MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Projectbeschrijving<br />
18<br />
M o r e l e w e g w i j z e r s<br />
Sept. ‘09 Nov. ‘09 Maart ‘10<br />
Focusgroepbijeenkomst <br />
Focusgroepbijeenkomst<br />
4 interviews 6 interviews<br />
FIGUUR 3-A: FASERING ONDERZOEK ‘DEEL 1’<br />
Focusgroepbijeenkomst<br />
Bijkomend voordeel van deze fasering was dat de respondenten door hun deelname<br />
aan de eerste focusgroepbijeenkomst op de hoogte waren van het doel van het onderzoek,<br />
en een eerste kennismaking hadden gehad met het onderwerp ‘moraliteit’.<br />
3.2.2 DEEL 2: ONDERZOEK NA AR IMPLEM ENTAT IEMOGE LIJKHEDEN<br />
Het doel van het deelonderzoek naar implementatiemogelijkheden, ook wel aangeduid<br />
als de ontwikkelingscomponent van dit onderzoek, was het vinden van goede mogelijkheden<br />
om aandacht voor morele aspecten in de werkpraktijken vorm te geven. Omdat<br />
wij vanaf het begin oog wilden hebben voor de concrete praktijk, om de handvatten<br />
voor morele reflectie zo goed mogelijk af te stemmen op de deelnemende organisaties,<br />
startte het implementatiedeel met een vooronderzoek.<br />
Met dit vooronderzoek beoogden we in kaart te brengen of, en zo ja, hoe er in de huidige<br />
praktijk van de participerende organisaties aandacht gegeven wordt aan de morele<br />
dimensie van de hulpverlening. De focus was met name gericht op de organisatorische<br />
context waarin de professionals opereren. Het vooronderzoek bestond uit een vijftal<br />
semigestructureerde interviews met stafleden en/of leidinggevenden van de participerende<br />
organisaties (zie paragraaf 3.4) 12. De interviewvragen (zie bijlage D) zijn opgesteld<br />
vanuit vier invalshoeken: structuur, cultuur, opleiding en referentiekader. Elke<br />
invalshoek belicht een ander perspectief: structuur heeft te maken met de verdeling<br />
van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de organisatie en met de<br />
systemen die in de organisatie worden gehanteerd. Onder cultuur vallen de stijl van<br />
werken en de wijze waarop medewerkers met elkaar omgaan. Onder het kopje opleiding<br />
wordt aandacht besteed aan de competenties (kennis, vaardigheden en attitude)<br />
waarover medewerkers moeten beschikken om hun werk goed te kunnen doen. Referentiekader,<br />
ten slotte, gaat over de visie en de gedeelde waarden die ten grondslag liggen<br />
aan de werkwijze van de medewerkers van de organisatie. Deze indeling is geïnspireerd<br />
op het 7-S-model (McKinsey) dat onderscheid maakt tussen de ‘harde’ (onder<br />
andere structuur en systemen) en ‘zachte’ (onder andere cultuur, visie en personeel)<br />
factoren die in organisaties een rol spelen (Van Dam & Marcus, 2005). Hoewel de<br />
scheiding tussen de verschillende invalshoeken niet heel strikt is 13 is voor deze indeling<br />
gekozen om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de wijze waarop moraliteit in<br />
de werkpraktijken van de participerende organisaties een rol speelt, alsmede om erachter<br />
te komen waar en wanneer morele vragen vooral aan de orde zijn. Door middel<br />
12 Twee van de zeven organisaties zijn hierbij overgeslagen: één wegens tijdgebrek, één omdat<br />
de betreffende leidinggevende langdurig ziek was en er geen vervanging voor haar was.<br />
13 Zo heeft vraag 6, die gerangschikt staat onder de invalshoek cultuur ‘Op welke manier wordt<br />
vervolg gegeven aan deze dilemma’s en vragen?’ ook te maken met de structuur; en zou vraag<br />
13 ‘Hoe selecteren jullie werknemers (bij sollicitaties)? Welk type hulpverlener ‘past’ bij deze<br />
organisatie?’ ook onder opleiding kunnen staan.