Bereiding van poeder - Feed & Food
Bereiding van poeder - Feed & Food Bereiding van poeder - Feed & Food
Wat wel kan worden bereikt met een nauwkeurige in-line-meting is dat veranderingen in het vochtgehalte van het geproduceerde poeder direkt, snel en heel nauwkeurig worden gevolgd. Operators moeten met hun vakkennis, met het procesregelsysteem en met de in-linevochtinformatie de produktie op een zeker niveau houden. Het laboratorium moet met hun technieken zorgen dat het niveau overeenkomt met het niveau van de regelgevende en controlerende instantie (bedrijfsleiding, klant of Zuivelcontrole-instituut). In line vochtmeting van vrij vocht gebaseerd op REV heeft beperkte toepassingsmogelijkheden. ΔTlu = C1Δds + C2Δxp Tlu = temperatuur van de uitgaande lucht Δds = de variatie in drogestofgehalte van het concentraat. Δxp = de variatie in vochtgehalte van het poeder. C1 en C2 zijn constanten. Deze zijn verschillend per installatie en per soort produkt met de daarbij behorende procesvoering. Een densiteitsmeter meet de dichtheidsverandering van het concentraat en via een microcomputer wordt vooraf de ingestelde waarde van de uitlaattemperatuur gewijzigd, hetgeen een aanpassing van de concentraatstroom tot gevolg heeft. Deze aanpassing kan echter nooit volledig exact zijn zodat het uiteindelijke effect gecontroleerd en eventueel gecorrigeerd moet worden. Hiervoor wordt een infraroodvochtmeter toegepast. Indien het ge,eten vochtgehalte van de gewenste waarde afwijkt resulteert dit alsnog in een extra verstelling van de uitlaattemperatuur door de microcomputer.
13. TWEE FASEN DROGINGFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bij 2-traps-of 2-fasen droging vindt de droging van het concentraat in 2 trappen plaats (fig.13.1.) Fig.13.1. Schematisiche voorstelling van 2-fasen droging. Verstuivingsdrogen is relatief duur, onder meer aan energie. Men kan het rendement proberen op te voeren door verder in te dikken vóór het verstuiven en door een hogere lucht-inlaattemperatuur toe te passen. maar dan krijgt men spoedig hittebeschadiging van het produkt. Een alternatief is om het nog niet geheel droge poeder van de lucht te scheiden en buiten de toren na te drogen. Men kan dan de uitlaattemperatuur van de lucht lager kiezen en daardoor ook de inlaattemperatuur hoger maken zonder dat de hittebeschadiging toeneemt. Bovendien kan men meer concentraat per uur verstuiven (Tabel 13.1.). Men droogt het poeder na in een wervelbeddroger. Om het poeder goed te fluidiseren moet men de droger laten trillen. In een verstuivingsdroger is de aanvankelijke luchttemperatuur hoog en de verblijfsduur kort (enkele seconden). In een wevelbeddroger is de luchtinlaattemperatuur relatief laag (bijvoorbeeld 130°C), wordt weinig lucht gebruikt en is de verblijfstijd veel langer (verscheidene minuten), waardoor deze apparatuur veel geschikter is om na te drogen.
- Page 78 and 79: Het concentraat uit de indampinstal
- Page 80 and 81: Tabel 9.2. Samenstelling weiconcent
- Page 82 and 83: Literatuur. 1. Food Engineering and
- Page 84 and 85: In het algemeen is de menging van v
- Page 86 and 87: Fig.10.2.4. Rolfilter (Niro) 10.2.4
- Page 88 and 89: Deze rookgassen worden op droogluch
- Page 90 and 91: weipoeder tot 200 à 210 o C (hoger
- Page 92 and 93: Het wiel, (fig.10.2.8. en 10.2.12)
- Page 94 and 95: Fig.10.2.10. Verstuiveraggregaat va
- Page 96 and 97: Fig.10.2.13. Wiel met stroomspoelin
- Page 98 and 99: Bij drukverstuiving wordt het conce
- Page 100 and 101: Fig.10.2.16 Multi nozzle drooginsta
- Page 102 and 103: Blijft het poeder te lang in de tor
- Page 104 and 105: Fig.10.2.18. Toevoer van drooglucht
- Page 106: ♦ Er dienen voorzieningen te zijn
- Page 110 and 111: Literatuur. 1. VMT 1972, nr 17, J.G
- Page 112 and 113: Fig.11.2 Fig. 11.3. Effectieve diff
- Page 114 and 115: Om gedurende de korte nadroogtijd h
- Page 116 and 117: Tabel 11.1.b Influens of the outlet
- Page 118 and 119: Fig. 11.10. De invloed van de inten
- Page 120 and 121: Deze lijnen volgen bijna die van co
- Page 122 and 123: Stel dat lucht van 20 o C en RV=70
- Page 124 and 125: Dit evenwicht wordt in de praktijk
- Page 126 and 127: Drie ervaringen uit de praktijk 18
- Page 130 and 131: Tabel 13.1. Ondermelkconcentraat va
- Page 132 and 133: 13.1 MEER FASE DROGING A. Sproeidro
- Page 134 and 135: Een tweefasendroger levert meestal
- Page 136 and 137: Voor een goede gecontroleerde gelij
- Page 138 and 139: 13.2. Schuimdrogen. Schuimdrogen (S
- Page 140 and 141: De derde fase van de MSD komt volle
- Page 142 and 143: B. De Filtermat verstuivingsdroogin
- Page 144 and 145: De verblijftijd in deze eerste fase
- Page 146 and 147: 14. DE BEREIDING VAN INSTANT POEDER
- Page 148 and 149: Fig.14.3. De bereiding van instant
- Page 150 and 151: Bij 4 wordt een lecithine-in-botero
- Page 152 and 153: De kwaliteit van een cycloon hangt
- Page 154 and 155: Literatuur. 1. Het verstuivingsdroo
- Page 156 and 157: Tabel 16.1. Voorbeelden van de cota
- Page 158 and 159: Een belangrijke eigenschap van melk
- Page 160 and 161: c. Melkpoeder wordt op gestandaardi
- Page 162 and 163: Het gebrek ouds of lijmig wordt in
- Page 164 and 165: De effectieve Q10 van de reactie in
- Page 166 and 167: Microbieel en enzymetisch bederf ko
Wat wel kan worden bereikt met een nauwkeurige in-line-meting is dat veranderingen in<br />
het vochtgehalte <strong>van</strong> het geproduceerde <strong>poeder</strong> direkt, snel en heel nauwkeurig worden<br />
gevolgd.<br />
Operators moeten met hun vakkennis, met het procesregelsysteem en met de in-linevochtinformatie<br />
de produktie op een zeker niveau houden. Het laboratorium moet met<br />
hun technieken zorgen dat het niveau overeenkomt met het niveau <strong>van</strong> de regelgevende<br />
en controlerende instantie (bedrijfsleiding, klant of Zuivelcontrole-instituut).<br />
In line vochtmeting <strong>van</strong> vrij vocht gebaseerd op REV heeft beperkte<br />
toepassingsmogelijkheden.<br />
ΔTlu = C1Δds + C2Δxp<br />
Tlu = temperatuur <strong>van</strong> de uitgaande lucht<br />
Δds = de variatie in drogestofgehalte <strong>van</strong> het concentraat.<br />
Δxp = de variatie in vochtgehalte <strong>van</strong> het <strong>poeder</strong>.<br />
C1 en C2 zijn constanten. Deze zijn verschillend per installatie en per soort produkt met<br />
de daarbij behorende procesvoering.<br />
Een densiteitsmeter meet de dichtheidsverandering <strong>van</strong> het concentraat en via een<br />
microcomputer wordt vooraf de ingestelde waarde <strong>van</strong> de uitlaattemperatuur gewijzigd,<br />
hetgeen een aanpassing <strong>van</strong> de concentraatstroom tot gevolg heeft.<br />
Deze aanpassing kan echter nooit volledig exact zijn zodat het uiteindelijke effect<br />
gecontroleerd en eventueel gecorrigeerd moet worden. Hiervoor wordt een<br />
infraroodvochtmeter toegepast. Indien het ge,eten vochtgehalte <strong>van</strong> de gewenste waarde<br />
afwijkt resulteert dit alsnog in een extra verstelling <strong>van</strong> de uitlaattemperatuur door de<br />
microcomputer.