Erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende - Robben ...

Erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende - Robben ... Erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende - Robben ...

robbenadvocaten.be
from robbenadvocaten.be More from this publisher
03.09.2013 Views

Erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende Sedert 18 mei 2007 beschikt de langstlevende wettelijk samenwonende over een erfrecht, hetgeen bestaat uit een vruchtgebruik op de gezinswoning of een recht op de huur hiervan. Hieronder worden enkele belangrijke principes van deze nieuwe wetgeving uiteengezet. Bij wet van 28 maart 2007, die in werking trad op 18 mei 2007, verkreeg de langstlevende wettelijk samenwonende een erfrecht. Het betreft enkel een erfrecht voor samenwonenden die kozen voor de wettelijke samenwoning. Personen die louter feitelijk samenwonen vallen niet onder de nieuwe wettelijke regeling. Daarnaast sloot de wetgever de langstlevende wettelijk samenwonende uit die tevens een afstammeling is van de eerststervende. De wet voerde een artikel 745 octies in in het Burgerlijke Wetboek. Dit artikel geeft de langstlevende wettelijk samenwonende het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin aanwezige huisraad. Indien deze woning wordt gehuurd verkrijgt de langstlevende wettelijk samenwonende het recht op de huur van het onroerende goed dat het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende bij het openvallen van de nalatenschap en het vruchtgebruik van het daarin aanwezige huisraad. Iedere blote eigenaar, zijnde iedere erfgenaam die de blote eigendom verkrijgt van het betreffende onroerend goed, kan eisen dat een boedelbeschrijving van het huisraad en een staat van gemeenschappelijke verblijfplaats wordt opgemaakt. Dit geeft de blote eigenaar een bepaalde zekerheid over de omvang van het vruchtgebruik. Deze extra zekerheid is noodzakelijk omdat de langstlevende wettelijk samenwonende van rechtswege bezit neemt van de goederen die van de nalatenschap afhangen zonder aan enige formaliteit te zijn onderworpen, zodat deze niet verplicht is enige boedelbeschrijving van de roerende goederen of staat van onroerende goederen op te maken. De artikelen 745 quater tot 745 septies zijn van toepassing, hetgeen vooral van belang is voor de mogelijkheid tot omzetting van het vruchtgebruik in volle eigendom, in een geldsom of in een gewaarborgde en geïndexeerde rente. Deze omzetting betreft niet enkel het vruchtgebruik verkregen bij wet wegens overlijden of bij testament, maar ook het vruchtgebruik verkregen ingevolge een huwelijkscontract of samenlevingscontract en ingevolge contractuele erfstelling. Normaal gezien kan de omzetting van het vruchtgebruik niet worden opgelegd aan de langstlevende wettelijk samenwonende zonder diens akkoord. Een uitzondering hierop betreft de situatie waarin de langstlevende wettelijk samenwonende opkomt met kinderen van de eerststervende uit een vorige relatie. Het betreffen niet enkele kinderen uit een vorig huwelijk of uit een vorige wettelijke samenwoning, doch alle kinderen die verwekt werden voor de wettelijke samenwoning. Deze kinderen hebben een recht tot omzetting van het vruchtgebruik, hetgeen inhoudt dat de langstlevende wettelijk samenwonende niet akkoord dient te gaan met de omzetting. Bij dergelijke omzetting wordt de langstlevende wettelijk samenwonende geacht ten minste 20 jaar ouder te zijn dan de oudste afstammeling van de eerststervende uit een vorige relatie. Dit kan een duidelijke impact hebben op de waardering van het vruchtgebruik.

<strong>Erfrecht</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong><br />

Se<strong>de</strong>rt 18 mei 2007 beschikt <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> over een erfrecht,<br />

hetgeen bestaat uit een vruchtgebruik op <strong>de</strong> gezinswoning of een recht op <strong>de</strong> huur hier<strong>van</strong>.<br />

Hieron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n enkele belangrijke principes <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze nieuwe wetgeving uiteengezet.<br />

Bij wet <strong>van</strong> 28 maart 2007, die in werking trad op 18 mei 2007, verkreeg <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong><br />

<strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> een erfrecht.<br />

Het betreft enkel een erfrecht voor samenwonen<strong>de</strong>n die kozen voor <strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong>e<br />

samenwoning. Personen die louter feitelijk samenwonen vallen niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nieuwe<br />

<strong>wettelijk</strong>e regeling.<br />

Daarnaast sloot <strong>de</strong> wetgever <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> uit die tevens een<br />

afstammeling is <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerststerven<strong>de</strong>.<br />

De wet voer<strong>de</strong> een artikel 745 octies in in het Burgerlijke Wetboek. Dit artikel geeft <strong>de</strong><br />

langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> het vruchtgebruik <strong>van</strong> het onroerend goed dat tij<strong>de</strong>ns<br />

het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats dien<strong>de</strong> en <strong>van</strong> het daarin<br />

aanwezige huisraad.<br />

Indien <strong>de</strong>ze woning wordt gehuurd verkrijgt <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> het<br />

recht op <strong>de</strong> huur <strong>van</strong> het onroeren<strong>de</strong> goed dat het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats<br />

dien<strong>de</strong> bij het openvallen <strong>van</strong> <strong>de</strong> nalatenschap en het vruchtgebruik <strong>van</strong> het daarin aanwezige<br />

huisraad.<br />

Ie<strong>de</strong>re blote eigenaar, zijn<strong>de</strong> ie<strong>de</strong>re erfgenaam die <strong>de</strong> blote eigendom verkrijgt <strong>van</strong> het<br />

betreffen<strong>de</strong> onroerend goed, kan eisen dat een boe<strong>de</strong>lbeschrijving <strong>van</strong> het huisraad en een<br />

staat <strong>van</strong> gemeenschappelijke verblijfplaats wordt opgemaakt.<br />

Dit geeft <strong>de</strong> blote eigenaar een bepaal<strong>de</strong> zekerheid over <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het vruchtgebruik.<br />

Deze extra zekerheid is noodzakelijk omdat <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

rechtswege bezit neemt <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren die <strong>van</strong> <strong>de</strong> nalatenschap afhangen zon<strong>de</strong>r aan enige<br />

formaliteit te zijn on<strong>de</strong>rworpen, zodat <strong>de</strong>ze niet verplicht is enige boe<strong>de</strong>lbeschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

roeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren of staat <strong>van</strong> onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren op te maken.<br />

De artikelen 745 quater tot 745 septies zijn <strong>van</strong> toepassing, hetgeen vooral <strong>van</strong> belang is voor<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid tot omzetting <strong>van</strong> het vruchtgebruik in volle eigendom, in een geldsom of in<br />

een gewaarborg<strong>de</strong> en geïn<strong>de</strong>xeer<strong>de</strong> rente.<br />

Deze omzetting betreft niet enkel het vruchtgebruik verkregen bij wet wegens overlij<strong>de</strong>n of bij<br />

testament, maar ook het vruchtgebruik verkregen ingevolge een huwelijkscontract of<br />

samenlevingscontract en ingevolge contractuele erfstelling.<br />

Normaal gezien kan <strong>de</strong> omzetting <strong>van</strong> het vruchtgebruik niet wor<strong>de</strong>n opgelegd aan <strong>de</strong><br />

langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r diens akkoord.<br />

Een uitzon<strong>de</strong>ring hierop betreft <strong>de</strong> situatie waarin <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong><br />

opkomt met kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerststerven<strong>de</strong> uit een vorige relatie.<br />

Het betreffen niet enkele kin<strong>de</strong>ren uit een vorig huwelijk of uit een vorige <strong>wettelijk</strong>e<br />

samenwoning, doch alle kin<strong>de</strong>ren die verwekt wer<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong>e samenwoning.<br />

Deze kin<strong>de</strong>ren hebben een recht tot omzetting <strong>van</strong> het vruchtgebruik, hetgeen inhoudt dat <strong>de</strong><br />

langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> niet akkoord dient te gaan met <strong>de</strong> omzetting.<br />

Bij <strong>de</strong>rgelijke omzetting wordt <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> geacht ten minste<br />

20 jaar ou<strong>de</strong>r te zijn dan <strong>de</strong> oudste afstammeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerststerven<strong>de</strong> uit een vorige relatie.<br />

Dit kan een dui<strong>de</strong>lijke impact hebben op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het vruchtgebruik.


Het recht tot omzetting <strong>van</strong> afstammelingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerststerven<strong>de</strong> uit een vorige relatie is<br />

echter niet reservatair. Dit wil zeggen dat dit recht hen kan wor<strong>de</strong>n ontnomen of kan wor<strong>de</strong>n<br />

gemoduleerd bij testament <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerststerven<strong>de</strong>.<br />

Indien <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> woning gehuurd wordt zal <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> het<br />

recht tot huur verkrijgen.<br />

Dit heeft tot gevolg dat <strong>de</strong> overige erfgenamen <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerststerven<strong>de</strong> geen rechten hebben die<br />

verbon<strong>de</strong>n zijn aan het huurcontract, maar ook niet <strong>de</strong> verplichtingen er<strong>van</strong> dienen te dragen.<br />

De erfgenamen kunnen bijgevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> eisen dat<br />

<strong>de</strong>ze <strong>de</strong> huurwaarborg dient te betalen, zodat <strong>de</strong> huurwaarborg <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerststerven<strong>de</strong> vrijkomt<br />

ten voor<strong>de</strong>le <strong>van</strong> <strong>de</strong> nalatenschap.<br />

Indien <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> voor het overlij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerststerven<strong>de</strong><br />

giften heeft ont<strong>van</strong>gen kunnen zich twee on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n situaties voordoen.<br />

Ten eerste kan <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> samen met afstammelingen<br />

opkomen. De langstleven<strong>de</strong> dient dan <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gen giften niet in <strong>de</strong> brengen in <strong>de</strong><br />

nalatenschap, tenzij <strong>de</strong>ze giften het beschikbaar <strong>de</strong>el overschrij<strong>de</strong>n.<br />

Ten twee<strong>de</strong> kan <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> samen met ascen<strong>de</strong>nten (erfgenamen in <strong>de</strong> opgaan<strong>de</strong> lijn)<br />

opkomen, waarbij <strong>de</strong> wet dui<strong>de</strong>lijk voorziet dat er geen enkele inbreng dient te gebeuren door<br />

<strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong>, zelfs niet wanneer het beschikbaar <strong>de</strong>el overschre<strong>de</strong>n werd.<br />

Als tegenpool <strong>van</strong> <strong>de</strong> erfrechten die <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> verkrijgt,<br />

wor<strong>de</strong>n een aantal verplichtingen voor <strong>de</strong>ze langstleven<strong>de</strong> ingelast.<br />

De langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong> krijgt namelijk <strong>de</strong> verplichting om bij te dragen in<br />

<strong>de</strong> huisvesting, het on<strong>de</strong>rhoud, <strong>de</strong> opvoeding en passen<strong>de</strong> opleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

eerststerven<strong>de</strong> waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> geen ou<strong>de</strong>r is, en dit binnen <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> het<br />

verkregen vruchtgebruik en <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gen giften.<br />

De ascen<strong>de</strong>nten, die behoeftig zijn op het ogenblik <strong>van</strong> het overlij<strong>de</strong>n, hebben, in geval <strong>de</strong><br />

eerststerven<strong>de</strong> geen nakomelingen achterlaat, een vor<strong>de</strong>ring tot levenson<strong>de</strong>rhoud op <strong>de</strong><br />

nalatenschap ten belope <strong>van</strong> <strong>de</strong> erfrechten die zij verliezen ten gevolge <strong>van</strong> giften aan <strong>de</strong><br />

langstleven<strong>de</strong> <strong>wettelijk</strong> samenwonen<strong>de</strong>.<br />

Er dient opgemerkt te wor<strong>de</strong>n dat dit erfrecht toch onzeker blijft.<br />

Het is namelijk <strong>van</strong> zeer groot belang dat het geen reservatair erfrecht betreft, zodat het aan <strong>de</strong><br />

langstleven<strong>de</strong> kan wor<strong>de</strong>n ontnomen. De eerststerven<strong>de</strong> kan dit erfrecht niet enkel expliciet<br />

aan <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> ontnemen in een testament, doch kan dit ook impliciet ontnemen door<br />

het vruchtgebruik bijvoorbeeld te legateren aan een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />

Bovendien kan een <strong>wettelijk</strong>e samenwoning zeer makkelijk wor<strong>de</strong>n beëindigd door mid<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> een schriftelijke verklaring <strong>van</strong> beëindiging die tegen ont<strong>van</strong>gstbewijs aan <strong>de</strong> ambtenaar<br />

<strong>van</strong> burgerlijke stand wordt overhandigd. Het kan zowel gaan om een verklaring die uitgaat<br />

<strong>van</strong> bei<strong>de</strong> partijen als om een eenzijdige verklaring <strong>van</strong> één partij.<br />

Om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>nen kan het toch aangewezen zijn om bij <strong>de</strong> aankoop <strong>van</strong> een woning te opteren<br />

voor een tontine-beding, hetgeen onherroepelijk is en dus meer zekerheid biedt. Bovendien<br />

kan een tontine zowel <strong>de</strong> volle eigendom betreffen als enkel het vruchtgebruik.<br />

© Ann Menschaert

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!