Bereiding van poeder - Feed & Food
Bereiding van poeder - Feed & Food Bereiding van poeder - Feed & Food
Blijft het poeder te lang in de toren, dan treedt bruinkleuring op en wordt afwijkend van kwaliteit. Voor de afvoer van het poeder vindt men 2 mogelijkheden: • gezamenlijke lucht-en poederafvoer. • gescheiden lucht-en poederafvoer. Bij de gezamenlijke afvoer verlaat alle lucht en poeder door één afvoer de toren (fig.10.2.1). Bij gescheiden afvoer wordt de grootste hoeveelheid poeder, het zwaardere kamerpoeder ( ≈ 80 % van het totaal) onder uit de toren afgevoerd, terwijl de lucht met kleinere, lichte, deeltjes (de fines) op een andere plaats de toren verlaat (10.2.17). Dit laatste heeft het voordeel, dat men de hoofdcyclonen nauwkeurig op het afscheiden van licht poeder kan dimensioneren. Het eerste is constructief iets éénvoudiger. Bij gescheiden afvoer en 1-fasedroging worden de fines weer bij het kamerpoeder gevoegd. De drooglucht wordt meestal centraal door een opening in het midden van het dak in de toren gevoerd. Door toepassing van een zg slakkenhuis kan de lucht spiraalsgewijze naar deze opening in het dak worden geleid, waardoor een draaiende beweging (spiral flow) van de lucht ontstaat (fig.10.2.21.) Bij andere installaties, met een centrale toevoer bovenin, gaat de lucht recht naar beneden (fig.10.2.22.). In de luchttoevoer zijn vaak nog speciale verstelbare luchtverdelers, bv schoepen, aangebracht, die de lucht een draaiende beweging geven of koncentrische ringen, die een rechtlijnige beweging bevorderen. Bij toepassing van drukverstuiving kan elke nozzle zijn eigen luchttoevoer hebben. Ook kunnen 3 of 4 nozzles in één luchttoevoerkanaal zijn geplaatst en dan is zg primaire agglomeratie mogelijk (fig.10.2.18.)
Fig.10.2.17. NIRO-drooginstallatie met gescheiden afvoer van poeder en lucht. 1. Droogkamer met konische bodem. 2. Wielverstuiver. Hete luchtstraat: 3. filterkast. 4. persventilator 5. gasgestookte semi direkte luchtverhitter 6. leiding voor hete drooglucht. 7. Hoofdcyclonen. 8. Zuigventilator. 9. Vloeibedtransporteur, ca 80 % van het poeder, de grovere en zwaardere poederdeeltjes, valt op de konisch en wordt hier met een vloeibedtransporteur (9) uit de kamer gevoerd. 10. Filter en ventilator voor voor vloeibedtransporteur. 11. Transport-koelleiding 12. Filterkast voor het reinigen van de transport-koellucht. 13. Eindcycloon met poederzeef.
- Page 52 and 53: 6.3. xxx Factoren die de efficiënt
- Page 54 and 55: Literatuur. 1. Food Engineering and
- Page 56 and 57: Een nadeel bij grote installaties (
- Page 58 and 59: 7.1. Reiniging De gebruikelijke rei
- Page 60 and 61: 7.2. Enkele installaties. Fig. 7.3.
- Page 62 and 63: Fig. 7.11 Finiseur. Wanneer het con
- Page 64 and 65: 8. EIGENSCHAPPEN EN VOORBEHANDELING
- Page 66 and 67: øm = de volumefraktie van de gedis
- Page 68 and 69: Fig 8.2. Relatie tussen drogestofge
- Page 70 and 71: Tabel 8.2. De karakteristieken van
- Page 72 and 73: Fig.8.6. Schematische voorstelling
- Page 74 and 75: Het homogeniseren heeft tot doel de
- Page 76 and 77: Literatuur. 1. De invloed van de co
- Page 78 and 79: Het concentraat uit de indampinstal
- Page 80 and 81: Tabel 9.2. Samenstelling weiconcent
- Page 82 and 83: Literatuur. 1. Food Engineering and
- Page 84 and 85: In het algemeen is de menging van v
- Page 86 and 87: Fig.10.2.4. Rolfilter (Niro) 10.2.4
- Page 88 and 89: Deze rookgassen worden op droogluch
- Page 90 and 91: weipoeder tot 200 à 210 o C (hoger
- Page 92 and 93: Het wiel, (fig.10.2.8. en 10.2.12)
- Page 94 and 95: Fig.10.2.10. Verstuiveraggregaat va
- Page 96 and 97: Fig.10.2.13. Wiel met stroomspoelin
- Page 98 and 99: Bij drukverstuiving wordt het conce
- Page 100 and 101: Fig.10.2.16 Multi nozzle drooginsta
- Page 104 and 105: Fig.10.2.18. Toevoer van drooglucht
- Page 106: ♦ Er dienen voorzieningen te zijn
- Page 110 and 111: Literatuur. 1. VMT 1972, nr 17, J.G
- Page 112 and 113: Fig.11.2 Fig. 11.3. Effectieve diff
- Page 114 and 115: Om gedurende de korte nadroogtijd h
- Page 116 and 117: Tabel 11.1.b Influens of the outlet
- Page 118 and 119: Fig. 11.10. De invloed van de inten
- Page 120 and 121: Deze lijnen volgen bijna die van co
- Page 122 and 123: Stel dat lucht van 20 o C en RV=70
- Page 124 and 125: Dit evenwicht wordt in de praktijk
- Page 126 and 127: Drie ervaringen uit de praktijk 18
- Page 128 and 129: Wat wel kan worden bereikt met een
- Page 130 and 131: Tabel 13.1. Ondermelkconcentraat va
- Page 132 and 133: 13.1 MEER FASE DROGING A. Sproeidro
- Page 134 and 135: Een tweefasendroger levert meestal
- Page 136 and 137: Voor een goede gecontroleerde gelij
- Page 138 and 139: 13.2. Schuimdrogen. Schuimdrogen (S
- Page 140 and 141: De derde fase van de MSD komt volle
- Page 142 and 143: B. De Filtermat verstuivingsdroogin
- Page 144 and 145: De verblijftijd in deze eerste fase
- Page 146 and 147: 14. DE BEREIDING VAN INSTANT POEDER
- Page 148 and 149: Fig.14.3. De bereiding van instant
- Page 150 and 151: Bij 4 wordt een lecithine-in-botero
Blijft het <strong>poeder</strong> te lang in de toren, dan treedt bruinkleuring op en wordt afwijkend <strong>van</strong><br />
kwaliteit.<br />
Voor de afvoer <strong>van</strong> het <strong>poeder</strong> vindt men 2 mogelijkheden:<br />
• gezamenlijke lucht-en <strong>poeder</strong>afvoer.<br />
• gescheiden lucht-en <strong>poeder</strong>afvoer.<br />
Bij de gezamenlijke afvoer verlaat alle lucht en <strong>poeder</strong> door één afvoer de toren<br />
(fig.10.2.1).<br />
Bij gescheiden afvoer wordt de grootste hoeveelheid <strong>poeder</strong>, het zwaardere kamer<strong>poeder</strong><br />
( ≈ 80 % <strong>van</strong> het totaal) onder uit de toren afgevoerd, terwijl de lucht met kleinere, lichte,<br />
deeltjes (de fines) op een andere plaats de toren verlaat (10.2.17).<br />
Dit laatste heeft het voordeel, dat men de hoofdcyclonen nauwkeurig op het afscheiden<br />
<strong>van</strong> licht <strong>poeder</strong> kan dimensioneren.<br />
Het eerste is constructief iets éénvoudiger.<br />
Bij gescheiden afvoer en 1-fasedroging worden de fines weer bij het kamer<strong>poeder</strong><br />
gevoegd.<br />
De drooglucht wordt meestal centraal door een opening in het midden <strong>van</strong> het dak in de<br />
toren gevoerd.<br />
Door toepassing <strong>van</strong> een zg slakkenhuis kan de lucht spiraalsgewijze naar deze opening<br />
in het dak worden geleid, waardoor een draaiende beweging (spiral flow) <strong>van</strong> de lucht<br />
ontstaat (fig.10.2.21.)<br />
Bij andere installaties, met een centrale toevoer bovenin, gaat de lucht recht naar<br />
beneden (fig.10.2.22.).<br />
In de luchttoevoer zijn vaak nog speciale verstelbare luchtverdelers, bv schoepen,<br />
aangebracht, die de lucht een draaiende beweging geven of koncentrische ringen, die een<br />
rechtlijnige beweging bevorderen.<br />
Bij toepassing <strong>van</strong> drukverstuiving kan elke nozzle zijn eigen luchttoevoer hebben. Ook<br />
kunnen 3 of 4 nozzles in één luchttoevoerkanaal zijn geplaatst en dan is zg primaire<br />
agglomeratie mogelijk (fig.10.2.18.)