Bereiding van poeder - Feed & Food
Bereiding van poeder - Feed & Food Bereiding van poeder - Feed & Food
Een nadeel bij grote installaties (7 trapsindampers) is dat bij meting van het d.s.gehalte na de laatste trap de melk reeds minstens 20 minuten onderweg is geweest. Men ziet dan ook wel dat men probeert eerder metingen in het proces te doen en per trap temperatuurniveaus probeert te regelen.(Zie ook fig 7.2) Fig. 7.1 : Mogelijke regelstrukturen voor drogestofregeling van een viertrapsindamper. a. regeling op basis van ingaand stoomdebiet. b. regeling op basis van koelwaterdebiet; een tweede regelkring zorgt voor een constante temperatuur in de dampvormer door in te grijpen op het stoomdebiet. Fig.7.1a. + fig 7.1b. fig 7.2. Voorbeeld van het verloop van de temperatuur en het gehalte aan droge stof als functie van de tijd in een zestraps indampinstallatie met voor verhitting en flash-koeler (globaal).
De melk wordt voorverhit met warmtewisselaars die achtereenvolgens afgewerkte damp van de verdampers, damp van de koeler en verse stoom gebruiken. Verder wordt een deel van de damp van de derde trap met stoom gecomprimeerd en naar de eerste trap gevoerd. Een deel van het water wordt verdampt in een vacuümkoeler (flashverdamper). De getallen bovenaan geven aan hoeveel vloeistof (in gewichtshoeveelheden) er relatief over is na de verschillende trappen. R1 = regeneratief indampers (deel damp 2 e -6 e trap) R2 = regeneratief flash-koeler V = buizenverhitter (stoom) HH = heethouder F = flash-koeler.
- Page 6 and 7: Tabel 1.1. Globale samenstelling (%
- Page 8 and 9: 2. Produktie en eisen van melk- en
- Page 10 and 11: De interventiebureaus ontvingen in
- Page 12 and 13: 3. STANDAARDISEREN OP VETGEHALTE Me
- Page 14 and 15: (verrijkt met vitamine A en D omdat
- Page 16 and 17: * ijzer: 8 mg per 120 g poeder, uit
- Page 18 and 19: 5.1 Verhitting van melk voor het in
- Page 20 and 21: ad 1. Bij de laagst toelaatbare ver
- Page 22 and 23: De voeding van de cellen is afwisse
- Page 24 and 25: 82%. Een hogere opbrengst dan 85% i
- Page 26 and 27: Fig.2 Schematische tekening van een
- Page 28 and 29: demineralisatie van 99,5% gemakkeli
- Page 30 and 31: xxx Tabel 6.2. Kookpuntsverhoging a
- Page 32 and 33: Fig 6.3. en fig 6.4. 6.1.4 Bij verd
- Page 34 and 35: 6.2. VALSTROOMINSTALLATIES 6.2.1 Ov
- Page 36 and 37: 6.2.2 Verhitter en dampafscheider E
- Page 38 and 39: Bij (3) is de kap (2) voorzien van
- Page 40 and 41: In dampafscheiders (fig.6.5) wordt
- Page 42 and 43: Fig.6.10 toont hoe met (voornamelij
- Page 44 and 45: Uit een kostenberekening 10 , waarb
- Page 46 and 47: kan aanzuigen of dat 1 kg brüden b
- Page 48 and 49: Hiervoor bevinden zich in de dampaf
- Page 50 and 51: Afvoer kan geschieden m.b.v. een po
- Page 52 and 53: 6.3. xxx Factoren die de efficiënt
- Page 54 and 55: Literatuur. 1. Food Engineering and
- Page 58 and 59: 7.1. Reiniging De gebruikelijke rei
- Page 60 and 61: 7.2. Enkele installaties. Fig. 7.3.
- Page 62 and 63: Fig. 7.11 Finiseur. Wanneer het con
- Page 64 and 65: 8. EIGENSCHAPPEN EN VOORBEHANDELING
- Page 66 and 67: øm = de volumefraktie van de gedis
- Page 68 and 69: Fig 8.2. Relatie tussen drogestofge
- Page 70 and 71: Tabel 8.2. De karakteristieken van
- Page 72 and 73: Fig.8.6. Schematische voorstelling
- Page 74 and 75: Het homogeniseren heeft tot doel de
- Page 76 and 77: Literatuur. 1. De invloed van de co
- Page 78 and 79: Het concentraat uit de indampinstal
- Page 80 and 81: Tabel 9.2. Samenstelling weiconcent
- Page 82 and 83: Literatuur. 1. Food Engineering and
- Page 84 and 85: In het algemeen is de menging van v
- Page 86 and 87: Fig.10.2.4. Rolfilter (Niro) 10.2.4
- Page 88 and 89: Deze rookgassen worden op droogluch
- Page 90 and 91: weipoeder tot 200 à 210 o C (hoger
- Page 92 and 93: Het wiel, (fig.10.2.8. en 10.2.12)
- Page 94 and 95: Fig.10.2.10. Verstuiveraggregaat va
- Page 96 and 97: Fig.10.2.13. Wiel met stroomspoelin
- Page 98 and 99: Bij drukverstuiving wordt het conce
- Page 100 and 101: Fig.10.2.16 Multi nozzle drooginsta
- Page 102 and 103: Blijft het poeder te lang in de tor
- Page 104 and 105: Fig.10.2.18. Toevoer van drooglucht
Een nadeel bij grote installaties (7 trapsindampers) is dat bij meting <strong>van</strong> het d.s.gehalte<br />
na de laatste trap de melk reeds minstens 20 minuten onderweg is geweest.<br />
Men ziet dan ook wel dat men probeert eerder metingen in het proces te doen en per trap<br />
temperatuurniveaus probeert te regelen.(Zie ook fig 7.2)<br />
Fig. 7.1 : Mogelijke regelstrukturen voor drogestofregeling <strong>van</strong> een viertrapsindamper. a.<br />
regeling op basis <strong>van</strong> ingaand stoomdebiet.<br />
b. regeling op basis <strong>van</strong> koelwaterdebiet; een tweede regelkring zorgt voor een constante<br />
temperatuur in de dampvormer door in te grijpen op het stoomdebiet.<br />
Fig.7.1a. + fig 7.1b.<br />
fig 7.2. Voorbeeld <strong>van</strong> het verloop <strong>van</strong> de temperatuur en het gehalte aan droge stof als<br />
functie <strong>van</strong> de tijd in een zestraps indampinstallatie met voor verhitting en flash-koeler<br />
(globaal).