MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
M o r e l e w e g w i j z e r s<br />
en normen, van de cliënt, maar ook vanuit de Nederlandse samenleving. (Respondent<br />
B)<br />
8 respondenten merken op dat er sprake is van een zekere eenheid binnen de organisatie,<br />
of de afdeling/ het team waar zij werkzaam zijn. Deze eenheid komt op verschillende<br />
manieren tot stand. Enkele organisaties, zoals de FIOM, organiseren themabijeenkomsten<br />
waarin ook ethiek een belangrijk onderwerp is. Te denken valt aan thema’s<br />
als:<br />
Hoe voer je besluitvormingsgesprekken? Er wordt dan bijvoorbeeld besproken<br />
hoe de hulpverlener tegenover abortus of adoptie staat en hoe hij of zij daarmee<br />
om kan gaan in het hulpverleningscontact.<br />
Hoe sta je tegenover jong moederschap?<br />
Hoe ga je om met het thema veiligheid (ook van de hulpverlener)?<br />
De aandacht voor ethiek blijkt er uit dat er niet alleen ingegaan wordt op de technischinstrumentele<br />
kant van deze vragen – gesprekstechnieken bijvoorbeeld – maar dat ook<br />
de eigen normen en waarden van de hulpverlener aan bod komen. Dit is dus een expliciete<br />
manier om vorm te geven aan een moreel referentiekader.<br />
Daarnaast vindt er binnen alle organisaties veel onderling overleg plaats in de vorm<br />
van casusbesprekingen, teambijeenkomsten, intervisiebijeenkomsten, tijdens de overdracht,<br />
en tijdens informeel overleg. De hulpverleners in dit onderzoek vertellen dat<br />
door de samenwerking en het overleg met collega’s duidelijk wordt of je op één lijn zit.<br />
Het overleg biedt ook de mogelijkheid om werkwijzen op elkaar af te stemmen. Hiermee<br />
wordt op een impliciete manier vorm gegeven aan een moreel referentiekader.<br />
Het gezamenlijk referentiekader waar de hulpverleners aan refereren, wordt ook in<br />
stand gehouden door een selectieproces. De geïnterviewde hulpverleners noemen<br />
voorbeelden van collega’s die er heel andere waarden en normen op nahielden, en die<br />
na verloop van tijd toch ergens anders gingen werken. In de interviews en bijeenkomsten<br />
met de leidinggevenden wordt er op gewezen dat zij ook aandacht besteden aan<br />
normen en waarden van de sollicitant in sollicitatieprocedures (zie ook §7.4). Gelijkgestemden<br />
vinden elkaar dus in de organisaties en teams waar ze werkzaam zijn.<br />
Je hebt natuurlijk je eigen normen en waarden, en omdat ik veel met mijn collega's<br />
samenwerk weet je: we zitten op één lijn. Een aantal dingen bespreken<br />
wij niet, maar we weten gewoon van elkaar dat we op dezelfde lijn zitten, dus<br />
eigenlijk is er bij ons geen issue over bepaalde dingen, zijn we het vaak gewoon<br />
met elkaar eens. Alleen je moet natuurlijk bepaalde dingen bespreken met elkaar,<br />
van hoe kijk jij er tegenaan, wil je even meedenken, mee beslissen of wat<br />
dan ook, of wil jij het gesprek voeren. [...] Soms kijken we: misschien kan jij met<br />
haar gaan praten in plaats van dat ik dat doe, want ik ben al wat ouder, ik heb al<br />
kinderen in die leeftijd, dus misschien zien ze mij te veel als tante of als mama,<br />
en dat is niet wat je wil natuurlijk. Dus dan ga je met elkaar overleggen hoe ga<br />
je dat aanpakken, maar qua normen en waarden zitten we gewoon, bijna met<br />
alles, 99% wel op één lijn, dus dat is geen issue eigenlijk. (Respondent H)<br />
Ondanks het feit dat er in organisaties en teams een eigen werkcultuur ontstaat, signaleren<br />
de respondenten echter dat er wel degelijk onderlinge verschillen zijn in de wijze<br />
waarop zij werken en met de morele dimensie omgaan. Het feit dat je met gelijkge-<br />
Moreel handelen 45