Bereiding van poeder - Feed & Food
Bereiding van poeder - Feed & Food Bereiding van poeder - Feed & Food
Tabel 11.1.b Influens of the outlettemperature of the drying air on whole milk powder manufactured from homogenized concentrate. Dry-matter content of the concentrate: 49,3% Viscosity of the concentrate: 200cP Homogenization level of fat in concentrate: 87% Inlet temperture of the air: 195 o C Peripheral velocity of the atomizer: 135 m/s outlet temperature of the o C 75 80 85 90 95 100 105 moisture content % 4,75 4,41 3,93 3,23 2,59 2,18 1,76 ADMI- solubility index 0,05 0,05 0,05 0,50 0,50 2,90 3,30 free-fat content 2,15 2,64 3,04 2,78 4,49 4,38 5,43 bulk density N2 penetration cm 3 /100 g mean particle density vacuole volume cm 3 /- 100 g Uit de tabellen volgt onder meer, dat naar mate het temperatuurniveau van de lucht gedurende de 2 e -droogfase hoger, ligt: • de oplosbaarheid van het poeder slechter wordt en meer indien het concentraat ook nog is gehomogeniseerd. • het vrij vetgehalte stijgt en minder indien het concentraat ook nog is gehomogeniseerd • de bulk density (het soortelijk pakgewicht in kg/l) daalt. • de gem.deeltjes dichtheid daalt. • het vacuolevolum stijgt. 11.1. Aromaretentie. Behalve water verliezen de drogende druppels ook andere vluchtige stoffen, waaronder geurstoffen (aroma). Voor de meeste melkprodukten is dit niet van groot belang, maar voor vele andere levensmiddelen wel (bijvoorbeeld ijsmixpoeders, koffiepoeders ). Het verlies aan geurstoffen kan echter erg meevallen, ondanks hun vluchtigheid. De verklaring is dat de effectieve diffusiecoëfficient van de meeste geurstoffen in de relatief droge buitenste laag veel sterker afneemt met afnemend watergehalte dan de diffusiecoëfficient van water door hun grotere molekuulgewicht. De aromaretentie (het vasthouden van geurstoffen gedurende het drogen) neemt dan ook toe met toenemende druppelgrootte (dan heeft de buitenste laag waaruit de geurstoffen wel verdwijnen een relatief kleiner volume) en met een hogere droogtemperatuur (waardoor sneller een 'korst' ontstaat). 11.2. Hittebeschadiging. 0,64 0,63 0,61 0,60 0,58 0,57 0,55 0,30 0,33 0,69 0,74 1,31 1,69 1,52 1,11 1,10 1,08 1,06 1,01 0,99 0,99 11,59 12,18 14,17 16,46 21,39 22,80 30,08 viscosity cP 680 645 700 905 1080 1250 1280
Hoge droogtemperaturen kunnen leiden tot ongewenste veranderingen in het gedroogde produkt, welke veranderingen in het algemeen pas waargenomen worden nadat het poeder weer is opgelost. Onder praktijkomstandigheden is het vooral de uitgangstemperatuur van de drooglucht die bepalend is voor hittebeschadiging, al kan de ingangstemperatuur ook enig invloed hebben. In Fig 11.10. is één en ander kwalitatief aangegeven in de grafieken: a. uitlaattemperatuur ⇔onoplosbaarheid (bijvoorbeeld de onoplosbaarheidsindex [ADMI]) b. uitlaattemperatuur ⇔ WPN-index c. uitlaattemperatuur ⇔ vacuolenvolume. Door de vele vacuolen die gevormd worden ontstaan ook meer scheurtjes in de poederdeeltjes. Een gevolg van scheurtjes is dat men een aanzienlijk deel van het vet in het poeder met een organisch oplosmiddel (petroleumether, chloroform) kan extraheren 16 . Een grafiek uitlaattemperatuur ⇔ extraheerbaar vet geeft dan eenzelfde beeld als uitlaattemperatuur ⇔ vacuolenvolume. 16 Extraheerbaar vet: men spreekt wel van het gehalte aan 'vrij vet', maar dat heeft weinig zin: verreweg het meeste extraheerbaar vet is wel degelijk aanwezig in vetbolletjes, maar die vetbolletjes grenzen aan scheurtjes, vacuolen of de buitenwand van de poederdeeltjes, waardoor ze toegankelijk worden voor het oplosmiddel.
- Page 66 and 67: øm = de volumefraktie van de gedis
- Page 68 and 69: Fig 8.2. Relatie tussen drogestofge
- Page 70 and 71: Tabel 8.2. De karakteristieken van
- Page 72 and 73: Fig.8.6. Schematische voorstelling
- Page 74 and 75: Het homogeniseren heeft tot doel de
- Page 76 and 77: Literatuur. 1. De invloed van de co
- Page 78 and 79: Het concentraat uit de indampinstal
- Page 80 and 81: Tabel 9.2. Samenstelling weiconcent
- Page 82 and 83: Literatuur. 1. Food Engineering and
- Page 84 and 85: In het algemeen is de menging van v
- Page 86 and 87: Fig.10.2.4. Rolfilter (Niro) 10.2.4
- Page 88 and 89: Deze rookgassen worden op droogluch
- Page 90 and 91: weipoeder tot 200 à 210 o C (hoger
- Page 92 and 93: Het wiel, (fig.10.2.8. en 10.2.12)
- Page 94 and 95: Fig.10.2.10. Verstuiveraggregaat va
- Page 96 and 97: Fig.10.2.13. Wiel met stroomspoelin
- Page 98 and 99: Bij drukverstuiving wordt het conce
- Page 100 and 101: Fig.10.2.16 Multi nozzle drooginsta
- Page 102 and 103: Blijft het poeder te lang in de tor
- Page 104 and 105: Fig.10.2.18. Toevoer van drooglucht
- Page 106: ♦ Er dienen voorzieningen te zijn
- Page 110 and 111: Literatuur. 1. VMT 1972, nr 17, J.G
- Page 112 and 113: Fig.11.2 Fig. 11.3. Effectieve diff
- Page 114 and 115: Om gedurende de korte nadroogtijd h
- Page 118 and 119: Fig. 11.10. De invloed van de inten
- Page 120 and 121: Deze lijnen volgen bijna die van co
- Page 122 and 123: Stel dat lucht van 20 o C en RV=70
- Page 124 and 125: Dit evenwicht wordt in de praktijk
- Page 126 and 127: Drie ervaringen uit de praktijk 18
- Page 128 and 129: Wat wel kan worden bereikt met een
- Page 130 and 131: Tabel 13.1. Ondermelkconcentraat va
- Page 132 and 133: 13.1 MEER FASE DROGING A. Sproeidro
- Page 134 and 135: Een tweefasendroger levert meestal
- Page 136 and 137: Voor een goede gecontroleerde gelij
- Page 138 and 139: 13.2. Schuimdrogen. Schuimdrogen (S
- Page 140 and 141: De derde fase van de MSD komt volle
- Page 142 and 143: B. De Filtermat verstuivingsdroogin
- Page 144 and 145: De verblijftijd in deze eerste fase
- Page 146 and 147: 14. DE BEREIDING VAN INSTANT POEDER
- Page 148 and 149: Fig.14.3. De bereiding van instant
- Page 150 and 151: Bij 4 wordt een lecithine-in-botero
- Page 152 and 153: De kwaliteit van een cycloon hangt
- Page 154 and 155: Literatuur. 1. Het verstuivingsdroo
- Page 156 and 157: Tabel 16.1. Voorbeelden van de cota
- Page 158 and 159: Een belangrijke eigenschap van melk
- Page 160 and 161: c. Melkpoeder wordt op gestandaardi
- Page 162 and 163: Het gebrek ouds of lijmig wordt in
- Page 164 and 165: De effectieve Q10 van de reactie in
Hoge droogtemperaturen kunnen leiden tot ongewenste veranderingen in het<br />
gedroogde produkt, welke veranderingen in het algemeen pas waargenomen worden<br />
nadat het <strong>poeder</strong> weer is opgelost.<br />
Onder praktijkomstandigheden is het vooral de uitgangstemperatuur <strong>van</strong> de<br />
drooglucht die bepalend is voor hittebeschadiging, al kan de ingangstemperatuur ook<br />
enig invloed hebben.<br />
In Fig 11.10. is één en ander kwalitatief aangegeven in de grafieken:<br />
a. uitlaattemperatuur ⇔onoplosbaarheid (bijvoorbeeld de onoplosbaarheidsindex<br />
[ADMI])<br />
b. uitlaattemperatuur ⇔ WPN-index<br />
c. uitlaattemperatuur ⇔ vacuolenvolume. Door de vele vacuolen die gevormd<br />
worden ontstaan ook meer scheurtjes in de <strong>poeder</strong>deeltjes. Een gevolg <strong>van</strong><br />
scheurtjes is dat men een aanzienlijk deel <strong>van</strong> het vet in het <strong>poeder</strong> met een<br />
organisch oplosmiddel (petroleumether, chloroform) kan extraheren 16 . Een<br />
grafiek uitlaattemperatuur ⇔ extraheerbaar vet geeft dan eenzelfde beeld als<br />
uitlaattemperatuur ⇔ vacuolenvolume.<br />
16 Extraheerbaar vet: men spreekt wel <strong>van</strong> het gehalte aan 'vrij vet', maar dat heeft<br />
weinig zin: verreweg het meeste extraheerbaar vet is wel degelijk aanwezig in<br />
vetbolletjes, maar die vetbolletjes grenzen aan scheurtjes, vacuolen of de buitenwand<br />
<strong>van</strong> de <strong>poeder</strong>deeltjes, waardoor ze toegankelijk worden voor het oplosmiddel.