03.09.2013 Views

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

M o r e l e w e g w i j z e r s<br />

vat onze lichamen, ons persoon zijn … en onze omgeving die we trachten samen te weven<br />

tot een complex, het leven ondersteunend web 41” (Tronto, 1993). Zorgen is een<br />

proces waarin vier fasen - of: dimensies (Manschot, 1994) - onderscheiden kunnen<br />

worden, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ten eerste caring about: betrokken<br />

zijn op/oog hebben voor situaties waar zorg nodig is. Deze ‘basis-dispositie’ waarin<br />

betrokkenheid het ethische element is wordt in alle zorg verondersteld. Ten tweede<br />

taking care of: ervoor zorgen dat zorg geboden wordt. Dit betekent niet perse het verlenen<br />

van zorg, maar heeft te maken met het nemen van verantwoordelijkheid – dat is<br />

in deze fase het ethische element - voor de zorg die nodig is en het scheppen van de<br />

voorwaarden daarvoor. Ten derde care-giving: de activiteit van het directe zorgen, de<br />

uitvoering; zowel professioneel als niet-professioneel. Het ethische element is hier<br />

competentie: de zorg moet deskundig gegeven worden. Ten vierde care-receiving: het<br />

ontvangen van de zorg. In deze dimensie is het ethische element gelegen in de responsiviteit<br />

(of wederkerigheid): is de geboden zorg het juiste antwoord op de zorgvraag,<br />

hoe reageert de zorgontvanger op de geboden zorg. Deze vier fasen van het zorgen, inclusief<br />

de ethische elementen, zijn ook aanwezig in de hulpverlening aan jonge moeders.<br />

9.1.5 INSTINCTIEVE MORAA L<br />

Werd in de afgelopen eeuwen in het Westerse denken moraal beschouwd als het element<br />

bij uitstek dat mensen van dieren onderscheidt (mensen kunnen nadenken over<br />

hun handelen en weloverwogen beslissen om iets wel of niet te doen); in de afgelopen<br />

jaren wordt echter op grond van biologisch en (neuro)psychologisch onderzoek steeds<br />

vaker beweerd dat moraal “in grote mate het gevolg [is] van biologische, automatische<br />

en emotionele processen” (Verplaetse, 2008, p. 5). In de loop van de evolutie heeft de<br />

noodzaak om te (over)leven in ons lichaam en onze hersens ‘bouwstenen’ aangelegd<br />

voor moreel handelen. Zo beschouwd is moraal in ieder mens, onbewust, voorrationeel,<br />

aanwezig. Sommige auteurs hebben het zelfs over moraal als ‘zesde zintuig’<br />

(Pinker, 2008). Afhankelijk van de situatie hebben zich verschillende soorten morele<br />

instincten ontwikkeld in de mens; per situatie zal een ander instinct de overhand hebben.<br />

Verplaetse spreekt in dit verband met opzet over moraal, om deze te onderscheiden<br />

van de meer beredeneerde en rationele vormen van ‘ethiek’ die hierboven beschreven<br />

zijn. Ten eerste is er de ‘hechtingsmoraal’, die het handelen met mensen<br />

waarmee we ons verbonden voelen regelt. Deze remt agressie af en zorgt ervoor dat<br />

iemand die weerloos en afhankelijk is aandacht krijgt. Ten tweede kunnen we de ‘geweldmoraal’<br />

herkennen in het handelen van mensen. Deze lijkt het tegenovergestelde<br />

van de hechtingsmoraal, maar heeft hetzelfde doel: overleven in moeilijke situaties. Als<br />

jij de ander niet bedreigt, bedreigt de ander jou. Het gaat hierbij ook om het overwinnen<br />

van angsten door gewelddadigheid. Ten derde is er de ‘reinigingsmoraal’, die goed<br />

en kwaad verbindt met gevoelens van reinheid en besmetting. Het zou kunnen dat deze<br />

moraal voortkomt uit een biologisch systeem dat levende wezens alarmeert wanneer<br />

we in aanraking komen met schadelijke stoffen. Tenslotte is er, als vierde vorm van<br />

moreel instinct, de samenwerkingsmoraal. Deze heeft te maken met het kunnen bereiken<br />

van zaken die iemand alleen nooit voor elkaar zou brengen. Een gevolg hiervan is<br />

de (morele) verontwaardiging over mensen die samenwerking bedreigen of ervan willen<br />

profiteren zonder zelf een bijdrage te leveren (Verplaetse, 2008).<br />

41 Vertaling van Manschot (1994, p. 105).<br />

Een aantal cases uitgelicht 99

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!