Bereiding van poeder - Feed & Food
Bereiding van poeder - Feed & Food Bereiding van poeder - Feed & Food
Tabel 16.1. Voorbeelden van de cotangens van de taludhoek α en de porositeit _ (los gestort) van enkele poeders. Poeder Toegevoegd cot α ε Volle melk -- 0,45 0,74 Ondermelk -- 0,97 0,57 Instantondermelk -- 0,75 0,73 Volle melk 2% Ca3(PO4)2 1,19 0,56 Ondermelk id. 1,28 0,54 Instantondermelk id. 0,93 0,63 Volle melk 0,5 % SiO2 1,23 0,51 Het blijkt dat ondermelkpoeder ruller is dan volle melkpoeder en dat agglomeratie de rulheid vermindert, althans bij ondermelkpoeder. Met toenemend watergehalte van het poeder neemt de rulheid aanvankelijk wat toe, maar bij nog hogere gehaltes (bijv. > 5%) sterk af. De rulheid is in het algemeen wat groter bij lagere temperatuur.
Men kan de rulheid sterk verbeteren door toevoeging van sommige inerte, heel fijne poeders, zoals SiO2, Na-Al-silikaat of Ca3(PO4)2. Zulke toevoegingen worden wel toegepast in melkpoeder bestemd voor koffie-automaten. 16.1.2. Pakvolume/pakgewicht. Deze grootheid is gelijk aan 1/ρb. Het pakvolume is een kenmerk van de secondaire structuur. Het pakvolume van melkpoeder beïnvloedt de verpakkingskosten en de vrachtkosten en is dus een belangrijke eigenschap. Men kan onderscheid maken tussen de volgende definities van pakvolume: a. (Soortelijk) pakvolume: volume dat 1 gram poeder inneemt na een voorgeschreven verdichting met behulp van een stampvolumemeter. (typen Ledoux (Ned.) en Engelsmann (Duits), deze geven het volume in ml per 100 gram. Het pakvolume beweegt zicht tussen de 140 en 160 ml per 100 g.) b. (Soortelijk) stortvolume: volume dat 1 gram poeder los gestort inneemt. c. (Soortelijk) stortvolume na afvullen: volume dat 1 gram poeder inneemt nadat het de vulinrichting is gepasseerd. d. Soortelijk pakgewicht = bulk-density wordt weergegeven in gram poeder per volume-eenheid (ml). Dus als g/ml. De bulkdensity (g/ml) voor ondermelkpoeder neemt: 1. licht toe met toenemend vochtgehalte. 2. licht af met toenemende deeltjesgrootte. 3. licht toe met hogere voorverhitting van het concentraat. 4. flink af met toenemende inlaattemperatuur van de drooglucht. 5. aanzienlijk toe met het droge stofgehalte van het concentraat. 6. belangrijk toe met toenemende verstuivingsdruk. De meeste van deze factoren beïnvloeden het pakvolume via de deeltjesgrootte verdeling en de cohesie tussen de deeltjes. (Zie ook fig 11.10) 16.1.3. Porositeit Nauw met de rulheid samenhangende grootheid is de porositeit ε gedefinieerd als de volumefractie aan ruimten (poriën) tussen de poederdeeltjes. Meestal is ε ca 0,4 - 0,75, maar ze hangt sterk af van de wijze van behandeling van het poeder. Ze neemt sterk af als men een los gestorte hoeveelheid poeder door tikken of trillen in laat klinken, bijvoorbeeld van 0,70 tot 0,45 voor volle melkpoeder, van 0,55 tot 0,40 voor ondermelkpoeder. 16.2. De oplossnelheid van het poeder.
- Page 106: ♦ Er dienen voorzieningen te zijn
- Page 110 and 111: Literatuur. 1. VMT 1972, nr 17, J.G
- Page 112 and 113: Fig.11.2 Fig. 11.3. Effectieve diff
- Page 114 and 115: Om gedurende de korte nadroogtijd h
- Page 116 and 117: Tabel 11.1.b Influens of the outlet
- Page 118 and 119: Fig. 11.10. De invloed van de inten
- Page 120 and 121: Deze lijnen volgen bijna die van co
- Page 122 and 123: Stel dat lucht van 20 o C en RV=70
- Page 124 and 125: Dit evenwicht wordt in de praktijk
- Page 126 and 127: Drie ervaringen uit de praktijk 18
- Page 128 and 129: Wat wel kan worden bereikt met een
- Page 130 and 131: Tabel 13.1. Ondermelkconcentraat va
- Page 132 and 133: 13.1 MEER FASE DROGING A. Sproeidro
- Page 134 and 135: Een tweefasendroger levert meestal
- Page 136 and 137: Voor een goede gecontroleerde gelij
- Page 138 and 139: 13.2. Schuimdrogen. Schuimdrogen (S
- Page 140 and 141: De derde fase van de MSD komt volle
- Page 142 and 143: B. De Filtermat verstuivingsdroogin
- Page 144 and 145: De verblijftijd in deze eerste fase
- Page 146 and 147: 14. DE BEREIDING VAN INSTANT POEDER
- Page 148 and 149: Fig.14.3. De bereiding van instant
- Page 150 and 151: Bij 4 wordt een lecithine-in-botero
- Page 152 and 153: De kwaliteit van een cycloon hangt
- Page 154 and 155: Literatuur. 1. Het verstuivingsdroo
- Page 158 and 159: Een belangrijke eigenschap van melk
- Page 160 and 161: c. Melkpoeder wordt op gestandaardi
- Page 162 and 163: Het gebrek ouds of lijmig wordt in
- Page 164 and 165: De effectieve Q10 van de reactie in
- Page 166 and 167: Microbieel en enzymetisch bederf ko
Tabel 16.1. Voorbeelden <strong>van</strong> de cotangens <strong>van</strong> de taludhoek α en de porositeit _ (los<br />
gestort) <strong>van</strong> enkele <strong>poeder</strong>s.<br />
Poeder Toegevoegd cot α ε<br />
Volle melk -- 0,45 0,74<br />
Ondermelk -- 0,97 0,57<br />
Instantondermelk -- 0,75 0,73<br />
Volle melk 2% Ca3(PO4)2 1,19 0,56<br />
Ondermelk id. 1,28 0,54<br />
Instantondermelk id. 0,93 0,63<br />
Volle melk 0,5 % SiO2 1,23 0,51<br />
Het blijkt dat ondermelk<strong>poeder</strong> ruller is dan volle melk<strong>poeder</strong> en dat agglomeratie de<br />
rulheid vermindert, althans bij ondermelk<strong>poeder</strong>.<br />
Met toenemend watergehalte <strong>van</strong> het <strong>poeder</strong> neemt de rulheid aan<strong>van</strong>kelijk wat toe,<br />
maar bij nog hogere gehaltes (bijv. > 5%) sterk af.<br />
De rulheid is in het algemeen wat groter bij lagere temperatuur.