03.09.2013 Views

Vreemdelingenbeslag, forum arresti en het ... - BarentsKrans

Vreemdelingenbeslag, forum arresti en het ... - BarentsKrans

Vreemdelingenbeslag, forum arresti en het ... - BarentsKrans

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Vreemdeling<strong>en</strong>beslag</strong>, <strong>forum</strong><br />

<strong>arresti</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> lokaliser<strong>en</strong> van<br />

vordering<strong>en</strong><br />

mr. m.a.m.essed<br />

<strong>Vreemdeling<strong>en</strong>beslag</strong>, <strong>het</strong> beslag op goeder<strong>en</strong> die zich in Nederland bevind<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat gelegd wordt t<strong>en</strong><br />

laste van de schuld<strong>en</strong>aar zonder bek<strong>en</strong>de woonplaats in Nederland, kan onder omstandighed<strong>en</strong> de basis<br />

vorm<strong>en</strong> voor de rechtsmacht van de Nederlandse rechter, als <strong>het</strong> <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong>. In deze bijdrage wordt<br />

aandacht besteed aan vreemdeling<strong>en</strong>beslag op e<strong>en</strong> vordering van de schuld<strong>en</strong>aar. e<strong>en</strong> dergelijk beslag is,<br />

net als voor elk ander beslagobject geldt, als hoofdregel slechts mogelijk wanneer deze vordering zich in<br />

Nederland bevindt. In de internationale verhouding<strong>en</strong> die bij e<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag vrijwel steeds zull<strong>en</strong><br />

bestaan, is dit niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d <strong>het</strong> geval. Het komt dus aan op <strong>het</strong> ‘lokaliser<strong>en</strong>’ van e<strong>en</strong> vordering, om<br />

zo haar vatbaarheid voor (vreemdeling<strong>en</strong>)beslag te bepal<strong>en</strong>. In deze bijdrage wordt eerst aandacht besteed<br />

aan de werking van <strong>het</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag <strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s wordt geïllustreerd dat de<br />

verschill<strong>en</strong>de in de literatuur ontwikkelde visies over de locatie van e<strong>en</strong> vordering zich ook verschill<strong>en</strong>d<br />

verhoud<strong>en</strong> tot de rechtsmachtaspect<strong>en</strong> van <strong>het</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag, <strong>en</strong> wordt vanuit dat perspectief de<br />

w<strong>en</strong>selijkheid van die visies besprok<strong>en</strong>. Tot slot wordt de praktische betek<strong>en</strong>is van de locatievraag bezi<strong>en</strong>.<br />

<strong>Vreemdeling<strong>en</strong>beslag</strong><br />

<strong>Vreemdeling<strong>en</strong>beslag</strong> is naar huidig recht1 geregeld in<br />

de artikel<strong>en</strong> 765 – 767 Rv. Art. 765 Rv geeft e<strong>en</strong> omschrijving:<br />

‘Indi<strong>en</strong> de schuld<strong>en</strong>aar ge<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de woonplaats in Nederland<br />

heeft, kan in Nederland overe<strong>en</strong>komstig de voorafgaande afdeling<strong>en</strong><br />

van deze titel beslag word<strong>en</strong> gelegd, zonder dat vrees voor verduistering<br />

behoeft te word<strong>en</strong> aangetoond.’<br />

Hieruit wordt al aanstonds duidelijk dat <strong>het</strong> niet gaat om<br />

e<strong>en</strong> aparte vorm van beslag. Conservatoir beslag wordt, ook<br />

t<strong>en</strong> laste van e<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>aar zonder bek<strong>en</strong>de woonplaats<br />

in Nederland, gelegd volg<strong>en</strong>s de voorschrift<strong>en</strong> die naar<br />

gelang de aard van dat beslag geld<strong>en</strong>. Het gegev<strong>en</strong> dat<br />

<strong>het</strong> beslag t<strong>en</strong> laste van de g<strong>en</strong>oemde schuld<strong>en</strong>aar zonder<br />

1 Voor uitvoerige beschouwing<strong>en</strong> over de regeling naar oud recht, zie<br />

m.n. J.P. Verheul, Aspekt<strong>en</strong> van Nederlands internationaal beslagrecht (diss.<br />

Amsterdam), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1968, nrs. 52-58; L.Th.L.G. Pellis, Forum<br />

<strong>arresti</strong> (diss. Groning<strong>en</strong>), Zwolle: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink 1993, p. 5-17.<br />

bek<strong>en</strong>de woonplaats in Nederland wordt gelegd, maakt <strong>het</strong><br />

gelegde beslag tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag. Dit begrip<br />

‘vreemdeling<strong>en</strong>beslag’ dekt de lading overig<strong>en</strong>s niet, reeds<br />

omdat die lading er niet is: voor <strong>het</strong> kunn<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> van<br />

vreemdeling<strong>en</strong>beslag is niet vereist dat de schuld<strong>en</strong>aar e<strong>en</strong><br />

niet-Nederlandse nationaliteit heeft, <strong>en</strong> daarmee juridisch<br />

‘vreemdeling’ is. Ev<strong>en</strong>min overig<strong>en</strong>s als de woonplaats of<br />

nationaliteit van de beslaglegger zelve e<strong>en</strong> factor van belang<br />

is voor <strong>het</strong> kunn<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> van vreemdeling<strong>en</strong>beslag.2 De<br />

b<strong>en</strong>aming mist dus precisie, maar wordt (niettemin) alom<br />

gehanteerd; zo ook in deze bijdrage.<br />

Anders dan m<strong>en</strong> wellicht bij eerste indruk zou vermoed<strong>en</strong>,<br />

heeft art. 765 Rv slechts beperkte betek<strong>en</strong>is. Dat voor <strong>het</strong><br />

gev<strong>en</strong> van verlof tot <strong>het</strong> legg<strong>en</strong> van conservatoir beslag, ook<br />

wanneer de schuld<strong>en</strong>aar ge<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de woonplaats heeft in<br />

Nederland, e<strong>en</strong> bevoegde rechter kan word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>,<br />

volgt immers al uit art. 700 Rv. En ook voor de regel dat<br />

beslag t<strong>en</strong> laste van e<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>aar zonder (bek<strong>en</strong>de)<br />

2 Zie ook A.W. Jongbloed, Executierecht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2011, p. 124.<br />

18 SDU UitgeverS / nUmmer 4, mei 2012 Beslag <strong>en</strong> executie in de rechtspraktijk


woonplaats in Nederland kan word<strong>en</strong> gelegd, is art. 765 Rv<br />

strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> niet nodig. 3 Dat wordt ondersteund door<br />

<strong>het</strong> gegev<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> met art. 765 vergelijkbare bepaling<br />

voor de executoriale beslagvariant<strong>en</strong> ontbreekt, terwijl<br />

ook daarvoor zonder meer geldt dat executoriaal beslag<br />

t<strong>en</strong> laste van de schuld<strong>en</strong>aar zonder bek<strong>en</strong>de woonplaats<br />

in Nederland kan word<strong>en</strong> gelegd. Wat dit aspect betreft<br />

geeft art. 765 Rv, in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> conservatoire beslag,<br />

dan ook slechts e<strong>en</strong> ‘bevestiging’. 4 De betek<strong>en</strong>is van de<br />

bepaling ligt er <strong>en</strong>kel in dat deze voorschrijft dat, in geval<br />

van conservatoir vreemdeling<strong>en</strong>beslag, ge<strong>en</strong> vrees voor<br />

verduistering hoeft te word<strong>en</strong> aangetoond. De verklaring<br />

hiervoor wordt wel gezocht in de omstandigheid dat vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

van oudsher bij uitstek mobiele zak<strong>en</strong>, zoals<br />

schep<strong>en</strong> <strong>en</strong> vliegtuig<strong>en</strong>, betrof, waarbij – gekoppeld aan e<strong>en</strong><br />

beslagdebiteur zonder bek<strong>en</strong>de woonplaats in Nederland –<br />

vrees voor verduistering k<strong>en</strong>nelijk verondersteld werd. 5 Er<br />

is in dit verband wel op gewez<strong>en</strong> dat de non-discriminatiebepaling<strong>en</strong><br />

uit <strong>het</strong> EU-recht met zich mee zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat bij e<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag t<strong>en</strong> laste van e<strong>en</strong><br />

schuld<strong>en</strong>aar uit e<strong>en</strong> EU-land, wél vrees voor verduistering<br />

moet word<strong>en</strong> gesteld, in gevall<strong>en</strong> waar die vrees ook t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de woonplaats in<br />

Nederland zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld. 6<br />

Het vreemdeling<strong>en</strong>beslag kan word<strong>en</strong> gelegd op alle (voor<br />

beslag vatbare) goeder<strong>en</strong> van de beslagschuld<strong>en</strong>aar, die<br />

zich in Nederland bevind<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zoekt tevergeefs naar dit<br />

vereiste in de regeling van <strong>het</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag. 7 Het<br />

berust namelijk op e<strong>en</strong> beginsel, <strong>en</strong> wel <strong>het</strong> territorialiteitsbeginsel,<br />

dat voor alle beslagvariant<strong>en</strong> met zich br<strong>en</strong>gt dat<br />

in Nederland in beginsel 8 slechts beslag gelegd kan word<strong>en</strong><br />

3 Vgl. J.P. Verheul, Aspekt<strong>en</strong> van Nederlands internationaal beslagrecht, (diss.<br />

Amsterdam), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1968, die er (nr. 10), onder verwijzing<br />

naar de determinant lex loci op wijst dat ‘Voor Nederland geldt, dat in<br />

principe beslag gelegd kan word<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste van iedere<strong>en</strong>, ongeacht zijn<br />

nationaliteit (behoud<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> beroep op immuniteit) of woonplaats.’ Zie<br />

ook L.P. Broekveldt, Derd<strong>en</strong>beslag (diss. Leid<strong>en</strong>), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003,<br />

nr. 541.<br />

4 Zie ook MvT p. 127: Kamerstukk<strong>en</strong> II 16 593, nr. 3. Art. 765 Rv maakt dit<br />

dan wellicht wel ‘duidelijk’, zoals Pellis schrijft, maar echt ‘nieuws’ levert<br />

dit niet op; L.Th.L.G. Pellis, Forum <strong>arresti</strong> (diss. Groning<strong>en</strong>), Zwolle: W.E.J.<br />

Tje<strong>en</strong>k Willink 1993, p. 17.<br />

5 Zie ook L.Th.L.G. Pellis, Forum <strong>arresti</strong> (diss. Groning<strong>en</strong>), Zwolle: W.E.J.<br />

Tje<strong>en</strong>k Willink 1993, p. 19.<br />

6 Zie ook M.E. Kopp<strong>en</strong>ol-Laforce, ‘Art. 765 Rv (vreemdeling<strong>en</strong>beslag) <strong>en</strong> de<br />

Europese Geme<strong>en</strong>schap’, TCR 1994, 3, p. 58-61; H.G. Punt, Memo Beslagrecht,<br />

Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2011, p. 266; Jongbloed, aant. d op artt. 765-767,<br />

in: Tekst & Comm<strong>en</strong>taar Burgerlijke rechtsvordering, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer,<br />

2010.<br />

7 Wel zou <strong>het</strong> afgeleid kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uit de verbinding tuss<strong>en</strong> art. 700<br />

lid 1 <strong>en</strong> 765 Rv, zoals uit A.W. Jongbloed, Executierecht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer<br />

2011, p. 124, valt op te mak<strong>en</strong>.<br />

8 Voor de goede orde zij vermeld dat uit <strong>het</strong> oude Lindeteves-arrest (HR<br />

26 november 1954, NJ 1955, 698, m.nt. D.J. Veeg<strong>en</strong>s) wel wordt afgeleid<br />

dat <strong>het</strong> onder strikt omschrev<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> ‘niet onbestaanbaar is’<br />

dat, onder e<strong>en</strong> in Nederland gevestigde derde, ook op buit<strong>en</strong> Nederland<br />

geleg<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>sbestanddel<strong>en</strong> beslag kan word<strong>en</strong> gelegd. Op de<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> die deze rechtspraak voor de daar omschrev<strong>en</strong> uitzonderingssituaties<br />

biedt, wordt in deze bijdrage niet nader ingegaan. Deze<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> zijn in de analyse van Broekveldt trouw<strong>en</strong>s praktisch ook<br />

<strong>Vreemdeling<strong>en</strong>beslag</strong>, <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> lokaliser<strong>en</strong> Van Vordering<strong>en</strong><br />

op zich in Nederland bevind<strong>en</strong>de vermog<strong>en</strong>sbestanddel<strong>en</strong>.<br />

9 Het is dit zelfde beginsel dat met zich br<strong>en</strong>gt dat ge<strong>en</strong><br />

beslag kan word<strong>en</strong> gelegd onder derd<strong>en</strong> die uitsluit<strong>en</strong>d<br />

buit<strong>en</strong> Nederland hun woonplaats hebb<strong>en</strong>. 10<br />

Uit <strong>het</strong> vor<strong>en</strong>staande volgt dat m<strong>en</strong> in <strong>het</strong> geval van vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

drie ‘lokalisering<strong>en</strong>’ kan verricht<strong>en</strong>:<br />

(1) naar de locatie van de bek<strong>en</strong>de woonplaats van deg<strong>en</strong>e<br />

t<strong>en</strong> laste van wie beslag wordt gelegd (de beslagschuld<strong>en</strong>aar).<br />

Wil van vreemdeling<strong>en</strong>beslag sprake kunn<strong>en</strong><br />

zijn, dan bevindt zich in ieder geval ge<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de<br />

woonplaats in Nederland;<br />

(2) naar de locatie van deg<strong>en</strong>e onder wie beslag wordt gelegd<br />

(de derde-beslag<strong>en</strong>e, in geval van derd<strong>en</strong>beslag, of<br />

de beslaglegger, in geval van eig<strong>en</strong>beslag). Deze mag<br />

gezi<strong>en</strong> <strong>het</strong> territorialiteitsbeginsel in ieder geval niet uitsluit<strong>en</strong>d<br />

zijn woon-of verblijfplaats buit<strong>en</strong> Nederland<br />

hebb<strong>en</strong>;<br />

(3) naar de locatie van de goeder<strong>en</strong> waarop beslag wordt<br />

gelegd (de beslagobject<strong>en</strong>). Deze goeder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich<br />

in Nederland bevind<strong>en</strong>.<br />

In beginsel kunn<strong>en</strong> alle ‘goeder<strong>en</strong>’ van de schuld<strong>en</strong>aar als<br />

beslagobject di<strong>en</strong><strong>en</strong>, <strong>en</strong> hoewel dat e<strong>en</strong>s nog opzi<strong>en</strong>bar<strong>en</strong>d<br />

was 11 , is thans volkom<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat ook<br />

vordering<strong>en</strong> beslag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In geval van e<strong>en</strong><br />

derd<strong>en</strong>- of eig<strong>en</strong>beslag 12 dringt zich dan de vraag op<br />

‘waar de vordering zich bevindt’, e<strong>en</strong> vraag die nog niet<br />

zo e<strong>en</strong>voudig te beantwoord<strong>en</strong> is, waarover verderop nog<br />

nader. Eerst nog iets over de rechtsmachtaspect<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

vreemdeling<strong>en</strong>beslag.<br />

Forum <strong>arresti</strong><br />

Art. 767 Rv luidt:<br />

‘Bij gebreke van e<strong>en</strong> andere weg om e<strong>en</strong> executoriale titel in Nederland<br />

te verkrijg<strong>en</strong> kan de eis in de hoofdzaak, de vordering ter zake<br />

van de beslagkost<strong>en</strong> daaronder begrep<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> ingesteld voor de<br />

rechtbank waarvan de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter <strong>het</strong> verlof tot <strong>het</strong> geleg-<br />

erg gering. Zie daarover bijv. L.P. Broekveldt, Derd<strong>en</strong>beslag (diss. Leid<strong>en</strong>),<br />

Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003, nr. 542 (p. 925: ‘Schuldeisers zull<strong>en</strong> <strong>het</strong> dus niet<br />

werkelijk moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> van de ev<strong>en</strong>tuele ‘extraterritorialiteit’ van e<strong>en</strong><br />

in Nederland gelegd derd<strong>en</strong>beslag’). In vergelijkbare zin ook P.M. Vos,<br />

‘De herschikking van Brussel I, kans<strong>en</strong> voor extraterritoriaal consevatoir<br />

(derd<strong>en</strong>)beslag?’, «BER» 2011/33, p. 19. Zie ook «JBPr» 2008/51, noot<br />

Broekveldt nr. 1; Rb. ’s-Grav<strong>en</strong>hage 21 februari 2007, «JBPr» 2008/12, noot<br />

M. Freud<strong>en</strong>thal, nr. 3.<br />

9 Zie ook Snijders, Klaass<strong>en</strong> & Meijer, 2011, Nederlands Burgerlijk Procesrecht,<br />

Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2011, nr. 407; J.P. Verheul, Aspekt<strong>en</strong> van Nederlands<br />

internationaal beslagrecht (diss. Amsterdam), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer<br />

1968, nr. 13.<br />

10 Zie ook H.G. Punt, Memo Beslagrecht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2012, p. 77; L.P.<br />

Broekveldt, Derd<strong>en</strong>beslag (diss. Leid<strong>en</strong>), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003, nr. 541.<br />

11 Vgl. J.P. Verheul <strong>en</strong> M.C.W. Feteris, Rechtsmacht in <strong>het</strong> Nederlandse internationaal<br />

privaatrecht, Deel 2, 1986, p. 104: ‘(…) dat vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

(…) ook op e<strong>en</strong> verschuldigde geldsom kan word<strong>en</strong> gelegd, dus op<br />

vordering<strong>en</strong>!’.<br />

12 Art. 766 bevestigt dat ook <strong>het</strong> legg<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>beslag als vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

mogelijk is.<br />

Beslag <strong>en</strong> executie in de rechtspraktijk nUmmer 4, mei 2012 / SDU UitgeverS 19


de of <strong>het</strong> teg<strong>en</strong> zekerheidstelling voorkom<strong>en</strong> of opgehev<strong>en</strong> beslag<br />

heeft verle<strong>en</strong>d. In geval van verlof tot beslag onder e<strong>en</strong> derde geldt<br />

dit alle<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> <strong>het</strong> goed waarop beslag zal word<strong>en</strong> gelegd in <strong>het</strong><br />

verzoekschrift uitdrukkelijk is omschrev<strong>en</strong>.’<br />

Wil conservatoir beslag zin hebb<strong>en</strong>, dan moet de beslaglegger<br />

ook de mogelijkheid hebb<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de beslagschuld<strong>en</strong>aar<br />

e<strong>en</strong> in Nederland te executer<strong>en</strong> titel te verkrijg<strong>en</strong>.<br />

Het gegev<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> beslag t<strong>en</strong> laste van de<br />

g<strong>en</strong>oemde schuld<strong>en</strong>aar zonder bek<strong>en</strong>de woonplaats<br />

in Nederland wordt gelegd, maakt <strong>het</strong><br />

gelegde beslag tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

Ontbrek<strong>en</strong> daartoe mogelijkhed<strong>en</strong> uit andere hoofde,<br />

dan kan de Nederlandse rechter di<strong>en</strong>s rechtsmacht in de<br />

hoofdzaak aan <strong>het</strong> (<strong>en</strong>kele gegev<strong>en</strong> van <strong>het</strong>) vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Forum <strong>arresti</strong> is dan de aanduiding voor<br />

de (in dit geval: Nederlandse) rechter die zijn internationale<br />

bevoegdheid ontle<strong>en</strong>t aan <strong>het</strong> gelegde vreemdeling<strong>en</strong>beslag.<br />

Het vor<strong>en</strong>staande houdt kort gezegd in dat de Nederlandse<br />

rechter pas rechtsmacht aan art. 767 Rv kan ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>, in <strong>het</strong><br />

geval dat deze niet anderszins bevoegd is – bijvoorbeeld op<br />

basis van verdrag<strong>en</strong> (bijv. <strong>het</strong> Beslagverdrag), Verord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

(bijv. EEX), de wet of e<strong>en</strong> <strong>forum</strong>beding 13 . Aan art. 767 Rv<br />

komt de Nederlandse rechter ev<strong>en</strong>min toe wanneer e<strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong>landse titel in Nederland kan word<strong>en</strong> t<strong>en</strong>uitvoergelegd.<br />

De wetstoepasser lette erop dat dit betek<strong>en</strong>t dat<br />

weliswaar t<strong>en</strong> laste van e<strong>en</strong> in de overzeese del<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

Koninkrijk won<strong>en</strong>de schuld<strong>en</strong>aar vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

kan word<strong>en</strong> gelegd, maar dat de Nederlandse rechter in de<br />

hoofdzaak in ieder geval niet aan art. 767 Rv rechtsmacht<br />

kan ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>, omdat e<strong>en</strong> in die overzeese del<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong><br />

vonnis op basis van art. 40 Statuut, in Nederland kan<br />

word<strong>en</strong> geëxecuteerd. 14 Uit <strong>het</strong> vor<strong>en</strong>staande is al af te<br />

leid<strong>en</strong> dat de Nederlandse rechter in veel gevall<strong>en</strong> niet aan<br />

art. 767 Rv toe kan kom<strong>en</strong>. De rechtsmachtbepaling vervult<br />

vooral e<strong>en</strong> rol in gevall<strong>en</strong> waar sprake is van e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong><br />

de EU gevestigde schuld<strong>en</strong>aar, met woonplaats in e<strong>en</strong> land<br />

waarmee Nederland ge<strong>en</strong> op erk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> t<strong>en</strong>uitvoerlegging<br />

gericht (bi- of multilateraal) verdrag is aangegaan.<br />

De verhouding tuss<strong>en</strong> de bevoegdheid van de rechter <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

voortdur<strong>en</strong> van <strong>het</strong> beslag is g<strong>en</strong>uanceerd. Uitgangspunt is<br />

allereerst dat t<strong>en</strong> tijde van <strong>het</strong> instell<strong>en</strong> van de eis in de<br />

hoofdzaak sprake moet zijn van e<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag.<br />

13 Zie over <strong>forum</strong>keuze, <strong>en</strong> de invloed van art. 431 lid 2 Rv in dat verband,<br />

ook L. Strikwerda, De overe<strong>en</strong>komst in <strong>het</strong> IPR, Apeldoorn: Maklu 2010, nr.<br />

126. Zie over <strong>forum</strong>keuze <strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag verder ook (uitvoerig)<br />

J.F. de Heer, ‘Forum <strong>arresti</strong>-perikel<strong>en</strong>’, NIPR 2001/325, p. 389-397 (m.n. par.<br />

3 e.v.).<br />

14 Vgl. ook M.E. Kopp<strong>en</strong>ol-Laforce, ‘Art. 765 Rv (vreemdeling<strong>en</strong>beslag) <strong>en</strong> de<br />

Europese Geme<strong>en</strong>schap’, TCR 1994-3, p. 59.<br />

Uit <strong>het</strong> perpetuatio fori beginsel volgt immers dat e<strong>en</strong> voor<br />

de rechtsmacht bepal<strong>en</strong>de omstandigheid t<strong>en</strong> tijde van <strong>het</strong><br />

aanhangig mak<strong>en</strong> van de hoofdzaak aanwezig moet zijn. 15<br />

Is daar e<strong>en</strong>maal sprake van, maar wordt <strong>het</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

opgehev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> van de drie eerstg<strong>en</strong>oemde<br />

grond<strong>en</strong> van art. 705 lid 2 Rv (verzuim van op straffe<br />

van nietigheid voorgeschrev<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>, ondeugdelijkheid<br />

ingeroep<strong>en</strong> recht, beslag onnodig), dan vervalt daarmee<br />

ook de rechtsmacht van de Nederlandse rechter voor de<br />

hoofdzaak; <strong>het</strong> beslag blijkt dan immers t<strong>en</strong> onrechte te<br />

zijn gelegd. Wordt <strong>het</strong> beslag echter op niet-inhoudelijke<br />

grond<strong>en</strong> (al dan niet in der minne) opgehev<strong>en</strong> omdat bijv.<br />

zekerheid wordt gesteld, dan laat dat de rechtsmacht van<br />

de Nederlandse rechter onverlet. 16<br />

Nadere beschouwing: waar bevindt zich de<br />

vordering?<br />

Hiervóór kwam al aan de orde dat e<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

gelegd kan word<strong>en</strong> op alle goeder<strong>en</strong> van de schuld<strong>en</strong>aar<br />

zonder bek<strong>en</strong>de woonplaats in Nederland, <strong>en</strong> dus ook op<br />

vordering<strong>en</strong> 17 waarvan de beslagschuld<strong>en</strong>aar rechthebb<strong>en</strong>de<br />

is. Aangezi<strong>en</strong> beslag op vordering<strong>en</strong> geschiedt onder de<br />

debiteur van de vordering 18 , kan <strong>het</strong> dan zowel gaan om<br />

derd<strong>en</strong>beslag, in <strong>het</strong> geval dat beslag wordt gelegd op<br />

e<strong>en</strong> vordering van de beslagschuld<strong>en</strong>aar op e<strong>en</strong> derde, of<br />

om eig<strong>en</strong>beslag, in geval dat de schuld<strong>en</strong>aar (tev<strong>en</strong>s) e<strong>en</strong><br />

vordering heeft op de beslaglegger. Zoals al bleek, beperkt<br />

<strong>het</strong> territorialiteitsbeginsel de mogelijkheid tot <strong>het</strong> legg<strong>en</strong><br />

van (vreemdeling<strong>en</strong>)beslag in beginsel tot gevall<strong>en</strong> waarin<br />

de derde of de beslaglegger onder wie derd<strong>en</strong>beslag resp.<br />

eig<strong>en</strong>beslag wordt gelegd, e<strong>en</strong> woon- of verblijfplaats in<br />

Nederland heeft.<br />

Dan resteert nog de derde vraag uit de hiervóór opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

opsomming: waar is <strong>het</strong> beslagobject, de vordering, te<br />

lokaliser<strong>en</strong>? Wil vreemdeling<strong>en</strong>beslag gelegd word<strong>en</strong>, dan<br />

moet de vordering zich in Nederland bevind<strong>en</strong>. In <strong>het</strong> geval<br />

dat – ev<strong>en</strong>als de derde of de beslaglegger zelf – de beslagschuld<strong>en</strong>aar<br />

in Nederland woonplaats heeft, is e<strong>en</strong>voudig<br />

vast te stell<strong>en</strong> dat de vordering zich wel in Nederland moet<br />

bevind<strong>en</strong> – want waar anders? Bevindt de schuld<strong>en</strong>aar zich<br />

buit<strong>en</strong> Nederland, of woont deze in e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>land maar<br />

bevindt hij of zij zich slechts tijdelijk in Nederland, dan is<br />

deze vraag wellicht lastiger te beantwoord<strong>en</strong>. De relevantie<br />

15 Zie ook HR 28 mei 1999, NJ 2001, 212 m.nt. Th.M. de Boer; HR 19 maart<br />

2004, NJ 2004, 295 m.nt. PV. Zie ook J. Kosters <strong>en</strong> C.W. Dubbink, Algeme<strong>en</strong><br />

deel van <strong>het</strong> Nederlandse internationaal privaatrecht, 1962, p. 728.<br />

16 Zie ook MvT p. 128: Kamerstukk<strong>en</strong> II 16 593, nr. 3; L.Th.L.G. Pellis, Forum<br />

<strong>arresti</strong> (diss. Groning<strong>en</strong>), Zwolle: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink 1993, p. 23-24. Zie<br />

ook noot P.A. Stein in NJ 1983, 778.<br />

17 Binn<strong>en</strong> <strong>het</strong> bestek van dit artikel wordt uitgegaan van e<strong>en</strong> geldvordering.<br />

Het begrip (voor beslag vatbare) vordering<strong>en</strong> is uiteraard ruimer.<br />

Zie ook H.G. Punt, Memo Beslagrecht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2011, p. 22; W.H.<br />

Heemskerk, Kort begrip van <strong>het</strong> executie- <strong>en</strong> beslagrecht, Dordrecht: Convoy<br />

Uitgevers 2001, nr. 23.<br />

18 Zie ook Snijders, Klaass<strong>en</strong> & Meijer, Nederlands Burgerlijk Procesrecht,<br />

Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2011, nr. 406; W.H. Heemskerk, Kort begrip van <strong>het</strong><br />

executie- <strong>en</strong> beslagrecht, Dordrecht: Convoy Uitgevers 2001, nr. 23.<br />

20 SDU UitgeverS / nUmmer 4, mei 2012 Beslag <strong>en</strong> executie in de rechtspraktijk


daarvan dringt zich allicht op, omdat de locatie van e<strong>en</strong><br />

vordering van directe invloed is op de vraag of vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

– <strong>en</strong> daarmee e<strong>en</strong> bevoegde Nederlandse rechter<br />

– tot de mogelijkhed<strong>en</strong> behoort.<br />

Logischerwijs kunn<strong>en</strong> er wanneer m<strong>en</strong> aanknoopt bij<br />

de betrokk<strong>en</strong> person<strong>en</strong> of <strong>het</strong> beslagobject zelf, drie<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> voor lokalisering van de vordering word<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong>: 19<br />

(1) de vordering bevindt zich bij de debiteur van die vordering<br />

(dit is de derde of de beslaglegger, in geval van<br />

derd<strong>en</strong>- resp. eig<strong>en</strong>beslag);<br />

(2) de vordering bevindt zich daar waar deze betaalbaar<br />

is;<br />

(3) de vordering bevindt zich bij de crediteur van die vordering<br />

(dit is de beslagschuld<strong>en</strong>aar).<br />

In de literatuur rijst de vraag naar de locatie van vordering<strong>en</strong><br />

van tijd tot tijd, <strong>en</strong> met wissel<strong>en</strong>de beantwoording tot<br />

gevolg.<br />

Heemskerk wijst er in e<strong>en</strong> annotatie op dat de plaats van<br />

de vordering ‘in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> … moeilijk te bepal<strong>en</strong> [is]<br />

bij beslag op e<strong>en</strong> verschuldigde geldsom’. Dat gezegd<br />

hebb<strong>en</strong>d, lijkt hij toch – impliciet maar beslist – aan te<br />

knop<strong>en</strong> bij de plaats van uitvoering van de overe<strong>en</strong>komst. 20<br />

In vergelijkbare zin kiest ook Broekveldt duidelijk voor de<br />

plaats waar de vordering betaalbaar is. Over de locatie van<br />

vordering<strong>en</strong> schrijft hij: ‘Voor geldvordering<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit<br />

dat zij hier te lande betaalbaar moet<strong>en</strong> zijn.’ 21 Hij verwijst<br />

daarbij naar <strong>het</strong> verderop nog te besprek<strong>en</strong> proefschrift van<br />

Verheul. Ook Freud<strong>en</strong>thal verwijst naar Verheul in haar<br />

noot in «JBPr» 2008/12, maar schijnt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s te ‘kiez<strong>en</strong>’<br />

voor de plaats van betaling. Daarover vermeldt zij dat die<br />

betalingsplaats zich dan weer ‘afhankelijk van de oorzaak<br />

van de vordering [bevindt] ter woonplaats-/vestigingsplaats<br />

van de debiteur, of de crediteur of ter plaatse waar de<br />

vordering betaalbaar is.’<br />

De analyse die J.P. Verheul in zijn proefschrift uit 1968<br />

maakte ontpopt zich zo welhaast tot ‘oerbron’. E<strong>en</strong> tamelijk<br />

lang citaat:<br />

‘Kracht<strong>en</strong>s <strong>het</strong> territorialiteitsbeginsel kan slechts beslag gelegd<br />

word<strong>en</strong> op zak<strong>en</strong> die zich op <strong>het</strong> territoir van de staat bevind<strong>en</strong>,<br />

welks wet wordt toegepast. Vordering<strong>en</strong> zijn onlichamelijke zak<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> fysieke plaats. Om te wet<strong>en</strong> of zij zich op <strong>het</strong> territoir<br />

van de staat bevind<strong>en</strong> moet m<strong>en</strong> ze eerst ‘lokaliser<strong>en</strong>’. M<strong>en</strong> kan<br />

zegg<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> vordering ‘zich bevindt’ t<strong>en</strong> huize van de debiteur,<br />

of t<strong>en</strong> huize van de crediteur, of ter plaatse waar hij betaalbaar is.<br />

19 Vgl. ook «JBPr» 2008/12, noot M. Freud<strong>en</strong>thal, nr. 2; H.G. Punt, Memo<br />

Beslagrecht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2011, p. 75; N.W.M. van d<strong>en</strong> Heuvel & B.<br />

Boersma, ‘Derd<strong>en</strong>beslag in internationaal perspectief’, WPNR 2009(6785),<br />

par. 3.<br />

20 NJ 1988, 1048 m.nt. W.H. Heemskerk.<br />

21 L.P. Broekveldt, Derd<strong>en</strong>beslag (diss. Leid<strong>en</strong>), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003, nr.<br />

540.<br />

<strong>Vreemdeling<strong>en</strong>beslag</strong>, <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> lokaliser<strong>en</strong> Van Vordering<strong>en</strong><br />

Deze keuze is echter niet zozeer e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke konstatering als<br />

wel e<strong>en</strong> konstructie ter bereiking van e<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st praktisch resultaat.<br />

De keuze kan dan ook verschill<strong>en</strong>d uitvall<strong>en</strong> naar gelang van <strong>het</strong> doel<br />

van de konstruktie. Zo kan t<strong>en</strong> behoeve van de belastingheffing e<strong>en</strong><br />

vordering word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> stuk vermog<strong>en</strong> dat de crediteur<br />

gezelschap houdt. Voor derd<strong>en</strong>beslag daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t de<br />

voorkeur, e<strong>en</strong> vordering te situer<strong>en</strong> t<strong>en</strong> huize van de debiteur (derdebeslag<strong>en</strong>e).’<br />

[cursivering toegevoegd] 22<br />

Verheul lijkt er aldus e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd standpunt op na<br />

te houd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarbij te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat sprake is van<br />

e<strong>en</strong> niet zozeer wet<strong>en</strong>schappelijke, maar eerder praktisch<br />

gemotiveerde keuze. Verheul lijkt ev<strong>en</strong>wel, anders dan de<br />

hiervóór g<strong>en</strong>oemde schrijvers, in beginsel te kiez<strong>en</strong> voor<br />

de plaats waar de debiteur zich bevindt. Op basis van<br />

praktische argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> ook de auteurs Van d<strong>en</strong><br />

Heuvel <strong>en</strong> Boersma in e<strong>en</strong> tamelijk rec<strong>en</strong>t artikel stelling<br />

te nem<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vóór lokalisering bij de woonplaats<br />

van de debiteur van de vordering [dus de derde-beslag<strong>en</strong>e,<br />

of, zo voeg ik daar aan toe, de beslaglegger in geval van<br />

eig<strong>en</strong>beslag]. 23<br />

Als <strong>het</strong> vor<strong>en</strong>staande wordt overzi<strong>en</strong> valt op dat – afgezi<strong>en</strong><br />

voor belastingvordering<strong>en</strong> (Verheul) – ge<strong>en</strong> steun wordt<br />

aangetroff<strong>en</strong> voor de lokalisering van de vordering ter<br />

plaatse van de crediteur van die vordering. En dit, terwijl<br />

die plaatsbepaling door verschill<strong>en</strong>de schrijvers wel als<br />

bestaande mogelijkheid wordt onderk<strong>en</strong>d, maar als<br />

Wordt <strong>het</strong> beslag echter op niet-inhoudelijke<br />

grond<strong>en</strong> (al dan niet in der minne) opgehev<strong>en</strong>,<br />

dan laat dat de rechtsmacht van de Nederlandse<br />

rechter onverlet<br />

k<strong>en</strong>nelijk onpraktisch wordt afgedaan. De meeste steun<br />

bestaat voor lokalisering op de plaats waar betaald moet<br />

word<strong>en</strong>, dan wel ter plaatse van de debiteur van de vordering.<br />

Daarbij dringt zich de indruk op dat <strong>het</strong> lokaliser<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> vordering met <strong>het</strong> oog op beslaglegging, welhaast e<strong>en</strong><br />

kwestie van gekoz<strong>en</strong> perspectief, of gevoelde voorkeur is.<br />

Verheul schreef al dat de keuze verschill<strong>en</strong>d kan uitvall<strong>en</strong>,<br />

al naar gelang <strong>het</strong> doel dat m<strong>en</strong> daarmee wil bereik<strong>en</strong>.<br />

De omstandigheid dat vreemdeling<strong>en</strong>beslag gevolg<strong>en</strong> kan<br />

hebb<strong>en</strong> voor de rechtsmacht van de Nederlandse rechter,<br />

moet mijns inzi<strong>en</strong>s ook van invloed zijn op de w<strong>en</strong>selijkheid<br />

van e<strong>en</strong> keuze voor één van de verschill<strong>en</strong>de ‘lokaliseringsvariant<strong>en</strong>’.<br />

Wanneer namelijk gekoz<strong>en</strong> wordt voor lokalisering van de<br />

vordering ter plaatse van de debiteur van die vordering,<br />

22 J.P. Verheul, Aspekt<strong>en</strong> van Nederlands internationaal beslagrecht (diss.<br />

Amsterdam), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer, 1968, nr. 13.<br />

23 N.W.M. van d<strong>en</strong> Heuvel & B. Boersma, ‘Derd<strong>en</strong>beslag in internationaal<br />

perspectief’, WPNR 2009(6785), par. 3.<br />

Beslag <strong>en</strong> executie in de rechtspraktijk nUmmer 4, mei 2012 / SDU UitgeverS 21


dan valt de lokalisering van de derde of van de beslaglegger<br />

(in geval van derd<strong>en</strong>beslag resp. eig<strong>en</strong>beslag) per definitie<br />

sam<strong>en</strong> met lokalisering van de vordering. Immers, is er<br />

sprake van e<strong>en</strong> persoon onder wie <strong>het</strong> beslag kan word<strong>en</strong><br />

gelegd – omdát deze niet geheel buit<strong>en</strong> Nederland woont<br />

of verblijft – dan is in deze opvatting automatisch sprake<br />

van e<strong>en</strong> ook bij deze persoon aanwezig beslagobject. In<br />

<strong>het</strong> geval van derd<strong>en</strong>beslag dringt zich dan op dat de beslagschuld<strong>en</strong>aar<br />

zonder bek<strong>en</strong>de woonplaats in Nederland<br />

aldus, praktisch zonder dat hij daar <strong>en</strong>ige invloed op kan<br />

uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar als (<strong>en</strong>kel) gevolg van de omstandigheid<br />

dat zijn debiteur op e<strong>en</strong> zeker mom<strong>en</strong>t in Nederland<br />

woonplaats heeft, aan de rechtsmacht van de Nederlandse<br />

rechter onderworp<strong>en</strong> kan rak<strong>en</strong>.<br />

Is er sprake van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>beslag, dan dringt dit bezwaar<br />

zich in nog sterkere mate op, omdat <strong>het</strong> dan slechts van<br />

de locatie van de beslaglegger zelf afhangt, in hoeverre de<br />

beslagschuld<strong>en</strong>aar zich uiteindelijk in e<strong>en</strong> hoofdzaak voor<br />

de bevoegde Nederlandse rechter zal moet<strong>en</strong> verwer<strong>en</strong>.<br />

Kiest die beslaglegger voor e<strong>en</strong> verblijf of woonplaats in<br />

Nederland, dan kan daar al sprake van zijn.<br />

M<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> of dit feitelijk niet dicht in de buurt<br />

komt van e<strong>en</strong> <strong>forum</strong> actoris constructie – inmiddels breed als<br />

onw<strong>en</strong>selijk beschouwd <strong>en</strong> als zodanig uit ons procesrecht<br />

geweerd – omdat de woonplaats van de beslaglegger (<strong>en</strong><br />

daarmee: eiser in de hoofdzaak) medebepal<strong>en</strong>d wordt<br />

voor de vraag of e<strong>en</strong> bevoegde Nederlandse rechter kan<br />

word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Ook als m<strong>en</strong> niet zó ver w<strong>en</strong>st te gaan,<br />

dan blijft in meer algem<strong>en</strong>e zin geld<strong>en</strong> dat, zoals Pellis al<br />

in 1993 opmerkte, <strong>het</strong> Nederlandse <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong> naar<br />

internationale maatstav<strong>en</strong> in ieder geval tot de ‘exorbitante<br />

fora’ wordt gerek<strong>en</strong>d. 24 De keuze voor e<strong>en</strong> lokalisering van<br />

e<strong>en</strong> beslagvordering ter plaatse van de debiteur speelt die<br />

kwalificatie mijns inzi<strong>en</strong>s in de hand, omdat uit de gegev<strong>en</strong><br />

voorbeeld<strong>en</strong> blijkt dat e<strong>en</strong> in <strong>het</strong> buit<strong>en</strong>land won<strong>en</strong>de<br />

schuld<strong>en</strong>aar aan de rechtsmacht van e<strong>en</strong> (Nederlandse)<br />

rechter kan word<strong>en</strong> onderworp<strong>en</strong> – <strong>en</strong> als uitvloeisel<br />

daarvan verhaal op zijn vermog<strong>en</strong> plaats kan vind<strong>en</strong> –<br />

zonder daar zelf <strong>en</strong>ige invloed op te kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Dit lijkt, zo zou ik m<strong>en</strong><strong>en</strong>, op gespann<strong>en</strong> voet te staan met<br />

de t<strong>en</strong> gunste van de gedaagde werk<strong>en</strong>de beschermingsgedachte<br />

in <strong>het</strong> internationaal bevoegdheidsrecht, <strong>en</strong> de<br />

daarin lev<strong>en</strong>de ‘natuurlijke’ t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s om bij e<strong>en</strong> afweging te<br />

kiez<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> <strong>forum</strong> van de gedaagde (in plaats van dat<br />

van de gegev<strong>en</strong> eiser). 25<br />

Het risico voor de beslagschuld<strong>en</strong>aar om, buit<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong><br />

invloed, met e<strong>en</strong> Nederlands <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong> geconfronteerd te<br />

word<strong>en</strong>, zal zich <strong>het</strong> minst snel voordo<strong>en</strong> bij de opvatting dat<br />

e<strong>en</strong> vordering zich bevindt bij zijn crediteur. Aansprek<strong>en</strong>d<br />

aan deze opvatting zal mogelijk bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn dat e<strong>en</strong><br />

24 L.Th.L.G. Pellis, Forum <strong>arresti</strong> (diss. Groning<strong>en</strong>), Zwolle: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink<br />

1993, p. 2.<br />

25 Vgl. ook L. Strikwerda, Inleiding tot <strong>het</strong> Nederlandse internationaal privaatrecht,<br />

Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2012, nr. 212.<br />

vordering ook ‘gevoelsmatig’ eerder bij de crediteur als<br />

positief vermog<strong>en</strong>sbestanddeel opgevat zal word<strong>en</strong>, terwijl<br />

dit bij e<strong>en</strong> debiteur eerder als negatief vermog<strong>en</strong>sbestanddeel<br />

zal word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Hiervóór kwam al ev<strong>en</strong> aan de orde<br />

dat verdedigd wordt dat, als <strong>het</strong> (specifiek) gaat om belastingvordering<strong>en</strong><br />

van stat<strong>en</strong>, deze ter plaatse van de crediteur<br />

word<strong>en</strong> gelokaliseerd. 26 M<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> waarom in<br />

<strong>het</strong> licht van deze in de literatuur 27 verdedigde opvatting,<br />

niettemin voor ‘niet-belastingvordering<strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> andere<br />

opvatting omtr<strong>en</strong>t hun locatie zou word<strong>en</strong> aangehang<strong>en</strong>.<br />

Anderzijds, <strong>en</strong> dat is wellicht al e<strong>en</strong> voorzichtig antwoord<br />

op de zojuist opgeworp<strong>en</strong> vraag, is <strong>het</strong> zo dat vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

juist bedoeld is om t<strong>en</strong> laste van de niet (bek<strong>en</strong>d)<br />

in Nederland won<strong>en</strong>de schuld<strong>en</strong>aar te word<strong>en</strong> gelegd. De<br />

opvatting dat e<strong>en</strong> vordering zich bij de crediteur (tev<strong>en</strong>s<br />

beslagschuld<strong>en</strong>aar) bevindt, br<strong>en</strong>gt dan met zich dat vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

in geval van beslag op vordering<strong>en</strong> (die zich<br />

dan ook ‘niet (bek<strong>en</strong>d) in Nederland bevind<strong>en</strong>’) mogelijk<br />

illusoir wordt. 28 Dit verklaart wellicht dat deze lokaliseringsvariant<br />

in de literatuur ge<strong>en</strong> steun vindt.<br />

De opvatting dat e<strong>en</strong> vordering zich bevindt op de plaats<br />

van betaling neemt e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>positie in tuss<strong>en</strong> de zojuist<br />

besprok<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong>. Wanneer de plaats van betaling,<br />

<strong>en</strong> daarmee de locatie van de vordering, vreemdeling<strong>en</strong>beslag<br />

<strong>en</strong> (onder omstandighed<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong> in<br />

Nederland mogelijk maakt, dan kan de beslagschuld<strong>en</strong>aar<br />

geacht word<strong>en</strong> hier op <strong>en</strong>ig mom<strong>en</strong>t invloed op te hebb<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, of in ieder geval bewust heeft kunn<strong>en</strong><br />

zijn van <strong>het</strong> gegev<strong>en</strong> dat zich bij (uiteindelijke) betaling, op<br />

die plaats van betaling, aan hem toebehor<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> zal<br />

bevind<strong>en</strong>.<br />

Voor de lokaliseringsvariant die de vordering op de plaats<br />

van betaling bepaalt, pleit mijns inzi<strong>en</strong>s – anders dan voor<br />

de andere twee variant<strong>en</strong> geldt – bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>srechtelijk<br />

argum<strong>en</strong>t, naar analogie van de opvatting<strong>en</strong><br />

over eig<strong>en</strong>dom van zak<strong>en</strong>. Wanneer m<strong>en</strong> zich strikt<br />

juridisch uitdrukt, is namelijk ge<strong>en</strong> sprake van eig<strong>en</strong>dom<br />

op e<strong>en</strong> zaak, maar is de gangbare voorstelling dat sprake<br />

is van eig<strong>en</strong>dom van e<strong>en</strong> recht op e<strong>en</strong> zaak, dan wel van<br />

eig<strong>en</strong>dom dat e<strong>en</strong> zaak tot object heeft. 29 Het lijkt mij<br />

echter ge<strong>en</strong> punt van discussie dat als <strong>het</strong> er om gaat de<br />

locatie te bepal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde zaak waar ik eig<strong>en</strong>aar<br />

van b<strong>en</strong>, <strong>het</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht met <strong>het</strong> object daarvan (die<br />

26 «JBPr» 2008/12, noot Freud<strong>en</strong>thal nr. 2,3; «JBPr» 2008/51, noot Broekveldt<br />

nr. 11; J.P. Verheul, Aspekt<strong>en</strong> van Nederlands internationaal beslagrecht<br />

(diss. Amsterdam), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1968, nr. 13.<br />

27 Onduidelijk is wat de opvatting van de Hoge Raad over de locatie van<br />

belastingvordering<strong>en</strong> van stat<strong>en</strong> is. De Azeta-zaak (HR 11 juli 2008, NJ<br />

2010, 525, m.nt. Th. De Boer, «JBPr» 2008/51, m.nt. Broekveldt) ging<br />

specifiek over de vraag of e<strong>en</strong> belastingvordering van de Republiek Chili<br />

weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> haar toekom<strong>en</strong>d beroep op immuniteit van executie al dan niet<br />

voor beslag vatbaar was. E<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t ontle<strong>en</strong>d aan de locatie van die<br />

vordering was in de cassatieprocedure niet aan de orde.<br />

28 Of vreemdeling<strong>en</strong>beslag onnodig wordt, in <strong>het</strong> omgekeerde geval dat de<br />

schuld<strong>en</strong>aar wél e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de woonplaats in Nederland verwerft.<br />

29 Vgl. bijv. Brahn/Reehuis, Zwaartepunt<strong>en</strong> van <strong>het</strong> vermog<strong>en</strong>srecht, Dev<strong>en</strong>ter:<br />

Kluwer 2010, nrs. 31-33.<br />

22 SDU UitgeverS / nUmmer 4, mei 2012 Beslag <strong>en</strong> executie in de rechtspraktijk


zaak) geïd<strong>en</strong>tificeerd wordt. Het antwoord op de (juridisch<br />

geformuleerde) vraag ‘waar bevindt zich mijn eig<strong>en</strong>dom<br />

van <strong>het</strong> recht op (bijv.) mijn fiets?’, is e<strong>en</strong>voudigweg (<strong>het</strong><br />

gangbaar geformuleerde) ‘daar waar mijn fiets zich bevindt’.<br />

Spraakgebruikelijk word<strong>en</strong> zaak <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>dom van de zaak<br />

geïd<strong>en</strong>tificeerd, zoals Schoordijk dat uitdrukte. 30 Waar <strong>het</strong><br />

e<strong>en</strong> vorderingsrecht betreft, is <strong>het</strong> object van dat vorderingsrecht<br />

de prestatie waartoe de rechthebb<strong>en</strong>de gerechtigd<br />

is. 31 Er is naar mijn m<strong>en</strong>ing dan ook veel voor te zegg<strong>en</strong><br />

om ook waar <strong>het</strong> gaat om <strong>het</strong> ‘lokaliser<strong>en</strong>’, e<strong>en</strong> vorderingsrecht<br />

met zijn object te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Dat komt er dan op<br />

neer dat <strong>het</strong> vorderingsrecht zich bevindt op de plaats waar<br />

de prestatie zich materialiseert, of moet materialiser<strong>en</strong>; met<br />

andere woord<strong>en</strong>, de plaats waar betaald moet word<strong>en</strong>. 32<br />

In <strong>het</strong> licht van de vor<strong>en</strong>staande theoretische beschouwing<br />

bestaan er sterke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de lokaliseringsvariant<br />

die de vordering op de plaats van betaling bepaalt. In<br />

zekere zin oogt deze variant ook gebalanceerd: zij houdt<br />

namelijk fraai <strong>het</strong> midd<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> van de<br />

schuld<strong>en</strong>aar, die niet geheel buit<strong>en</strong> zijn invloed om met<br />

de rechtsmacht van e<strong>en</strong> Nederlandse rechter w<strong>en</strong>st te<br />

word<strong>en</strong> geconfronteerd (zoals wanneer de vordering bij<br />

de debiteur daarvan wordt gelokaliseerd), <strong>en</strong> de belang<strong>en</strong><br />

van de beslaglegger, die de mogelijkhed<strong>en</strong> tot <strong>het</strong> legg<strong>en</strong><br />

van beslag niet voornamelijk van de schuld<strong>en</strong>aar w<strong>en</strong>st te<br />

zi<strong>en</strong> afhang<strong>en</strong> (zoals wanneer de vordering bij de crediteur<br />

daarvan wordt gelokaliseerd).<br />

Hoewel zij fraai oogt in theorie, is voorstelbaar dat deze<br />

variant onder omstandighed<strong>en</strong> bepaald onpraktisch<br />

uitwerkt. Wat immers te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de situatie?<br />

E<strong>en</strong> Nederlandse schuldeiser A wil beslag legg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

vordering die e<strong>en</strong> in <strong>het</strong> buit<strong>en</strong>land gevestigde wederpartij<br />

C heeft op e<strong>en</strong> in Nederland gevestigde partij B. Lat<strong>en</strong> we<br />

nu aannem<strong>en</strong> dat partij C bij partij B heeft bedong<strong>en</strong> dat<br />

betaling van zijn vordering op partij B buit<strong>en</strong> Nederland<br />

plaats moet vind<strong>en</strong>. Als de vordering ter plaatse van de<br />

betaling wordt gelokaliseerd is beslag in Nederland zonder<br />

sch<strong>en</strong>ding van <strong>het</strong> territorialiteitsbeginsel niet mogelijk.<br />

Waar zou partij A dan wel beslag moet<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>? Stel nu dat<br />

partij C bij partij B heeft bedong<strong>en</strong> dat betaling plaatsvindt<br />

in e<strong>en</strong> land waar ge<strong>en</strong> van partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> woonplaats heeft.<br />

We zag<strong>en</strong> al dat de vordering zich in Nederland aan beslag<br />

onttrekt. Wil deze lokaliseringsvariant werkbaar zijn, dan<br />

zal zij ruimte moet<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> alternatief. Als wij bij<br />

wijze van gedachte-experim<strong>en</strong>t veronderstell<strong>en</strong> dat er in<br />

<strong>het</strong> land waar de vordering zich in deze lokaliseringsvariant<br />

wél bevindt, e<strong>en</strong> vergelijkbare rechtsleer als te onz<strong>en</strong>t<br />

op wordt nagehoud<strong>en</strong>, dan lijkt ook daar ge<strong>en</strong> alternatieve<br />

30 H.C.F. Schoordijk, Vermog<strong>en</strong>srecht in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, naar Boek 3 van <strong>het</strong><br />

nieuwe B.W. (titel 1 t/m 5, titel 11), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1986, p. 3.<br />

31 Vgl. bijv. Brahn/Reehuis, Zwaartepunt<strong>en</strong> van <strong>het</strong> vermog<strong>en</strong>srecht, Dev<strong>en</strong>ter:<br />

Kluwer 2010, nr. 49.<br />

32 Zie voor e<strong>en</strong> nadere uitwerking hiervan, die buit<strong>en</strong> <strong>het</strong> bestek van dit<br />

artikel valt, bijv. <strong>het</strong> proefschrift van L.P. Broekveldt, Derd<strong>en</strong>beslag (diss.<br />

Leid<strong>en</strong>), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003, nr. 543.<br />

<strong>Vreemdeling<strong>en</strong>beslag</strong>, <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> lokaliser<strong>en</strong> Van Vordering<strong>en</strong><br />

beslagmogelijkheid voor partij A te bestaan. Territorialiteitsbeginsel<strong>en</strong><br />

van dat derde-land zull<strong>en</strong> op hun beurt<br />

namelijk aan beslagmogelijkhed<strong>en</strong> in de weg staan, omdat<br />

er dan weliswaar e<strong>en</strong> vordering ter plaatse te lokaliser<strong>en</strong> is,<br />

maar er nu niet van e<strong>en</strong> ter lande gevestigde derdebeslag<strong>en</strong>e<br />

(B) sprake is. M<strong>en</strong> kan zich op basis van de zojuist gegev<strong>en</strong><br />

situatiesc<strong>het</strong>s voorstell<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> (al dan niet met dit<br />

oogmerk) gemaakte afspraak tuss<strong>en</strong> B <strong>en</strong> C, e<strong>en</strong> vordering<br />

Welk van de lokaliseringsvariant<strong>en</strong> m<strong>en</strong> aanhangt,<br />

kan in bepaalde gevall<strong>en</strong> verschil mak<strong>en</strong>:<br />

wel of ge<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>d vreemdeling<strong>en</strong>beslag;<br />

wel of ge<strong>en</strong> <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong><br />

effectief aan beslag zal kunn<strong>en</strong> onttrekk<strong>en</strong>. Hoewel deze<br />

analyse mede rust op aannames (over niet-Nederlands<br />

beslagrecht), komt de casuspositie mij niet onaannemelijk<br />

voor. Hetzelfde gaat dan op voor de conclusie dat de plaats<br />

van betaling, als lokaliseringsvariant, in bepaalde situaties<br />

e<strong>en</strong> zeker beslagvacuüm kan do<strong>en</strong> ontstaan. Dit maakt deze<br />

variant vanuit <strong>het</strong> oogpunt van praktische hanteerbaarheid<br />

niet erg aansprek<strong>en</strong>d.<br />

Praktische betek<strong>en</strong>is<br />

De vraag waar e<strong>en</strong> vordering zich in de context van<br />

(specifiek:) vreemdeling<strong>en</strong>beslag bevindt is, als ik <strong>het</strong> goed<br />

zie, nog niet expliciet door de Hoge Raad beantwoord.<br />

In de oude Lindeteves uitspraak, die hiervóór al ev<strong>en</strong><br />

werd aangestipt <strong>en</strong> soms met deze materie in verband<br />

wordt gebracht, kwam deze vraag niet aan de orde, 33 <strong>en</strong><br />

is ook sindsdi<strong>en</strong> niet in hoogste instantie beantwoord. De<br />

lagere rechtspraak ziet zich sporadisch met deze vraag<br />

geconfronteerd, maar die rechtspraak is naar mijn indruk<br />

niet dusdanig talrijk (of op dit punt: principieel overwog<strong>en</strong>)<br />

dat van vaste (feit<strong>en</strong>)rechtspraak kan word<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>. Uit<br />

de hiervóór al besprok<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> is op te mak<strong>en</strong> dat<br />

ook thans, ruim e<strong>en</strong> halve eeuw nadat (G.E.) Langemeijer<br />

al tot die conclusie kwam, ge<strong>en</strong> ‘algeme<strong>en</strong> aanvaarde<br />

regels bestaan, die k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> (waaronder die<br />

betaling in <strong>het</strong> buit<strong>en</strong>land er e<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> zijn), welke<br />

e<strong>en</strong> vordering tot e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>lands vermog<strong>en</strong>sbestanddeel<br />

stempel<strong>en</strong> (…)’. 34 M<strong>en</strong> kan daaruit ook concluder<strong>en</strong> dat de<br />

rechtsleer op dit punt ruimte laat voor debat.<br />

33 D.J. Veeg<strong>en</strong>s begint zijn annotatie van dit arrest met de volg<strong>en</strong>de, verhelder<strong>en</strong>de,<br />

frase: ‘Uitgangspunt van ’s Hofs arrest was, dat de vordering van<br />

Dekkers op Lindeteves uitsluit<strong>en</strong>d in Indonesië gelokaliseerd was, omdat<br />

de betaling aldaar moest geschied<strong>en</strong>. Aan die in cassatie niet bestred<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> niet bestrijdbare beslissing was de Hoge Raad gebond<strong>en</strong>.’ Zie HR 26<br />

november 1954, NJ 1955, 698, m.nt. D.J. Veeg<strong>en</strong>s.<br />

34 Conclusie A-G Langemeijer vóór <strong>het</strong> Lindeteves-arrest, HR 26 november<br />

1954, NJ 1955, 698, m.nt. D.J. Veeg<strong>en</strong>s (p. 1251). Voor de goede orde zij<br />

vermeldt dat deze uitspraak weliswaar raakt aan internationale aspect<strong>en</strong><br />

van beslagrecht, maar <strong>het</strong> daar niet ging om de regeling van vreemdeling<strong>en</strong>beslag.<br />

Beslag <strong>en</strong> executie in de rechtspraktijk nUmmer 4, mei 2012 / SDU UitgeverS 23


In dat kader is ook deze bijdrage te plaats<strong>en</strong>. De insteek<br />

van deze bijdrage – ‘waar bevindt zich e<strong>en</strong> vordering?’, <strong>en</strong><br />

‘hoe moet<strong>en</strong> de opvatting<strong>en</strong> die daarover bestaan word<strong>en</strong><br />

beoordeeld gezi<strong>en</strong> de op vreemdeling<strong>en</strong>beslag te baser<strong>en</strong><br />

rechtsmacht?’ – doet wellicht wat theoretisch aan. Deze<br />

bespiegeling<strong>en</strong> roep<strong>en</strong> echter vrag<strong>en</strong> op die juist in de<br />

praktijk van belang kunn<strong>en</strong> zijn: ‘behoort beslag in dit<br />

geval wel tot de mogelijkhed<strong>en</strong>?’; ‘heeft <strong>het</strong> gelegde beslag<br />

gezi<strong>en</strong> de locatie van de (verondersteld) beslag<strong>en</strong> vordering<br />

wel effect gehad?’. Welk van de hiervóór besprok<strong>en</strong> lokaliseringsvariant<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong> aanhangt, kan in bepaalde gevall<strong>en</strong><br />

verschil mak<strong>en</strong> voor de beantwoording van de zojuist<br />

gestelde vrag<strong>en</strong>. Van die beantwoording kan veel afhang<strong>en</strong>:<br />

wel of ge<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>d vreemdeling<strong>en</strong>beslag; wel of<br />

ge<strong>en</strong> <strong>forum</strong> <strong>arresti</strong>. 35 Het debat op dit punt zal dan ook<br />

35 Vgl. de meerg<strong>en</strong>oemde noot van Broekveldt, «JBPr» 2008/51, waar (nr.<br />

11) wordt gesuggereerd dat de conclusie dat in die zaak ge<strong>en</strong> sprake<br />

e<strong>en</strong> bron voor verweermogelijkhed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn voor de<br />

partij die zich met de zojuist geformuleerde praktijkvrag<strong>en</strong><br />

geconfronteerd ziet.<br />

over de auteur<br />

Mr. M.A.M. Essed is advocaat bij Bar<strong>en</strong>tsKrans N.V.<br />

was van e<strong>en</strong> voor beslag vatbare vordering ook, anders dan daar was<br />

gebeurd, b<strong>en</strong>aderd had kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> via <strong>het</strong> betoog dat de vordering<br />

in ieder geval niet in Nederland gelokaliseerd kon word<strong>en</strong>.<br />

24 SDU UitgeverS / nUmmer 4, mei 2012 Beslag <strong>en</strong> executie in de rechtspraktijk

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!