03.09.2013 Views

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3.5 REFLECTIE<br />

M o r e l e w e g w i j z e r s<br />

Belangrijke discussiepunten in elk onderzoek, betreffen de waarheidsgetrouwheid en<br />

externe relevantie van de bevindingen die gedaan zijn, in wetenschappelijke termen<br />

gaat dit over de validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek. In hoeverre<br />

stemmen de resultaten die in het rapport gepresenteerd worden overeen met de ‘werkelijke’<br />

gang van zaken in de onderzochte hulpverleningspraktijken? En in hoeverre<br />

hebben deze resultaten relevantie buiten de onderzochte hulpverleningspraktijken?<br />

Validiteit<br />

Met betrekking tot de eerste vraag is de constatering dat de begrippen ‘moraliteit’ en<br />

‘morele’ voor de participanten geen vanzelfsprekende, heldere omschrijving en betekenis<br />

hadden van groot belang. Dit onderzoek draaide immers om de vraag naar de wijze<br />

waarop moraliteit in de hulpverleningspraktijk tot uitdrukking komt, en hoe hulpverleners<br />

daarmee omgaan. Als dit begrip niet duidelijk is, is het ook de vraag of de bevindingen<br />

iets onthullen over morele praktijken. Met dit ‘probleem’ is als volgt omgegaan.<br />

Allereerst is, zoals reeds eerder ook al is toegelicht, tijdens de interviews – zowel met<br />

hulpverleners als met leidinggevenden – gekozen voor een pragmatische manier van<br />

vragen stellen, waarbij toelichting werd gegeven bij de definitie van de onderzoeker<br />

van moraliteit, en waarin naast het begrip zelf, gebruik is gemaakt van indirecte manieren<br />

van vragen stellen, omschrijvingen, toelichtingen en voorbeelden. Daarbij zijn wel<br />

consequent dezelfde omschrijvingen en voorbeelden gebruikt in de diverse interviews.<br />

Ten tweede zijn de reacties van de geïnterviewden op het begrip moraliteit ons inziens<br />

ook indicatief voor de wijze waarop zij met de morele dimensie omgaan. Hoewel zij dus<br />

wellicht soms andere associaties hebben bij de morele dimensie, of bij woorden als<br />

‘waarden en normen’, zijn juist deze verschillen ook leerzaam voor een onderzoek als<br />

dit. In de bevindingen zal hier dus op in worden gegaan. Ten derde leek het probleem te<br />

verminderen gaandeweg het onderzoek. In de tweede en derde focusgroepbijeenkomst<br />

met uitvoerende professionals leek het onderwerp van onderzoek veel concreter te<br />

worden voor de respondenten, dat vertelden zij zelf, en ook de discussies riepen minder<br />

vragen op dan tijdens de eerste bijeenkomst. Tijdens de focusgroepbijeenkomsten<br />

met leidinggevenden/staf werd minder onduidelijkheid over de terminologie geconstateerd;<br />

wel werd daar opgemerkt dat voor medewerkers niet altijd helder is wat onder<br />

morele aspecten verstaan wordt. Daarmee leek er gaandeweg een gezamenlijk referentiekader<br />

te ontstaan over de vraag wat moraliteit en de morele dimensie nu eigenlijk is.<br />

Ook deze constatering vormt een belangrijke les voor onderzoek als dit: blijkbaar<br />

wordt er in de praktijk geen moreel discours gehanteerd om naar de morele dimensie<br />

van de hulpverlening te kijken (overigens wil dat niet zeggen dat er geen morele reflectie<br />

plaatsvindt, maar daarover in de bevindingen meer!).<br />

Concluderend kan gesteld wordt dat het deelnemen aan het onderzoek zelf ook een<br />

leereffect had, voor zowel onderzoeker als participanten. Als het onderzoek bij deze<br />

participanten nu nogmaals zou worden uitgevoerd, is het aannemelijk dat er andere,<br />

wellicht meer verdiepende, discussies ontstaan omdat de conceptuele onduidelijkheid<br />

hoogstwaarschijnlijk geringer is. Dit doet echter niet af aan het feit dat de ervaringen<br />

die de participanten beschreven, wel degelijk betrekking hebben op hun dagelijkse<br />

praktijk en er in de bijeenkomsten en interviews – al dan niet onder verwijzing naar het<br />

concept ‘moraliteit’ – veel informatie gegeven is over de morele dimensie van het werk.<br />

De discussies in de focusgroepbijeenkomsten en de interviews waren erg informatief,<br />

en juist doordat herhaaldelijk met hulpverleners gesproken werd, konden de onder-<br />

Projectbeschrijving 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!