Bereiding van poeder - Feed & Food
Bereiding van poeder - Feed & Food Bereiding van poeder - Feed & Food
Voor een goede gecontroleerde gelijkmatige droging is een efficiënte menging van drooglucht met het verstoven concentraat belangrijk. In de Filtermat drooginstallatie wordt dit bereikt door ook rond elke druknozzle drooglucht toe te voeren Wanneer het concentraat in de drooglucht wordt verstoven zal het oppervlaktewater praktisch onmiddelijk verdampen. Het water binnenin de deeltjes zal beginnen te migreren naar het oppervlak, waar een voortdurende verdamping plaats vindt. Aldus blijft daar een lage produkttemperatuur gehandhaafd. De verblijftijd in deze eerste fase van het droogproces is kort, gemiddeld niet meer dan 7 à 8 sec. Tweede droogfase Het poeder, dat afhankelijk van het te drogen produkt nog 10 à 20 % vocht bevat, komt na de eerste droogfase op de bewegende band. De van polyester geweven band laat drooglucht door, terwijl het poeder op de band achter blijft. Poeder met een hoog vochtgehalte leent zich uitstekend voor agglomeraatvorming. Terwijl het poeder een poreuze laag op de band vormt, vindt nog steeds verdamping plaats. Deze tweede droogfase op de band in de eerste droogkamer is kenmerkend voor de Filtermat drooginstallatie en is een zogenaamde passagedroging. het poeder zelf beweegt niet, doch de drooglucht wordt met een vrij hoge snelheid langs de dan halfdroge poederdeeltjes geleid. Slechts 1 - 4% van de totale poederhoeveelheid wordt door de drooglucht meegenomen en vervolgens afgescheiden met behulp van cyclonen. Het is mogelijk om met een hoge relatieve vochtigeheid van de uitgaande lucht te werken, dankzij de zeer lage poederbeladingsgraad van de uittredende drooglucht. Dit betekent een aanzienlijke betere warmte-efficiëncy van het droogproces omdat de uittredetemperatuur aanmerkelijk lager is dan bij andere drogertypen. Derde droogfase Na de tweede droogfase die, zoals vermeld, plaats vindt terwijl het poeder op de band over de bodem van de droogkamer wordt getransporteerd, komt het poeder met een vochtgehalte van ca. 12 % in een verblijfskamer, zodat het, zoasl voor sommige poeders is vereist, zich eventueel kan stabiliseren of een door en door poreuze structuur verkrijgen. Het vochtgehalte is dan nog hoog genoeg om dit toe te laten. Het vochtgehalte is echter wel zo laag, dat er geen enkele risico voor achteruitgang van de poederkwaliteit door de dan heersende temperatuur/vocht verhouding bestaat. Vanuit de verblijfskamer wordt het poeder naar de derde droogfase (III) gevoerd waar de droging wordt beëindigd met behulp van drooglucht met een lage temperatuur. De laatste fase is tevens een koelfase waar het poeder tot de gewenste temperatuur wordt gekoeld.
Het poeder verlaat de Filtermat driefasendroger in de vorm van grote agglomeraten en wordt met behulp van aangepaste zeefsystemen op de gewenste deeltjesgrootte en poederstruktuur gebracht. Toepassingsmogelijkheden van de Filtermat, Damrow Co, Fond de Lac, Wisconsin USA. Wanneer men poeder maakt met een hoog vetgehalte (meer dan 40% vet), kan een conventionele droger alleen werken als éénfase drooginstallatie; het droogproces moet worden voltooid in de droogkamer en nadien moet het produkt worden gekoeld in een fluid-bed. Het voordeel van een tweefasen droogproces in vergelijking met een éénfasedroging, ligt in een vermindering van het energieverbruik met ca. 25%. Men verliest in conventionele drooginstallaties deze besparing bij het produceren van vette poeders, maar niet in een Filtermat installatie. De Filtermat kan echter alleen werken als een driefasen droger. De Filtermat is in staat om praktisch alle produkten te drogen, die kunnen worden verstoven via drukverstuivers. Droogcurve Het drogen van verstoven concentraat zal in elk type droger gebeuren volgens de schematische curve in fig. 13.1.4 doch in de Filtermat zijn de drie droogfasen gescheiden en kunnen individueel worden gecontroleerd. Fig. 13.1.4
- Page 86 and 87: Fig.10.2.4. Rolfilter (Niro) 10.2.4
- Page 88 and 89: Deze rookgassen worden op droogluch
- Page 90 and 91: weipoeder tot 200 à 210 o C (hoger
- Page 92 and 93: Het wiel, (fig.10.2.8. en 10.2.12)
- Page 94 and 95: Fig.10.2.10. Verstuiveraggregaat va
- Page 96 and 97: Fig.10.2.13. Wiel met stroomspoelin
- Page 98 and 99: Bij drukverstuiving wordt het conce
- Page 100 and 101: Fig.10.2.16 Multi nozzle drooginsta
- Page 102 and 103: Blijft het poeder te lang in de tor
- Page 104 and 105: Fig.10.2.18. Toevoer van drooglucht
- Page 106: ♦ Er dienen voorzieningen te zijn
- Page 110 and 111: Literatuur. 1. VMT 1972, nr 17, J.G
- Page 112 and 113: Fig.11.2 Fig. 11.3. Effectieve diff
- Page 114 and 115: Om gedurende de korte nadroogtijd h
- Page 116 and 117: Tabel 11.1.b Influens of the outlet
- Page 118 and 119: Fig. 11.10. De invloed van de inten
- Page 120 and 121: Deze lijnen volgen bijna die van co
- Page 122 and 123: Stel dat lucht van 20 o C en RV=70
- Page 124 and 125: Dit evenwicht wordt in de praktijk
- Page 126 and 127: Drie ervaringen uit de praktijk 18
- Page 128 and 129: Wat wel kan worden bereikt met een
- Page 130 and 131: Tabel 13.1. Ondermelkconcentraat va
- Page 132 and 133: 13.1 MEER FASE DROGING A. Sproeidro
- Page 134 and 135: Een tweefasendroger levert meestal
- Page 138 and 139: 13.2. Schuimdrogen. Schuimdrogen (S
- Page 140 and 141: De derde fase van de MSD komt volle
- Page 142 and 143: B. De Filtermat verstuivingsdroogin
- Page 144 and 145: De verblijftijd in deze eerste fase
- Page 146 and 147: 14. DE BEREIDING VAN INSTANT POEDER
- Page 148 and 149: Fig.14.3. De bereiding van instant
- Page 150 and 151: Bij 4 wordt een lecithine-in-botero
- Page 152 and 153: De kwaliteit van een cycloon hangt
- Page 154 and 155: Literatuur. 1. Het verstuivingsdroo
- Page 156 and 157: Tabel 16.1. Voorbeelden van de cota
- Page 158 and 159: Een belangrijke eigenschap van melk
- Page 160 and 161: c. Melkpoeder wordt op gestandaardi
- Page 162 and 163: Het gebrek ouds of lijmig wordt in
- Page 164 and 165: De effectieve Q10 van de reactie in
- Page 166 and 167: Microbieel en enzymetisch bederf ko
Voor een goede gecontroleerde gelijkmatige droging is een efficiënte menging <strong>van</strong><br />
drooglucht met het verstoven concentraat belangrijk. In de Filtermat drooginstallatie<br />
wordt dit bereikt door ook rond elke druknozzle drooglucht toe te voeren<br />
Wanneer het concentraat in de drooglucht wordt verstoven zal het oppervlaktewater<br />
praktisch onmiddelijk verdampen. Het water binnenin de deeltjes zal beginnen te<br />
migreren naar het oppervlak, waar een voortdurende verdamping plaats vindt.<br />
Aldus blijft daar een lage produkttemperatuur gehandhaafd.<br />
De verblijftijd in deze eerste fase <strong>van</strong> het droogproces is kort, gemiddeld niet meer dan 7<br />
à 8 sec.<br />
Tweede droogfase<br />
Het <strong>poeder</strong>, dat afhankelijk <strong>van</strong> het te drogen produkt nog 10 à 20 % vocht bevat, komt<br />
na de eerste droogfase op de bewegende band. De <strong>van</strong> polyester geweven band laat<br />
drooglucht door, terwijl het <strong>poeder</strong> op de band achter blijft.<br />
Poeder met een hoog vochtgehalte leent zich uitstekend voor agglomeraatvorming.<br />
Terwijl het <strong>poeder</strong> een poreuze laag op de band vormt, vindt nog steeds verdamping<br />
plaats.<br />
Deze tweede droogfase op de band in de eerste droogkamer is kenmerkend voor de<br />
Filtermat drooginstallatie en is een zogenaamde passagedroging. het <strong>poeder</strong> zelf beweegt<br />
niet, doch de drooglucht wordt met een vrij hoge snelheid langs de dan halfdroge<br />
<strong>poeder</strong>deeltjes geleid.<br />
Slechts 1 - 4% <strong>van</strong> de totale <strong>poeder</strong>hoeveelheid wordt door de drooglucht meegenomen<br />
en vervolgens afgescheiden met behulp <strong>van</strong> cyclonen.<br />
Het is mogelijk om met een hoge relatieve vochtigeheid <strong>van</strong> de uitgaande lucht te<br />
werken, dankzij de zeer lage <strong>poeder</strong>beladingsgraad <strong>van</strong> de uittredende drooglucht. Dit<br />
betekent een aanzienlijke betere warmte-efficiëncy <strong>van</strong> het droogproces omdat de<br />
uittredetemperatuur aanmerkelijk lager is dan bij andere drogertypen.<br />
Derde droogfase<br />
Na de tweede droogfase die, zoals vermeld, plaats vindt terwijl het <strong>poeder</strong> op de band<br />
over de bodem <strong>van</strong> de droogkamer wordt getransporteerd, komt het <strong>poeder</strong> met een<br />
vochtgehalte <strong>van</strong> ca. 12 % in een verblijfskamer, zodat het, zoasl voor sommige <strong>poeder</strong>s<br />
is vereist, zich eventueel kan stabiliseren of een door en door poreuze structuur<br />
verkrijgen.<br />
Het vochtgehalte is dan nog hoog genoeg om dit toe te laten.<br />
Het vochtgehalte is echter wel zo laag, dat er geen enkele risico voor achteruitgang <strong>van</strong><br />
de <strong>poeder</strong>kwaliteit door de dan heersende temperatuur/vocht verhouding bestaat.<br />
Vanuit de verblijfskamer wordt het <strong>poeder</strong> naar de derde droogfase (III) gevoerd waar de<br />
droging wordt beëindigd met behulp <strong>van</strong> drooglucht met een lage temperatuur.<br />
De laatste fase is tevens een koelfase waar het <strong>poeder</strong> tot de gewenste temperatuur wordt<br />
gekoeld.