Bereiding van poeder - Feed & Food

Bereiding van poeder - Feed & Food Bereiding van poeder - Feed & Food

03.09.2013 Views

Hiervoor bevinden zich in de dampafscheiders of in de stoomkasten van de verhitters en in de condensor, produktspiralen (warmtewisselaars) waarmee dit kan worden gerealiseerd. M.b.v. fig.6.15 wordt dit toegelicht. Met uitzondering van de warmte in de damp van de laatste dampafscheider, die toch wordt vernietigd in de condensor, zal deze voorverwarming enigszins tenkoste gaan van de capaciteit van de installatie. fig.6.15 Mechanische dampcompressie. Mechanische compressie van de damp is mogelijk met een centrifugaal compressor. Deze compressor kan worden aangedreven d.m.v. electriciteit, gas of olie. Energetisch is dit systeem interessant wanneer gebruik gemaakt kan worden van goedkope electriciteit van kerncentrales, of wanneer het bedrijf zelf electriciteit maakt. Wanneer de mechanische dampcompressor achter de laatste trap is geplaatst, heeft men geen condensor nodig. Alleen een kleine afvoer voor inerte gassen is nodig. De compressor verhoogt de druk van de damp van bijv. 0,2 bar naar 0,3 bar, waarbij de temperatuur stijgt van 60°C naar 94°C. Theoretisch blijft de entropy (kJ/kg.K) gelijk. Door wrijvingswarmte neemt de temperatuur toe van 94°C tot bijv. 106°C. De damp is dus oververhit bij 0,3 bar en daardoor niet geschikt als verhittingsmedium in een valstroomverdamper. De damp moet willen condenseren. De damp wordt om deze reden gekoeld tot het verzadigingspunt door condensaat te injecteren bij een constante druk.

Fig 6.16 Drietrapsindamper met mechanische dampcompressie. 6.2.5 De condensor en de ontluchting De damp uit de laatste trap, met een temperatuur van 45-40 o C, dient voortdurend te worden afgevoerd om het vacuüm in de achtereenvolgende trappen op het vereiste niveau te kunnen handhaven. De warmteinhoud van deze damp is relatief gering en bij eventueel hergebruik ervan dienen we te bedenken, dat het produkt te visceus wordt als gevolg van het drogestofgehalte en de lage kooktemperatuur. Bovendien is een erg belangrijk punt bij het bedrijven van de installatie, dat damp met een dergelijk lage temperatuur erg veel condensorwater vraagt (zie hierna) en vooral ook dit is een zeer practische begrenzing tot welke temperatuur men kan gaan. Het brüden in de laatste trap heeft per kg een groot volume. Uit een stoomtabel volgt het volume van 1 kg damp van 45 o C 15 m 3 bedraagt. Afvoer m.b.v. een pomp is practisch niet te realiseren, vandaar dat de damp m.b.v. (condensor) water eerst wordt gecondenseerd en het volume van de zelfde kg is 10 -3 m 3 . Condensatie geschiedt in de achter de laatste trap geplaatste condensor. Fig.6.15 toont schematisch een sproeicondensor en tevens is te zien, dat op de condensor ook de vacuümpomp van de installatie is aangesloten. Op het tot druppels versproeide koude water (nortonwater: 11-12 o C; koeltorenwater: 27- 28 o C) condenseert het laatste brüden en staat condensatiewarmte af. Het mengsel met een temperatuur van bv. 38 o C dient te worden afgevoerd.

Fig 6.16 Drietrapsindamper met mechanische dampcompressie.<br />

6.2.5 De condensor en de ontluchting<br />

De damp uit de laatste trap, met een temperatuur <strong>van</strong> 45-40 o C, dient voortdurend te<br />

worden afgevoerd om het vacuüm in de achtereenvolgende trappen op het vereiste<br />

niveau te kunnen handhaven.<br />

De warmteinhoud <strong>van</strong> deze damp is relatief gering en bij eventueel hergebruik er<strong>van</strong><br />

dienen we te bedenken, dat het produkt te visceus wordt als gevolg <strong>van</strong> het drogestofgehalte<br />

en de lage kooktemperatuur.<br />

Bovendien is een erg belangrijk punt bij het bedrijven <strong>van</strong> de installatie, dat damp met<br />

een dergelijk lage temperatuur erg veel condensorwater vraagt (zie hierna) en vooral ook<br />

dit is een zeer practische begrenzing tot welke temperatuur men kan gaan.<br />

Het brüden in de laatste trap heeft per kg een groot volume.<br />

Uit een stoomtabel volgt het volume <strong>van</strong> 1 kg damp <strong>van</strong> 45 o C 15 m 3 bedraagt. Afvoer<br />

m.b.v. een pomp is practisch niet te realiseren, <strong>van</strong>daar dat de damp m.b.v. (condensor)<br />

water eerst wordt gecondenseerd en het volume <strong>van</strong> de zelfde kg is 10 -3 m 3 .<br />

Condensatie geschiedt in de achter de laatste trap geplaatste condensor.<br />

Fig.6.15 toont schematisch een sproeicondensor en tevens is te zien, dat op de condensor<br />

ook de vacuümpomp <strong>van</strong> de installatie is aangesloten.<br />

Op het tot druppels versproeide koude water (nortonwater: 11-12 o C; koeltorenwater: 27-<br />

28 o C) condenseert het laatste brüden en staat condensatiewarmte af. Het mengsel met<br />

een temperatuur <strong>van</strong> bv. 38 o C dient te worden afgevoerd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!