br />

Bij werkzaamheden tot een diep<strong>te</strong> van 50 centime<strong>te</strong>r beneden maaiveld en met een<br />

oppervlak<strong>te</strong> van minder dan 100 m ²hoeft geen rekening <strong>te</strong> worden gehouden met<br />

archeologische waarden. Voor werkzaamheden die dieper reiken dient een<br />

aanlegvergunning <strong>te</strong> worden verkregen. Deze zone heeft op de verbeelding de<br />

dubbelbes<strong>te</strong>mming 'Waarde - Archeologie 1' gekregen.<br />

3. Hoge verwachting Nieuwe S<strong>te</strong>entijd, Romeinse tijd en La<strong>te</strong> Middeleeuwen/Nieuwe tijd.<br />

Deze verwachting is van toepassing voor het plangebied, gelegen tussen de lijn mr.<br />

Philipslaan/Karmozijnlaan en de Van Vredenburchweg vanwege res<strong>te</strong>n uit de Nieuwe<br />

S<strong>te</strong>entijd, Romeinse tijd en La<strong>te</strong> Middeleeuwen/Nieuwe tijd.<br />

Maatregel:<br />

Bij werkzaamheden tot een diep<strong>te</strong> van 50 centime<strong>te</strong>r beneden maaiveld hoeft geen<br />

rekening <strong>te</strong> worden gehouden met archeologische waarden. Voor werkzaamheden die<br />

dieper reiken dient een aanlegvergunning <strong>te</strong> worden verkregen. Deze zone heeft op de<br />

verbeelding de dubbelbes<strong>te</strong>mming 'Waarde - Archeologie 2' gekregen.<br />

Voor het gebied van de beheersverordening Kleurenbuurt – <strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan geldt de<br />

aanduiding 1 voor de locatie van de flat op de hoek van de Van Vredenburchweg en de<br />

Prinses Beatrixlaan en voor de spoortunnel. Aanduiding 2 is van toepassing voor het<br />

plangebied tussen de tussen lijn mees<strong>te</strong>r Philipslaan/Karmozijnlaan en de Generaal<br />

Spoorlaan. Aanduiding 3 is gekoppeld aan de zone tussen de lijn mees<strong>te</strong>r<br />

Philipslaan/Karmozijnlaan en de Van Vredenburchweg.<br />

27 toelichting en regels


4.4 Ex<strong>te</strong>rne veiligheid<br />

De veiligheidsregio Haaglanden heeft in het kader van onderhavige beheersverordening<br />

advies uitgebracht <strong>te</strong>n aanzien van het aspect ex<strong>te</strong>rne veiligheid. Het advies is opgenomen<br />

in bijlage 3 bij deze toelichting. Het advies beschouwt de con<strong>te</strong>xt, geeft een kor<strong>te</strong><br />

beschrijving van het plangebied, de aanwezige risicobronnen op het gebied van ex<strong>te</strong>rne<br />

veiligheid en de geadviseerde maatregelen <strong>te</strong>r verbe<strong>te</strong>ring van de veiligheid in het<br />

plangebied.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 28


Hoofdstuk 5 Juridische beschrijving<br />

5.1 Gehan<strong>te</strong>erde sys<strong>te</strong>matiek<br />

5.1.1 Inleiding<br />

Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening<br />

<strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> is aangeslo<strong>te</strong>n bij:<br />

de Wet ruim<strong>te</strong>lijke ordening d.d. 1 juli 2008, Besluit ruim<strong>te</strong>lijke ordening d.d. 1 juli 2008<br />

en de RO-standaarden 2008 verplicht vanaf 1 januari 2010;<br />

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) d.d. 1 oktober 2010;<br />

recen<strong>te</strong> bes<strong>te</strong>mmingsplannen in de gemeen<strong>te</strong> Rijswijk;<br />

de Woningwet d.d. 1 januari 2003;<br />

de kadastrale ondergrond en de Grootschalige Basiskaart (GBK);<br />

luchtfoto's, de fei<strong>te</strong>lijke situatie (GIS-inventarisatie).<br />

Daarnaast wordt inhoudelijk aangeslo<strong>te</strong>n bij de regelingen uit de vigerende<br />

bes<strong>te</strong>mmingsplannen alsmede de verleende ontheffingen/vrijs<strong>te</strong>llingen binnen het<br />

besluitgebied en het gemeen<strong>te</strong>lijk handboek met betrekking tot het ops<strong>te</strong>llen van<br />

bes<strong>te</strong>mmingsplannen.<br />

De structuur van de beheersverordening is zodanig dat de verbeelding de primaire<br />

informatie geeft over de bouw- en gebruiksmogelijkheden. Bij het raadplegen van de<br />

beheersverordening dient dan ook eerst naar de verbeelding gekeken <strong>te</strong> worden.<br />

Vervolgens kan men in de regels <strong>te</strong>ruglezen welk gebruiks- en welke bouwmogelijkheden<br />

zijn toegestaan. De ordening van de regels is daartoe zodanig opgezet dat bij iedere<br />

gebiedsregeling een nagenoeg compleet beeld van de bepalingen voor die<br />

gebiedsregeling is gegeven. Desondanks blijven aanvullend inleidende regels en<br />

algemene regels nodig. Tot slot wordt dit aangevuld met het overgangsrecht en de<br />

slotregel.<br />

5.1.2 De verbeelding<br />

Op de verbeelding zijn aangegeven:<br />

de grens van het besluitgebied;<br />

besluitvlakken (geeft aan voor welke gebruiksvormen de gronden bedoeld zijn);<br />

bouwvlakken. maatvoeringen en overige besluitsubvlakken (die specifieke<br />

aanwezige/ toegestane gebruiksfuncties aanduiden).<br />

De toegela<strong>te</strong>n gebruiksvormen van de gronden en daarop gesitueerde bouwwerken<br />

gelegen binnen de grens van het besluitgebied is geregeld binnen de beheersverordening.<br />

Het besluitgebied is <strong>te</strong> vergelijken met het plangebied bij een bes<strong>te</strong>mmingsplan. Het<br />

besluitvlak is de in een beheersverordening gebezigde <strong>te</strong>rm voor een bes<strong>te</strong>mming in een<br />

bes<strong>te</strong>mmingsplan. Het bouwvlak geeft de begrenzing weer waarbinnen de voornaams<strong>te</strong><br />

gebouwen opgericht mogen worden. In het bouwvlak moet het hoofdgebouw gesitueerd<br />

29 toelichting en regels


worden en mogen <strong>te</strong>vens bijgebouwen gebouwd worden. De kleur op de verbeelding geeft<br />

aan om welke gebiedsregeling (lees toegestane gebruiksvorm per gebied) het gaat.<br />

Binnen de bouwvlakken (besluitsubvakken) en/of besluitvakken (bes<strong>te</strong>mde gronden/<br />

toegela<strong>te</strong>n gebruiksvormen) wordt met een aanduiding bepaald wat de maximaal<br />

toegestane goot- en/of bouwhoog<strong>te</strong> is. Wat in een bes<strong>te</strong>mmingsplan wordt opgenomen<br />

met een aanduiding, wordt in een beheersverordening opgenomen met een besluitsubvlak.<br />

De bestaande situatie is de situatie <strong>te</strong>n tijde van inwerkingtreding van de<br />

beheersverordening. Specifieke bouwregels zijn in de regels opgenomen.<br />

5.1.3 Opbouw van de regels<br />

De regels zijn als volgt opgebouwd:<br />

inleidende regels;<br />

gebiedsregels;<br />

algemene regels;<br />

overgangs- en slotregels.<br />

Eerst zijn de inleidende bepalingen opgenomen: een omschrijving van de in de regels<br />

gebruik<strong>te</strong> begrippen die om een nadere omschrijving vragen en de bepalingen omtrent de<br />

wijze van me<strong>te</strong>n. Vervolgens zijn artikelen van de afzonderlijke bes<strong>te</strong>mde gronden<br />

(besluitvakken) opgenomen. Deze bevat<strong>te</strong>n de specifieke voorschrif<strong>te</strong>n voor het<br />

betreffende besluitvak. Daarna volgen de algemene regels. Dit zijn een aantal regels met<br />

een algemeen karak<strong>te</strong>r, welke onontbeerlijk zijn voor een beheersverordening. Het betreft<br />

de anti-dubbel<strong>te</strong>lbepaling, algemene gebruiks- en aanduidingsregels en een algemene<br />

bevoegdheid tot afwijken. In het laats<strong>te</strong> hoofdstuk zijn het van toepassing zijnde<br />

overgangsrecht en de slotbepaling opgenomen.<br />

5.2 Toelichting op de besluitvlakken<br />

5.2.1 Algemeen<br />

Bij het opnemen van de besluitvlakken is (zoveel mogelijk) aangeslo<strong>te</strong>n bij de fei<strong>te</strong>lijke<br />

bestaande situatie. Deze komt zogezegd voor het groots<strong>te</strong> deel overeen met de vigerende<br />

planlogische situatie. Voor enkele specifieke situaties zijn afwijkende keuzes gemaakt,<br />

welke in paragraaf 2.5 zijn onderbouwd.<br />

5.2.2 Gemengd<br />

Op een binnen<strong>te</strong>rrein aan de Regenboog is een gebouw gelegen waaraan de<br />

gebruiksvorm kantoor en dienstverlening is gegeven.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 30


5.2.3 Groen en wa<strong>te</strong>r<br />

In de wijk wordt aan de gebieden met een groene inrichting van enige omvang en groen<br />

dat deel uitmaakt van de hoofdgroenstructuur de gebruiksvorm 'Groen' toegekend.<br />

Groenelemen<strong>te</strong>n van een kleinere omvang kunnen ook liggen binnen de gebruiksvormen<br />

'Wonen - 1', 'Wonen - 2' , 'Verkeer - 2' en 'Verkeer - 3'.<br />

Ter plaatse van de locatie hoek Generaal Spoorlaan/S<strong>te</strong>envoordelaan is één<br />

seizoensgebonden standplaats voor ambulan<strong>te</strong> detailhandel (verkoop van kersbomen)<br />

aanwezig. De betreffende locatie is aangeduid op de verbeelding (binnen gebruiksvorm<br />

'Groen').<br />

De wa<strong>te</strong>rgangen van wa<strong>te</strong>rhuishoudkundige be<strong>te</strong>kenis zijn bes<strong>te</strong>md als 'Wa<strong>te</strong>r'.<br />

Wa<strong>te</strong>rgangen en wa<strong>te</strong>rpartijen van een geringere omvang en be<strong>te</strong>kenis kunnen in de<br />

gebruiksvorm 'Groen' liggen.<br />

5.2.4 Maatschappelijk<br />

Aan een aantal maatschappelijke functies is de gebruiksvorm 'Maatschappelijk' toegekend.<br />

Beperk<strong>te</strong> functiewisselingen passend binnen de definitie maatschappelijke voorzieningen<br />

zijn toegestaan.<br />

5.2.5 Sport<br />

De aan de Laboucherelaan 5 gevestigde sportschool Nicolaas is als gebruiksvorm Sport<br />

opgenomen.<br />

5.2.6 Verkeer - 2 en 3<br />

Voor de wegen in het plangebied zijn de gebruiksvormen 'Verkeer - 2' en 'Verkeer - 3'<br />

opgenomen. De bes<strong>te</strong>mming 'Verkeer - 2' omvat de gebiedsontsluitingswegen en 'Verkeer<br />

- 3' de erftoegangswegen en verblijfsgebieden.<br />

5.2.7 Verkeer - Railverkeer<br />

De bestaande spoorlijn heeft de gebruiksvorm 'Verkeer – Railverkeer' toegekend<br />

gekregen. De bouwhoog<strong>te</strong> binnen de bes<strong>te</strong>mming 'Verkeer – Railverkeer' wordt geme<strong>te</strong>n<br />

van de bovenkant van de spoorstaaf. Dit wijkt af van de overige bes<strong>te</strong>mmingen, waar<br />

wordt geme<strong>te</strong>n vanaf peil. Binnen de bes<strong>te</strong>mming zijn nutsvoorzieningen toegestaan.<br />

5.2.8 Wonen - 1 en 2<br />

Bij de opzet van beheersverordening is gekozen voor een redelijk gedetailleerde regeling.<br />

Op de verbeelding zijn voor de woonbes<strong>te</strong>mming besluitvlakken opgenomen op basis van<br />

privé <strong>te</strong>rrein en openbaar <strong>te</strong>rrein. De woongebieden bevat<strong>te</strong>n de woningen en de<br />

bijbehorende ach<strong>te</strong>rerven. Hierdoor vallen de ontsluitingswegen van de<br />

ach<strong>te</strong>rerven/tuinen/brandgangen binnen het woongebied. Deze <strong>te</strong>rreinen kunnen als<br />

semi-openbaar gekenmerkt worden. De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak <strong>te</strong><br />

worden gebouwd.<br />

31 toelichting en regels


Aan-, uitbouwen, bijgebouwen en carports mogen allemaal bui<strong>te</strong>n het bouwvlak, het<br />

bebouwbare erf, worden gebouwd, met uitzondering <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding<br />

'parkeer<strong>te</strong>rrein'. Op deze locaties is erfbebouwing niet toegestaan, binnen de betreffende<br />

locaties zijn in hoofdzaak onbebouwde parkeervoorzieningen voorzien. De bij de woningen<br />

behorende erfbebouwingsregeling is in de daarbij behorende besluitvlakken opgenomen.<br />

Omdat voor de aaneengeslo<strong>te</strong>n woningen en de gestapelde woningen onderling<br />

verschillende erfbebouwingsregelingen gelden, is voor deze twee woontypes een apar<strong>te</strong><br />

gebiedsregeling opgenomen, respectievelijk 'Wonen - 1' en 'Wonen - 2'. Op basis van de<br />

vigerende regelingen is uitgegaan van een standaardgoot- en bouwhoog<strong>te</strong> van<br />

respectievelijk 7 me<strong>te</strong>r en 11 me<strong>te</strong>r voor grondgebonden woningen. Daar waar de<br />

maatvoering afwijkt is een maatvoeringsaanduiding op de verbeelding opgenomen die<br />

bepaald welke goot- en bouwhoog<strong>te</strong> de hoofdbebouwing mag hebben. Voor de gestapelde<br />

woningen is een maximale bouwhoog<strong>te</strong> op de verbeelding opgenomen. De aanwezige<br />

autoboxen zijn met een aanduiding op de verbeelding weergegeven. Deze gebouwen zijn<br />

uitslui<strong>te</strong>nd bes<strong>te</strong>md voor de stalling van motorvoertuigen en voor het medegebruik<br />

huishoudelijke bergruim<strong>te</strong>.<br />

5.2.9 Waarde-Archeologie 1 en 2<br />

Het plangebied bevat gronden met archeologische waarden, gedifferentieerd op basis van<br />

de verwachtingswaarde. Voor de betreffende gebieden is <strong>te</strong>r bescherming van de<br />

aanwezige waarden in de regels een omgevingsvergunningens<strong>te</strong>lsel opgenomen voor het<br />

uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werrkzaamheden. Het onderscheid<br />

in regelgeving heeft <strong>te</strong> maken met de diep<strong>te</strong> en omvang van het oppervlak.<br />

'Waarde-Archeologie 1' - niet dieper dan 50 centime<strong>te</strong>r en geen gro<strong>te</strong>r oppervlak dan<br />

100 m²;<br />

'Waarde-Archeologie 2' - dieper dan 50 centime<strong>te</strong>r en een gro<strong>te</strong>r oppervlak dan 100<br />

m².<br />

5.3 Overige bepalingen<br />

5.3.1 Algemene regels<br />

De algemene regels van de beheersverordening gelden voor het gehele besluitgebied.<br />

Hier zijn ondermeer de algemene gebruiks- en afwijkingsmogelijkheden opgenomen.<br />

5.3.2 Overgangs- en slotregels<br />

De overgangsbepalingen hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuwe<br />

beheersverordening de rechtstoestand vast <strong>te</strong> leggen van bouwwerken die op het tijdstip<br />

van inwerkingtreding van de beheersverordening zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen<br />

worden. Tevens is geregeld hoe moet worden omgegaan met afwijkend gebruik <strong>te</strong>n tijde<br />

van inwerkingtreding van de beheersverordening. De slotbepaling geeft aan onder welke<br />

naam de regels van de beheersverordening moe<strong>te</strong>n worden aangehaald: 'Regels van de<br />

beheersverordening Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong>.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 32


Hoofdstuk 6 Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid<br />

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />

6.1.1 Vooroverleg<br />

Het voeren van vooroverleg met de provincie Zuid-Holland, Rijkswa<strong>te</strong>rstaat, de betrokken<br />

minis<strong>te</strong>ries en eventueel overige instanties is <strong>te</strong>n behoeve van het ops<strong>te</strong>llen van een<br />

beheersverordening niet wet<strong>te</strong>lijk verplicht. Dit wordt gelet op het s<strong>te</strong>rke beheersmatige<br />

karak<strong>te</strong>r van de verordening ook niet noodzakelijk geacht. Derhalve heeft de gemeen<strong>te</strong><br />

Rijswijk de beheersverordening niet <strong>te</strong>r beoordeling voorgelegd aan de betreffende<br />

instanties, met uitzondering van de Veiligheidsregio.<br />

De Veiligheidsregio heeft bij brief d.d. 29 april 2013 een advies uitgebracht. Het advies is<br />

opgenomen in bijlage 3 bij deze toelichting en gaat nader in op de Ex<strong>te</strong>rne<br />

veiligheidsaspec<strong>te</strong>n. Het advies geeft geen aanleiding de beheersverordening inhoudelijk<br />

aan <strong>te</strong> passen.<br />

6.1.2 Inspraak<br />

Het bieden van de mogelijkheid tot inspraak voor de inwoners van Rijswijk is evenmin<br />

wet<strong>te</strong>lijk verplicht. De beheersverordening voorziet, gelet op het karak<strong>te</strong>r van dit<br />

instrument, ook niet in gro<strong>te</strong> of ingrijpende veranderingen, waarbij particuliere belangen<br />

geschaad zouden kunnen worden. Toch wil de gemeen<strong>te</strong> Rijswijk de mening van<br />

belanghebbenden <strong>te</strong>r har<strong>te</strong> nemen en zal daarom mogelijkheid tot inspraak aangeboden<br />

worden.<br />

6.2 Economische uitvoerbaarheid<br />

De beheersverordening voorziet in een actuele regeling voor de planologisch bestaande<br />

situatie in het besluitgebied <strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong>. De beheersverordening<br />

voorziet niet in ruim<strong>te</strong>lijke ontwikkelingen. Voor de gemeen<strong>te</strong> Rijswijk zijn aan het<br />

planvoornemen dan ook geen noemenswaardige kos<strong>te</strong>n verbonden. De economische<br />

uitvoerbaarheid is niet in het geding.<br />

33 toelichting en regels


Hoofdstuk 7 Procedure<br />

7.1 Te volgen procedure<br />

De beheersverordening doorloopt de volgende procedure:<br />

a. voorbereiding:<br />

concept beheersverordening;<br />

inspraak.<br />

b. vasts<strong>te</strong>lling:<br />

vasts<strong>te</strong>lling door de gemeen<strong>te</strong>raad.<br />

De uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de<br />

Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. Ten aanzien van de<br />

ontwerpverordening kunnen geen zienswijzen kenbaar worden gemaakt. Ook staat na<br />

vasts<strong>te</strong>lling door de gemeen<strong>te</strong>raad geen beroep open <strong>te</strong>gen dat besluit bij de rechtbank of<br />

de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van Sta<strong>te</strong>. Wel wordt zoals hiervoor<br />

aangegeven inspraak geboden.<br />

Ter zake een omgevingsvergunning die wordt verleend (of geweigerd) op grond van het<br />

bepaalde in de beheersverordening -zoals een omgevingsvergunning voor de activi<strong>te</strong>it<br />

bouwen, aanleggen of 'binnenplans' afwijken- staat wel bezwaar en beroep open.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 34


Bijlagen<br />

Bijlage 1 Hoog<strong>te</strong>kaart<br />

Bijlage 2 Functiekaart<br />

Bijlage 3 Advies Veiligheidsregio<br />

35 toelichting en regels


Regels<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 36


Hoofdstuk 1 Inleidende regels<br />

Artikel 1 Begrippen<br />

1.1 verordening:<br />

de beheersverordening <strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> van de gemeen<strong>te</strong> Rijswijk;<br />

1.2 verordeningsgebied:<br />

het gebied waarop de beheersverordening <strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong> van de<br />

gemeen<strong>te</strong> Rijswijk van toepassing is, bestaande uit de geometrisch bepaalde objec<strong>te</strong>n als<br />

vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0603.bvkleurenhuis<strong>te</strong>l-VA01 met de bijbehorende<br />

regels en bijlagen;<br />

1.3 aanbouw:<br />

een gebouw dat als afzonderlijke ruim<strong>te</strong> is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het<br />

in direc<strong>te</strong> verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw<br />

en dat in archi<strong>te</strong>ctonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;<br />

1.4 aanduiding:<br />

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge<br />

de regels worden ges<strong>te</strong>ld <strong>te</strong>n aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze<br />

gronden;<br />

1.5 aanduidingsgrens:<br />

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;<br />

1.6 aaneengebouwde woning:<br />

een zelfstandig, grondgebonden gebouw dat enkel één woning omvat, maar deel uit maakt<br />

van een rij van drie of meer met de hoofdgebouwen aaneengebouwde woningen;<br />

1.7 ach<strong>te</strong>rerf(gebied):<br />

erf aan de ach<strong>te</strong>rkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op<br />

meer dan 1 me<strong>te</strong>r van de voorkant, van het hoofdgebouw;<br />

1.8 an<strong>te</strong>nne-installatie:<br />

installatie bestaande uit een an<strong>te</strong>nne, een an<strong>te</strong>nnedrager, de bedrading en de al dan niet<br />

in een of meer <strong>te</strong>chniekkas<strong>te</strong>n opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende<br />

bevestigingsconstructie;<br />

1.9 an<strong>te</strong>nnedrager:<br />

an<strong>te</strong>nnemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een an<strong>te</strong>nne;<br />

37 toelichting en regels


1.10 archeologische waarde:<br />

de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in<br />

dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n uit<br />

oude tijden;<br />

1.11 bebouwing:<br />

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />

1.12 bebouwingspercentage:<br />

een percentage dat aangeeft welk deel van het gebieds- of aanduidingsvlak maximaal mag<br />

worden bebouwd;<br />

1.13 bedrijf:<br />

een inrichting of ins<strong>te</strong>lling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen,<br />

bewerken, opslaan, distribueren, installeren en/of hers<strong>te</strong>llen van goederen dan wel het<br />

bedrijfsmatig verlenen van (commerciële) diens<strong>te</strong>n. Een bedrijf aan huis daaronder niet<br />

inbegrepen;<br />

1.14 bedrijf aan huis:<br />

het bedrijfsmatig verlenen van diens<strong>te</strong>n - geen detailhandelsbedrijf zijnde - en<br />

ambach<strong>te</strong>lijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de<br />

aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n zodanig is dat<br />

deze activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n geen<br />

onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de direc<strong>te</strong> omgeving;<br />

1.15 begane grond:<br />

de bouwlaag van een gebouw waarvan de vloer zich op maaiveld, of nagenoeg op<br />

maaiveld, bevindt;<br />

1.16 berging:<br />

een gebouw, bes<strong>te</strong>md voor de stalling van bromfietsen, motorfietsen, fietsen,<br />

afvalcontainers voor huishoudelijk vuil en overige huishoudelijke zaken;<br />

1.17 beroep aan huis:<br />

het beroepsmatig verlenen van diens<strong>te</strong>n op administratief, medisch, juridisch,<br />

therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp<strong>te</strong>chnisch of hiermede naar de aard gelijk <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen<br />

beroep dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is dat deze activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in een<br />

woning kunnen worden uitgeoefend en de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n geen onevenredige afbreuk doen<br />

aan het woon- en leefmilieu in de direc<strong>te</strong> omgeving;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 38


1.18 bestaand:<br />

a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het<br />

tijdstip van de vasts<strong>te</strong>lling van de beheersverordening, mits in overeens<strong>te</strong>mming met<br />

het voorheen geldende bes<strong>te</strong>mmingsplan of kan worden gebruikt krach<strong>te</strong>ns een<br />

omgevingsvergunning voor het gebruik;<br />

b. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van vasts<strong>te</strong>lling van de<br />

bouwverordening:<br />

1. aanwezig zijn én bij of krach<strong>te</strong>ns de wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn<br />

gebouwd;<br />

2. nog kunnen worden gebouwd krach<strong>te</strong>ns een omgevingsvergunning voor het bouwen;<br />

c. bestaande aantal: het aantal zoals aanwezig op het tijdstip van de vasts<strong>te</strong>lling van de<br />

verordening;<br />

1.19 bijgebouw:<br />

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden<br />

kan worden van het hoofdgebouw en dat in archi<strong>te</strong>ctonisch opzicht ondergeschikt is aan<br />

het hoofdgebouw;<br />

1.20 bouwen:<br />

het plaatsen, het geheel of gedeel<strong>te</strong>lijk oprich<strong>te</strong>n, vernieuwen of veranderen en het<br />

vergro<strong>te</strong>n van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeel<strong>te</strong>lijk oprich<strong>te</strong>n, vernieuwen of<br />

veranderen van een standplaats;<br />

1.21 bouwgrens:<br />

de grens van een bouwvlak;<br />

1.22 bouwlaag:<br />

een doorlopend gedeel<strong>te</strong> van een gebouw dat door op gelijke hoog<strong>te</strong> of bij benadering<br />

gelijke hoog<strong>te</strong> liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane<br />

grond; hieronder wordt niet begrepen:<br />

een onderbouw: een gedeel<strong>te</strong> van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer<br />

waarvan de bovenkant minder dan 1,20 me<strong>te</strong>r boven peil is gelegen;<br />

een vide, waarvan de oppervlak<strong>te</strong> niet meer bedraagt dan 50% van de onderliggende<br />

laag;<br />

een onbenoemde ruim<strong>te</strong>, waarvan de oppervlak<strong>te</strong>, voor zover de hoog<strong>te</strong> gro<strong>te</strong>r is dan<br />

1,50 me<strong>te</strong>r, niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlak<strong>te</strong> van de onderliggende<br />

laag;<br />

1.23 bouwperceel:<br />

een aaneengeslo<strong>te</strong>n stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar<br />

behorende bebouwing is toegela<strong>te</strong>n;<br />

39 toelichting en regels


1.24 bouwperceelsgrens:<br />

een grens van een bouwperceel;<br />

1.25 bouwvlak:<br />

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de<br />

regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegela<strong>te</strong>n;<br />

1.26 bouwwerk:<br />

elke constructie van enige omvang van hout, s<strong>te</strong>en, metaal of ander ma<strong>te</strong>riaal, die hetzij<br />

direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect s<strong>te</strong>un vindt in of op<br />

de grond;<br />

1.27 carport:<br />

een overkap<strong>te</strong> stallingsgelegenheid voor motorvoertuigen;<br />

1.28 culturele voorziening:<br />

een voorziening op cultureel gebied (kunst, muziek, li<strong>te</strong>ratuur, dans, thea<strong>te</strong>r en dergelijke),<br />

zoals een bioscoop, dansschool, muziekcentrum, filmhuis, museum etce<strong>te</strong>ra;<br />

1.29 dakkapel:<br />

een constructie <strong>te</strong>r vergroting van een gebouw, welke zich boven de dakgoot bevindt,<br />

waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in<br />

het dakvlak is geplaatst;<br />

1.30 daknok:<br />

hoogs<strong>te</strong> punt van een schuin dak;<br />

1.31 dakopbouw:<br />

de ophoging van de goothoog<strong>te</strong> en/of bouwhoog<strong>te</strong> en/of de dakhelling van een gebouw;<br />

1.32 dakvoet:<br />

laags<strong>te</strong> punt van een schuin dak;<br />

1.33 detailhandel:<br />

het bedrijfsmatig <strong>te</strong> koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling <strong>te</strong>n<br />

verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik,<br />

verbruik of aanwending;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 40


1.34 dienstverlening:<br />

het bedrijfsmatig verlenen van diens<strong>te</strong>n, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via<br />

een balie) <strong>te</strong> woord wordt gestaan en geholpen, waaronder: een belwinkel, in<strong>te</strong>rnetcafé;<br />

kapsalon, reisbureau, uitzendbureau, bankfiliaal, wasseret<strong>te</strong> of apotheek, eventueel met<br />

bijbehorend kantoor, magazijn of ambacht, zulks met uitzondering van horecabedrijven en<br />

seksinrichtingen;<br />

1.35 erf:<br />

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeel<strong>te</strong> daarvan, dat direct is gelegen bij een<br />

hoofdgebouw en dat in fei<strong>te</strong>lijk opzicht is ingericht <strong>te</strong>n diens<strong>te</strong> van het gebruik van dat<br />

gebouw;<br />

1.36 erfbebouwing:<br />

verzamelnaam voor bouwwerken op het erf, behorende bij een bes<strong>te</strong>mming, die <strong>te</strong>n<br />

diens<strong>te</strong> staan van het hoofdgebouw en die door de ligging, constructie en afmetingen<br />

ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw, waarbij onderscheid <strong>te</strong> maken valt tussen:<br />

a. een aanbouw,<br />

b. een uitbouw,<br />

c. een bijgebouw en<br />

d. een overkapping of carport;<br />

1.37 erftoegangsweg:<br />

een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegca<strong>te</strong>gorie is in beginsel<br />

toegankelijk voor elke vervoerswijze;<br />

1.38 erker:<br />

een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw; bouwkundig bestaande<br />

uit een 'lich<strong>te</strong>' constructie met een overwegend transparan<strong>te</strong> uitstraling;<br />

1.39 garagebox:<br />

gebouwde parkeervoorziening voor gebruik als stalling voor motorvoertuigen en<br />

ondergeschikt medegebruik als huishoudelijke opslagruim<strong>te</strong>;<br />

1.40 gebiedsontsluitingsweg:<br />

een weg met gelijkvloerse kruisingen die is bedoeld om landelijk of s<strong>te</strong>delijk gebied <strong>te</strong><br />

ontslui<strong>te</strong>n. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, <strong>te</strong>rwijl de gelijkvloerse<br />

kruispun<strong>te</strong>n uitwisseling van verkeer mogelijk maken met lagere orde wegen;<br />

1.41 gebouw:<br />

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdek<strong>te</strong>, geheel of gedeel<strong>te</strong>lijk met<br />

wanden omslo<strong>te</strong>n ruim<strong>te</strong> vormt;<br />

41 toelichting en regels


1.42 geluidwerende voorziening:<br />

geluidsreducerende constructie of bouwwerk in de vorm van voorzieningen zoals<br />

geluidsschermen, geluidswallen of aan deze constructies gelijk <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen bouwwerken of<br />

constructies;<br />

1.43 gestapelde woningen:<br />

boven elkaar of nagenoeg boven elkaar gebouwde woningen;<br />

1.44 handel in en verkoop van goederen en diens<strong>te</strong>n via in<strong>te</strong>rnet:<br />

bedrijfsmatig <strong>te</strong> koop aanbieden (waaronder niet begrepen de uitstalling <strong>te</strong>n verkoop), het<br />

verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegen<br />

anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactivi<strong>te</strong>it, waar vrijwel uitslui<strong>te</strong>nd<br />

een elektronische transactie tot stand komt, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend<br />

door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende ma<strong>te</strong> de woonfunctie<br />

behoudt en dat een ruim<strong>te</strong>lijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in<br />

overeens<strong>te</strong>mming is;<br />

1.45 hoofdgebouw:<br />

gebouw, dat door zijn afmeting en/of situering en/of gebruik als belangrijks<strong>te</strong> op het<br />

perceel kan worden aangemerkt;<br />

1.46 kantoor:<br />

een voorziening, gericht op het verlenen van diens<strong>te</strong>n op administratief, financieel,<br />

archi<strong>te</strong>ctonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen gebied, waarbij het<br />

publiek niet of slechts in ondergeschik<strong>te</strong> ma<strong>te</strong> rechtstreeks <strong>te</strong> woord wordt gestaan en<br />

geholpen;<br />

1.47 kap:<br />

een geslo<strong>te</strong>n en (gedeel<strong>te</strong>lijk) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk;<br />

1.48 kunstobject:<br />

beeldende kunst in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;<br />

1.49 maatschappelijke voorzieningen:<br />

overheids-, medische, onderwijs-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke,<br />

sociaal-recreatieve en daarmee vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, alsmede<br />

niet-commerciële voorzieningen <strong>te</strong>n behoeve van sportbeoefening, voorzieningen <strong>te</strong>n<br />

behoeve van het verenigingsleven, speelvoorzieningen, kinderdagverblijven en<br />

kinderopvang; alsook ondergeschik<strong>te</strong> detailhandel en horeca <strong>te</strong>n diens<strong>te</strong> van deze<br />

voorzieningen;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 42


1.50 man<strong>te</strong>lzorg:<br />

langdurige, in<strong>te</strong>nsieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een<br />

hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke,<br />

psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens direc<strong>te</strong> dan wel sociale<br />

omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de<br />

zorgverlening wordt uitgeoefend in een afhankelijke woonruim<strong>te</strong> bij een (bedrijfs)woning;<br />

1.51 nutsvoorziening:<br />

voorziening <strong>te</strong>n behoeve van het openbaar nut, zoals <strong>te</strong>n behoeve van de levering van<br />

elektrici<strong>te</strong>it, gas, drinkwa<strong>te</strong>r en <strong>te</strong>lecommunicatiediens<strong>te</strong>n, alsmede <strong>te</strong>n behoeve van<br />

riolering, afvalinzameling en (warm<strong>te</strong>)energie;<br />

1.52 openbaar toegankelijk gebied:<br />

een weg als bedoeld in artikel 1, eers<strong>te</strong> lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;<br />

alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar wa<strong>te</strong>r en ander openbaar gebied dat<br />

voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitslui<strong>te</strong>nd bedoeld<br />

voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;<br />

1.53 ondergronds:<br />

beneden peil;<br />

1.54 overkapping:<br />

een overdekt bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dan wel met <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> één wand;<br />

1.55 peil:<br />

<strong>te</strong>nzij anders in deze regels bepaald:<br />

1. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoog<strong>te</strong> van de weg;<br />

2. in andere gevallen en voor bouwwerken: bovenkant vanaf het gemiddelde maaiveld<br />

van het aanslui<strong>te</strong>nd afgewerkt <strong>te</strong>rrein;<br />

1.56 praktijkruim<strong>te</strong>:<br />

een werkruim<strong>te</strong> voor de uitoefening van beroeps- of bedrijfsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in of bij een<br />

woning;<br />

1.57 productiegebonden detailhandel:<br />

detailhandel in goederen die <strong>te</strong>r plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast<br />

in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de<br />

productiefunctie;<br />

1.58 prostitutie:<br />

het zich in bedrijfsmatige zin beschikbaar s<strong>te</strong>llen tot het verrich<strong>te</strong>n van seksuele<br />

handelingen met een ander <strong>te</strong>gen vergoeding;<br />

43 toelichting en regels


1.59 seksinrichting:<br />

een voor het publiek toegankelijke, beslo<strong>te</strong>n ruim<strong>te</strong> waarin bedrijfsmatig, of in een omvang<br />

alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van<br />

erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval<br />

verstaan:<br />

a. een prostitutiebedrijf; waaronder begrepen een erotische massagesalon;<br />

b. een seksbioscoop of seksthea<strong>te</strong>r;<br />

c. een seksautoma<strong>te</strong>nhal;<br />

d. een seksclub of parenclub,<br />

al dan niet in combinatie met elkaar;<br />

1.60 speelvoorziening:<br />

openbaar toegankelijke voorziening bestaande uit een of meer speeltoes<strong>te</strong>llen en daarmee<br />

vergelijkbare bouwwerken, met de daarbij behorende voorzieningen;<br />

1.61 spoorstaaf:<br />

een rail/stalen staaf met een gladde bovenkant, waarover een railvoertuig met stalen<br />

wielbanden rijdt;<br />

1.62 Staat van bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

lijst van bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n ingedeeld naar toelaatbaarheid in relatie tot de afstand tot al<br />

dan niet milieugevoelige locaties of gebieden, zoals opgenomen in bijlage 1 'Staat van<br />

bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n;<br />

1.63 standplaats (ambulan<strong>te</strong> detailhandel):<br />

plek of plaats <strong>te</strong>n behoeve van de verkoop op de openbare weg, op openbare mark<strong>te</strong>n of<br />

op andere plaatsen of lokalen, hieronder mede begrepen marktkramen, rijdende<br />

snackbars, kiosken, vis- en oliebollenkraampjes en bloemenstalletjes en dergelijke;<br />

1.64 straatmeubilair:<br />

bouwwerken <strong>te</strong>n behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals:<br />

a. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmas<strong>te</strong>n, zitbanken en bloembakken;<br />

b. <strong>te</strong>lefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoes<strong>te</strong>llen en draagconstructies voor reclame;<br />

c. kleinschalige bouwwerken <strong>te</strong>n behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een<br />

inhoud van <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> 50 m 3 en een bouwhoog<strong>te</strong> van <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> 3 m, waaronder<br />

begrepen voorzieningen <strong>te</strong>n behoeve van <strong>te</strong>lecommunicatie, energievoorziening en<br />

brandkranen;<br />

d. afvalinzamelsys<strong>te</strong>men;<br />

1.65 tuin:<br />

gedeel<strong>te</strong> van het erf dat geheel of gedeel<strong>te</strong>lijk is ingericht met gazons, plan<strong>te</strong>n en/of<br />

bomen en bestrating;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 44


1.66 twee-aaneengebouwde woning:<br />

een zelfstandig, grondgebonden gebouw dat enkel één woning omvat, maar deel uit maakt<br />

van twee met de hoofdgebouwen aaneengebouwde woningen;<br />

1.67 uitbouw:<br />

een uitbreiding van een bestaande ruim<strong>te</strong>, welke is gebouwd aan een hoofdgebouw, die<br />

door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in archi<strong>te</strong>ctonisch<br />

opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;<br />

1.68 verblijfsgebied:<br />

gedeel<strong>te</strong> van de openbare ruim<strong>te</strong> dat hoofdzakelijk is bes<strong>te</strong>md en is ingericht voor<br />

langzaam verkeer, doch in ondergeschik<strong>te</strong> ma<strong>te</strong> <strong>te</strong>vens fungerend als erftoegangsweg;<br />

1.69 vlak:<br />

een geometrisch bepaald vlak (besluitvlak of besluitsubvlak), waarmee gronden zijn<br />

aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden ges<strong>te</strong>ld <strong>te</strong>n aanzien van<br />

het gebruik e/of het bebouwen van deze gronden;<br />

1.70 vlakgrens:<br />

de grens van een vlak;<br />

1.71 voorerfgebied:<br />

erf dat geen onderdeel is van het ach<strong>te</strong>rerf(gebied);<br />

1.72 voorgevel:<br />

de gevel of gevels, exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, die georiën<strong>te</strong>erd is of<br />

zijn op het openbaar toegankelijk gebied;<br />

1.73 voorgevelbouwgrens:<br />

de naar het openbaar toegankelijk gebied gerich<strong>te</strong> bouwgrens; indien bij een hoofdgebouw<br />

meerdere voorgevelbouwgrenzen kunnen worden aangegeven, geldt als<br />

voorgevelbouwgrens de bouwgrens waar het hoofdgebouw hoofdzakelijk op is<br />

georiën<strong>te</strong>erd;<br />

1.74 voorgevelrooilijn:<br />

de denkbeeldige lijn die bui<strong>te</strong>nwerks strak loopt langs de voorgevel van een gebouw, tot<br />

aan de perceelsgrenzen;<br />

1.75 vrijstaande woning:<br />

een zelfstandig, grondgebonden gebouw dat enkel één woning omvat, waarvan het<br />

hoofdgebouw niet aan het hoofdgebouw van een andere woning is gebouwd;<br />

45 toelichting en regels


1.76 wa<strong>te</strong>rhuishoudkundige voorzieningen:<br />

voorzieningen die nodig zijn <strong>te</strong>n behoeve van een goede wa<strong>te</strong>r aan- en/of afvoer,<br />

wa<strong>te</strong>rberging en wa<strong>te</strong>rkwali<strong>te</strong>it;<br />

1.77 weg:<br />

alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin<br />

liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of<br />

zijkan<strong>te</strong>n;<br />

1.78 woning:<br />

een complex van ruim<strong>te</strong>n, uitslui<strong>te</strong>nd bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk<br />

huishouden;<br />

1.79 zijerf:<br />

gedeel<strong>te</strong> van het erf dat aan de zijkant van een al dan niet bestaand gebouw en langs het<br />

openbaar toegankelijk gebied is gelegen, en dat wordt begrensd door het verlengde van<br />

de voorgevel.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 46


Artikel 2 Wijze van me<strong>te</strong>n<br />

2.1 afstand<br />

afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot<br />

perceelsgrenzen worden daar geme<strong>te</strong>n waar deze afstanden het kleinst zijn;<br />

2.2 de bebouwde oppervlak<strong>te</strong><br />

de som van de oppervlak<strong>te</strong> van alle bouwwerken binnen een bouwperceel, een binnen het<br />

bouwperceel aanwezig bouwvlak of ander <strong>te</strong>rrein;<br />

2.3 de bouwhoog<strong>te</strong> van een bouwwerk<br />

vanaf het peil tot aan het hoogs<strong>te</strong> punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen<br />

gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschik<strong>te</strong> bouwonderdelen, zoals<br />

schoors<strong>te</strong>nen, an<strong>te</strong>nnes, en naar de aard daarmee gelijk <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen bouwonderdelen, zie<br />

ook de 'Algemene bouwregels';<br />

2.4 de brutovloeroppervlak<strong>te</strong> (b.v.o.)<br />

binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlak<strong>te</strong> <strong>te</strong>n diens<strong>te</strong> van kantoren,<br />

winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige<br />

dienstruim<strong>te</strong>n worden opge<strong>te</strong>ld;<br />

2.5 de goothoog<strong>te</strong> van een bouwwerk<br />

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een<br />

daarmee gelijk <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen constructiedeel;<br />

2.6 de grondoppervlak<strong>te</strong><br />

bui<strong>te</strong>nwerks en boven peil;<br />

2.7 de inhoud van een bouwwerk<br />

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de bui<strong>te</strong>nzijde van de gevels (en/of het<br />

hart van de scheidsmuren) en de bui<strong>te</strong>nzijde van daken en dakkapellen;<br />

2.8 de leng<strong>te</strong>, breed<strong>te</strong> of diep<strong>te</strong><br />

tussen de bui<strong>te</strong>nwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts<br />

geprojec<strong>te</strong>erd op het gemiddelde niveau van het afgewerk<strong>te</strong> bouw<strong>te</strong>rrein <strong>te</strong>r plaatse van<br />

het bouwwerk;<br />

2.9 de oppervlak<strong>te</strong> van een bouwwerk<br />

tussen de bui<strong>te</strong>nwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts<br />

geprojec<strong>te</strong>erd op het gemiddelde niveau van het afgewerk<strong>te</strong> bouw<strong>te</strong>rrein <strong>te</strong>r plaatse van<br />

het bouwwerk.<br />

47 toelichting en regels


2.10 uitzondering meetwijze:<br />

a. bij toepassing van het bepaalde in de beheersverordening <strong>te</strong>n aanzien van het<br />

bouwen binnen bouwvlakken of besluitvlakken, worden afwijkingen <strong>te</strong>n gevolge van<br />

meetverschillen bui<strong>te</strong>n beschouwing gela<strong>te</strong>n, mits dat meetverschil, mede gelet op de<br />

aard en omvang van hiervoor toegela<strong>te</strong>n of toe <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n (bouw)werken of<br />

werkzaamheden, als van zeer beperk<strong>te</strong> be<strong>te</strong>kenis moet worden aangemerkt;<br />

b. de goothoog<strong>te</strong> mag worden overschreden door an<strong>te</strong>nnes, schoors<strong>te</strong>nen, liftkokers,<br />

trappenhuizen, hellende dakvlakken, topgevels, dakkapellen en andere<br />

ondergeschik<strong>te</strong> bouwdelen, <strong>te</strong>nzij in de bouwvlakken of besluitvlakken anders is<br />

bepaald;<br />

2.11 bestaande maatvoeringen:<br />

a. daar waar bestaande afstanden meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2<br />

is voorgeschreven, worden de bestaande afstanden als <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> respectievelijk <strong>te</strong>n<br />

mins<strong>te</strong> toelaatbaar aangehouden;<br />

b. in die gevallen dat bestaande dakhellingen, kapvormen, hoog<strong>te</strong>n, bestaande inhoud<br />

en/of bestaande oppervlak<strong>te</strong>n afwijken van de regels in hoofdstuk 2, worden de<br />

bestaande maatvoeringen als <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> toelaatbaar aangehouden.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 48


Hoofdstuk 2 Gebiedsregels<br />

Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening<br />

3.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

3.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bedoeld voor:<br />

a. nutsvoorzieningen;<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

b. wegen en paden;<br />

c. groenvoorzieningen;<br />

met de daarbij behorende:<br />

d. bouwwerken.<br />

3.2 Bouwregels<br />

3.2.1 Bouwwerken<br />

Ten aanzien van de in lid 3.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:<br />

a. bouwwerken mogen uitslui<strong>te</strong>nd binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. de goot- en bouwhoog<strong>te</strong> in me<strong>te</strong>rs mogen niet meer bedragen dan is aangegeven <strong>te</strong>r<br />

plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoog<strong>te</strong>'.<br />

c. de bouwhoog<strong>te</strong> in me<strong>te</strong>rs mag niet meer bedragen dan is aangegeven <strong>te</strong>r plaatse van<br />

de aanduiding 'maximale bouwhoog<strong>te</strong>'.<br />

49 toelichting en regels


Artikel 4 Gemengd<br />

4.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

4.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bes<strong>te</strong>md voor:<br />

a. kantoren;<br />

b. dienstverlening;<br />

met de daarbij behorende:<br />

c. bouwwerken.<br />

4.2 Bouwregels<br />

4.2.1 Gebouwen<br />

Ten aanzien van de in lid 4.1.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende<br />

bouwregels:<br />

a. gebouwen mogen uitslui<strong>te</strong>nd binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. de goot- en bouwhoog<strong>te</strong> in me<strong>te</strong>rs mogen niet meer bedragen dan is aangegeven <strong>te</strong>r<br />

plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoog<strong>te</strong>'.<br />

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

Ten aanzien van de in lid 4.1.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen<br />

gebouwen zijnde, dat de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan 6 me<strong>te</strong>r.<br />

4.3 Specifieke gebruiksregels<br />

Ten aanzien van de in lid 4.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels voor het<br />

gebruik:<br />

a. handel en verkoop in goederen en diens<strong>te</strong>n via in<strong>te</strong>rnet is toegestaan:<br />

1. in goederen, die <strong>te</strong>r plaatse worden vervaardigd, verwerkt of bewerkt, en mits dit<br />

een ondergeschikt deel van de bedrijfsvoering is;<br />

2. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruim<strong>te</strong> van goederen <strong>te</strong>n behoeve van<br />

de beroepsactivi<strong>te</strong>it;<br />

b. bui<strong>te</strong>nopslag is niet toegestaan.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 50


Artikel 5 Groen<br />

5.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

5.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bedoeld voor:<br />

a. groenvoorzieningen;<br />

b. gemeenschappelijke tuinen;<br />

c. bermen, oevers, wa<strong>te</strong>r en wa<strong>te</strong>rhuishoudkundige voorzieningen;<br />

d. paden en bruggen voor langzaam verkeer;<br />

e. een tunnel(bak) met een (ondergrondse) railverkeersverbinding <strong>te</strong>r plaatse van de<br />

aanduiding 'tunnelbak';<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

f. één vestiging van ambulan<strong>te</strong> detailhandel, <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding 'detailhandel';<br />

met de daarbij behorende:<br />

g. voorzieningen met uitzondering van parkeervoorzieningen;<br />

h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

5.2 Bouwregels<br />

Ten aanzien van de in lid 5.1.1 bedoelde gronden mogen uitslui<strong>te</strong>nd bouwwerken, geen<br />

gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd, waarbij:<br />

a. de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan:<br />

1. 7 me<strong>te</strong>r voor kunstobjec<strong>te</strong>n en lichtmas<strong>te</strong>n;<br />

2. 3 me<strong>te</strong>r voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;<br />

3. 4 me<strong>te</strong>r voor vlonders, s<strong>te</strong>igers en bruggen;<br />

4. 2 me<strong>te</strong>r voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />

b. er mogen geen geluidwerende voorzieningen, reclame-/infozuilen/-borden en/of<br />

vlaggenmas<strong>te</strong>n worden gebouwd/opgericht.<br />

51 toelichting en regels


Artikel 6 Maatschappelijk<br />

6.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

6.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bes<strong>te</strong>md voor:<br />

a. maatschappelijke voorzieningen;<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

b. ontsluitingen;<br />

c. parkeervoorzieningen:<br />

d. groen en wa<strong>te</strong>r;<br />

met de daarbij behorende:<br />

e. erven;<br />

f. bouwwerken.<br />

6.2 Bouwregels<br />

6.2.1 Hoofdgebouwen<br />

Ten aanzien van de in lid 6.1.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de<br />

volgende bouwregels:<br />

a. hoofdgebouwen mogen uitslui<strong>te</strong>nd binnen een bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. de goot- en bouwhoog<strong>te</strong> in me<strong>te</strong>rs mogen niet meer bedragen dan is aangegeven <strong>te</strong>r<br />

plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoog<strong>te</strong>';<br />

c. de bouwhoog<strong>te</strong> in me<strong>te</strong>rs mag niet meer bedragen dan is aangegeven <strong>te</strong>r plaatse van<br />

de aanduiding 'bouwhoog<strong>te</strong>'.<br />

6.2.2 Erfbebouwing<br />

Ten aanzien van de in lid 6.1.1 bedoelde gronden gelden voor erfbebouwing de volgende<br />

bouwregels:<br />

a. erfbebouwing mag zowel binnen als bui<strong>te</strong>n een bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. de gezamenlijke oppervlak<strong>te</strong> aan erfbebouwing mag bui<strong>te</strong>n het bouwvlak niet meer<br />

bedragen dan 50% van het bebouwbaar erf ;<br />

c. de goothoog<strong>te</strong> van erfbebouwing mag niet meer mag bedragen dan 3 me<strong>te</strong>r;<br />

d. de bouwhoog<strong>te</strong> van erfbebouwing mag niet meer bedragen dan 4,50 me<strong>te</strong>r.<br />

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

Ten aanzien van de in lid 6.1.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen<br />

gebouwen zijnde, dat de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan:<br />

a. 7 me<strong>te</strong>r voor kunstobjec<strong>te</strong>n en lichtmas<strong>te</strong>n;<br />

b. 6 me<strong>te</strong>r voor geluidwerende voorzieningen;<br />

c. 4 me<strong>te</strong>r voor reclame- en informatiezuilen;<br />

d. 3 me<strong>te</strong>r voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;<br />

e. 2 me<strong>te</strong>r voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />

f. 1 me<strong>te</strong>r voor erfafscheidingen op het voorerf.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 52


6.3 Afwijken van de bouwregels<br />

6.3.1 Afwijken<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid:<br />

a. 6.2.3 onder f door de bouwhoog<strong>te</strong> van erfafscheidingen op het voorerf <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n tot<br />

een bouwhoog<strong>te</strong> van maximaal 2 me<strong>te</strong>r indien in dit in verband met een doelmatige<br />

afscheiding noodzakelijk is.<br />

6.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels<br />

De afwijkingsmogelijkheden zoals genoemd in lid 6.3.1 kunnen slechts worden toegepast<br />

indien:<br />

a. de geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:<br />

1. de kwali<strong>te</strong>it van de openbare ruim<strong>te</strong>, zoals een samenhangend straat- en<br />

bebouwingsbeeld;<br />

2. de verkeersveiligheid;<br />

3. de sociale veiligheid;<br />

4. de functionele en ruim<strong>te</strong>lijke structuur, zoals aansluiting op (structurele)<br />

groenelemen<strong>te</strong>n en wa<strong>te</strong>relemen<strong>te</strong>n;<br />

5. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de<br />

aangrenzende gronden en bouwwerken.<br />

6.4 Specifieke gebruiksregels<br />

Ten aanzien van de in lid 6.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels voor het<br />

gebruik:<br />

a. bui<strong>te</strong>nopslag is niet toegestaan.<br />

53 toelichting en regels


Artikel 7 Sport<br />

7.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

7.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bes<strong>te</strong>md voor:<br />

a. een sportschool;<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

b. groenvoorzieningen;<br />

met de daarbij behorende:<br />

c. erven;<br />

d. ontsluitingen;<br />

e. bouwwerken.<br />

7.2 Bouwregels<br />

7.2.1 Gebouwen<br />

Ten aanzien van de in lid 7.1.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende<br />

bouwregels:<br />

a. gebouwen mogen uitslui<strong>te</strong>nd binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. de bouwhoog<strong>te</strong> in me<strong>te</strong>rs mag niet meer bedragen dan is aangegeven <strong>te</strong>r plaatse van<br />

de aanduiding 'maximale bouwhoog<strong>te</strong>'.<br />

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

Ten aanzien van de in lid 7.1.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen<br />

gebouwen zijnde, dat de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan:<br />

a. 1 me<strong>te</strong>r voor erfafscheidingen op het voorerf;<br />

b. 3 me<strong>te</strong>r voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />

7.3 Specifieke gebruiksregels<br />

Ten aanzien van de in lid 7.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels voor het<br />

gebruik:<br />

a. bui<strong>te</strong>nopslag is niet toegestaan.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 54


Artikel 8 Verkeer - 2<br />

8.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

8.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Verkeer 2' aangewezen gronden zijn bes<strong>te</strong>md voor:<br />

a. gebiedsontsluitingswegen;<br />

b. een tunnel(bak) met een (ondergrondse) railverkeersverbinding <strong>te</strong>r plaatse van de<br />

aanduiding 'tunnelbak';<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

c. voet- en rijwielpaden;<br />

d. groenvoorzieningen, bermen en taluds;<br />

e. wa<strong>te</strong>r en wa<strong>te</strong>rhuishoudkunidge voorzieningen;<br />

met de daarbij behorende:<br />

f. voorzieningen waaronder bruggen, viaduc<strong>te</strong>n en tunnels <strong>te</strong>n behoeve van kruisende<br />

infrastructuur, met uitzondering van verkooppun<strong>te</strong>n motorbrandstoffen;<br />

g. bouwwerken.<br />

8.2 Bouwregels<br />

Ten aanzien van de in lid 8.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:<br />

a. gebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een oppervlak<strong>te</strong> van 10 m 2 per<br />

bouwwerk;<br />

b. de bouwhoog<strong>te</strong> van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3<br />

me<strong>te</strong>r;<br />

c. de bouwhoog<strong>te</strong> van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer<br />

mag bedragen dan:<br />

1. 7 me<strong>te</strong>r voor kunstobjec<strong>te</strong>n, licht- en vlaggenmas<strong>te</strong>n;<br />

2. 4 me<strong>te</strong>r voor reclame- en informatiezuilen;<br />

3. 3 me<strong>te</strong>r voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;<br />

4. 2 me<strong>te</strong>r voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />

55 toelichting en regels


Artikel 9 Verkeer - 3<br />

9.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

9.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Verkeer 3' aangewezen gronden zijn bes<strong>te</strong>md voor:<br />

a. erftoegangswegen en verblijfsgebieden;<br />

b. uitslui<strong>te</strong>nd de stalling van motorvoertuigen en ondergeschikt medegebruik als<br />

huishoudelijke bergruim<strong>te</strong>, <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding 'garage';<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

c. parkeervoorzieningen;<br />

d. groenvoorzieningen, bermen en taluds;<br />

e. wa<strong>te</strong>r en wa<strong>te</strong>rhuishoudkunidge voorzieningen;<br />

met de daarbij behorende:<br />

f. voorzieningen waaronder bruggen, viaduc<strong>te</strong>n en tunnels <strong>te</strong>n behoeve van kruisende<br />

infrastructuur, met uitzondering van verkooppun<strong>te</strong>n motorbrandstoffen;<br />

g. bouwwerken.<br />

9.2 Bouwregels<br />

Ten aanzien van de in lid 9.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:<br />

a. gebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een oppervlak<strong>te</strong> van 20 m 2 per<br />

bouwwerk;<br />

b. de bouwhoog<strong>te</strong> van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3<br />

me<strong>te</strong>r;<br />

c. de bouwhoog<strong>te</strong> van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer<br />

mag bedragen dan:<br />

1. 7 me<strong>te</strong>r voor kunstobjec<strong>te</strong>n, licht- en vlaggenmas<strong>te</strong>n;<br />

2. 4 me<strong>te</strong>r voor reclame- en informatiezuilen;<br />

3. 3 me<strong>te</strong>r voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;<br />

4. 2 me<strong>te</strong>r voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 56


Artikel 10 Verkeer - Railverkeer<br />

10.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

10.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bedoeld voor:<br />

a. railverkeersverbindingen;<br />

b. geluidwerende voorzieningen;<br />

met de daarbij behorende:<br />

c. voorzieningen waaronder bruggen, viaduc<strong>te</strong>n en tunnels <strong>te</strong>n behoeve van kruisende<br />

infrastructuur, met uitzondering van verkooppun<strong>te</strong>n motorbrandstoffen.<br />

d. bouwwerken.<br />

10.2 Bouwregels<br />

Ten aanzien van de in lid 10.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:<br />

a. gebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een oppervlak<strong>te</strong> van 20 m 2 per<br />

bouwwerk;<br />

b. de bouwhoog<strong>te</strong> van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3<br />

me<strong>te</strong>r, geme<strong>te</strong>n vanaf de bovenkant van de spoorstaaf;<br />

c. de bouwhoog<strong>te</strong> van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet<br />

meer bedragen dan 15 me<strong>te</strong>r, geme<strong>te</strong>n vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.<br />

57 toelichting en regels


Artikel 11 Wa<strong>te</strong>r - 2<br />

11.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

11.1.1 Doeleinden<br />

De voor Wa<strong>te</strong>r - 2 aangewezen gronden zijn bes<strong>te</strong>md voor:<br />

a. wa<strong>te</strong>r en wa<strong>te</strong>rhuishoudkundige voorzieningen;<br />

met daarbij behorende:<br />

b. voorzieningen, waaronder oevers, bruggen en aanlegs<strong>te</strong>igers,<br />

c. bouwwerken.<br />

11.2 Bouwregels<br />

Ten aanzien van de in lid 11.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:<br />

a. uitslui<strong>te</strong>nd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan, waarbij de<br />

bouwhoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan 3 me<strong>te</strong>r.<br />

11.3 Afwijken van de bouwregels<br />

11.3.1 Afwijken<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning af wijken van het<br />

bepaalde in lid 11.2 <strong>te</strong>n behoeve van het bouwen van gebouwen en overkappingen, met<br />

dien verstande dat:<br />

a. gebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een oppervlak<strong>te</strong> van 20 m² per<br />

bouwwerk;<br />

b. de bouwhoog<strong>te</strong> van gebouwen en overkappingen maximaal 3 me<strong>te</strong>r mag bedragen.<br />

11.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels<br />

De afwijkingsmogelijkheden zoals genoemd in lid 11.3.1 kunnen slechts worden toegepast<br />

indien:<br />

a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:<br />

1. de sociale veiligheid;<br />

2. de functionele en ruim<strong>te</strong>lijke structuur, zoals aansluiting op (structurele)<br />

groenelemen<strong>te</strong>n en wa<strong>te</strong>relemen<strong>te</strong>n;<br />

3. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de<br />

aangrenzende gronden en bouwwerken.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 58


Artikel 12 Wonen - 1<br />

12.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

12.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bes<strong>te</strong>md voor:<br />

a. wonen in de vorm van aaneengebouwde woningen, twee-aaneengebouwde en<br />

vrijstaande woningen;<br />

a. uitslui<strong>te</strong>nd de stalling van motorvoertuigen en ondergeschikt medegebruik als<br />

huishoudelijk bergruim<strong>te</strong> <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding 'garage';<br />

b. tuinen en erven;<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

c. een beroep aan huis of een bedrijf aan huis uitslui<strong>te</strong>nd <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding<br />

'beroep aan huis';<br />

met de daarbij behorende:<br />

d. ontsluitingen, in- en uitrit<strong>te</strong>n, brandgangen;<br />

e. parkeervoorzieningen;<br />

f. wa<strong>te</strong>rhuishoukundige voorzieningen;<br />

g. bouwwerken.<br />

12.2 Bouwregels<br />

12.2.1 Hoofdgebouwen<br />

Ten aanzien van de in lid 12.1.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de<br />

volgende regels:<br />

a. hoofdgebouwen mogen uitslui<strong>te</strong>nd binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. het hoofdgebouw dient in de voorgevelbouwgrens <strong>te</strong> worden gebouwd;<br />

c. de goot- en bouwhoog<strong>te</strong> in me<strong>te</strong>rs mogen niet meer bedragen dan is aangegeven <strong>te</strong>r<br />

plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoog<strong>te</strong>'.<br />

12.2.2 Erfbebouwing<br />

Ten aanzien van de in lid 12.1.1 bedoelde gronden gelden voor erfbebouwing de volgende<br />

regels:<br />

a. bebouwing mag, uitslui<strong>te</strong>nd op het ach<strong>te</strong>rerf, zowel binnen als bui<strong>te</strong>n het bouwvlak<br />

worden gebouwd';<br />

b. de gezamenlijke oppervlak<strong>te</strong> van erfbebouwing per bouwperceel niet meer mag<br />

bedragen dan:<br />

1. 40 m 2 , tot een maximum van 50% van het ach<strong>te</strong>rerf, bij aaneengebouwde<br />

woningen;<br />

2. 60 m², tot een maximum van 50% van het ach<strong>te</strong>rerf, bij twee-aaneengebouwde<br />

woningen en vrijstaande woningen;<br />

c. de diep<strong>te</strong> van aan- en uitbouwen en overkappingen geme<strong>te</strong>n vanaf de oorspronkelijke<br />

ach<strong>te</strong>rgevel mag niet meer bedragen dan 3 me<strong>te</strong>r;<br />

59 toelichting en regels


d. de bouwhoog<strong>te</strong> van aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen<br />

mag niet meer bedragen dan:<br />

1. van een aan-/uitbouw en overkapping: de bouwhoog<strong>te</strong> van de eers<strong>te</strong> bouwlaag<br />

van het hoofdgebouw tot maximaal 4 me<strong>te</strong>r;<br />

2. van een vrijstaand bijgebouw: maximaal 3 me<strong>te</strong>r.<br />

12.2.3 Garageboxen<br />

In afwijking van het bepaalde in lid 12.2.2 gelden <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding 'garage' de<br />

volgende bouwregels:<br />

a. uitslui<strong>te</strong>nd separaat gelegen (clus<strong>te</strong>rs van) garageboxen zijn toegestaan;<br />

b. de goothoog<strong>te</strong> mag niet meer bedragen dan 3 me<strong>te</strong>r;<br />

c. de bouwhoog<strong>te</strong> mag niet meer bedragen dan 4,5 me<strong>te</strong>r;<br />

d. het aanduidingsvlak mag volledig worden bebouwd;<br />

e. de oppervlak<strong>te</strong> van bebouwing met de aanduiding 'garage' <strong>te</strong>lt niet mee bij het totale<br />

gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing.<br />

12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

Ten aanzien van de in lid 12.1.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen<br />

gebouwen zijnde dat de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan:<br />

a. 7 me<strong>te</strong>r voor kunstobjec<strong>te</strong>n en lichtmas<strong>te</strong>n;<br />

b. 3 me<strong>te</strong>r voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;<br />

c. 1 me<strong>te</strong>r voor erf- en <strong>te</strong>rreinafscheidingen gelegen tussen 1 me<strong>te</strong>r ach<strong>te</strong>r de voorgevel<br />

(of het verlengde daarvan) en de openbare weg aan de voorzijde;<br />

d. 2 me<strong>te</strong>r voor erf- en <strong>te</strong>rreinafscheidingen op de overige delen van het erf;<br />

e. 2 me<strong>te</strong>r voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />

12.3 Afwijken van de bouwregels<br />

12.3.1 Afwijken<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning af wijken van het<br />

bepaalde in lid 12.2.2 en toestaan dat aan- of uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen<br />

mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat<br />

a. 12.2.2 onder a voor het bouwen van erfbebouwing op het zijerf, waarbij alsdan <strong>te</strong>vens<br />

de bepalingen zoals bedoeld in lid 12.2.2 onder b van overeenkomstige toepassing<br />

zijn; met dien verstande, dat:<br />

1. erfbebouwing op het zijerf met een breed<strong>te</strong> tot 2,50 me<strong>te</strong>r dient <strong>te</strong> worden<br />

gebouwd op <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> 1 me<strong>te</strong>r ach<strong>te</strong>r het verlengde van de voorgevellijn;<br />

2. erfbebouwing op het zijerf met een breed<strong>te</strong> van meer dan 2,50 me<strong>te</strong>r dient <strong>te</strong><br />

worden gebouwd op <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> 1 me<strong>te</strong>r plus daarbij opge<strong>te</strong>ld de gro<strong>te</strong>re breed<strong>te</strong><br />

dan de eerdergenoemde 2,50 me<strong>te</strong>r, ach<strong>te</strong>r het verlengde van de voorgevellijn;<br />

3. de goothoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan de hoog<strong>te</strong> van de eers<strong>te</strong> bouwlaag<br />

van het hoofdgebouw tot een maximum van 3 me<strong>te</strong>r;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 60


4. op een aan-, uitbouw of bijgebouw een kap is toegestaan, mits de hellingshoek<br />

van die kap gelijk is aan de hellingshoek van de kap van het hoofdgebouw; indien<br />

het hoofdgebouw geen kap heeft, mag de bouwhoog<strong>te</strong> van de kap op aan-,<br />

uitbouw of het bijgebouw maximaal 2 me<strong>te</strong>r hoger zijn dan de goothoog<strong>te</strong> van de<br />

betreffende aan-, uitbouw of bijgebouw;<br />

5. de bouwhoog<strong>te</strong> van overkappingen niet meer mag bedragen dan de hoog<strong>te</strong> van<br />

eers<strong>te</strong> bouwlaag van het hoofdgebouw tot een maximum van 3 me<strong>te</strong>r;<br />

b. 12.2.2 onder a voor de bouw van een berging op het voorerf, uitslui<strong>te</strong>nd indien deze<br />

noodzakelijk is voor de berging van een scootmobiel, of indien het bij de woning<br />

behorende ach<strong>te</strong>rerf niet rechtstreeks bereikbaar is via het ach<strong>te</strong>rpad, zijpad of vanaf<br />

de openbare weg, met dien verstande, dat:<br />

1. de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer dan 1,25 me<strong>te</strong>r mag bedragen;<br />

2. de oppervlak<strong>te</strong> niet meer dan 4 m 2 mag bedragen;<br />

3. de afstand tot het openbaar gebied <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> 0,25 me<strong>te</strong>r moet bedragen;<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders zijn bevoegd de omgevingsvergunning voor de onder b<br />

bedoelde berging in <strong>te</strong> trekken indien blijkt dat de noodzaak voor deze berging er niet<br />

meer is;<br />

c. 12.2.2 onder a voor de bouw van een erker en/of toegangsportaal aan de voorgevel,<br />

met dien verstande dat:<br />

1. per hoofdgebouw één erker of één toegangsportaal is toegestaan;<br />

2. de breed<strong>te</strong> van een erker niet meer mag bedragen dan 50% en de breed<strong>te</strong> van<br />

toegangsportaal niet meer mag bedragen dan 30% van de breed<strong>te</strong> van de<br />

voorgevel van het hoofdgebouw;<br />

3. de afstand van een erker of toegangsportaal tot de zijdelingse perceelsgrens niet<br />

minder dan 0,50 me<strong>te</strong>r mag bedragen, <strong>te</strong>nzij sprake is van een gezamenlijke erker<br />

of toegangsportaal met het naastgelegen hoofdgebouw in welk geval de twee<br />

erkers of toegangsportalen <strong>te</strong>gen elkaar mogen worden gebouwd;<br />

4. de diep<strong>te</strong> van een erker of toegangsportaal niet meer mag bedragen dan 1,20<br />

me<strong>te</strong>r;<br />

5. de bouwhoog<strong>te</strong> van een erker en/of toegangsportaal niet meer mag bedragen dan<br />

de hoog<strong>te</strong> van de eers<strong>te</strong> bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 3<br />

me<strong>te</strong>r;<br />

6. in afwijking van het bepaalde onder 5, de bouwhoog<strong>te</strong> van een erker en/of<br />

toegangsportaal niet meer mag bedragen dan de hoog<strong>te</strong> van de tweede bouwlaag<br />

van het hoofdgebouw, tot een maximum van 6 me<strong>te</strong>r, ingeval dit past binnen de<br />

massa en archi<strong>te</strong>ctuur van het betreffende hoofdgebouw en de naastgelegen<br />

hoofdgebouwen;<br />

7. op een erker en/of toegangsportaal een borstwering met een maximale<br />

bouwhoog<strong>te</strong> van 1,20 me<strong>te</strong>r mag worden gerealiseerd, ingeval dit past binnen de<br />

massa en archi<strong>te</strong>ctuur van het betreffende hoofdgebouw en de naastgelegen<br />

hoofdgebouwen.<br />

d. 12.2.2 onder d voor de bouw van een kap op een aanbouw, uitbouw of bijgebouw, mits<br />

de hellingshoek van die kap gelijk is aan de hellingshoek van het hoofdgebouw; indien<br />

het hoofdgebouw geen kap heeft, mag de totale bouwhoog<strong>te</strong> van de aan- of uitbouw of<br />

het bijgebouw niet meer mag bedragen dan 6 me<strong>te</strong>r.<br />

61 toelichting en regels


12.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels<br />

De afwijkingsmogelijkheden zoals genoemd in lid 12.3.1 kunnen slechts worden toegepast<br />

indien:<br />

a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn<br />

dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastges<strong>te</strong>lde<br />

hogere grenswaarde;<br />

b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:<br />

1. de kwali<strong>te</strong>it van de openbare ruim<strong>te</strong>, zoals een samenhangend straat- en<br />

bebouwingsbeeld;<br />

2. de verkeersveiligheid;<br />

3. de sociale veiligheid;<br />

4. het aantal parkeervoorzieningen;<br />

5. de functionele en ruim<strong>te</strong>lijke structuur, zoals aansluiting op (structurele)<br />

groenelemen<strong>te</strong>n en wa<strong>te</strong>relemen<strong>te</strong>n;<br />

6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de<br />

aangrenzende gronden en bouwwerken;<br />

7. het milieu;<br />

c. de verkeersaantrekkende werking hiervan in overeens<strong>te</strong>mming is met de functie en<br />

vormgeving van de wegen in de nabije omgeving;<br />

d. op een goede wijze in de (extra) parkeerbehoef<strong>te</strong> wordt voorzien.<br />

12.4 Specifieke gebruiksregels<br />

12.4.1 Aantal wooneenheden<br />

Het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.<br />

12.4.2 Beroepsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in of bij een woning<br />

Het bepaalde in lid 12.1.1 <strong>te</strong>n aanzien van het medegebruik van woningen als<br />

praktijkruim<strong>te</strong> voor beroepsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n is toegestaan onder de voorwaarden, dat:<br />

a. de woonfunctie in overwegende ma<strong>te</strong> blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de<br />

brutovloeroppervlak<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan 40% van de woning met een<br />

maximum van 40 m²;<br />

b. het beroep aan huis wordt uitgevoerd door degene die woonachtig is op het perceel;<br />

c. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;<br />

d. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;<br />

e. de beroepsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n geschieden door degene die in de woning woonachtig is;<br />

f. detailhandel (al dan niet via in<strong>te</strong>rnet) alleen is toegestaan;<br />

1. in goederen, die <strong>te</strong>r plaatse worden vervaardigd, verwerkt of bewerkt, en mits dit<br />

een ondergeschikt deel van de bedrijfsvoering is;<br />

2. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruim<strong>te</strong> van goederen <strong>te</strong>n behoeve van<br />

de beroepsactivi<strong>te</strong>it.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 62


12.5 Afwijken van de gebruiksregels<br />

12.5.1 Bedrijfsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in of bij een woning<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 12.4.2 voor het gebruik van woningen en/of bijgebouwen <strong>te</strong>n behoeve van<br />

bedrijf aan huis behorende tot en met <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> ca<strong>te</strong>gorie 2 zoals opgenomen in de als<br />

bijlage 1 bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n', al dan niet in<br />

combinatie met handel in en verkoop van de goederen en diens<strong>te</strong>n via in<strong>te</strong>rnet, met dien<br />

verstande, dat:<br />

a. de woonfunctie in overwegende ma<strong>te</strong> blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de<br />

grondoppervlak<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan 40% van de woning met een maximum<br />

van 40 m²;<br />

b. het bedrijf aan huis wordt uitgevoerd door degene die woonachtig is op het perceel;<br />

c. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;<br />

d. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;<br />

e. de bedrijfsuitoefening geschiedt door degene die op het perceel woonachtig is;<br />

f. er geen meldingplichtige inrichtingen op grond van de Wet algemene bepalingen<br />

omgevingsrecht mogen worden opgericht;<br />

g. er, behoudens een beperk<strong>te</strong> kleinschalige verkoop in direct verband met de<br />

bedrijfsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, geen detailhandelsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n plaatsvinden;<br />

h. geen detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperk<strong>te</strong> verkoop<br />

ondergeschikt aan de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n en/of handel<br />

in en verkoop van goederen en diens<strong>te</strong>n via in<strong>te</strong>rnet.<br />

12.5.2 Man<strong>te</strong>lzorg<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 12.4.1 en toestaan dat een deel van de woning als afhankelijke woonruim<strong>te</strong><br />

(inwoning) wordt gebruikt, met dien verstande, dat:<br />

a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van man<strong>te</strong>lzorg;<br />

b. op het perceel al een wooneenheid aanwezig is;<br />

c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen<br />

waaronder die van omwonenden en bedrijven;<br />

d. per wooneenheid maximaal één situatie van inwoning <strong>te</strong>n behoeve van man<strong>te</strong>lzorg is<br />

toegestaan;<br />

e. inwoning in beginsel dient plaats <strong>te</strong> vinden bij, in of direct aanslui<strong>te</strong>nd aan de<br />

wooneenheid, waarbij de afhankelijke woonruim<strong>te</strong> een onderlinge verbinding met de<br />

wooneenheid dient <strong>te</strong> hebben;<br />

f. maximaal 75 m 2 van de woning mag worden gebruikt <strong>te</strong>n behoeve van de inwoning.<br />

12.5.3 Dak<strong>te</strong>rrassen<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 12.1.1 voor het gebruik van plat<strong>te</strong> daken van aan- of uitbouwen bij<br />

woningen als dak<strong>te</strong>rras onder de voorwaarden, dat:<br />

63 toelichting en regels


a. dak<strong>te</strong>rrassen op hoofdgebouwen slechts zijn toegestaan voor zover deze van het<br />

openbaar toegankelijk gebied op straatniveau niet zichtbaar zijn;<br />

b. dak<strong>te</strong>rrassen op aan- en uitbouwen geme<strong>te</strong>n vanuit de ach<strong>te</strong>rgevel <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> 4<br />

me<strong>te</strong>r diep mogen zijn;<br />

c. <strong>te</strong>n behoeve van de dak<strong>te</strong>rrassen een borstwering met een maximale bouwhoog<strong>te</strong> van<br />

1,20 me<strong>te</strong>r mag worden gerealiseerd;<br />

d. <strong>te</strong>n behoeve van de dak<strong>te</strong>rrassen op het hoofdgebouw, een bouwwerk <strong>te</strong>n behoeve<br />

van de opgang vanaf de onderliggende verdieping van het hoofdgebouw met een<br />

maximale bouwhoog<strong>te</strong> van 1,20 me<strong>te</strong>r en een maximale oppervlak<strong>te</strong> van 4 m 2 is<br />

toegestaan;<br />

e. de bouwhoog<strong>te</strong> van tussen <strong>te</strong>rrassen aan <strong>te</strong> brengen privacyschermen niet meer mag<br />

bedragen dan 2 me<strong>te</strong>r;<br />

f. in verband met privacy van de aangrenzende percelen door burgemees<strong>te</strong>r en<br />

wethouders nadere eisen in het kader van de vergunningverlening kunnen worden<br />

ges<strong>te</strong>ld aan de situering van de <strong>te</strong>rrashekwerken/omheining.<br />

12.5.4 Bed & breakfast<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 12.1.1 voor het toestaan van recreatieve nevenactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in de vorm van<br />

bed & breakfast, met dien verstande dat:<br />

a. deze functie plaatsvindt binnen de op het moment van het toestaan van de afwijking<br />

bestaande bebouwing;<br />

b. het bruto vloeroppervlak <strong>te</strong>n behoeve van bed & breakfast maximaal 120 m² bedraagt,<br />

waarbij de maximale oppervlak<strong>te</strong> per slaapverblijf 30 m² mag bedragen;<br />

c. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen <strong>te</strong>rrein;<br />

d. het aantal slaapplaatsen maximaal 7 bedraagt.<br />

12.5.5 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de gebruiksregels<br />

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend<br />

mits:<br />

a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn<br />

dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastges<strong>te</strong>lde<br />

hogere grenswaarde;<br />

b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:<br />

1. de kwali<strong>te</strong>it van de openbare ruim<strong>te</strong>, zoals een samenhangend straat- en<br />

bebouwingsbeeld;<br />

2. de verkeersveiligheid;<br />

3. de sociale veiligheid;<br />

4. het gewens<strong>te</strong> voorzieningenniveau;<br />

5. de functionele en ruim<strong>te</strong>lijke structuur, zoals aansluiting op (structurele)<br />

groenelemen<strong>te</strong>n en wa<strong>te</strong>relemen<strong>te</strong>n;<br />

6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de<br />

aangrenzende gronden en bouwwerken;<br />

7. het milieu;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 64


c. de verkeersaantrekkende werking in overeens<strong>te</strong>mming is met de functie en<br />

vormgeving van de wegen in de nabije omgeving;<br />

d. voorzien wordt in de (extra) parkeerbehoef<strong>te</strong>.<br />

65 toelichting en regels


Artikel 13 Wonen - 2<br />

13.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

13.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bes<strong>te</strong>md voor:<br />

a. wonen in de vorm van gestapelde woningen;<br />

b. (on)gebouwde parkeervoorzieningen <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding 'parkeer<strong>te</strong>rrein';<br />

a. de stalling van uitslui<strong>te</strong>nd motorvoertuigen en ondergeschikt medegebruik als<br />

huishoudelijke bergruim<strong>te</strong> <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding 'garage';<br />

b. tuinen en erven;<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

c. een beroep aan huis of een bedrijf aan huis uitslui<strong>te</strong>nd <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding<br />

'beroep aan huis';<br />

met de daarbij behorende:<br />

d. ontsluitingen, in- en uitrit<strong>te</strong>n, brandgangen;<br />

e. parkeervoorzieningen;<br />

f. wa<strong>te</strong>rhuishoukundige voorzieningen;<br />

g. bouwwerken.<br />

13.2 Bouwregels<br />

13.2.1 Hoofdgebouwen<br />

Ten aanzien van de in lid 13.1.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de<br />

volgende regels:<br />

a. hoofdgebouwen mogen uitslui<strong>te</strong>nd binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

b. het hoofdgebouw dient in de voorgevelbouwgrens <strong>te</strong> worden gebouwd;<br />

c. het maximaal aantal bouwlagen van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is<br />

aangegeven <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen'.<br />

13.2.2 Erfbebouwing<br />

Ten aanzien van de in lid 13.1.1 bedoelde gronden gelden voor erfbebouwing de volgende<br />

regels:<br />

a. bebouwing mag, uitslui<strong>te</strong>nd op het ach<strong>te</strong>rerf behoudens binnen de aanduiding<br />

'parkeer<strong>te</strong>rrein', zowel binnen als bui<strong>te</strong>n het bouwvlak worden gebouwd';<br />

b. de gezamenlijke oppervlak<strong>te</strong> van erfbebouwing per bouwperceel niet meer mag<br />

bedragen dan:<br />

1. 40 m 2 , tot een maximum van 50% van het ach<strong>te</strong>rerf, bij aaneengebouwde<br />

woningen;<br />

2. 60 m², tot een maximum van 50% van het ach<strong>te</strong>rerf, bij twee-aaneengebouwde<br />

woningen en vrijstaande woningen;<br />

c. de diep<strong>te</strong> van aan- en uitbouwen en overkappingen geme<strong>te</strong>n vanaf de oorspronkelijke<br />

ach<strong>te</strong>rgevel mag niet meer bedragen dan 3 me<strong>te</strong>r;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 66


d. de bouwhoog<strong>te</strong> van aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen<br />

mag niet meer bedragen dan:<br />

1. van een aan-/uitbouw en overkapping: de bouwhoog<strong>te</strong> van de eers<strong>te</strong> bouwlaag<br />

van het hoofdgebouw tot maximaal 4 me<strong>te</strong>r;<br />

2. van een vrijstaand bijgebouw: maximaal 3 me<strong>te</strong>r.<br />

13.2.3 Garageboxen<br />

In afwijking van het bepaalde in lid 13.2.2 gelden <strong>te</strong>r plaatse van de aanduiding 'garage' de<br />

volgende bouwregels:<br />

a. uitslui<strong>te</strong>nd separaat gelegen (clus<strong>te</strong>rs van) garageboxen zijn toegestaan;<br />

b. de goothoog<strong>te</strong> mag niet meer bedragen dan 3 me<strong>te</strong>r;<br />

c. de bouwhoog<strong>te</strong> mag niet meer bedragen dan 4,5 me<strong>te</strong>r;<br />

d. het aanduidingsvlak mag volledig worden bebouwd;<br />

e. de oppervlak<strong>te</strong> van bebouwing met de aanduiding 'garage' <strong>te</strong>lt niet mee bij het totale<br />

gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing.<br />

13.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

Ten aanzien van de in lid 13.1.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen<br />

gebouwen zijnde dat de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan:<br />

a. 7 me<strong>te</strong>r voor kunstobjec<strong>te</strong>n en lichtmas<strong>te</strong>n;<br />

b. 3 me<strong>te</strong>r voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;<br />

c. 1 me<strong>te</strong>r voor erf- en <strong>te</strong>rreinafscheidingen gelegen tussen 1 me<strong>te</strong>r ach<strong>te</strong>r de voorgevel<br />

(of het verlengde daarvan) en de openbare weg aan de voorzijde;<br />

d. 2 me<strong>te</strong>r voor erf- en <strong>te</strong>rreinafscheidingen op de overige delen van het erf;<br />

e. 2 me<strong>te</strong>r voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />

13.3 Afwijken van de bouwregels<br />

13.3.1 Afwijken<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning af wijken van het<br />

bepaalde in lid 13.2.2 en toestaan dat aan- of uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen<br />

mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat<br />

a. 13.2.2 onder a voor het bouwen van erfbebouwing op het zijerf, waarbij alsdan <strong>te</strong>vens<br />

de bepalingen zoals bedoeld in lid 13.2.2 onder b van overeenkomstige toepassing<br />

zijn; met dien verstande, dat:<br />

1. erfbebouwing op het zijerf met een breed<strong>te</strong> tot 2,50 me<strong>te</strong>r dient <strong>te</strong> worden<br />

gebouwd op <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> 1 me<strong>te</strong>r ach<strong>te</strong>r het verlengde van de voorgevellijn;<br />

2. erfbebouwing op het zijerf met een breed<strong>te</strong> van meer dan 2,50 me<strong>te</strong>r dient <strong>te</strong><br />

worden gebouwd op <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> 1 me<strong>te</strong>r plus daarbij opge<strong>te</strong>ld de gro<strong>te</strong>re breed<strong>te</strong><br />

dan de eerdergenoemde 2,50 me<strong>te</strong>r, ach<strong>te</strong>r het verlengde van de voorgevellijn;<br />

3. de goothoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan de hoog<strong>te</strong> van de eers<strong>te</strong> bouwlaag<br />

van het hoofdgebouw tot een maximum van 3 me<strong>te</strong>r;<br />

67 toelichting en regels


4. op een aan-, uitbouw of bijgebouw een kap is toegestaan, mits de hellingshoek<br />

van die kap gelijk is aan de hellingshoek van de kap van het hoofdgebouw; indien<br />

het hoofdgebouw geen kap heeft, mag de bouwhoog<strong>te</strong> van de kap op aan-,<br />

uitbouw of het bijgebouw maximaal 2 me<strong>te</strong>r hoger zijn dan de goothoog<strong>te</strong> van de<br />

betreffende aan-, uitbouw of bijgebouw;<br />

5. de bouwhoog<strong>te</strong> van overkappingen niet meer mag bedragen dan de hoog<strong>te</strong> van<br />

eers<strong>te</strong> bouwlaag van het hoofdgebouw tot een maximum van 3 me<strong>te</strong>r;<br />

b. 13.2.2 onder a voor de bouw van een berging op het voorerf, uitslui<strong>te</strong>nd indien deze<br />

noodzakelijk is voor de berging van een scootmobiel, of indien het bij de woning<br />

behorende ach<strong>te</strong>rerf niet rechtstreeks bereikbaar is via het ach<strong>te</strong>rpad, zijpad of vanaf<br />

de openbare weg, met dien verstande, dat:<br />

1. de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer dan 1,25 me<strong>te</strong>r mag bedragen;<br />

2. de oppervlak<strong>te</strong> niet meer dan 4 m 2 mag bedragen;<br />

3. de afstand tot het openbaar gebied <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> 0,25 me<strong>te</strong>r moet bedragen;<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders zijn bevoegd de omgevingsvergunning voor de onder b<br />

bedoelde berging in <strong>te</strong> trekken indien blijkt dat de noodzaak voor deze berging er niet<br />

meer is;<br />

c. 13.2.2 onder a voor de bouw van een erker en/of toegangsportaal aan de voorgevel,<br />

met dien verstande dat:<br />

1. per hoofdgebouw één erker of één toegangsportaal is toegestaan;<br />

2. de breed<strong>te</strong> van een erker niet meer mag bedragen dan 50% en de breed<strong>te</strong> van<br />

toegangsportaal niet meer mag bedragen dan 30% van de breed<strong>te</strong> van de<br />

voorgevel van het hoofdgebouw;<br />

3. de afstand van een erker of toegangsportaal tot de zijdelingse perceelsgrens niet<br />

minder dan 0,50 me<strong>te</strong>r mag bedragen, <strong>te</strong>nzij sprake is van een gezamenlijke erker<br />

of toegangsportaal met het naastgelegen hoofdgebouw in welk geval de twee<br />

erkers of toegangsportalen <strong>te</strong>gen elkaar mogen worden gebouwd;<br />

4. de diep<strong>te</strong> van een erker of toegangsportaal niet meer mag bedragen dan 1,20<br />

me<strong>te</strong>r;<br />

5. de bouwhoog<strong>te</strong> van een erker en/of toegangsportaal niet meer mag bedragen dan<br />

de hoog<strong>te</strong> van de eers<strong>te</strong> bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 3<br />

me<strong>te</strong>r;<br />

6. in afwijking van het bepaalde onder 5, de bouwhoog<strong>te</strong> van een erker en/of<br />

toegangsportaal niet meer mag bedragen dan de hoog<strong>te</strong> van de tweede bouwlaag<br />

van het hoofdgebouw, tot een maximum van 6 me<strong>te</strong>r, ingeval dit past binnen de<br />

massa en archi<strong>te</strong>ctuur van het betreffende hoofdgebouw en de naastgelegen<br />

hoofdgebouwen;<br />

7. op een erker en/of toegangsportaal een borstwering met een maximale<br />

bouwhoog<strong>te</strong> van 1,20 me<strong>te</strong>r mag worden gerealiseerd, ingeval dit past binnen de<br />

massa en archi<strong>te</strong>ctuur van het betreffende hoofdgebouw en de naastgelegen<br />

hoofdgebouwen.<br />

d. 13.2.2 onder d voor de bouw van een kap op een aanbouw, uitbouw of bijgebouw, mits<br />

de hellingshoek van die kap gelijk is aan de hellingshoek van het hoofdgebouw; indien<br />

het hoofdgebouw geen kap heeft, mag de totale bouwhoog<strong>te</strong> van de aan- of uitbouw of<br />

het bijgebouw niet meer mag bedragen dan 6 me<strong>te</strong>r.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 68


13.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de gebruiksregels<br />

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend<br />

mits:<br />

a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn<br />

dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastges<strong>te</strong>lde<br />

hogere grenswaarde;<br />

b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:<br />

1. de kwali<strong>te</strong>it van de openbare ruim<strong>te</strong>, zoals een samenhangend straat- en<br />

bebouwingsbeeld;<br />

2. de verkeersveiligheid;<br />

3. de sociale veiligheid;<br />

4. het gewens<strong>te</strong> voorzieningenniveau;<br />

5. de functionele en ruim<strong>te</strong>lijke structuur, zoals aansluiting op (structurele)<br />

groenelemen<strong>te</strong>n en wa<strong>te</strong>relemen<strong>te</strong>n;<br />

6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de<br />

aangrenzende gronden en bouwwerken;<br />

7. het milieu;<br />

c. de verkeersaantrekkende werking in overeens<strong>te</strong>mming is met de functie en<br />

vormgeving van de wegen in de nabije omgeving;<br />

d. op een goede wijze in de (extra) parkeerbehoef<strong>te</strong> wordt voorzien.<br />

13.4 Specifieke gebruiksregels<br />

13.4.1 Aantal wooneenheden<br />

Het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.<br />

13.4.2 Beroepsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in of bij de woning<br />

Het bepaalde in lid 13.1.1 <strong>te</strong>n aanzien van het medegebruik van woningen als<br />

praktijkruim<strong>te</strong> voor beroepsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n is toegestaan onder de voorwaarden, dat:<br />

a. de woonfunctie in overwegende ma<strong>te</strong> blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de<br />

brutovloeroppervlak<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan 40% van de woning met een<br />

maximum van 40 m²;<br />

b. het beroep aan huis wordt uitgevoerd door degene die woonachtig is op het perceel;<br />

c. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;<br />

d. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;<br />

e. de beroepsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n geschieden door degene die in de woning woonachtig is;<br />

f. detailhandel (al dan niet via in<strong>te</strong>rnet) alleen is toegestaan;<br />

1. in goederen, die <strong>te</strong>r plaatse worden vervaardigd, verwerkt of bewerkt, en mits dit<br />

een ondergeschikt deel van de bedrijfsvoering is;<br />

2. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruim<strong>te</strong> van goederen <strong>te</strong>n behoeve van<br />

de beroepsactivi<strong>te</strong>it.<br />

69 toelichting en regels


13.5 Afwijken van de gebruiksregels<br />

13.5.1 Bedrijfsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in of bij een woning<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 13.4.2 voor het gebruik van woningen en/of bijgebouwen <strong>te</strong>n behoeve van<br />

bedrijf aan huis behorende tot en met <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> ca<strong>te</strong>gorie 2 zoals opgenomen in de als<br />

bijlage 1 bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n', al dan niet in<br />

combinatie met handel in en verkoop van de goederen en diens<strong>te</strong>n via in<strong>te</strong>rnet, met dien<br />

verstande, dat:<br />

a. de woonfunctie in overwegende ma<strong>te</strong> blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de<br />

grondoppervlak<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan 40% van de woning met een maximum<br />

van 40 m²;<br />

b. het bedrijf aan huis wordt uitgevoerd door degene die woonachtig is op het perceel;<br />

c. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;<br />

d. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;<br />

e. de bedrijfsuitoefening geschiedt door degene die op het perceel woonachtig is;<br />

f. er geen meldingplichtige inrichtingen op grond van de Wet algemene bepalingen<br />

omgevingsrecht mogen worden opgericht;<br />

g. er, behoudens een beperk<strong>te</strong> kleinschalige verkoop in direct verband met de<br />

bedrijfsmatige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, geen detailhandelsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n plaatsvinden;<br />

h. geen detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperk<strong>te</strong> verkoop<br />

ondergeschikt aan de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n en/of handel<br />

in en verkoop van goederen en diens<strong>te</strong>n via in<strong>te</strong>rnet.<br />

13.5.2 Man<strong>te</strong>lzorg<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 13.4.1 en toestaan dat een deel van de woning als afhankelijke woonruim<strong>te</strong><br />

(inwoning) wordt gebruikt, met dien verstande, dat:<br />

a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van man<strong>te</strong>lzorg;<br />

b. op het perceel al een wooneenheid aanwezig is;<br />

c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen<br />

waaronder die van omwonenden en bedrijven;<br />

d. per wooneenheid maximaal één situatie van inwoning <strong>te</strong>n behoeve van man<strong>te</strong>lzorg is<br />

toegestaan;<br />

e. inwoning in beginsel dient plaats <strong>te</strong> vinden bij, in of direct aanslui<strong>te</strong>nd aan de<br />

wooneenheid, waarbij de afhankelijke woonruim<strong>te</strong> een onderlinge verbinding met de<br />

wooneenheid dient <strong>te</strong> hebben;<br />

f. maximaal 75 m 2 van de woning mag worden gebruikt <strong>te</strong>n behoeve van de inwoning.<br />

13.5.3 Dak<strong>te</strong>rrassen<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 13.1.1 voor het gebruik van plat<strong>te</strong> daken van aan- of uitbouwen bij<br />

woningen als dak<strong>te</strong>rras onder de voorwaarden, dat:<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 70


a. dak<strong>te</strong>rrassen op hoofdgebouwen slechts zijn toegestaan voor zover deze van het<br />

openbaar toegankelijk gebied op straatniveau niet zichtbaar zijn;<br />

b. dak<strong>te</strong>rrassen op aan- en uitbouwen geme<strong>te</strong>n vanuit de ach<strong>te</strong>rgevel <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> 4<br />

me<strong>te</strong>r diep mogen zijn;<br />

c. <strong>te</strong>n behoeve van de dak<strong>te</strong>rrassen een borstwering met een maximale bouwhoog<strong>te</strong> van<br />

1,20 me<strong>te</strong>r mag worden gerealiseerd;<br />

d. <strong>te</strong>n behoeve van de dak<strong>te</strong>rrassen op het hoofdgebouw, een bouwwerk <strong>te</strong>n behoeve<br />

van de opgang vanaf de onderliggende verdieping van het hoofdgebouw met een<br />

maximale bouwhoog<strong>te</strong> van 1,20 me<strong>te</strong>r en een maximale oppervlak<strong>te</strong> van 4 m 2 is<br />

toegestaan;<br />

e. de bouwhoog<strong>te</strong> van tussen <strong>te</strong>rrassen aan <strong>te</strong> brengen privacyschermen niet meer mag<br />

bedragen dan 2 me<strong>te</strong>r;<br />

f. in verband met privacy van de aangrenzende percelen door burgemees<strong>te</strong>r en<br />

wethouders nadere eisen in het kader van de vergunningverlening kunnen worden<br />

ges<strong>te</strong>ld aan de situering van de <strong>te</strong>rrashekwerken/omheining.<br />

13.5.4 Bed & breakfast<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 13.1.1 voor het toestaan van recreatieve nevenactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in de vorm van<br />

bed & breakfast, met dien verstande dat:<br />

a. deze functie plaatsvindt binnen de op het moment van het toestaan van de afwijking<br />

bestaande bebouwing;<br />

b. het bruto vloeroppervlak <strong>te</strong>n behoeve van bed & breakfast maximaal 120 m² bedraagt,<br />

waarbij de maximale oppervlak<strong>te</strong> per slaapverblijf 30 m² mag bedragen;<br />

c. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen <strong>te</strong>rrein;<br />

d. het aantal slaapplaatsen maximaal 7 bedraagt.<br />

13.5.5 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de gebruiksregels<br />

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend<br />

mits:<br />

a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn<br />

dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastges<strong>te</strong>lde<br />

hogere grenswaarde;<br />

b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:<br />

1. de kwali<strong>te</strong>it van de openbare ruim<strong>te</strong>, zoals een samenhangend straat- en<br />

bebouwingsbeeld;<br />

2. de verkeersveiligheid;<br />

3. de sociale veiligheid;<br />

4. het gewens<strong>te</strong> voorzieningenniveau;<br />

5. de functionele en ruim<strong>te</strong>lijke structuur, zoals aansluiting op (structurele)<br />

groenelemen<strong>te</strong>n en wa<strong>te</strong>relemen<strong>te</strong>n;<br />

6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de<br />

aangrenzende gronden en bouwwerken;<br />

7. het milieu;<br />

71 toelichting en regels


c. de verkeersaantrekkende werking in overeens<strong>te</strong>mming is met de functie en<br />

vormgeving van de wegen in de nabije omgeving;<br />

d. voorzien wordt in de (extra) parkeerbehoef<strong>te</strong> op eigen <strong>te</strong>rrein indien mogelijk.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 72


Artikel 14 Waarde - Archeologie 1<br />

14.1 Omschrijving gebruiksvorm<br />

14.1.1 Doeleinden<br />

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />

voorkomende gebiedsregelingen, mede bes<strong>te</strong>md voor het behoud van de archeologische<br />

waarden.<br />

14.1.2 Priori<strong>te</strong>i<strong>te</strong>ns<strong>te</strong>lling<br />

Indien er strijd ontstaat tussen het bepaalde in de gebiedsregeling 'Waarde - Archeologie<br />

1' en het bepaalde in de overige gebiedsregelingen, prevaleert het bepaalde in de<br />

gebiedsregeling 'Waarde - Archeologie 1'.<br />

14.2 Bouwregels<br />

Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden<br />

gebouwd die dieper reiken dan 0,50 me<strong>te</strong>r onder maaiveld en een oppervlak<strong>te</strong> hebben van<br />

meer dan 100 m².<br />

14.3 Afwijken van de bouwregels<br />

14.3.1 Afwijken<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 14.2, voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de in lid 14.1.1<br />

bedoelde gebruiksvorm, mits de archeologische waarden niet worden geschaad.<br />

Alvorens de omgevingsvergunning (voor het bouwen) <strong>te</strong> kunnen verlenen, dient de<br />

aanvrager van een omgevingsvergunning aan burgemees<strong>te</strong>r en wethouders hieromtrent<br />

een schrif<strong>te</strong>lijk advies van de gemeen<strong>te</strong>lijke archeoloog <strong>te</strong> overleggen.<br />

14.3.2 Voorwaarden aan een <strong>te</strong> verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen<br />

Aan een omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen de volgende regels worden<br />

verbonden:<br />

a. de verplichting tot het treffen van <strong>te</strong>chnische maatregelen waardoor archeologische<br />

monumen<strong>te</strong>n in de bodem kunnen worden behouden;<br />

b. de verplichting de activi<strong>te</strong>it die tot bodemverstoring leidt, <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n begeleiden door een<br />

door de gemeen<strong>te</strong> aan <strong>te</strong> wijzen deskundige op archeologisch gebied.<br />

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk<br />

zijnde, of van werkzaamheden<br />

14.4.1 Verbod zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen<br />

bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden<br />

Het is verboden op of in de gronden met de gebruiksvorm 'Waarde - Archeologie 1' zonder<br />

of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde,<br />

of werkzaamheden uit <strong>te</strong> voeren:<br />

73 toelichting en regels


a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden;<br />

b. het bodemverlagen of afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning<br />

is vereist;<br />

c. het aanbrengen van diepwor<strong>te</strong>lende beplanting;<br />

d. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden<br />

en het aanbrengen van andere oppervlak<strong>te</strong>verhardingen;<br />

e. het aanbrengen van ondergondse of bovengrondse transport-, energie- of<br />

<strong>te</strong>lecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties<br />

of apparatuur;<br />

f. het graven of dempen van slo<strong>te</strong>n, wa<strong>te</strong>rgangen, vijvers of vaar<strong>te</strong>n;<br />

g. het verhogen of verlagen van de grondwa<strong>te</strong>rstand.<br />

14.4.2 Uitzonderingen op het verbod<br />

Het verbod van 14.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:<br />

a. tussen maaiveld en 0,50 me<strong>te</strong>r onder maaiveld;<br />

b. een oppervlak<strong>te</strong> van minder dan 100 m²;<br />

c. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen en gericht zijn op en noodzakelijk zijn<br />

voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;<br />

d. in uitvoering waren <strong>te</strong>n tijde van de inwerkingtreding van de beheersverordening, dan<br />

wel krach<strong>te</strong>ns een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het<br />

tijdstip van het van kracht worden van deze beheersverordening;<br />

e. werkzaamheden in het kader van het uitvoeren van archeologisch onderzoek door een<br />

archeologisch deskundige.<br />

14.4.3 Voorwaarden<br />

Het in lid 14.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:<br />

a. indien uit een door de aanvrager van de vergunning <strong>te</strong> overleggen rapport of andere<br />

beschikbare informatiebron de archeologische waarden van de gronden die blijkens de<br />

aanvraag mogelijk kunnen worden verstoord, naar het oordeel van burgemees<strong>te</strong>r en<br />

wethouders in voldoende ma<strong>te</strong> zijn vastges<strong>te</strong>ld en hieruit blijkt dat geen onevenredige<br />

afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische<br />

waarden van de gronden;<br />

b. voor zover de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de direc<strong>te</strong> of indirec<strong>te</strong><br />

gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch ma<strong>te</strong>riaal, indien<br />

aan de vergunning de volgende regels worden verbonden::<br />

1. de verlichting tot het treffen van <strong>te</strong>chnische maatregelen, waardoor archeologische<br />

res<strong>te</strong>n in de bodem kunnen worden behouden;<br />

c. de verplichting de activi<strong>te</strong>it die tot bodemverstoring leidt, <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n begeleiden door een<br />

archeologisch deskundige.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 74


Artikel 15 Waarde - Archeologie 2<br />

15.1 Gebruiksvorm<br />

15.1.1 Algemeen<br />

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />

voorkomende gebiedsregelingen, mede bes<strong>te</strong>md voor het behoud van de archeologische<br />

waarden.<br />

15.1.2 Priori<strong>te</strong>i<strong>te</strong>ns<strong>te</strong>lling<br />

Indien er strijd ontstaat tussen het bepaalde in de gebiedsregeling 'Waarde - Archeologie<br />

2' en het bepaalde in de overige gebiedsregelingen, prevaleert het bepaalde in de<br />

gebiedsregeling 'Waarde - Archeologie 2'.<br />

15.2 Bouwregels<br />

Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden<br />

gebouwd die dieper reiken dan 0,50 me<strong>te</strong>r onder maaiveld.<br />

15.3 Afwijken van de bouwregels<br />

15.3.1 Afwijken<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in lid 15.2, voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de in lid 15.1.1<br />

bedoelde gebruiksvorm, mits de archeologische waarden niet worden geschaad.<br />

Alvorens de omgevingsvergunning (voor het bouwen) <strong>te</strong> kunnen verlenen, dient de<br />

aanvrager van een omgevingsvergunning aan burgemees<strong>te</strong>r en wethouders hieromtrent<br />

een schrif<strong>te</strong>lijk advies van de gemeen<strong>te</strong>lijke archeoloog <strong>te</strong> overleggen.<br />

15.3.2 Voorwaarden aan een <strong>te</strong> verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen<br />

Aan een omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen de volgende regels worden<br />

verbonden:<br />

a. de verplichting tot het treffen van <strong>te</strong>chnische maatregelen waardoor archeologische<br />

monumen<strong>te</strong>n in de bodem kunnen worden behouden;<br />

b. de verplichting de activi<strong>te</strong>it die tot bodemverstoring leidt, <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n begeleiden door een<br />

door de gemeen<strong>te</strong> aan <strong>te</strong> wijzen deskundige op archeologisch gebied.<br />

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk<br />

zijnde, of van werkzaamheden<br />

15.4.1 Verbod zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen<br />

bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden<br />

Het is verboden op of in de gronden met de gebruiksvorm 'Waarde - Archeologie 2' zonder<br />

of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde,<br />

of werkzaamheden uit <strong>te</strong> voeren:<br />

75 toelichting en regels


a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden;<br />

b. het bodemverlagen of afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning<br />

is vereist;<br />

c. het aanbrengen van diepwor<strong>te</strong>lende beplanting;<br />

d. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden<br />

en het aanbrengen van andere oppervlak<strong>te</strong>verhardingen;<br />

e. het aanbrengen van ondergondse of bovengrondse transport-, energie- of<br />

<strong>te</strong>lecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties<br />

of apparatuur;<br />

f. het graven of dempen van slo<strong>te</strong>n, wa<strong>te</strong>rgangen, vijvers of vaar<strong>te</strong>n;<br />

g. het verhogen of verlagen van de grondwa<strong>te</strong>rstand.<br />

15.4.2 Uitzonderingen op het verbod<br />

Het verbod van 15.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:<br />

a. tussen maaiveld en 0,50 me<strong>te</strong>r onder maaiveld worden uitgevoerd;<br />

b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen en gericht zijn op en noodzakelijk zijn<br />

voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;<br />

c. in uitvoering waren <strong>te</strong>n tijde van de inwerkingtreding van de beheersverordening, dan<br />

wel krach<strong>te</strong>ns een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het<br />

tijdstip van het van kracht worden van deze beheersverordening;<br />

d. werkzaamheden in het kader van het uitvoeren van archeologisch onderzoek door een<br />

archeologisch deskundige.<br />

15.4.3 Voorwaarden<br />

Het in lid 15.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:<br />

a. indien uit een door de aanvrager van de vergunning <strong>te</strong> overleggen rapport of andere<br />

beschikbare informatiebron de archeologische waarden van de gronden die blijkens de<br />

aanvraag mogelijk kunnen worden verstoord, naar het oordeel van burgemees<strong>te</strong>r en<br />

wethouders in voldoende ma<strong>te</strong> zijn vastges<strong>te</strong>ld en hieruit blijkt dat geen onevenredige<br />

afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische<br />

waarden van de gronden;<br />

b. voor zover de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de direc<strong>te</strong> of indirec<strong>te</strong><br />

gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch ma<strong>te</strong>riaal, indien<br />

aan de vergunning de volgende regels worden verbonden::<br />

1. de verlichting tot het treffen van <strong>te</strong>chnische maatregelen, waardoor archeologische<br />

res<strong>te</strong>n in de bodem kunnen worden behouden;<br />

c. de verplichting de activi<strong>te</strong>it die tot bodemverstoring leidt, <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n begeleiden door een<br />

archeologisch deskundige.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 76


Hoofdstuk 3 Algemene regels<br />

Artikel 16 Anti-dubbel<strong>te</strong>lregel<br />

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan<br />

uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van la<strong>te</strong>re<br />

bouwplannen bui<strong>te</strong>n beschouwing.<br />

Artikel 17 Algemene bouwregels<br />

17.1 Overschrijding bouwgrenzen<br />

17.1.1 Algemeen<br />

De in deze regels <strong>te</strong>n aanzien van bouwgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft<br />

overschrijdingen met betrekking tot:<br />

a. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen;<br />

b. plin<strong>te</strong>n, pilas<strong>te</strong>rs, kozijnen, standleidingen voor hemelwa<strong>te</strong>r, gevelversieringen,<br />

wanden van ventilatiekanalen en schoors<strong>te</strong>nen, indien de overschrijding van de<br />

bouwgrens niet meer dan 12 centime<strong>te</strong>r bedraagt;<br />

c. gevel en kroonlijs<strong>te</strong>n en overs<strong>te</strong>kende daken, overbouwingen, galerijen en luifels, voor<br />

zover deze de bouwgrens met niet meer dan 0,50 me<strong>te</strong>r overschrijden;<br />

d. erkers en balkons voor zover deze de bouwgrens met niet meer dan 1,50 me<strong>te</strong>r<br />

overschrijden;<br />

e. ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, voor zover deze de<br />

bouwgrens met niet meer dan 1 me<strong>te</strong>r overschrijden;<br />

f. hijsinrichtingen aan tot bewoning bes<strong>te</strong>mde gebouwen, voor zover deze<br />

hijsinrichtingen in geen enkele stand de voorgevelbouwgrens met meer dan 1 me<strong>te</strong>r<br />

overschrijden.<br />

17.1.2 Afwijking<br />

a. Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde onder 17.2.1 voor het overschrijden van de bouwgrenzen met <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong><br />

1,50 me<strong>te</strong>r, indien het betreft:<br />

1. toegangen van bouwwerken;<br />

2. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen;<br />

3. plin<strong>te</strong>n, pilas<strong>te</strong>rs, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en<br />

schoors<strong>te</strong>nen;<br />

4. gevel- en kroonlijs<strong>te</strong>n en overs<strong>te</strong>kende daken;<br />

5. luifels, reclametoes<strong>te</strong>llen en draagconstructies voor reclame;<br />

6. hijsinrichtingen, laadbruggen, stortgo<strong>te</strong>n, stort- en zuigbuizen;<br />

7. kelderingangen en kelderkoekoeken;<br />

b. Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van<br />

het bepaalde onder 17.2.1 voor het overschrijden van de aangegeven bouwgrenzen<br />

77 toelichting en regels


<strong>te</strong>n behoeve van het bouwen van verbindingen (loopbruggen) tussen gebouwen, mits<br />

die uit oogpunt van s<strong>te</strong>denbouwkunde en verkeersveiligheid aanvaardbaar wordt<br />

geacht.<br />

17.2 Ondergronds bouwen<br />

De planregels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van<br />

gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met<br />

dien verstande, dat deze uitslui<strong>te</strong>nd is toegestaan met inachtneming van de volgende<br />

voorwaarden:<br />

a. ondergrondse bouw is uitslui<strong>te</strong>nd toegestaan onder de oppervlak<strong>te</strong> van bovengronds<br />

gelegen gebouwen, alsmede <strong>te</strong>r verbinding van gebouwen, met dien verstande, dat dit<br />

niet van toepassing is op situaties als bedoeld in 17.1.1 onder e;<br />

b. gebouwd mag worden tussen peil en 3,50 me<strong>te</strong>r onder peil.<br />

17.3 Parkeernormen<br />

Binnen het plangebied moet worden voldaan aan de normen uit de 'Nota Parkeernormen<br />

Gemeen<strong>te</strong> Rijswijk' van 8 februari 2012, zoals opgenomen als bijlage 2 bij deze regels.<br />

Artikel 18 Algemene gebruiksregels<br />

18.1 Gebruik onbebouwde gronden<br />

Onder verboden gebruik van onbebouwde gronden wordt in ieder geval verstaan:<br />

a. het stor<strong>te</strong>n of lozen van puin, vuil of andere vas<strong>te</strong> of vloeibare afvalstoffen;<br />

b. het opslaan van goederen, zoals va<strong>te</strong>n, kis<strong>te</strong>n, bouwma<strong>te</strong>rialen, werktuigen, machines<br />

of onderdelen hiervan;<br />

c. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan;<br />

d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;<br />

e. prostitutie;<br />

f. seksinrichtingen;<br />

g. het opslaan van vuurwerk en/of andere gevaarlijke stoffen als bedoeld in het Besluit<br />

ex<strong>te</strong>rne veiligheid inrichtingen (artikel 1 onder g).<br />

18.2 Uitzonderingen gebruiksverbod<br />

Het bepaalde in lid 18.1 van dit artikel is niet van toepassing op:<br />

a. het (tijdelijk) gebruik <strong>te</strong>n behoeve van de realisering en/of handhaving van de<br />

gebruiksvormen of het normale onderhoud van de gronden;<br />

b. de opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering;<br />

c. het opslaan of stor<strong>te</strong>n van afval- en meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het<br />

normale onderhoud van de gronden en de wa<strong>te</strong>rgangen.<br />

18.3 Gebruik bouwwerken<br />

Onder verboden gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval verstaan:<br />

a. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;<br />

b. prostitutie;<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 78


c. seksinrichtingen;<br />

d. het opslaan van vuurwerk en/of andere gevaarlijke stoffen als bedoeld in het Besluit<br />

ex<strong>te</strong>rne veiligheid inrichtingen (artikel 1 onder g).<br />

18.4 Uitzondering gebruiksverbod<br />

Het bepaalde in lid 18.3 van dit artikel is niet van toepassing op:<br />

a. het (tijdelijk) gebruik <strong>te</strong>n behoeve van de realisering en/of handhaving van de<br />

gebruiksvormen of het normale onderhoud van de bouwwerken;<br />

b. de opslag van goederen in het kader van de in de beheersverordening toegestane<br />

bedrijfsvoering.<br />

Artikel 19 Algemene afwijkingsregels<br />

a. Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het<br />

bepaalde in deze regels <strong>te</strong>n behoeve van:<br />

1. de bouw van niet voor bewoning bes<strong>te</strong>mde gebouwen <strong>te</strong>n diens<strong>te</strong> van het<br />

openbaar nut, waarbij de oppervlak<strong>te</strong> <strong>te</strong>n hoogs<strong>te</strong> 35 m 2 en de goothoog<strong>te</strong> <strong>te</strong>n<br />

hoogs<strong>te</strong> 4 me<strong>te</strong>r mag bedragen; gasdrukregel- en gasdrukmeetstations<br />

uitgezonderd;<br />

2. het in geringe ma<strong>te</strong> afwijken <strong>te</strong>n aanzien van bouwgrenzen,<br />

hoog<strong>te</strong>scheidingslijnen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien bij<br />

definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een<br />

juis<strong>te</strong> verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de<br />

afwijking <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van hetgeen is aangegeven niet meer bedraagt dan 3 me<strong>te</strong>r;<br />

3. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder<br />

goothoog<strong>te</strong>, bouwhoog<strong>te</strong>, grondoppervlak<strong>te</strong>, onderlinge afstand, afstand tot<br />

perceelsgrenzen), eventueel met een overschrijding van de bouwgrens, mits deze<br />

afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven<br />

ma<strong>te</strong>n;<br />

4. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoog<strong>te</strong> van bouwwerken, geen<br />

gebouwen zijnde, met maximaal 20%;<br />

5. de bouw van an<strong>te</strong>nnemas<strong>te</strong>n voor communicatiedoeleinden, waarbij de<br />

bouwhoog<strong>te</strong> niet meer dan 45 me<strong>te</strong>r mag bedragen en waarbij het beleid gericht is<br />

op het combineren van deze voorzieningen, op een koppeling van voorzieningen<br />

met bebouwing en op een dusdanige situering dat geen onevenredige afbreuk<br />

wordt gedaan aan de gewens<strong>te</strong> s<strong>te</strong>denbouwkundige kwali<strong>te</strong>it van het plangebied.<br />

6. de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals een kunstobject,<br />

an<strong>te</strong>nnes en dergelijke tot een bouwhoog<strong>te</strong> van 15 me<strong>te</strong>r;<br />

7. het houden van evenemen<strong>te</strong>n voor de duur van maximaal 15 dagen per<br />

evenement, inclusief op- en afbouw van voorzieningen <strong>te</strong>n behoeve van dat<br />

evenement;<br />

8. het toestaan van geluidwerende voorzieningen, waarvan de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer<br />

mag bedragen dan 6 me<strong>te</strong>r;<br />

9. het toestaan van één vlaggenmast per perceel, waarvan de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer<br />

mag bedragen dan 7 me<strong>te</strong>r;<br />

10. het toestaan van één reclame- en/of informatiezuil of -bord per perceel, waarvan<br />

79 toelichting en regels


de bouwhoog<strong>te</strong> niet meer mag bedragen dan 7 me<strong>te</strong>r;<br />

b. Afwijken is alleen mogelijk indien geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van:<br />

1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;<br />

2. een goede woonsituatie;<br />

3. de verkeersveiligheid;<br />

4. de sociale veiligheid;<br />

5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.<br />

Artikel 20 Overige regels<br />

20.1 Werking wet<strong>te</strong>lijke regelingen<br />

De wet<strong>te</strong>lijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden<br />

op het moment van vasts<strong>te</strong>lling van de verordening.<br />

20.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening<br />

De voorschrif<strong>te</strong>n van de Bouwverordening <strong>te</strong>n aanzien van onderwerpen van<br />

s<strong>te</strong>denbouwkundige aard blijven overeenkomstig het ges<strong>te</strong>lde in artikel 9, lid 2 van de<br />

Woningwet bui<strong>te</strong>n toepassing, behoudens <strong>te</strong>n aanzien van de volgende onderwerpen:<br />

a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;<br />

b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicap<strong>te</strong>n;<br />

c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;<br />

d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;<br />

e. de ruim<strong>te</strong> tussen bouwwerken.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 80


Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels<br />

Artikel 21 Overgangsrecht<br />

21.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />

21.1.1 Algemeen<br />

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening<br />

aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krach<strong>te</strong>ns een<br />

omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking<br />

naar aard en omvang niet wordt vergroot,<br />

a. gedeel<strong>te</strong>lijk worden vernieuwd of veranderd;<br />

b. na het <strong>te</strong>niet gaan <strong>te</strong>n gevolge van een calami<strong>te</strong>it geheel worden vernieuwd of<br />

veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt<br />

gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is <strong>te</strong>niet gegaan.<br />

21.1.2 Afwijken<br />

Burgemees<strong>te</strong>r en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 21.1.1 een<br />

omgevingsvergunning verlenen voor het vergro<strong>te</strong>n van de inhoud van een bouwwerk als<br />

bedoeld in lid 21.1.1 met maximaal 10%.<br />

21.1.3 Uitzondering<br />

Lid 21.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van<br />

inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning in<br />

strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat<br />

plan.<br />

21.2 Overgangsrecht gebruik<br />

21.2.1 Algemeen<br />

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van<br />

de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.<br />

21.2.2 Afwijken<br />

Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in lid 21.2.1, <strong>te</strong><br />

veranderen of <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig<br />

gebruik, <strong>te</strong>nzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.<br />

21.2.3 Verloop<strong>te</strong>rmijn<br />

Indien het gebruik, bedoeld in lid 21.2.1 na de inwerkingtreding van de<br />

beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het<br />

verboden dit gebruik daarna <strong>te</strong> hervat<strong>te</strong>n of <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n hervat<strong>te</strong>n.<br />

81 toelichting en regels


21.2.4 Uitzondering<br />

Lid 21.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen<br />

geldende bes<strong>te</strong>mmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.<br />

<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 82


Artikel 22 Slotregel<br />

22.1 Inwerkingtreding<br />

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.<br />

22.2 Ci<strong>te</strong>erti<strong>te</strong>l<br />

Deze regels worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening<br />

<strong>'Kleurenbuurt</strong>-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> <strong>Landelaan'</strong><br />

83 toelichting en regels


<strong>Beheersverordening</strong><br />

‘Kleurenbuurt-<strong>Huis</strong> <strong>te</strong> Landelaan’ 84


Bijlagen<br />

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

Bijlage 2 Nota parkeernormen<br />

85 toelichting en regels

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!