MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De morele dimensie<br />
32<br />
M o r e l e w e g w i j z e r s<br />
Een morele spanning: als verschillende opvattingen botsen, maar een oplossing<br />
tot de reële mogelijkheden behoort.<br />
Een moreel conflict: dat zich tussen de bovengenoemde botsingen bevindt, omdat<br />
een redelijke oplossing na veel overleg gevonden kan worden.<br />
In deze driedeling wordt echter alleen een onderscheid gemaakt naar handelingsverlegenheid:<br />
hoe groter deze verlegenheid, hoe groter het ‘dilemmagehalte’ van een morele<br />
vraag. In onderstaande voegen wij hier echter twee kenmerken toe aan: 1) morele<br />
spanningen, kwesties en dilemma’s worden gekenmerkt door complexiteit en 2) morele<br />
spanningen en kwesties hebben, in tegenstelling tot dilemma’s, geen vast momentum.<br />
4.2.3 FORME LE KENMERKEN<br />
In het onderstaande lichten wij toe wat we bedoelen met de complexiteit van morele<br />
spanningen, kwesties en dilemma’s, en het gebrek aan ‘momentum’ van spanningen en<br />
kwesties.<br />
Complexiteit<br />
Traditionele definities van morele dilemma’s, zoals genoemd in voorgaande paragraaf,<br />
vertrekken vaak vanuit het uitgangspunt dat er twee waarden of handelingsopties tegenover<br />
elkaar staan als er sprake is van een dilemma. In de verhalen van de referenten<br />
blijken echter vaak meerdere waarden en handelingsopties relevant te zijn.<br />
Een maatschappelijk werkster begeleidt twee jaar lang een jonge moeder die<br />
afhoudend is. Steeds als ze wat nodig heeft belt ze om raad, maar soms laat ze<br />
ook een paar maanden niks van zich horen. Al die tijd zag de maatschappelijk<br />
werkster zich voor het dilemma geplaatst of ze moest aandringen op hulpverlening<br />
of niet: “Ik vond dat zij heel veel nodig had, maar al die tijd heb ik me ingehouden.<br />
Ik weet: als ik spreek dan ben ik hier weg. Als ik mijn oordeel uitspreek<br />
dan ben ik weg en mag ik niet meer komen. Dus ik had die neiging iedere<br />
keer om iets te ondernemen. Ik moest echt heel voorzichtig, misschien had<br />
het niet gehoeven hoor, dat weet ik dus niet, dat is mijn dilemma. Misschien had<br />
ik het wel kunnen doen, maar omdat ze het iedere keer heeft af gehouden. Het<br />
was als zand in je hand, glipte ze weg. En ik vraag me ook af: Wat is goed voor<br />
haar? Ben ik de persoon die dat bepaalt voor haar? Aan de andere kant heb ik<br />
ook het dilemma van: Wie ben ik om dat te zeggen? Aan de andere kant denk ik,<br />
als ze in de jonge moedergroep komt en ze doet mee, dan is dat ook voldoende.”<br />
(Respondent B)<br />
Allereerst is het de vraag of bovenstaand vraagstuk inderdaad moreel beladen is. Staan<br />
er waarden in op het spel? De hulpverleenster laat op diverse momenten zien dat<br />
waarden inderdaad een rol spelen in deze casus:<br />
Ze is persoonlijk van mening dat de jonge moeder “meer nodig heeft” dan ze nu<br />
aan hulpverlening ontvangt en wil het leven van de jonge moeder daarmee sturen.<br />
Ze is zich er ook van bewust dat de jonge moeder dit als een ‘oordeel/veroordeling’<br />
zal ervaren en dat er dus een waardeoordeel aan deze hulpverlening<br />
ten grondslag ligt.