MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
M o r e l e w e g w i j z e r s<br />
[...] maar het is wel wat je zegt, het gaat continu op gevoel. Dat is wel waar ik tegenaan<br />
loop. Ik begeleid een stagiaire en dit gesprek heb ik vorige week met<br />
haar gehad over: je bent je eigen instrument en je bent, het is op gevoel en op<br />
fingerspitzengefühl en zij heeft dat niet in zich en daar loop ik gigantisch tegenaan<br />
dat ik denk: helemaal geen feeling voor dit werk en hoe ga je met zo iemand<br />
om die dat niet heeft. (Respondent F)<br />
Daarbij lijkt het in het voordeel van hulpverleners te werken als zij zelf een duidelijk<br />
referentiekader hebben. Dit komt naar voren uit enkele citaten van de hulpverleners<br />
(zie bijvoorbeeld hieronder de uitspraak van respondent D), maar eerder is er ook al<br />
aan gerefereerd dat de respondenten die zelden tot nooit dilemma’s ervaren, mogelijk<br />
sterke referentiekaders hebben (zie §4.2.2).<br />
En een aangeboren gevoel van, dat hebben veel mensen, maar wat is goed en<br />
wat is niet goed. Dat ook heel duidelijk hebben voor jezelf. Wat vind ik zelf goed<br />
en wat vind ik niet goed? Dus zelf ook wel moreel onderligger zijn. (Respondent<br />
D)<br />
Onder de competentie intuïtie wordt dus vooral verstaan dat je als hulpverlener in<br />
staat bent om je een moreel én technisch-instrumenteel, juist oordeel te vormen over<br />
een situatie.<br />
Voor het omgaan met de morele dimensie is deze competentie van groot belang. Allereerst<br />
omdat deze intuïtie behulpzaam kan zijn bij het opmerken van morele vragen.<br />
Ten tweede omdat de hulpverleners hun eigen moreel kader – het “moreel onderligger<br />
zijn” – zo behulpzaam vinden in het werk. Het gaat hier echter vaak om subjectieve kaders,<br />
waarbij je vragen kunt stellen als: Hoe kun je hulpverleners behulpzaam zijn in<br />
het ontwikkelen van een moreel gevoel en een sterk referentiekader? Hierop komen we<br />
in de “Aanbevelingen en discussiepunten” uitgebreider terug.<br />
Signaleren<br />
Een competentie die meer impliciet aan bod komt in de interviews, is het signaleren. De<br />
respondenten beschrijven dat zij continu attent zijn op signalen van de cliënt die indiceren<br />
of het goed of minder goed met ze gaat, die misschien een impliciete hulpvraag<br />
bevatten, of die aangeven hoe een cliënt in de hulpverlening staat.<br />
Ik denk altijd, ik ben nooit... Zo'n ochtend is ook slopend hoor. Ik vind het leuk<br />
om te doen, maar ik merk: alles is open bij mij. Alle voelsprieten. Alles komt bij<br />
mij binnen en dan ook van 10, 11 meiden tegelijkertijd. Ik merk gewoon... Ik<br />
vind het heel erg leuk om te doen en het is ook een hele leuke ochtend, en je ziet<br />
ook de meiden vooruit gaan, maar 's avonds ben ik wel... Ik ben 120% aanwezig.<br />
Alles, ik pik alles op. Ook de baby. Het zijn heel veel indrukken zeg maar. (Respondent<br />
B)<br />
Dit signaleren lijkt vooral een belangrijke competentie als het gaat om de vraag ‘ingrijpen<br />
of niet?’ en speelt een grote rol in het schipperen dat eerder (zie §5.2.3) is beschreven.<br />
Het heeft dus relevantie voor het omgaan met de morele dimensie, omdat het helpt<br />
om bij bepaalde morele kwesties – die van doen hebben met ingrijpen of niet – een<br />
middenweg te vinden.<br />
Reflectievermogen<br />
Bij reflectievermogen gaat het er om dat hulpverleners hun denken en handelen niet<br />
voor vanzelfsprekend aannemen en er zich van bewust zijn dat er andere opvattingen<br />
Moreel handelen 59